YAMAHA TW125 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: TW125, Model: YAMAHA TW125 2002Pages: 86, PDF Size: 1.66 MB
Page 41 of 86

6-10
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DCA00039
<>Bij het verwijderen van de olieaftap-
plug komen de o-ring, de veer en de
olie-aanzuigzeef mee. Zorg dat deze
onderdelen niet worden verloren.
12 3
1. Oliezeef
2. Veer
3. O-ring
OPMERKING:Sla de stappen 4–9 over als het oliefilter-
element niet wordt gereinigd.4. Verwijder de aftapbout van het olief-
ilterelement om de olie uit het carter
te laten stromen.
5. Verwijder het oliefilterdeksel door de
bouten te verwijderen.
1
2
3
1. Aftapbout oliefilterelement
2. Oliefilterdeksel
3. Bevestigingsbout oliefilterdeksel (×2)
1
1. Aftapplug motorolie
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 40
Page 42 of 86

6-11
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
6. Verwijder het oliefilterelement en de
o-ringen.
7. Controleer de o-ring op beschadi-
ging en vervang als dat nodig is.
8. Reinig het oliefilterelement in oplos-
middel en breng dan opnieuw aan.OPMERKING:Controleer het oliefilterelement op
beschadiging en vervang het als dat
nodig is.9. Monteer het oliefilterdeksel door de
bouten en de aftapbout aan te bren-
gen en zet deze dan vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1 2
2
1. Oliefilterelement
2. O-ring (×2)
OPMERKING:Zorg dat de o-ringen correct aanliggen.10. Reinig de olieaanzuigzeef in oplos-
middel, controleer hem op schade
en vervang als dat nodig is.
11. Breng de olie-aanzuigzeef, de veer,
de o-ring en de olie-aftapplug aan en
zet de aftapplug vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.12. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motoro-
lie, monteer dan de olievuldop en zet
deze vast. Aanhaalmomenten:
Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 Nm (1,0 m0kgf)
Aftapbout oliefilterelement:
10 Nm (1,0 m0kgf)
Aanhaalmoment:
Aftapplug motorolie:
43 Nm (4,3 m0kgf)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder verwijderen van
oliefilterelement:
1,0 L
Met verwijderen van
oliefilterelement:
1,1 L
Totale hoeveelheid (droge motor):
1,3 L
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 41
Page 43 of 86

6
6-12
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU04216
Reinigen van het
luchtfilterelement en de aftapslangHet luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. Reinig het luchtfilterelement
vaker als u in zeer stoffige of vochtige
gebieden rijdt. Verder moet de aftapslang
van het luchtfilter regelmatig worden
gecontroleerd en gereinigd.
Reinigen van het luchtfilterelement
1. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-5 voor het verwijderen en aan-
brengen van het paneel).2. Verwijder het luchtfilterdeksel door
de schroeven te verwijderen.
1
2
2
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef (×4)
DCA00105
<>8
8
Om het slippen van de koppeling
te voorkomen (de motorolie dient
immers ook voor smering van de
koppeling) mogen geen chemi-
sche additieven aan de olie wor-
den toegevoegd of oliën worden
gebruikt met een hogere kwali-
teitsaanduiding dan "CD".
Gebruik ook geen oliën met een
"ENERGY CONSERVING II" of
hogere aanduiding.
8 8
Zorg dat er geen verontreinigin-
gen in het carter terecht komen.13. Start de motor, laat hem een paar
minuten stationair draaien en contro-
leer daarbij op olielekkage. Als er
sprake is van olielekkage, zet de
motor dan direct af en zoek de oor-
zaak.
14. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer zo nodig.
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 42
Page 44 of 86

6
6-13
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
3. Trek het luchtfilterelement los.
4. Haal het sponsmateriaal uit de fra-
mehouder van het luchtfilterelement,
reinig het in oplosmiddel en wring
dan het achtergebleven oplosmiddel
uit.
1
2
1. Sponsmateriaal
2. Framehouder luchtfilterelement
5. Breng olie van de aanbevolen soort
aan op het hele oppervlak van het
luchtfilterelement en wring dan de
overtollige olie uit.OPMERKING:Het sponsmateriaal moet nat zijn maar
mag niet druipen.6. Trek het sponsmateriaal over de fra-
mehouder van het luchtfilterelement.
7. Steek het filterelement in het luchtfil-
terhuis.
DC000082
<>8
Controleer of het luchtfilterele-
ment correct in het luchtfilterhuis
is geplaatst.
8
Laat de motor nooit draaien zon-
der dat het luchtfilterelement aan-
wezig is, dat kan leiden tot over-
matige slijtage bij de zuiger en/of
de cilinder.
8. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
9. Monteer het paneel.
Aanbevolen olie:
Motorolie
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 43
Page 45 of 86

6-14
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00629
Afstellen van de carburateurDe carburateur vormt een belangrijk
onderdeel van de motor en moet zeer
precies worden afgesteld. Laat daarom
de meeste carburateurafstellingen over
aan een Yamaha dealer die over de
benodigde vakkennis en ervaring
beschikt. De afstelling die in het volgende
hoofdstuk is beschreven, wordt echter als
onderdeel van het routineonderhoud
beschouwd en kan wel door de eigenaar
worden uitgevoerd.
DC000094
<>De carburateur werd op de Yamaha
fabriek ingesteld en uitgebreid getest.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische ken-
nis aanwezig is, kan de werking van de
motor achteruitgaan of wordt de motor
beschadigd.
DAU01168
Afstellen van het stationair
toerentalHet stationair toerental moet als volgt
worden gecontroleerd en eventueel afge-
steld volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.OPMERKING:Een diagnosetoerenteller is nodig om
deze afstelling uit te voeren.1. Bevestig de toerenteller aan de bou-
giekabel.
2. Start de motor en laat gedurende
enkele minuten warmdraaien op
1.000–2.000 tpm, terwijl het toeren-
tal nu en dan wordt verhoogd tot
4.000–5.000 tpm.OPMERKING:De motor is voldoende warm als deze
snel reageert op de gasbediening.
Reinigen van de luchtfilteraftapslang
1. Controleer of zich in de aftapslang
aan de onderzijde van het luchtfilter-
huis water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los als er vuil of water
in zit, reinig hem grondig en breng
opnieuw aan.
1
1. Luchtfilteraftapslang
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 44
Page 46 of 86

6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
3. Controleer het stationair toerental en
stel dit zo nodig volgens de specifi-
catie af door de gasklepstelschroef
te verdraaien. Draai de schroef rich-
ting aom het stationair toerental te
verhogen. Draai de schroef richting
bom het stationair toerental te ver-
lagen.
1
a
b
1. Gasklepstelschroef
OPMERKING:Als het voorgeschreven stationair toeren-
tal niet haalbaar is volgens de hierboven
beschreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren.
DAU00635
Afstellen van de vrije slag van
de gaskabelDe vrije slag van de gaskabel dient
3–5 mm te bedragen bij de gasgreep.
Controleer de vrije slag van de gaskabel
regelmatig en laat zo nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
Stationair motortoerental:
1.450–1.650 tpm
a
a. Vrije slag van de gaskabel
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 45
Page 47 of 86

6-16
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00637
Afstellen van de klepspelingDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan
afwijken, waardoor de lucht/brandstof-
verhouding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een
Yamaha dealer worden afgesteld volgens
de intervalperioden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU04401
BandenLet ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en eventueel worden
bijgesteld.
DW000082
X@8 8
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).
8 8
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
Bandenspanning
(gemeten op koude banden)
Belasting* Voor Achter
Tot 90 kg
150 kPa
(1,50 kgf/cm
2,
1,50 bar)150 kPa
(1,50 kgf/cm
2,
1,50 bar)
90 kg–maximale
150 kPa
(1,50 kgf/cm
2,
1,50 bar)175 kPa
(1,75 kgf/cm
2,
1,75 bar)
Maximale belasting* 180kg
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
en accessoires
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 46
Page 48 of 86

6-17
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DWA00040
X@De aanwezigheid van bagage is van
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de veilig-
heid van uw motor, neem dus de vol-
gende voorzorgen in acht.
8 8
DE MOTORFIETS NOOIT OVER-
BELADEN! Rijden met een over-
beladen motorfiets kan leiden tot
beschadiging van de banden,
controleverlies of ernstig letsel.
Zorg dat het totale gewicht van de
motorrijder, de passagier, de
bagage en de gemonteerde acces-
soires nooit het voorgeschreven
maximumlaadgewicht voor de
machine overschrijdt.
8 8
Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.
8 8
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de motorfiets en verdeel het
gewicht over beide zijden.Inspectie van banden
Voor elk rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha
dealer worden vervangen.
OPMERKING:De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
altijd de lokale voorschriften in acht.
1a
1. Zijkant band
a. Profieldiepte
8 8
Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
8 8
Controleer vóór iedere rit de con-
ditie en spanning van de banden.
Minimale profieldiepte
(voor en achter)1,6 mm
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 47
Page 49 of 86

6-18
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met tubeless
banden.
DW000078
X@
De banden op de voor- en achter-
wielen horen van hetzelfde merk
en dezelfde constructie te zijn,
anders is het weggedrag van de
motor mogelijk niet normaal.
Na uitgebreide testen zijn alleen
de hieronder vermelde banden
voor dit model goedgekeurd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
DAU00685
SpaakwielenLet bij de voorgeschreven wielen op het
volgende voor een optimale prestatie,
levensduur en veilige werking van uw
motorfiets.
8Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging of kromheid en de spa-
ken op losheid. Laat ingeval van
schade het wiel door een Yamaha
dealer vervangen. Probeer het wiel
nooit zelf te repareren, hoe klein de
reparatie ook is. Vervang een wiel
dat vervormd is of haarscheurtjes
vertoont.
8Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en
een verkorte levensduur van de ban-
den tot gevolg hebben.
DAU00681
X@8Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen.
Rijden op een motor met versle-
ten banden is niet alleen verbo-
den, maar dit heeft ook een aver-
echts effect op de rijstabiliteit,
waardoor u de macht over het
stuur zou kunnen verliezen.
8De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclusief
banden, dient te worden overgela-
ten aan een Yamaha dealer, die
over de nodige vakkundige kennis
en ervaring beschikt.
8Het is sterk af te raden een lekke
binnenband te plakken. Als het
niet anders kan, moet de band
zeer zorgvuldig worden geplakt
en dan zo snel mogelijk worden
vervangen door een nieuwe band
van goede kwaliteit.
VOOR
Merk Maat ModelBRIDGESTONE
130/80-18 66P
TW-203
130/80-18 M/C 66P
ACHTER
Merk Maat Model
BRIDGESTONE
180/80-14 M/C 78P TW-204
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 48
Page 50 of 86

6-19
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
8Rijd niet te snel direct na het verwis-
selen van een band. Het bandopper-
vlak dient eerst te zijn ingereden
voordat het zijn optimale eigen-
schappen verkrijgt.3. Als de voorgeschreven vrije slag van
de koppelingshendel werd gehaald
zoals hierboven beschreven, zet dan
de borgmoer vast en sla de rest van
de afstelprocedure over; zo niet, ga
dan als volgt verder.
4. Draai de stelbout bij de koppelings-
hendel richting aom de koppelings-
kabel losser te stellen.
DAU00694
Afstellen van de vrije slag van
de koppelingshendelDe vrije slag van de koppelingshendel
moet 10–15 mm bedragen, zoals weerge-
geven. Controleer de vrije slag van de
koppelingshendel regelmatig en stel zo
nodig als volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel los.
2. Draai de stelbout richting avoor
meer vrije slag van de koppelings-
hendel. Draai de stelbout richting b
voor minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.c1
2
ab
1. Borgmoer (koppelingshendel)
2. Stelbout
c. Vrije slag
5RS-9-D0 (TW125) 8/3/01 3:55 PM Page 49