YAMAHA XJ600S 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: XJ600S, Model: YAMAHA XJ600S 2001Pages: 104, PDF Size: 11.32 MB
Page 41 of 104
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
Starten van een koude motor ............................................................ 5-1
Starten van een warme motor ........................................................... 5-2
Schakelen van versnellingen ............................................................. 5-3
Aanbevolen schakelpunten (alleen voor Zwitserland) ....................... 5-3
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ............................................. 5-4
Inrijden van de motor ......................................................................... 5-4
Parkeren ............................................................................................ 5-5
D_4br.book Page 1 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 42 of 104
5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
@ l
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
l
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
l
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
@
DAU00381
Starten van een koude motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan:l
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
l
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
@ l
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-16.
l
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
@1. Draai de kraanhendel in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
OPMERKING:@ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. @4. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina 3-12
voor de bediening van de choke.)
5. Start de motor door de startknop in te
drukken.OPMERKING:@ Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Om de accu te
sparen, dient u de startmotor nooit langer
dan 10 seconden achtereen te laten
draaien. @
D_4br.book Page 1 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 43 of 104
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
DC000034
LET OP:@ Het waarschuwingslampje voor olieni-
veau moet gaan branden als de start-
knop wordt ingedrukt en moet doven
zodra de startknop wordt losgelaten. Als
het olieniveaulampje knippert of aan
blijft na het starten, zet de motor dan di-
rect af, controleer het olieniveau en let
op eventuele olielekkage. Vul zo nodig
motorolie bij en controleer het olieni-
veaulampje dan opnieuw. Als het waar-
schuwingslampje niet gaat branden als
de startknop wordt ingedrukt, of als het
lampje niet uitgaat na starten met vol-
doende motorolie, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch circuit te
controleren. @6. Zet na het starten van de motor de
chokehendel tot halverwege terug.
DCA00045
LET OP:@ Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor! @7. Zet de choke uit zodra de motor warm
is.OPMERKING:@ De motor is warm wanneer hij normaal rea-
geert op de gasbediening terwijl de choke
uit is gezet. @
DAU01258
Starten van een warme motor Volg dezelfde procedure als bij starten van
een koude motor, alleen is het gebruik van
de choke niet nodig als de motor warm is.
D_4br.book Page 2 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 44 of 104
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
DAU00423
Schakelen van versnellingen Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKING:@ Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-
getrokken. @
DC000048
LET OP:@ l
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep de
motorfiets niet over lange afstan-
den. De versnellingsbak wordt al-
leen afdoende gesmeerd terwijl de
motor draait. Door onvoldoende
smering kan de versnellingsbak
worden beschadigd.
l
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en de aandrijving te voor-
komen; door hun constructie zijn
deze niet bestand tegen de schok-
ken die optreden bij belast schake-
len.
@
DAU02937
Aanbevolen schakelpunten
(alleen voor Zwitserland) De aanbevolen schakelpunten tijdens ac-
celereren staan vermeld in de tabel hierna.CF-02DOPMERKING:@ Wanneer twee versnellingen tegelijk wordt
teruggeschakeld, moet in gelijke mate snel-
heid worden geminderd (bijvoorbeeld min-
deren tot 35 km/u bij terugschakelen van de
5e naar de 3e versnelling). @
1. Schakelpedaal
N. Vrijstand
Aanbevolen snelheid
(km/u)
1 e®
2 e
2 e®
3 e
3 e®
4 e
4 e®
5 e
5 e®
6 e20
30
40
50
60
D_4br.book Page 3 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 45 of 104
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU00424
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:l
Laat de motor goed warmdraaien.
l
Zet de choke zo snel mogelijk uit.
l
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
l
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
l
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU00436
Inrijden van de motorDe periode tussen de 0 en 1.000 km is de
belangrijkste periode in de levensduur van
de motor. Lees daarom de volgende infor-
matie aandachtig door.
Omdat de motor splinternieuw is, mag hij tij-
dens de eerste 1.000 km niet overmatig
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU00440
0–150 kml
Laat de motor niet langdurig meer dan
5.000 tpm draaien.
l
Zet de motor steeds af nadat hij een
uur heeft gedraaid en laat hem dan vijf
minuten lang afkoelen.
l
Varieer van tijd tot tijd het motortoe-
rental. Laat de motor niet steeds in
één vaste stand van de gasgreep
draaien.
150–500 km
l
Laat de motor niet langdurig meer dan
6.000 tpm draaien.
l
Gebruik de motor in alle versnellingen,
maar draai het gas nooit helemaal
open.
D_4br.book Page 4 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 46 of 104
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-5
5
500–1.000 kml
Laat de motor niet langdurig volgas
draaien.
l
Laat de motor niet langdurig meer dan
7.000 tpm draaien.
DC000052
LET OP:@ Nadat de eerste 1.000 km zijn afgelegd,
moet de motorolie worden ververst en
het oliefilterpatroon of -element worden
vervangen. @1.000 km en verder
De machine kan nu verder normaal worden
gebruikt.
DC000053
LET OP:@ l
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller aanwijst in de rode
zone.
l
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
@
DAU00460
Parkeren Zet de motor af wanneer u gaat parkeren
en neem de sleutel uit het contactslot.
DW000058
WAARSCHUWING
@ l
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen.
l
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de motor
zou dan kunnen omvallen.
@
D_4br.book Page 5 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 47 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Boordgereedschapsset ......................................... 6-1
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ............ 6-2
Het stroomlijnpaneel verwijderen en
aanbrengen ....................................................... 6-5
Controleren van de bougies ................................. 6-6
Motorolie en oliefilterpatroon ............................... 6-7
Reinigen van het luchtfilterelement .................... 6-10
Afstellen van de carburateurs ............................ 6-12
Afstellen van het stationair toerental .................. 6-13
Afstellen van de vrije slag van de gaskabel ....... 6-13
Afstellen van de klepspeling .............................. 6-14
Banden .............................................................. 6-14
Wielen ................................................................ 6-17
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel .............................................. 6-17
De stand van het rempedaal afstellen ............... 6-18
Afstellen van de remlichtschakelaar achterrem . 6-19
Controleren van de remblokken voor- en
achter ............................................................... 6-19
Controleren van remvloeistofniveau .................. 6-20
Verversen van de remvloeistof ........................... 6-21
Doorbuiging aandrijfketting ................................ 6-21Smeren van de aandrijfketting .......................... 6-23
Controleren en smeren van de kabels .............. 6-23
Controleren en smeren van gasgreep en
gaskabel .......................................................... 6-24
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen ............................................... 6-24
Controleren en smeren van de rem- en
koppelingshendel ............................................ 6-25
Controleren en smeren van middenbok en
zijstandaard ..................................................... 6-25
Smeren van achterwielophanging ...................... 6-25
Controleren van de voorvork ............................. 6-26
Controle van stuursysteem ............................... 6-26
Controleren van wiellagers ................................ 6-27
Accu .................................................................. 6-27
Zekeringen vervangen ...................................... 6-29
Koplampgloeilamp vervangen (voor XJ600S) .... 6-30
Koplampgloeilamp vervangen (voor XJ600N) .... 6-31
Voorwiel ............................................................. 6-33
Achterwiel ......................................................... 6-35
Storingzoeken ................................................... 6-36
Storingzoekschema .......................................... 6-37
D_4br.book Page 1 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 48 of 104
6-1
6
DAU00462
6-PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU00464
Veiligheid is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar. Door periodiek inspecties, afstel-
lingen en smeerbeurten uit te laten voeren,
zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig
en efficiënt mogelijke conditie blijft. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste
informatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema zijn slechts
te beschouwen als algemene richtlijn voor
normale rijomstandigheden. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WOR-
DEN VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
DW000060
WAARSCHUWING
@ Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent. @
DAU00469
BoordgereedschapssetDe onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te helpen
bij het uitvoeren van preventief onderhoud
en kleine reparaties. Het gebruik van extra
gereedschap zoals een momentsleutel kan
echter nodig zijn om bepaalde onder-
houdswerkzaamheden correct uit te voe-
ren.OPMERKING:@ Indien u niet over het gereedschap beschikt
dat voor sommige werkzaamheden vereist
is, laat de betreffende werkzaamheden dan
door een Yamaha dealer uitvoeren. @
DW000063
WAARSCHUWING
@ Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
zelf wijzigingen aanbrengt. @
1. Gereedschapsset
D_4br.book Page 1 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 49 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU03540
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:@ l
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
l
Herhaal de intervalperioden vanaf 50.000 km, te beginnen bij 10.000 km.
l
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
@CP-03DNR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (´1.000 km)
Jaarlijkse
controle
1 10203040
1
*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen en de onderdrukslang op
scheuren of schade.ÖÖÖÖ Ö
2*Brandstoffilter• Controleer de conditie.ÖÖ
3 Bougies• Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand bijstellen.ÖÖ
• Vervangen.ÖÖ
4*Kleppen• Klepspeling controleren.
• Afstellen.Na elke 20.000 km
5 Luchtfilterelement• Reinigen.ÖÖ
• Vervangen.ÖÖ
6 Koppeling• Werking controleren.
• Afstellen.ÖÖÖÖÖ
7*Voorrem• Werking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage. (Zie OPMERKING op
bladzijde 6-4.)ÖÖÖÖÖ Ö
• Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
D_4br_Periodic.fm Page 2 Friday, December 15, 2000 9:14 AM
Page 50 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
8
*Achterrem• Werking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage. (Zie OPMERKING op
bladzijde 6-4.)ÖÖÖÖÖ Ö
• Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
9*Remslangen• Controleren op scheuren of beschadiging.ÖÖÖÖ Ö
• Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.) Elke 4 jaar
10*Wielen• Controleren op slingering en schade.ÖÖÖÖ
11*Banden• Controleren op correcte profieldiepte en op schade.
• Zo nodig vervangen.
• Bandspanning controleren.
• Zo nodig corrigeren.ÖÖÖÖ
12*Wiellagers• Lager controleren op losheid of schade.ÖÖÖÖ
13*Swingarm• Controleren op werking en overmatige speling.ÖÖÖÖ
• Smeren met molybdeenvet. Elke 50.000 km
14 Aandrijfketting• Kettingspanning controleren.
• Controleren of het achterwiel correct in lijn staat.
• Reinigen en smeren.Na elke 1.000 km en nadat de motorfiets is
gewassen of ermee in de regen is gereden.
15*Balhoofdlagers• Controleren op lagerspeling en stroefheid in
stuurbeweging.ÖÖÖÖÖ
• Smeren met lithiumvet. Elke 20.000 km
16*Framebevestigingen• Controleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.ÖÖÖÖ Ö
17 Zijstandaard/middenbok• Werking controleren.
• Smeren.ÖÖÖÖ Ö
18*Zijstandaardschakelaar• Werking controleren.ÖÖÖÖÖ Ö
19*Voorvork• Controleren op werking en olielekkage.ÖÖÖÖ
20*Achterschokdemperunit• Controleren op werking en schokdemper op olielekkage.ÖÖÖÖ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (´1.000 km)
Jaarlijkse
controle
1 10203040
D_4br_Periodic.fm Page 3 Friday, December 15, 2000 9:14 AM