YAMAHA XJR 1300 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: XJR 1300, Model: YAMAHA XJR 1300 2001Pages: 100, PDF Size: 11.76 MB
Page 21 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
De koppelingshendel is voorzien van een
stelwiel voor het instellen van de stand van
de koppelingshendel. Verstel de afstand
tussen de koppelingshendel en de stuur-
greep door het stelwiel te verdraaien terwijl
de hendel van het stuur vandaan wordt ge-
houden. Controleer of het correcte instel-
punt op het stelwiel tegenover het pijlteken
op de koppelingshendel staat.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-16 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
DAU00157
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Stelwiel voor afstelpositie koppelingshendel
2. Pijlteken
1. Schakelpedaal
D_5ea.book Page 6 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 22 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU00161
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor afstelpositie. Om de afstand tussen de
remhendel en de stuurgreep af te stellen,
wordt het stelwiel gedraaid terwijl de hendel
van het stuur vandaan wordt gehouden.
Controleer of het correcte instelpunt op het
stelwiel tegenover het pijlteken staat op de
koppelingshendel.
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Remhendel
1. Pijlteken
2. Stelwiel voor afstelpositie remhendel
1. Rempedaal
D_5ea.book Page 7 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 23 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAU02935
Vuldop brandstoftank Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:_ De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is. _
DWA00025
WAARSCHUWING
_ Controleer of de tankdop stevig is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. _
1. Slotplaatje tankdopslot
2. Ontgrendelen.
D_5ea.book Page 8 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 24 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU03754
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Steek om te
tanken het mondstuk van de pompslang in
de vulopening van de brandstoftank en vul
tot onderaan de vulpijp, zoals getoond in de
afbeelding.
DW000130
WAARSCHUWING
_ l
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
l
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
DAU00185
LET OP:_ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-
len. _
DAU00191
OPMERKING:_ Als de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
met een hoger octaangetal. _
DAU00207
Brandstofkraan Via de brandstofkraan wordt de brandstof
van de tank naar de carburateurs gevoerd
en bovendien gefilterd.
De standen van de hendel van de brand-
stofkraan worden als volgt toegelicht en ge-
toond in de afbeeldingen.
ON
Met de hendel van de brandstofkraan in
deze stand stroomt brandstof naar de car-
burateurs terwijl de motor draait. Draai de
hendel van de brandstofkraan naar deze
stand om de motor te starten en te gaan rij-
den.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije brandstof met een
octaangetal (RON) van minstens 91
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
21 L
Reservehoeveelheid:
4,5 L
1. Pijlteken in positie over “ON”ON: normale stand
D_5ea.book Page 9 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 25 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
RES
Dit is de reservestand. Met de hendel van
de brandstofkraan in deze stand is de re-
servehoeveelheid brandstof beschikbaar.
Draai de hendel van de brandstofkraan snel
naar deze stand als u tijdens het rijden zon-
der brandstof komt te staan, anders kan de
motor afslaan en moet de brandstoftoevoer
opnieuw worden geactiveerd (zie onder
“PRI”). Nadat de hendel van de brandstof-
kraan naar “RES” is gedraaid, moet zo snel
mogelijk brandstof worden bijgetankt, ver-
geet daarna niet de hendel van de brand-
stofkraan weer terug naar “ON” te draaien!PRI
Dit is de stand voor het opnieuw activeren
van de brandstoftoevoer. Met de hendel
van de brandstofkraan in deze stand wordt
de brandstoftoevoer naar de motor op druk
gebracht. Draai de hendel van de brand-
stofkraan in deze stand nadat de motor
zonder brandstof is komen te staan. De
brandstof stroomt dan rechtstreeks naar de
carburateurs, waardoor starten wordt ver-
gemakkelijkt. Vergeet na starten van de
motor niet de brandstofkraan weer naar
“ON” te draaien (of naar “RES” als u nog
niet heeft bijgetankt).
DAU02976
Chokehendel Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in de richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in de richting
b om de
choke uit te zetten.
1. Pijlteken in positie over “RES”RES: reserve-stand
1. Pijlteken in positie over “PRI”PRI: start-stand
1. Chokehendel
D_5ea.book Page 10 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 26 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU01721
Zadel Verwijderen van het zadel
1. Steek de sleutel in het helmbevesti-
gingsslot en draai hem dan zoals af-
gebeeld.
2. Trek het zadel los.Aanbrengen van het zadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het zadel in de zadelbevestiging,
zoals getoond in de afbeelding.
2. Druk het zadel aan de achterzijde om-
laag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING:_ Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAU00260
Helmbevestiging Steek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals afgebeeld om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen en
dan de sleutel uit te nemen.
DW000030
WAARSCHUWING
_ Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en een
ongeval niet uitgesloten is. _
1. Ontgrendelen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Ontgrendelen.
D_5ea.book Page 11 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 27 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU01688
Opbergcompartiment Dit opbergcompartiment is bedoeld voor
het opbergen van een origineel Yamaha U-
LOCK-slot. (Andere typen sloten passen
mogelijk niet.) Bij het opbergen van een U-
slot in het opbergcompartiment, moet dit
stevig met de riemen worden bevestigd. Als
het U-slot niet in het opbergcompartiment is
opgeborgen, maak dan de riemen vast om
deze niet te verliezen.
Als het instructieboekje of andere docu-
mentatie in het opbergcompartiment wordt
opgeborgen, omwikkel dit dan in een plastic
zak om nat worden te voorkomen. Zorg bij
het wassen van de motorfiets dat geen wa-
ter het opbergcompartiment kan binnen-
dringen.
DAU00285
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten
om de veervoorspanning in te stellen.
DW000035
WAARSCHUWING
_ Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn. _
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken elke stel-
lbout in de richting
a. Draai om de veer-
voorspanning te verlagen en zo de vering
stugger te maken elke stellbout in de rich-
ting
b.
1. U-SLOT
2. Riem (´ 2)
1. Stelbout veervoorspanning
D_5ea.book Page 12 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 28 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
OPMERKING:_ Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de voor-
vorkplugbout._CI-10DDAU03748
Afstellen van de
schokdemperunits Elke schokdemper is uitgerust met een stel-
ring voor veervoorspanning.
DC000015
LET OP:_ Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimuminstel-
waarden te verdraaien. _
DW000040
WAARSCHUWING
_ Geef beide schokdemperunits steeds
dezelfde instelling, anders kan slecht
weggedrag en verminderde rijstabiliteit
het gevolg zijn. _
Stel de veervoorspanning als volgt af, ge-
bruik de speciale sleutels in de boordge-
reedschapsset.
Om de veervoorspanning te verhogen voor
een stuggere vering blokkeert u de boven-
ste ring terwijl u de onderste ring (de stel-
ring) op beide schokdemperunits draait
zoals getoond in afbeelding
+.
1. Huidige instelling
2. Voorvorkplugbout
Stand afsteller
Minimum (zacht) 7
Standaard 5
Maximum (stug) 1
1. Bovenring (stelring veervoorspanning)
2. Benedenring (stelring veervoorspanning)
D_5ea.book Page 13 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 29 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
Om de veervoorspanning te verlagen voor
een zachtere vering blokkeert u de boven-
ste ring terwijl u de onderste ring (de stel-
ring) op beide schokdemperunits draait
zoals getoond in afbeelding
,.
DAU00316
WAARSCHUWING
_ Deze schokdempers zijn gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees en
begrijp de volgende informatie alvorens
de schokdempers te gebruiken. De fabri-
kant kan niet aansprakelijk worden ge-
steld voor schade aan eigendommen of
voor persoonlijk letsel als dit voortvloeit
uit verkeerd gebruik.l
Probeer de gascilinders niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
l
Stel de schokdempers niet bloot
aan open vuur of aan andere hitte-
bronnen, anders kunnen ze door de
oplopende druk exploderen.
l
Vervorm of beschadig de gascilin-
ders op geen enkele manier, de
dempende werking zal dan achter-
uitgaan.
l
Laat onderhoud aan de schokdem-
pers altijd uitvoeren door een
Yamaha dealer.
_
1. Bovenring (stelring veervoorspanning)
2. Benedenring (stelring veervoorspanning)
Stand afsteller
Minimum (zacht)/Standaard Maximum (stug)
D_5ea.book Page 14 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 30 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU00324
Bagageriembevestiging Onder het duozadel zijn vier bagageriem-
bevestigingspunten aangebracht, twee
hiervan kunnen worden gedraaid om ze ge-
makkelijker toegankelijk te maken.
DAU00330
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de motorfiets verticaal houdt.OPMERKING:_ De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.) _
DW000044
WAARSCHUWING
_ Met de motorfiets mag nooit worden ge-
reden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden op-
getrokken (of niet omhoog blijft), anders
kan de zijstandaard de grond raken en
zo de motorrijder afleiden, waardoor u
de macht over het stuur verliest. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de motorrijder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is. _
1. Bagageriembevestiging (´ 4)D_5ea.book Page 15 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM