YAMAHA XMAX 250 2006 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2006, Model line: XMAX 250, Model: YAMAHA XMAX 250 2006Pages: 86, PDF Size: 2.36 MB
Page 1 of 86

1C0-F8199-D2
YP250R
HANDLEIDING
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 1
Page 2 of 86

1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 2
Page 3 of 86

DAU10110
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als eigenaar van de YP250R profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren
van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw
YP250R. Deze gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de scooter, terwijl
ook wordt beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw scooter in optimale conditie te houden. Als er tenslotte toch
nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
INLEIDING
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 1
Page 4 of 86

DAU34111
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
LET OP: De aanduiding LET OP geeft aan dat er speciale voorzorgsmaatregelen moeten
worden getroffen om schade aan de scooter te voorkomen.
OPMERKING:De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan verge-
makkelijken of verhelderen.
OPMERKING:
Deze handleiding moet worden gezien als een permanent onderdeel van deze scooter en moet altijd bij de scooter
blijven, ook als deze later wordt verkocht.
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan er
soms sprake zijn van kleine verschillen tussen uw scooter en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al
bevat de handleiding de meest recente productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen heeft over deze
handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.
DWA12410
s s
WAARSCHUWING
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE SCOOTER GAAT GEBRUIKEN.
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
s s
WAARSCHUWINGWanneer de instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd,
kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel voor de bestuurder, omstanders of
degene die de scooter inspecteert of repareert.
Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIG-
HEID!t
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 2
Page 5 of 86

DAUS1172
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
YP250R
HANDLEIDING
©2006 door YAMAHA MOTOR ESPAÑA S.A.
1e uitgave, Februari 2006
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd
gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
YAMAHA MOTOR ESPAÑA S.A.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Spanje.
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 3
Page 6 of 86

VEILIVEILIGHEIDSINFORMATIE........1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig motorrijden ..........................1-4
BESCHRIJVING..................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN
BEDIENINGEN....................................3-1
Startblokkeersysteem ......................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-2
Indicatoren, controlelampjes en
waarschuwingslampje ..................3-3
Brandstofniveaumeter ......................3-4
Temperatuurmeter koelvloeistof .......3-5
Snelheidsmeter ................................3-5
Multifunctioneel display ...................3-5
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) .....3-9
Stuurschakelaars ..............................3-9
Voorremhendel ...............................3-10
Achterremhendel ............................3-11
Tankdop ..........................................3-11
Brandstof ........................................3-12
Uitlaatkatalysator ...........................3-13
Zadel ..............................................3-14
Opbergcompartiment voorzijde .....3-14
Opbergcompartiment .....................3-15
Afstellen van de
schokdemperunits .......................3-16Zijstandaard ...................................3-17
Startspersysteem ...........................3-18
CONTROLES VOOR HET
STARTEN.............................................4-1
Controlelijst voor gebruik ................4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJINFORMATIE ................................5-1
Starten van een koude motor ..........5-1
Wegrijden .........................................5-2
Sneller en langzamer rijden ..............5-2
Remmen ...........................................5-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik . ........................5-3
Inrijperiode .......................................5-4
Parkeren ...........................................5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES ...................6-1
Boordgereedschapsset.....................6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema.......................6-3
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen ..........6-6
Controleren van de bougie ..............6-7
Motorolie ..........................................6-8
Versnellingsbakolie .........................6-10
Koelvloeistof ...................................6-11
Luchtfilter en luchtfilterelementen
in vsnaarbehuizing.......................6-13Afstellen van de carburateur ..........6-14
Speling van de gaskabel afstellen .6-15
Klepspeling .....................................6-15
Banden ...........................................6-16
Gietwielen .......................................6-18
Vrije slag voor- en
achterremhendel ........................6-18
Controleren van voor- en
achterremblokken .......................6-19
Controleren van
remvloeistofniveau ......................6-19
Verversen van remvloeistof ............6-21
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ................6-21
Smeren van voor- en
achterremhendels ........................6-21
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard ........6-22
Voorvork controleren ......................6-22
Controle van stuursysteem ............6-23
Controleren van wiellagers .............6-24
Accu ...............................................6-24
Zekeringen vervangen ....................6-25
Koplampgloeilamp vervangen .......6-26
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen .......6-27
Vervangen van gloeilamp voor
remlicht/achterlicht of van
gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer..........................6-28
INHOUDSOPGAVE
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 6
Page 7 of 86

INHOUDSOPGAVE
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ...................................6-29
Parkeerlichtgloeilamp vervangen ..6-29
Problemen oplossen ......................6-30
Storingzoekschema’s ....................6-31
VERZORGING EN STALLING VAN DE
SCOOTER............................................7-1
Verzorging ........................................7-1
Stalling ..............................................7-3
SPECIFICATIES...................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE...............9-1
Identificatienummers ........................9-1
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 7
Page 8 of 86

DAU10261
SCOOTERS ZIJN TWEEWIELIGE
VOERTUIGEN. HUN VEILIG
GEBRUIK EN WERKING ZIJN
AFHANKELIJK VAN JUISTE RIJ-
TECHNIEKEN EN VAN DE DESKUN-
DIGHEID VAN DE BESTUURDER.
ELKE BESTUURDER MOET BEKEND
ZIJN MET DE VOLGENDE VEREIS-
TEN ALVORENS MET DEZE SCOO-
TER TE GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
DOOR EEN COMPETENTE
INFORMATIEBRON GRONDIG
ZIJN INGELICHT OVER ALLE
ASPECTEN VAN SCOOTERRIJ-
DEN.
ZICH HOUDEN AAN DE WAARS-
CHUWINGEN EN ONDERHOUD-
SEISEN VERMELD IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING.
GRONDIG GETRAIND ZIJN IN
VEILIGE EN CORRECTE RIJ-
TECHNIEKEN.
GEBRUIKMAKEN VAN PROFES-
SIONELE TECHNISCHE SERVI-
CE, ZOALS AANGEGEVEN IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
EN/OF WANNEER DE MECHA-NISCHE CONDITIES DIT VEREI-
SEN.
Veilig rijden
Controleer de machine altijd voor
u gaat rijden. Een zorgvuldige
controle kan een ongeval helpen
voorkomen.
Deze scooter is gebouwd voor
het vervoer van de bestuurder
plus een passagier.
Het niet opmerken en herkennen
van scooters door andere weg-
gebruikers vormt de belangrijkste
oorzaak van auto-/scooter onge-
vallen. Vaak worden ongevallen
veroorzaakt doordat een auto-
bestuurder de scooter niet heeft
gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het
risico op een dergelijk type onge-
val te verminderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het
naderen en passeren van krui-
singen, daar doen ongelukken
met scooters zich namelijk het
meest voor.• Ga daar rijden waar andere
weggebruikers u kunnen zien.
Ga niet rijden in de dode zicht-
hoek van een andere wegge-
bruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Vaak
waren bij een ongeval betrokken
bestuurders zelfs niet in het bezit
van een geldig rijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om
te rijden en leen uw scooter
alleen uit aan ervaren scoote-
rrijders.
• Weet wat u wel en niet aan-
kunt. Door rekening te houden
met uw beperkingen helpt u
ongelukken voorkomen.
• We raden aan om het scoote-
rrijden te oefenen op plekken
waar geen verkeer is, totdat u
grondig bekend bent met de
scooter en zijn bediening.
Ongelukken worden vaak veroor-
zaakt door een fout van de scoo-
terbestuurder. Veel bestuurders
houden bij het ingaan van een
bocht een TE HOGE RIJSNEL-
HEID aan of rijden te lang rechtop
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-1
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 8
Page 9 of 86

(onvoldoende schuinliggen bij de
bewuste rijsnelheid), zodat de
bocht dan te wijd wordt geno-
men.
• Neem altijd de maximum snel-
heid in acht en rijd nooit sneller
dan de wegcondities en het
verkeer toestaan.
• Geef altijd richting aan voordat
u afslaat of van rijstrook wis-
selt. Zorg dat andere wegge-
bruikers u kunnen zien.
De zithouding van de bestuurder
en de passagier is belangrijk voor
een goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het
rijden beide handen aan het
stuur houden en beide voeten
op de voetplaat, om zo de
macht over het stuur te behou-
den.
• De passagier hoort steeds de
bestuurder, de zadelband of de
handgreep, indien aanwezig,
met beide handen vast te hou-
den en beide voeten op de
passagiersvoetsteunen te hou-
den.
• Neem nooit een passagier meedie niet in staat is om beide
voeten stevig op de passa-
giersvoetsteunen te zetten.
Rijd nooit onder invloed van alco-
hol of andere drugs.
Deze scooter is uitsluitend ont-
worpen voor gebruik op verharde
wegen. De machine is niet bedo-
eld voor off-road gebruik.
Beschermende kleding
Scooterongelukken met dodelijke
afloop betreffen meestal hoofdletsel.
Het dragen van een helm is de belan-
grijkste factor bij het voorkomen of
reduceren van hoofdletsel.
Draag altijd een goedgekeurde
helm.
Draag ook een gezichtskap of
een veiligheidsbril. De rijwind in
uw niet-afgeschermde ogen kan
het zicht verslechteren, zodat u
gevaren te laat zou opmerken.
Door een jack, stevige schoenen,
een lange broek, handschoenen
e.d. te dragen verkleint u de kans
op schaafwonden of ontvellin-
gen.
Draag nooit loszittende kleding,
deze kan blijven haken aan scha-kelhandgrepen of door de wielen
worden gegrepen en zo een
ongeval of letsel veroorzaken.
Raak nooit de motor of het uitla-
atsysteem aan terwijl de motor
draait. Deze onderdelen worden
zeer heet en kunnen zo brand-
wonden veroorzaken. Draag altijd
beschermende kleding die uw
benen, enkels en voeten bedekt.
De hierboven vermelde voor-
zorgsmaatregelen gelden ook
voor passagiers.
Technische wijzigingen
Door het aanbrengen van technische
wijzigingen die niet door Yamaha zijn
goedgekeurd, of door originele
onderdelen te verwijderen, kan deze
scooter onveilig worden in het gebruik
en ernstig persoonlijk letsel veroorza-
ken. Door dergelijke wijzigingen kan
het gebruik van uw scooter ook
onwettig worden.
Bagage en accessoires
Het monteren van accessoires of het
vervoer van bagage kan een negatief
effect hebben op de rijstabiliteit en
het weggedrag als hierdoor de
gewichtsverdeling van de scooter
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-2
1
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 9
Page 10 of 86

verandert. Wees uiterst voorzichtig bij
het monteren van accessoires of het
beladen van uw scooter, om zo
mogelijke ongevallen te vermijden.
Pas extra op wanneer u op een scoo-
ter rijdt die beladen is of waaraan
accessoires zijn gemonteerd. Hier
volgen enkele algemene richtlijnen bij
het beladen van de scooter of het
monteren van accessoires:
Beladen
Het totale gewicht van de bestuurder,
passagier, accessoires en bagage
mag de maximale gewichtslimiet niet
overschrijden.
Let op het volgende wanneer u tot
deze gewichtslimiet belaadt:
Het zwaartepunt van bagage en
accessoires moet zo laag moge-
lijk liggen en zo dicht mogelijk
nabij de scooter. Zorg dat het
gewicht zo gelijkmatig mogelijk
aan beide zijden van de scooter
wordt verdeeld, om zo onbalansof instabiliteit te beperken.
Als gewicht gaat schuiven kan
zich een plotselinge onbalans
voordoen. Controleer voordat u
gaat rijden of accessoires en
bagage stevig aan de scooter zijn
bevestigd. Controleer de bevesti-
gingspunten voor accessoires en
bagage regelmatig.
Bevestig nooit omvangrijke of
zware goederen aan het stuur, de
voorvork of het voorwielspat-
bord. Dergelijke items kunnen
een instabiel weggedrag of een
te trage reactie op het stuur vero-
orzaken.
Accessoir
es
Originele Yamaha accessoires wer-
den speciaal ontworpen voor monta-
ge aan deze scooter. Yamaha is niet in
staat om alle overige leverbare acces-
soires te testen. U bent dus zelf
verantwoordelijk voor de juiste keuze,
installatie en gebruik van niet-Yamaha
accessoires. Wees zorgvuldig bij de
keuze en installatie van accessoires.
Volg bij de montage van accessoires
de onderstaande richtlijnen en die
vermeld onder het kopje “Beladen”.
Monteer nooit accessoires en
vervoer nooit bagage als deze
een nadelige invloed hebben op
de prestaties van uw scooter.
Inspecteer het accessoire zorg-
vuldig alvorens het te gebruiken,
om zeker te zijn dat het de
grondspeling of de hellinghoek
op geen enkele manier vermin-
dert, de veerweg, de stuuruitslag
of de bediening beperkt of lam-
pen of reflectors afdekt.
• Accessoires die aan of nabij
het stuur of de voorvork zijn
gemonteerd zullen mogelijk
instabiliteit veroorzaken door
een foutieve gewichtsverdeling
of door aërodynamische effec-
ten. Accessoires aan het stuur
of nabij de voorvork moeten zo
licht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kun-
nen door hun aërodynamisch
effect van invloed zijn op de
rijstabiliteit van de scooter. De
scooter kan door rijwind wor-
den opgetild of bij zijwind ins-
tabiel worden. Zulke accessoi-
Maximale belasting:
181 kg (399.1 lb)
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-3
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 10