YAMAHA XT600E 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XT600E, Model: YAMAHA XT600E 2000Pages: 96, PDF Size: 4.26 MB
Page 71 of 96

6-31
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU01095
Vervangen van de gloeilamp
van de richtingaanwijzer1.Verwijder de schroef en de lens.2.Druk de doorgebrande lamp in en
draai deze naar links om hem te ver-
wijderen.
3.Druk een nieuwe gloeilamp op zijn
plaats en draai hem rechtsom vast.
4.Breng de lens weer aan en draai de
schroef vast.
1
2
1.Schroef
2.Lens
1
1.Lamp
6.Monteer het lampdeksel en sluit de
bedrading weer aan en de koplam-
peenheid.
7.Monteer de stroomlijnkap.
8.Als de koplamp afgesteld moet wor-
den, raadpleeg dan uw Yamaha
dealer.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 32
Page 72 of 96

6-32
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU01579
Ondersteunen van de
motorfietsAangezien de Yamaha XT600E niet is
voorzien van een middenstandaard, dient
u de volgende voorzorgsmaatregelen te
nemen alvorens u het voorwiel of het ach-
terwiel verwijdert of andere onderhouds-
werkzaamheden verricht waarbij de
motorfiets rechtop moet blijven staan.
Kontroleer of de motorfiets stabiel en
goed rechtop staat alvorens u enig onder-
houd gaat verrichten. Voor alle zekerheid
kunt u bijvoorbeeld een stevig houten
kistje onder het motorblok kunnen plaat-
sen.
Onderhoud aan het voorwiel
Om de achterkant van de motorfiets sta-
biel te ondersteunen gebruikt u een
motorstandaard of plaatst u een motor-
fiets-krik onder het frame v——r het achter-
wiel, om te zorgen dat dit niet zijwaarts
kan bewegen. Gebruik vervolgens een
motorstandaard om het voorwiel van de
grond te tillen.
DAU01623
Vervangen van de gloeilamp
van het achterlicht1.Verwijder de schroef en de lens.
21
1.Schroef (´2)
2.Lens
2.Druk de doorgebrande lamp in en
draai deze naar links om hem te ver-
wijderen.
3.Druk een nieuwe gloeilamp op zijn
plaats en draai hem rechtsom vast.
4.Breng de lens weer aan en draai de
schroef vast.
DC000108
<>Draai de schroeven niet te vast aange-
zien dit kan resulteren in beschadiging
van de lens.
1
1.Lamp
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 33
Page 73 of 96

6-33
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
2.Draai de moeren van de wielashou-
der en de wielas zelf los.
3.Verhoog het voorwiel door de motor-
fiets goed te ondersteunen onder het
motorblok.
4.Verwijder de wielas en het voorwiel.
Zorg ervoor dat de motorfiets goed
ondersteund wordt.OPMERKING:Trek de remhendel nooit in als de rem-
schijf zich niet tussen de remklauwen
bevindt.
1
2
1.Wielashoudermoer (´4)
2.Wielas
DAU00897
Demonteren van het voorwiel
DW000122
X@8
8
Laat onderhoudswerkzaamheden
aan het wiel over aan uw Yamaha
dealer.
8 8
Zorg dat de motorfiets stabiel
staat opgesteld, zodat deze niet
kan omvallen.1.Maak de kabel van de snelheidsme-
ter los van de voorwielzijde.
1
1.Kabel van de snelheidsmeter
Onderhoud aan het achterwiel
Gebruik een motorstandaard of een
motorfiets-krik om de motorfiets zo op te
tillen dat het achterwiel van de grond
komt. In plaats hiervan kunt u ook twee
motorfiets-krikken onder het frame of de
zwaaiarm plaatsen.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 34
Page 74 of 96

6-34
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
5.Alvorens de klembout weer vast te
draaien, dient u het stuur enkele
malen op en neer te duwen om te
controleren of de voorvork soepel
beweegt.
6.Draai de ashoudermoeren; vast met
het voorgeschreven aantrekkoppel.
Draai eerst de bovenste en daarna
de onderste moeren aan. Als in die
volgorde aangedraaid wordt, zal er
zich een uitsparing vormen aan de
onderkant van de ashouder.
32 1
1.Bovenste moer (´2)
2.Onderste moer (´2)
3.Afstand
DAU01135
Monteren van het voorwiel1.Monteer het snelheidsmeter-aandrijf-
huis in de wielnaaf. Let erop dat de
nokken van de wielnaaf en de behui-
zing van het snelheidsmeter-aan-
drijfwerk goed in de uitsparingen val-
len.
2.Breng het wiel tussen de poten van
de voorvork omhoog en geleid de
remschijf tussen de remblokken.
Controleer of de ruimte tussen de
remblokken groot genoeg is alvo-
rens de remschijf er in te passen.
3.Let op of de gleuf in de behuizing
van het snelheidsmeter-aandrijfwerk
over de stopper aan de buitenpoot
van de voorvork valt.
4.Installeer de wielas en draai deze
vast met het voorgeschreven aan-
trekkoppel.
Aantrekkoppel:
Wielas:
59 Nm (5,9 m0kg)
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 35
Page 75 of 96

6-35
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
3.Verwijder de eindbouten van de ach-
terzwaaiarm.
4.Verhoog het achterwiel door de
motorfiets goed te ondersteunen
onder het motorblok.
1
1
1.Achterarm-eindbout (´2)
DAU00963*
Demonteren van het achterwiel
DW000122
X@8
8
Laat onderhoudswerkzaamheden
aan het wiel over aan uw Yamaha
dealer.
8 8
Zorg dat de motorfiets stabiel
staat opgesteld, zodat deze niet
kan omvallen.1.Verwijder van de asmoer.
2.Verwijder de remklauwbeugelmoer.
2
1
1.Asmoer
2.Remklauwbeugelbout
Aantrekkoppel:
Ashoudermoer:
9 Nm (0,9 m0kg)
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 36
Page 76 of 96

6-36
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
4
56
7
8
9
DAU01008
Verhelpen van storingenHoewel Yamaha motorfietsen een uiterst
grondige eindkontrole ondergaan, voordat
ze de fabriek verlaten, kan er natuurlijk
altijd wel eens iets mis gaan.
Problemen in het brandstofsysteem, met
de kompressie, of in het ontstekingssys-
teem, kunnen leiden tot moeilijkheden
met het starten of verlies aan vermogen.
In deze paragraaf worden snelle en
gemakkelijke methodes beschreven om
de systemen te kontroleren.
Als uw motorfiets gerepareerd dient te
worden, breng deze dan naar een
Yamaha dealer. De ervaren vakmensen
van de Yamaha dealers beschikken over
de kennis, de ervaring en het juiste
gereedschap om uw motorfiets goed te
onderhouden. Gebruik uitsluitend origine-
le Yamaha onderdelen op uw motorfiets.
Veel imitatie-onderdelen lijken wellicht op
Yamaha onderdelen maar zijn duidelijk
van een inferieure kwaliteit. Dit heeft als
gevolg een kortere levensduur en in vele
gevallen hogere reparatie-rekeningen.
5.Druk het wiel naar voren en verwij-
der de aandrijfketting.
6.Trek nu de wielas weg en verwijder
de wieleenheid door deze naar ach-
teren te trekken.OPMERKING:8Trap het achterrempedaal nooit in
als de remschijf niet tussen de rem-
klauwen zit.
8U hoeft de ketting niet uit elkaar te
halen om het achterwiel te kunnen
verwijderen.
DAU01136*
Monteren van het achterwiel1.Installeer het achterwiel en de ket-
ting. Plaats de remschijf tussen de
remblokken. Controleer of de ruimte
tussen de remblokken groot genoeg
is alvorens de remschijf in te pas-
sen.
2.Zorg ervoor dat de achterwielas
vanaf de linkerkant wordt ingezet en
dat de kettingspanplaten gemon-
teerd worden met de geponsde kant
naar buiten.
3.Installeer de eindbouten van de ach-
terzwaaiarm.
4.Stel de aandrijfketting af.
5.Draai de volgende onderdelen met
het juiste aantrekkoppel vast.
Aantrekkoppel:
Asmoer:
105 Nm (10,5 m0kg)
Remklauwbout:
48 Nm (4,8 m0kg)
Achterarm-eindbout:
2,5 Nm (0,25 m0kg)
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 37
Page 77 of 96

6-37
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU01397
Lijst voor het opsporen van storingen
DW000125
X@Voer nooit kontrole- of onderhoudswerkzaamheden aan het brandstofssysteem uit ter-
wijl u rookt of als er open vuur in de buurt is.2. Kompressie
3. Outsteking
4. Accu 1. BrandstofKontroleer of er ben-Er is benzine.
Er is een beetje benzine.Vervolg met het kontroleren van de kompressie.
Vul benzine bij.Motor start niet: vervolg met compressiecontrole.
Laat de motor rond-Er is kompressie.
Er is geen kompressie.Vervolg met het kontroleren van de ontsteking.
Vraag uw Yamaha dealer om inspektie.
Verwijder de bougieNat.
Droog.Veeg de bougie schoon met een droge doek en
Vraag uw Yamaha dealer om inspektie.Open de gasklep halverwege
Start de motor niet, kontrol-
Laat de motor rond-De motor draair snel
De motor draait lang-De accu is in orde.
Kontroleer de aansluitklemmen en
Motor start niet:
zine in de tank zit.
draaien met de start-
motor.
en kontroleer de
elektroden-afstand.
draaien met de start-
motor.rond.
zaam rond.laad de accu op.verzoek een Yamaha
dealer om inspectie. eer dan de accu. en start de motor.
stel de elektrodenafstand bij of vervang de bougie.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 38
Page 78 of 96

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
Onderhoud..........................................................................................7-1
Opslag ................................................................................................7-4
7
4PT-9-D6 7~9 12/27/00 1:41 PM Page 1
Page 79 of 96

7-1
OnderhoudDe zichtbaarheid van al het technisch
vernuft geeft een motorfiets zijn charme,
maar vormt tegelijk een kwetsbaar punt.
Ook al zijn alle onderdelen van hoge kwa-
liteit, absoluut roestvrij zijn ze niet. En
waar een uitlaatpijp met roestplekken bij
een auto niet of nauwelijks opvalt, wordt
een motorfiets er ernstig door ontsierd.
Daarom is regelmatig en zorgvuldig
onderhoud van groot belang voor de aan-
blik zowel als de prestaties en de levens-
duur van uw motorfiets. Bovendien stellen
de garantievoorwaarden dat de motorfiets
goed moet worden onderhouden. Om al
deze redenen is het aanbevolen de vol-
gende aanwijzingen voor onderhoud en
opslag stipt op te volgen.
Voor het reinigen1.Breng een plastic zak aan over het
uiteinde van de uitlaatpijp.
2.Zorg dat alle beschermkappen en
deksels, vooral ook van de elektri-
sche aansluitingen zoals de bougie-
doppen e.d. stevig vast zitten en
goed afsluiten.
3.Verwijder aangekoekt vuil, zoals ver-
brande olieresten op het carterhuis,
met een ontvettingsmiddel en een
borstel, maar gebruik zulke middelen
nooit op pakkingen en wielassen, de
ketting en kettingwielen. Spoel al het
vuil en het reinigingsmiddel zorgvul-
dig af met water.Reinigen
Na normaal gebruik van de motor
Verwijder vuil van de motorfiets met warm
water, een neutraal schoonmaakmiddel
en een schone zachte spons en spoel de
motorfiets af met volop schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenbor-
stel voor de moeilijk bereikbare plaatsen.
Hardnekkig vuil en insecten zijn vaak
gemakkelijker te verwijderen als u voor
het reinigen enkele minuten lang een
natte doek over de betreffende delen laat
liggen.
DCA00010
<>8 8
Gebruik geen zure of bijtende
wielreinigers, vooral op spaakwie-
len. Als het nodig mocht zijn een
dergelijk middel te gebruiken voor
erg hardnekkig vuil, laat het mid-
del dan vooral niet langer zitten
dan strikt noodzakelijk en spoel
het dan grondig af met water.
Droog het gereinigde deel af en
spuit er een roestwerend middel
op.
DAU01518
ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
1
2
3
4
5
67
8
94PT-9-D6 7~9 12/27/00 1:41 PM Page 2
Page 80 of 96

7-2
8 8
Reinigen met de verkeerde midde-
len kan schade toebrengen aan
het windscherm, stroomlijnkap-
pen, panelen en andere plastic
onderdelen. Gebruik voor het rei-
nigen van plastic onderdelen uit-
sluitend een zachte schone doek
of spons met water en mild zeeps-
op.
8 8
Gebruik voor het schoonmaken
van plastic nooit schuurmiddelen
of bijtende chemische middelen.
Gebruik ook nooit een doek of
spons die in aanraking is geweest
met bijtende schoonmaakmidde-
len, thinner en dergelijke oplos-
middelen, benzine (of andere
brandstoffen), roestwerende of -
verwijderingsmiddelen, remvloei-
stof, antivries of elektrolyt.
8 8
Spuit de motorfiets niet schoon
met een hogedrukstraal of een
stoomreiniger, want hierbij kan er
water binnendringen en schade
toebrengen aan de volgende
onderdelen: pakkingen (van de
wiellagers, zwaaiarmlagers, voor-
vork en remmen), elektrischeonderdelen (stekkers en aansluit-
bussen, instrumenten, schake-
laars en lampen), ontluchtingso-
peningen en -slangen.
8 8
Voor motorfietsen met een wind-
scherm: Gebruik geen schuur-
spons of krachtige reinigingsmid-
delen, aangezien deze het
windscherm kunnen bekrassen of
vertroebelen. Ook sommige
schoonmaakmiddelen voor plas-
tic kunnen krassen achterlaten op
het windscherm. Mocht u een spe-
ciaal schoonmaakmiddel willen
gebruiken, probeer dit dan eerst
uit op een klein deel waar u nor-
maal niet doorheen kijkt. Krassen
op het windscherm kunt u na het
wassen verwijderen met een plas-
tic-poetsmiddel van goede kwali-
teit.
Na het rijden in de regen, langs de zee
-
kust of over wegen waar pekel gestrooidisAangezien zilte zeelucht en 's winters
strooizout in combinatie met water
extreem corrosief werken, dient u na een
rit in de regen, langs de zeekust of over
wegen met strooizout, altijd zo spoedig
mogelijk de volgende maatregelen te tref-
fen. (Niet alleen 's winters, want strooi-
zout kan nog tot ruim in het voorjaar
langs de weg blijven liggen.)
1.Maak uw motorfiets grondig schoon
met water en zeep, nadat de motor
is afgekoeld.
DCA00012
<>Gebruik geen warm water aangezien
dit de corrosieve werking van het zout
versterkt.2.Spuit een roestwerend middel op
alle metalen oppervlakken (ook ver-
chroomde en vernikkelde onderde-
len) om roestvorming tegen te gaan.
ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
1
2
3
4
5
67
8
9
4PT-9-D6 7~9 12/27/00 1:41 PM Page 3