stop start YAMAHA XVS1100 2000 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XVS1100, Model: YAMAHA XVS1100 2000Pages: 96, PDF Size: 13.13 MB
Page 20 of 96

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-5
3
DAU00138
1. Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig-
heids-schakelaar voor gebruik onder
noodomstandigheden, zoals wanneer de
motorfiets is omgevallen of bij problemen
met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.
DAU00134
2. Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
en de achterverlichting ingeschakeld wor-
den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
worden.
DAU00143
3. Startschakelaar “ ”
Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:@ Zie, alvorens de motor te starten, de pa-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
ten. @
DAU00152
KoppelingshendelDe koppelingshendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur, en het ontste-
kingsblokkeersysteem is ingebouwd in het
koppelingshendel-handvat. Om te ontkop-
pelen, trekt u de koppelingshendel in. Om
de koppeling weer te laten opkomen laat u
de koppelingshendel weer langzaam van
het stuur weg gaan. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
te laten opkomen. (Zie de paragraaf met de
aanwijzingen over het starten, voor een be-
schrijving van het circuit van het ontste-
kingsblokkeersysteem).
1. Motorstop-schakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startschakelaar “ ”D_5el_Functions.fm Page 5 Monday, May 1, 2000 11:12 AM
Page 31 of 96

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-16
3
DAU00331
Kontrole van de
zijstandaard/koppelings-
onderbrekingsschakelaarKontroleer, aan de hand van de onder-
staande informatie, de zijstandaard-onder-
brekingsschakelaar en de koppelings-
onderbrekingsschakelaar op een juiste
werking.CD-11D
CD-11D
DW000045
WAARSCHUWING
@ Mocht er iets mis zijn met het onderbre-
kingscircuit, raadpleeg dan onmiddellijk
een Yamaha dealer. @
DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKE-
LAAR NAAR “ON” EN DE
MOTORSTOPSCHAKELAAR NAAR
“”.ER IS EEN VERSNELLING INGE-
SCHAKELD EN DE ZIJSTANDAARD IS
OPGEKLAPT.TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN
EN DRUK OP DE
STARTSCHAKELAAR.DE MOTOR START.
DE MOTOR SLAAT AF.KLAP DE ZIJSTANDAARD UIT.DE KOPPELING-ONDERBREKINGS-
SCHAKELAAR IS IN ORDE.DE ZIJSTANDAARD-ONDERBRE-
KINGSSCHAKELAAR IS IN ORDE.
D_5el_Functions.fm Page 16 Monday, May 1, 2000 11:12 AM
Page 39 of 96

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-2
5
CF-33D
DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKELAAR
NAAR “ON” EN DE MOTORSTOPSCHAKELAAR
NAAR “ ”.
DRUK OP DE STARTSCHAKELAAR. DE MOTOR
SLAAT AAN.KLAP DE ZIJSTANDAARD OMHOOG EN SCHA-
KEL EEN VERSNELLING IN.
ER IS EEN VERSNELLING INGESCHAKELD EN
DE ZIJSTANDAARD IS OPGEKLAPT:TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN START
DE MOTOR MET DE STARTSCHAKELAAR. DE
MOTOR SLAAT AAN.
U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.
U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.
DE VERSNELLING STAAT IN VRIJ EN DE ZIJ-
STANDAARD IS NEERGEKLAPT:
D_5el_Operation.fm Page 2 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 40 of 96

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-3
5
1. Draai het benzinekraantje naar “ON”.
2. Draai de contactslot-schakelaar naar
“ON” en de motorstop-schakelaar
naar “ ”.
3. Zet de versnelling in vrij.OPMERKING:@ Als de versnelling in vrij staat, dient het vrij-
stand-controlelampje op te lichten. Als het
kontrolelampje niet oplicht, raadpleeg dan
een Yamaha dealer voor controle. @
4. Zet de chokeknop (starter) geheel
open en draai de gashendel volledig
dicht.
5. Start de motor door de startschakelaar
in te drukken.OPMERKING:@ Als de motor niet onmiddellijk aanslaat, laat
de startschakelaar dan los, wacht enkele
seconden en probeer het nogmaals. Om de
accu te sparen, dient u de startmotor nooit
langer dan 10 seconden achtereen te laten
draaien. @
DCA00023
LET OP:@ Het oliepeil-controlelampje moet 2 tot
3 seconden oplichten wanneer het con-
tactslot op “ON” wordt gezet en moet
daarna doven. Als het controlelampje
knippert of blijft oplichten, zet de motor
dan onmiddellijk uit, controleer het olie-
peil en controleer tevens het motorblok
op lekkage. Vul, indien nodig, motorolie
bij en controleer of het oliepeil-controle-
lampje nu wel dooft. Als het lampje niet
dooft, terwijl er voldoende olie in het car-
ter aanwezig is, of als het lampje niet op-
licht wanneer het contactslot op “ON”
wordt gezet, raadpleeg dan een Yamaha
dealer. @
D_5el_Operation.fm Page 3 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 43 of 96

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-6
5
DAU00424
Tips voor het beperken van het
benzineverbruikHet benzineverbruik van uw motorfiets
hangt voor een groot deel af van uw rijstijl.
Hieronder volgen enkele tips voor het be-
perken van het benzineverbruik:l
Laat de motor warmdraaien voordat u
wegrijdt.
l
Zet de chokeknop (starter) zo snel
mogelijk in de uit-stand terug.
l
Schakel vlot door naar een hogere
versnelling en laat de motor tijdens het
accelereren niet teveel toeren maken.
l
Geef geen gas tussen het schakelen
door (dubbel-clutch) of tijdens het te-
rugschakelen en vermijd hoge toeren-
tallen bij onbelaste motor.
l
Zet de motor af in plaats van deze
lang stationair te laten draaien tijdens
het wachten voor een stoplicht, een
spoorwegovergang e.d..
DAU01128
InrijdenDe meest belangrijke periode voor de pres-
taties en de levensduur van uw motorfiets
zijn de eerste 1.600 km. Lees de onder-
staande paragraaf aandachtig door en volg
de aanwijzingen hiervan op. Aangezien de
motor nieuw is, dient u deze de eerste
1.600 km niet al te zwaar te belasten. De
motor-onderdelen dienen zich naar elkaar
te zetten en zich harmonieus aan elkaar
aan te passen. Tijdens de inrijperiode dient
u lange tijd met vol gas rijden en andere
omstandigheden die kunnen leiden tot te
zware belasting/verhitting van de motor, te
vermijden.
DAU01171
0 ~ 1.000 km
Vermijd gebruik met het gas verder dan
1/3 opengedraaid.
1.000 ~ 1.600 km
Vermijd konstante snelheden met het gas
verder dan 1/2 opengedraaid.
DC000056
LET OP:@ Na 1.000 km rijden dient u de motorolie
en de transmissie-olie te verversen en
het oliefilter te vervangen. @1.600 km en hoger
U kunt normaal rijden.
DC000049
LET OP:@ Mochten er zich moeilijkheden met de
motor voordoen tijdens de inrijperiode,
raadpleeg dan onmiddellijk u Yamaha
dealer. @
D_5el_Operation.fm Page 6 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 53 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-8
6
2. Stop de motor en kontroleer het olie-
peil door het kijkvenster, linksonder in
het carterdeksel.OPMERKING:@ Wacht, na het afzetten van de motor, enke-
le minuten met het kontroleren van het olie-
peil. @3. Het oliepeil dient zich tussen tussen
de minimum- en maximum-merkte-
kens te bevinden. Als er zich te weinig
olie in de motor bevindt, vul dan olie bij
tot aan het juiste nivo.Verversen van de motorolie
1. Start de motor en laat deze enkele mi-
nuten warmdraaien.
2. Stop de motor, plaats een opvang-
container onder het motorblok en ver-
wijder de olievuldop.
3. Verwijder de aftapbout en laat de olie
uit het motorblok lopen.
4. Breng de aftapbout weer aan en draai
deze vast met het voorgeschreven
aantrekkoppel.5. Vul het motorblok geheel met de aan-
bevolen motorolie. Plaats de olie-
vuldop weer en draai deze stevig aan.
DC000066
LET OP:@l
U mag geen chemische middelen
aan de motorolie toevoegen. De
motorolie dient tevens voor het
smeren van de koppeling en toege-
voegde middelen zouden de koppe-
ling kunnen doen slippen.
l
Let op dat er geen vreemde voor-
werpen in het carter terechtkomen.
@
1. Motorolie-vuldop
1. Motorolie-aftapboutAantrekkoppel:
Aftapbout:
43 Nm (4,3 m·kg)
Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1.
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid:
3,6 L
Periodieke verversing:
3,0 L
Verversing en vervanging van het
oliefilter:
3,1 L
D_5el_Periodic.fm Page 8 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 92 of 96

10-INDEX
A
Aanbevolen snelheden voor op- en
terugschakelen
(alleen voor Zwitserland)........................5-5
Accu ...................................................... 6-23
Achterrempedaal .....................................3-6
Afstellen van de klepspeling ................... 6-12
Afstellen van de vrije slag van de voorremhendel..................................... 6-16
Afstelling stationair toerental .................. 6-11
Afstelling van de carburateur.................. 6-11
Afstelling van de remlicht-schakelaar ..... 6-17
Afstelling van de vrije slag van de koppelingshendel................................. 6-15
Anti-diefstal alarm (optioneel)...................3-4
B
Bagageruimte ........................................ 3-11
Banden .................................................. 6-13
Bedieningselementen/instrumenten .........2-3
Benzine....................................................3-7
Benzinekraan ........................................... 3-8
Benzinetankdop .......................................3-7
Bougies....................................................6-6
C
Chokeknop (starter) “ ”..........................3-9
Controleren van de voor- en achterremblokken ................................ 6-18
G
Gereedschapsset.....................................6-1
Grootlicht/dimlicht-schakelaar ..................3-4
Grootlicht-kontrolelampje .........................3-3
H
Helmhouder........................................... 3-11
Hoogte-instelling van het
achterrempedaal ................................. 6-17
I
Identifikatie-nummer ................................ 9-1
Identifikatienummer van de sleutel........... 9-1
Inhaal-schakelaar .................................... 3-4
Inrijden .................................................... 5-6
Inspektie en smering van de kabels ....... 6-20
Inspektie van de stuurinrichting ............. 6-22
Inspektie van de voorvork ...................... 6-22
Instellen van de achterschokbreker ....... 3-13
K
Klaxon-schakelaar ................................... 3-4
Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot ............. 3-1
Kontrolelampjes....................................... 3-2 Grootlicht-kontrolelampje ................... 3-3
Motorstoring-controlelampje ............... 3-3
Oliepeil-controlelampje ....................... 3-2
Richtingsaanwijzer-kontrolelampje ..... 3-2
Vrijstand-kontrolelampje ..................... 3-2
Kontroleren van de vrije speling van de gaskabel.............................................. 6-12
Kontrole van de zijstandaard/ koppelings-onderbrekingsschakelaar .. 3-16
Kontrole van het remvloeistofnivo .......... 6-19
Kontrole voor het rijden............................ 4-1
Koppelingshendel .................................... 3-5
L
Lichtschakelaar ....................................... 3-5
Lijst voor het opsporen van storingen .....6-30
Linker aanzicht .........................................2-1
Luchtfilter ...............................................6-10
M
Modelplaatje ............................................9-2
Motorfiets-identifikatienummer .................9-1
Motorolie ..................................................6-7
Motorstop-schakelaar...............................3-5
Motorstoring-controlelampje .....................3-3
O
Oliepeil-controlelampje.............................3-2
Olie voor de eindoverbrenging .................6-9
Onderhoud ...............................................7-1
Opslag .....................................................7-4
P
Paneel A ..................................................6-5
Parkeren ..................................................5-7
Periodiek onderhoud en eenvoudige
reparaties...............................................6-2
R
Rechter aanzicht ......................................2-2
Richtingaanwijzer-schakelaar...................3-4
Richtingsaanwijzer-kontrolelampje ...........3-2
S
Schakelen ................................................5-5
Smeren van de voorremhendel en koppelingshendel .................................6-21
Smeren van het rempedaal en
versnellingspedaal ...............................6-21
D_5elIX.fm Page 1 Monday, May 1, 2000 1:06 PM
Page 93 of 96

INDEX
Smering van de gaskabel en van de
gashendel ........................................... 6-20
Smering van de zijstandaard ................. 6-21
Snelbinderklemmen ............................... 3-15
Snelheidsmeter ....................................... 3-3
Starten van de motor ............................... 5-1
Starten van een warme motor.................. 5-4
Startschakelaar ....................................... 3-5
Stuurschakelaars..................................... 3-4
Grootlicht/dimlicht-schakelaar ............ 3-4
Inhaal-schakelaar ............................... 3-4
Klaxon-schakelaar.............................. 3-4
Lichtschakelaar .................................. 3-5
Motorstop-schakelaar......................... 3-5
Richtingaanwijzer-schakelaar ............. 3-4
Startschakelaar .................................. 3-5TTechnische gegevens.............................. 8-1
Tips voor het beperken van het
benzineverbruik ..................................... 5-6VVeiligheid heeft voorrang ......................... 1-1
Verhelpen van storingen ........................ 6-29
Versnellingspedaal .................................. 3-6
Vervangen van de gloeilamp van de
koplamp .............................................. 6-27
Vervangen van de richtingaanwijzerlamp
en het achterlicht ................................. 6-28
Vervangen van een zekering ................. 6-25
Verversen van de remvloeistof .............. 6-20
Verwijderen en aanbrengen van
panelen ................................................. 6-5
Voorremhendel ....................................... 3-6
Vrijstand-kontrolelampje .......................... 3-2WWielen ................................................... 6-15
Wiellagers ............................................. 6-23ZZadels ................................................... 3-10
Zijstandaard .......................................... 3-15
D_5elIX.fm Page 2 Monday, May 1, 2000 11:20 AM