service Abarth 500 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2009, Model line: 500, Model: Abarth 500 2009Pages: 170, PDF Size: 3.11 MB
Page 65 of 170

64
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
Als de auto op een steile helling staat, kan
de rolautomaat blokkeren; dit is een nor-
maal verschijnsel. Bovendien blokkeert de
rolautomaat als u de gordel snel uittrekt.
Hij blokkeert ook bij hard remmen, bots-
ingen en bij hoge snelheden in bochten.
De achterbank is voorzien van driepunts-
gordels met rolautomaat.
SBR-SYSTEEM
De auto is uitgerust met het SBR-systeem
(Seat Belt Reminder), dat de bestuurder
en de passagier voor op de volgende wij-
ze waarschuwt als de veiligheidsgordel niet
is omgelegd:
❒de eerste 6 seconden gaat lampje
❒de daaropvolgende 96 seconden gaat
lampje
Wendt u tot het Abarth Servicenetwerk
om het systeem permanent uit te scha-
kelen.
Het SBR-systeem kan ook via het setup-
menu van het display weer worden geac-
tiveerd.
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS fig. 1
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de
rugleuning en leg dan de gordel om.
Trek de gordel uit en maak de gordel vast
door de gesp Ain de sluiting Bte druk-
ken, totdat hij hoorbaar blokkeert. Als tij-
dens het uittrekken van de gordel de rol-
automaat blokkeert, laat dan de gordel een
stukje teruglopen en trek de gordel ver-
volgens weer geleidelijk uit.
Druk voor het losmaken van de gordel op
knop C. Begeleid de gordel tijdens het te-
ruglopen, zodat wordt voorkomen dat de
gordelband draait. Via de rolautomaat
wordt de lengte van de gordel automatisch
aangepast aan het postuur van de drager,
waarbij voldoende bewegingsruimte over-
blijft.
fig. 1F0S060Ab
Druk nooit op knop C in een
rijdende auto.
OPGELET
Bedenk dat achterpassagiers
die geen gordel dragen tij-
dens een ernstig ongeval, niet alleen
zelf aan gevaar worden blootgesteld
maar ook gevaar opleveren voor de
inzittenden voor.
OPGELET
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 64
Page 66 of 170

65
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescherming
zijn de veiligheidsgordels voor van de au-
to voorzien van gordelspanners. Dit sys-
teem trekt bij een heftige frontale en zij-
delingse botsing de gordel enige centime-
ters aan. Op deze wijze worden de inzit-
tenden veel beter op hun plaats gehouden
en wordt de voorwaartse beweging be-
perkt. Als de veiligheidsgordel blokkeert,
geeft dat aan dat de gordelspanner heeft
gewerkt; de gordel rolt niet meer op, ook
niet als hij wordt begeleid.
Bovendien is deze auto uitgerust met een
tweede gordelspanner (gemonteerd na-
bij de dorpellijst) dat, indien ingeschakeld,
de metalen kabel verkort.
WAARSCHUWING Voor een maximale
bescherming door de gordelspanner moet
de veiligheidsgordel zo worden omgelegd
dat hij goed aansluit op borst en bekken.
Tijdens de werking van de gordelspanner
kan er een beetje rook ontsnappen. De-
ze rook is niet schadelijk en duidt niet op
brand. De gordelspanner behoeft geen en-
kel onderhoud of smering. Elke verande-
ring van de oorspronkelijke situatie zal de
werking negatief beïnvloeden. Als de gor-
delspanner door extreme natuurlijke om-
standigheden (bijv. overstromingen en
vloedgolven) met water en modder in
contact is geweest, dan moet de spanner
worden vervangen.TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de inzittenden bij
een ongeval te vergroten, zijn de oprol-
automaten van de gordels voor en ach-
ter voorzien van trekkrachtbegrenzers die
tijdens een frontale aanrijding de piekbe-
lasting op de borst en schouders beper-
ken.
ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET GEBRUIK VAN
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder moet zich aan alle lokale
wettelijke voorschriften met betrekking
tot de verplichting en de manier waarop
de gordel wordt gebruikt houden en de
inzittenden hierop wijzen. Leg de veilig-
heidsgordel altijd om voordat u vertrekt.
Ook zwangere vrouwen moeten een gor-
del dragen: ook voor de moeder en het
ongeboren kind wordt het risico op ver-
wondingen bij een ongeval kleiner als de
gordel wordt gedragen. Uiteraard moeten
zwangere vrouwen het onderste deel van
de gordel meer naar beneden omleggen,
zodat de gordel over het bekken en on-
der de buik langs loopt (zoals in fig. 2is
aangegeven). De gordelspanner werkt
maar één keer. Als de gor-
delspanners hebben gewerkt, moet u
zich tot het Abarth Servicenetwerk
wenden om ze te laten vervangen. De
geldigheid van het systeem staat ver-
meld op een plaatje dat zich in het
dashboardkastje bevindt: laat voor
het verstrijken van deze termijn het
systeem door het Abarth Servicenet-
werk vervangen.
OPGELET
Werkzaamheden waarbij sto-
ten, sterke trillingen of ver-
hitting (maximaal 100°C ge-
durende ten hoogste 6 uur)
optreden, kunnen de gordelspanners
beschadigen of activeren: bij die om-
standigheden horen niet trillingen die
voortgebracht worden door een slecht
wegdek of door contacten met kleine
obstakels zoals trottoirbanden. Wendt
u altijd tot het Abarth Servicenetwerk.
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 65
Page 67 of 170

66
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
fig. 2F0S061Ab
Voor maximale veiligheid
moet u de rugleuning recht-
op zetten, tegen de leuning aan gaan
zitten en de gordel goed laten aan-
sluiten op borst en bekken. Draag al-
tijd veiligheidsgordels zowel voor als
achter in de auto! Rijden zonder vei-
ligheidsgordels vergroot bij een onge-
val het risico op ernstige verwondin-
gen of de dood.
Het is streng verboden onderdelen
van de veiligheidsgordels of gordel-
spanners te demonteren of open te
maken. Werkzaamheden aan de vei-
ligheidsgordels en gordelspanners
moeten worden uitgevoerd door ge-
kwalificeerd personeel. Wendt u al-
tijd tot het Abarth Servicenetwerk.
OPGELETWAARSCHUWING Iedere gordel dient
slechts ter bescherming van een enkel per-
soon: gebruik de gordel niet voor een kind
dat bij een volwassene op schoot zit, waar-
bij de gordel beiden zou moeten be-
schermen fig. 4. Plaats bovendien geen en-
kel voorwerp tussen de gordel en het li-
chaam van een inzittende. WAARSCHUWING De gordelband mag
nooit gedraaid zijn. Het diagonale gordel-
gedeelte moet via het midden van de
schouder schuin over de borst liggen. Het
horizontale gordelgedeelte moet over het
bekken (zoals aangegeven in fig. 3) en niet
over de buik liggen. Gebruik geen voor-
werpen (wasknijpers, klemmen enz.) die
een goed aansluiten van de gordel op het
lichaam verhinderen.
fig. 3F0S062Abfig. 4F0S063Ab
Als de gordel aan een zware
belasting is blootgesteld (bij-
voorbeeld na een ongeval), moet de
gordel samen met de borgingen, be-
vestigingsbouten van de borgingen en
de gordelspanners worden vervangen;
ook als geen zichtbare schade aan-
wezig is, kan de gordel zwakker zijn
geworden.
OPGELET
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 66
Page 77 of 170

76
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen tij-
dens het opblazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of de
ellebogen uit het raam.
OPGELETHEADBAGS fig. 16
Deze bestaan uit twee “gordijn”-kussens
achter de hemelbekleding aan de zijkant
en een afwerking; de headbags bescher-
men het hoofd van de inzittenden voor bij
een flankbotsing, dankzij het grote opper-
vlak van de kussens.WAARSCHUWING De inzittende wordt
bij een flankbotsing optimaal door het sys-
teem beschermd als hij/zij in de juiste po-
sitie in de stoel zit. Hierdoor kan de head-
bag op de juiste wijze worden opgeblazen.
WAARSCHUWING De front- en/of zij-
airbags kunnen inschakelen als de auto
wordt blootgesteld aan krachtige stoten
tegen de onderzijde van de auto, zoals
krachtige stoten tegen verkeersdrempels,
stoepranden, vaste obstakels op het weg-
dek of als de auto terecht komt in grote
gaten of verzakkingen in de weg.
WAARSCHUWING Als de airbag in wer-
king treedt, ontsnapt een beetje rook. De-
ze rook is niet schadelijk en duidt niet op
brand; bovendien kan het oppervlak van het
opgeblazen kussen en het interieur van de
auto bedekt zijn met een laagje poeder: dit
poeder kan de huid en de ogen irriteren. Als
u hiermee in aanraking bent gekomen, moet
u zich met neutrale zeep en water wassen.
De geldigheidsduur van de pyrotechnische
lading en die van het spiraalmechanisme zijn
vermeld op het betreffende plaatje in het
dashboardkastje. Laat ze voor het verstrij-
ken van deze termijn door het Abarth Ser-
vicenetwerk vervangen.
WAARSCHUWING Na een ongeval
waarbij een of meerdere veiligheidssyste-
men zijn geactiveerd, dient u contact op
te nemen met het Abarth Servicenetwerk
om de geactiveerde systemen te laten ver-
vangen en de werking van het systeem te
laten controleren.
fig. 16F0S075Ab
fig. 15F0S074Ab
Alle controlewerkzaamheden, reparaties
en de vervanging van de airbag moeten
door het Abarth Servicenetwerk worden
uitgevoerd. Aan het einde van de lange le-
vensduur van uw auto, moet u contact op-
nemen met het Abarth Servicenetwerk
om het systeem buiten werking te laten
stellen. Bovendien moet bij verkoop van
de auto de nieuwe eigenaar op de hoog-
te gesteld worden van het gebruik en de
instructies, en moet hij het instructie-
boekje ontvangen.
WAARSCHUWING Het in werking tre-
den van de gordelspanners, de frontair-
bags en de zij-airbags voor wordt door de
elektronische regeleenheid bepaald, af-
hankelijk van het type ongeval. Als een van
deze onderdelen niet in werking treedt,
dan duidt dat niet op een storing in het
systeem.
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 76
Page 78 of 170

77
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het
Abarth Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
OPGELET
Bedek de rugleuning van de
zitplaatsen voor en achter
niet met hoezen of kleden die niet zijn
voorbereid op het gebruik met
Side-bags.
OPGELET
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd vooral geen pijp, potlood enz.
in de mond. Bij een ongeval waarbij
de airbag in werking treedt, kan dit
ernstig letsel veroorzaken.
OPGELET
Rijd altijd met beide handen
op de stuurwielrand, zodat bij
het in werking treden van de airbag,
het systeem niet wordt gehinderd door
obstakels. Rijd niet met voorover ge-
bogen lichaam, maar ga goed rechtop
zitten en steun tegen de rugleuning.
OPGELET
Als de contactsleutel in stand
MAR staat, kan, ook bij uit-
gezette motor, de airbag inschakelen
als de auto stilstaat en de auto wordt
aangereden door een andere auto die
met voldoende snelheid rijdt. Daarom
mogen, ook als de auto stilstaat, ab-
soluut geen kinderen op de passa-
giersstoel voor worden geplaatst. Als
de contactsleutel echter in stand
STOP staat, wordt bij een ongeval
geen enkel beveiligingssysteem (airbag
of gordelspanners) geactiveerd; als een
systeem niet in werking treedt, bete-
kent dit niet dat het systeem niet goed
werkt.
OPGELET
Laat bij diefstal of een po-
ging tot diefstal, bij bescha-
diging of als de auto bij een overstro-
ming onder water is geweest, het air-
bagsysteem door het Abarth Service-
netwerk controleren.
OPGELET
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 77
Page 81 of 170

80
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒zet de versnellingspook in de vrijstand;
❒trap het koppelingspedaal geheel in,
zonder het gaspedaal in te trappen;
❒draai de contactsleutel in stand AVV
en laat de sleutel los zodra de motor
is aangeslagen.
Als de motor bij de eerste poging niet
aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in
stand STOPvoordat u opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand MAR
het controlelampje
Ysamen met het
waarschuwingslampje Ublijft branden,
raden wij u aan de sleutel in stand STOP
te draaien en vervolgens weer in stand
MAR; als het lampje nog steeds blijft bran-
den, probeer het dan met de andere ge-
leverde sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, wendt u
dan tot het Abarth Servicenetwerk.
Probeer auto’s nooit te star-
ten door ze aan te duwen, te
slepen of van een helling af te
laten rijden. Op die wijze kan er on-
verbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen, waardoor deze onher-
stelbaar zal beschadigen.
MOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een elektronische
startblokkering: zie bij startproblemen de
paragraaf “Fiat CODE-systeem” in het
hoofdstuk “Ken uw auto”.
Direct na het starten van de motor, voor-
al als de auto langere tijd niet is gebruikt,
kan de motor iets meer geluid produce-
ren. Dit geluid, dat niet schadelijk is voor
de werking van de motor, wordt veroor-
zaakt door de hydraulische klepstoters:
het distributiesysteem op de benzinemo-
tor van de auto, dat bijdraagt aan een ver-
mindering van de onderhoudswerkzaam-
heden.
Het verdient aanbeveling om
gedurende de eerste kilome-
ters niet de maximale presta-
ties van uw auto te eisen (bijv.
snel accelereren, langdurig rijden met
hoge toerentallen, krachtig remmen
enz.).
Laat de contactsleutel niet in
stand MAR staan als de mo-
tor stilstaat, zodat de accu
niet onnodig wordt ontladen.
Het is gevaarlijk om de mo-
tor te laten draaien in een
afgesloten ruimte. De motor verbruikt
zuurstof en produceert kooldioxide,
koolmonoxide en andere giftige gas-
sen.
OPGELET
Houd er rekening mee dat
de rem- en de stuurbekrach-
tiging niet werken zolang de motor
niet is aangeslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening van
het rempedaal en het stuur.
OPGELET
079-086 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 80
Page 85 of 170

84
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud starten
bereikt de motor niet de optimale bedrijf-
stemperatuur. Hierdoor neemt niet alleen
het brandstofverbruik toe (van 15 tot aan
30% in stadsverkeer) maar ook de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen.
Verkeerssituatie en conditie van
het wegdek
Op een drukke weg bijvoorbeeld bij file-
rijden, waarbij overwegend lage versnel-
lingen worden gebruikt, of in de stad waar
veel verkeerslichten zijn, zal het brand-
stofverbruik veel hoger zijn. Bochtige tra-
jecten, bergwegen en een slecht wegdek
verhogen eveneens het brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als de auto langere tijd moet stilstaan (bijv.
spoorwegovergangen), verdient het aan-
beveling de motor uit te zetten. Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aanzienlijk
toe bij een hogere snelheid. Rijd daarom
zoveel mogelijk met een gelijkmatige snel-
heid, vermijd overbodig remmen en op-
trekken. Dit kost brandstof en verhoogt
de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Krachtig optrekken beïnvloedt het brand-
stofverbruik en de uitstoot van schadelij-
ke stoffen negatief: het is beter geleidelijk
op te trekken.WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maat
hebben als de standaard geleverde banden.
Het Abarth Servicenetwerk kan u advise-
ren welke band het meest geschikt is voor
het doel waarvoor u deze wilt gebruiken.
Houdt u voor de bandenmaat en de ban-
denspanning van de winterbanden exact
aan de aanwijzingen die staan aangegeven
in de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winter-
banden verminderen aanzienlijk als de pro-
fieldiepte minder is dan 4 mm. In dat ge-
val moeten ze worden vervangen.
Door de specifieke eigenschappen van
winterbanden zijn de prestaties onder
niet-winterse omstandigheden of wanneer
er lange afstanden op de snelweg worden
gereden, minder dan die van de standaard
gemonteerde banden. Beperk het gebruik
van winterbanden tot die omstandigheden
waarvoor ze zijn goedgekeurd.
079-086 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 84
Page 90 of 170

89
STARTEN
EN RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het
Abarth Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
OPGELET
Een defect lampje ¬wordt
weergegeven doordat het
lampje voor de uitgeschakelde fron-
tairbag aan passagierszijde
“langer
dan de normale 4 seconden knippert.
OPGELET
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje
“gaat branden als de fron-
tairbag aan passagierszijde wordt uitge-
schakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje
“ongeveer
4 seconden branden en vervolgens 4 se-
conden knipperen. Hierna moet het lamp-
je doven.
“
Het lampje “geeft boven-
dien een storing van het
lampje
¬aan. Dit wordt weergege-
ven met een knipperend lampje “,
ook als de 4 seconden al zijn verstre-
ken. In dat geval kan het lampje
¬geen storingen in de veiligheidssyste-
men aangeven. Voordat u verder rijdt,
dient u contact op te nemen met het
Abarth Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
OPGELET
TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMP
ERATUUR (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje op het instrumen-
tenpaneel branden. Direct na het starten
van de motor moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als de motor te
warm is.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende handelingen worden uitgevoerd:
❒bij een normale rit: breng de auto
tot stilstand, schakel de motor uit en
controleer of het koelvloeistofniveau
in het reservoir niet onder het MIN-
merkteken staat. Als dit wel het geval
is, wacht dan enkele minuten zodat de
motor kan afkoelen, open vervolgens
langzaam en voorzichtig de dop, vul
koelvloeistof bij en controleer of de
koelvloeistof tussen het MIN- en
MAX-merkteken op het reservoir
staat. Controleer bovendien visueel of
eventueel vloeistof weglekt. Als bij het
starten van de motor het lampje op-
nieuw gaat branden, wendt u dan tot
het Abarth Servicenetwerk.
u
087-094 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 89
Page 91 of 170

90
STARTEN
EN RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
❒Als de auto onder zware bedrijf-
somstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld het bergopwaarts trek-
ken van een aanhanger of met volge-
laden auto): verlaag de snelheid en
breng de auto tot stilstand, als het
lampje blijft branden. Stop 2 of 3 mi-
nuten met draaiende motor en geef
iets gas voor een snellere circulatie van
de koelvloeistof. Zet vervolgens de
motor uit. Controleer het vloeistofni-
veau zoals hiervoor beschreven.
WAARSCHUWING Bij zware bedrijf-
somstandigheden is het raadzaam de mo-
tor enkele minuten te laten draaien met
iets ingetrapt gaspedaal voordat u de mo-
tor uitzet.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
ACCU WORDT NIET
VOLDOENDE
OPGELADEN (rood)
Als het contactslot op MARwordt ge-
draaid, gaat het lampje branden maar het
moet doven zodra de motor aanslaat (als
de motor stationair draait, kan het iets lan-
ger duren voordat het lampje dooft).
Als het lampje blijft branden, wendt u dan
onmiddellijk tot het Abarth Servicenet-
werk.
w
STORING ABS (geel)
Als u het contactslot op MAR
draait, gaat het lampje branden.
Het moet echter na enkele se-
conden doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot het Abarth Service-
netwerk.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
>
STORING EBD
(rood) (geel)
Als tegelijkertijd de lampjes
xen gaan
branden bij draaiende motor, dan geeft dit
een storing in de EBD aan of is dit systeem
niet beschikbaar; in dat geval kunnen tij-
dens krachtig remmen de achterwielen
snel blokkeren, waardoor de auto kan
gaan slippen. Rijd zeer voorzichtig naar het
dichtstbijzijnde bedrijf in het Abarth Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten con-
troleren.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
x>
TE LAGE
MOTOROLIEDRUK
(rood)
Als de contactsleutel op MAR
wordt gezet, gaat het lampje branden; di-
rect na het aanslaan van de motor moet
het lampje doven.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
v
Als bij draaiende motor het
lampje vgaat branden
(op het display verschijnt bij enkele
uitvoeringen ook een bericht), zet dan
de motor onmiddellijk uit en wendt
u zo snel mogelijk tot de Abarth Ser-
vicenetwerk.
OPGELET
087-094 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 90
Page 92 of 170

91
STARTEN
EN RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
STORING MOTORMA-
NAGEMENTSYSTEEM
EOBD (geel)
Door het contactslot op MARte
draaien, gaat onder normale omstandig-
heden het lampje branden. Het moet ech-
ter uitgaan nadat de motor is gestart.
Als het lampje blijft branden of gaat bran-
den tijdens de rit, geeft dit aan dat het in-
spuitsysteem niet juist werkt; als het
lampje continu blijft branden, geeft een
storing aan in het brandstof-/ontstekings-
systeem waardoor de emissie van schade-
lijke stoffen in het uitlaatgas kan toene-
men, de prestaties achteruit kunnen gaan,
de auto slechter kan gaan rijden en het
brandstofverbruik kan toenemen.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een
bericht op het display.
Onder deze omstandigheden kan verder
worden gereden, maar moeten zware in-
spanningen van de motor of hoge snelhe-
den worden vermeden. Als de auto lang-
durig wordt gebruikt als het lampje brandt,
kunnen ernstige beschadigingen ontstaan;
wendt u zo snel mogelijk tot het Abarth
Servicenetwerk.
Het lampje dooft als de storing verdwijnt.
De storing wordt door het systeem in het
geheugen opgeslagen.
Een knipperend lampje geeft aan dat de ka-
talysator mogelijk is beschadigd.
U
NIET GOED GESLOTEN
PORTIEREN (rood)
Het lampje gaat branden als
een of meer portieren of de ba-
gageruimte niet goed zijn gesloten.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
Als de auto rijdt met een geopend portier,
klinkt een geluidssignaal (alleen bij uitvoe-
ringen met een instelbaar multifunctioneel
display).
´
STORING ELEKTRI-
SCHE STUURBE-
KRACHTIGING “DUAL-
DRIVE” (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje op het instrumen-
tenpaneel branden. Direct na het starten
van de motor moet het lampje doven.
Als het lampje blijft branden, werkt de
elektrische stuurbekrachtiging niet en
moet aanzienlijk meer kracht op het stuur
worden uitgeoefend om de auto te be-
sturen: Wendt u tot het Abarth Service-
netwerk.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
g
Als het lampje vknip-
pert, wendt u dan onmiddel-
lijk tot het Abarth Servicenetwerk
voor de verversing van de motorolie
en het uitschakelen van het be-
treffende lampje op het instrumen-
tenpaneel.
OPGELET
087-094 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 91