cruise control Abarth Grande Punto 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2010, Model line: Grande Punto, Model: Abarth Grande Punto 2010Pages: 206, PDF Size: 3.12 MB
Page 5 of 206

4
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGDASHBOARD ...................................................................... 5
SYMBOLEN ........................................................................... 7
CODE-STARTBLOKKERING ........................................... 7
DE SLEUTELS ........................................................................ 8
DIEFSTALALARM ................................................................ 11
START-/CONTACTSLOT ................................................. 12
INSTRUMENTENPANEEL ................................................. 13
INSTRUMENTEN ................................................................ 14
INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY .......... 16
TRIPCOMPUTER ................................................................. 25
ZITPLAATSEN VOOR ........................................................ 28
ZITPLAATSEN ACHTER ................................................... 29
HOOFDSTEUNEN .............................................................. 30
STUURWIEL ......................................................................... 31
SPIEGELS ................................................................................ 31
KLIMAATREGELING .......................................................... 33
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING ..................... 34
AUTOMATISCHE TWEEZONE-KLIMAATREGELING 40
BUITENVERLICHTING ...................................................... 47
RUITEN REINIGEN ............................................................. 49
CRUISE-CONTROL ............................................................ 52PLAFONDVERLICHTING ................................................. 54
BEDIENINGSKNOPPEN .................................................... 55
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR .............................. 57
INTERIEURUITRUSTING................................................... 58
OPENDAK SKY-DOME ..................................................... 62
PORTIEREN .......................................................................... 64
RUITBEDIENING ................................................................. 66
BAGAGERUIMTE ................................................................. 68
MOTORKAP ......................................................................... 71
IMPERIAAL/SKIDRAGER ................................................... 73
KOPLAMPEN ........................................................................ 74
ABS .......................................................................................... 76
ESP-SYSTEEM ........................................................................ 78
EOBD-SYSTEEM ................................................................... 83
BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM TPMS .. 84
SPORT-BOOST-FUNCTIE................................................. 87
INBOUWVOORBE-REIDING NAVIGATIESYSTEEM
(MY PORT) ............................................................................. 88
EXTRA ACCESSOIRES ....................................................... 88
TANKEN ................................................................................ 89
BESCHERMING VAN HET MILIEU ................................. 90
D D
A A
S S
H H
B B
O O
A A
R R
D D
E E
N N
B B
E E
D D
I I
E E
N N
I I
N N
G G
Page 53 of 206

52
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
CRUISE-CONTROL
(snelheidsregelaar)
(voor versies/markten
waar voorzien)
Dit is een elektronisch hulpmiddel, waar-
door de auto (bij een snelheid boven 30
km/h) op lange, rechte en droge trajec-
ten en bij weinig verandering in de rij-om-
standigheden (bijv. snelwegen), met een
constante en vooraf ingestelde snelheid
blijft rijden zonder het gaspedaal te hoe-
ven bedienen. Het gebruik van dit systeem
biedt geen voordelen in druk verkeer. Ge-
bruik dit systeem niet in de stad.SYSTEEM INSCHAKELEN
Draai de draaiknop A-fig. 39in stand
ON.
Het systeem kan niet worden ingescha-
keld in de 1
eversnelling of de achteruit.
Het is raadzaam het systeem in te scha-
kelen bij een versnelling die gelijk of hoger
is dan de 4
e.
Op afdalingen kan bij ingeschakelde crui-
se-control de snelheid iets oplopen ten
opzichte van de opgeslagen snelheid.
Het systeem is ingeschakeld als het lamp-
je
Übrandt en op het instrumentenpaneel
het betreffende bericht verschijnt (voor
versies/markten waar voorzien).SNELHEID OPSLAAN
Ga als volgt te werk:
❒zet de draaiknop A-fig. 39in stand
ONen trap het gaspedaal in totdat de
auto met de gewenste snelheid rijdt;
❒plaats de hendel ten minste 1 seconde
omhoog (+) en laat vervolgens de hen-
del los: de snelheid van de auto is op-
geslagen en het gaspedaal kan worden
losgelaten.
Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen) kan
de snelheid simpel verhoogd worden door
het intrappen van het gaspedaal: als u daar-
na het gaspedaal loslaat, wordt terugge-
keerd naar de opgeslagen snelheid.
fig. 39F0M0064m
Page 54 of 206

53
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
OPGESLAGEN SNELHEID
OPROEPEN
Als het systeem is uitgeschakeld door bij-
voorbeeld het intrappen van het rem- of
koppelingspedaal, kan de opgeslagen snel-
heid op de volgende manier worden op-
geroepen:
❒geef geleidelijk gas, totdat de snelheid
ongeveer gelijk is aan de opgeslagen
snelheid;
❒schakel de versnelling in die ingescha-
keld was op het moment van het op-
slaan van de snelheid;
❒druk op de knop RES B-fig. 39.
OPGESLAGEN SNELHEID
VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in en sla vervolgens
de nieuwe snelheid op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid iets verhoogd (onge-
veer 1 km/h). Als de hendel omhoog
wordt gehouden, verandert de snelheid
traploos. OPGESLAGEN SNELHEID
VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla vervol-
gens de nieuwe snelheid op;
of
❒plaats de hendel omlaag (–) totdat de
nieuwe snelheid is bereikt die automa-
tisch wordt opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid iets verlaagd (ongeveer
1 km/h). Als de hendel omlaag wordt ge-
houden, verandert de snelheid traploos.
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem kan als volgt door de be-
stuurder worden uitgeschakeld:
❒draai de draaiknop Ain stand OFF;
❒zet de motor uit;
❒trap het rempedaal in;
❒trap het koppelingspedaal in;
❒trap het gaspedaal in; in dit geval wordt
het systeem niet werkelijk uitgescha-
keld, maar heeft het acceleratie-ver-
zoek voorrang op het systeem; de crui-
se-control blijft ingeschakeld en het sys-
teem stelt, na de acceleratie, de hier-
voor opgeslagen snelheid weer in, zon-
der dat de knop RES B-fig. 39hoeft
te worden bediend.
Het systeem schakelt in de volgende ge-
vallen automatisch uit:
❒als het ABSof ESPin werking treedt;
❒als de snelheid van de auto onder de
vastgestelde limiet komt;
❒als er een storing in het systeem is.
Als de cruise-control tijdens
het rijden is ingeschakeld, zet
dan nooit de versnellingspook in de
vrijstand.
ATTENTIE
Bij een storing of een afwij-
kende werking van de cruise-
control, moet de draaiknop A in stand
OFF worden gezet. Laat het systeem
door het Abarth Servicenetwerk con-
troleren.
ATTENTIE
Page 122 of 206

121
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN ........................................... 122
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU ............................... 122
AANGETROKKEN HANDREM ...................................... 122
STORING AIRBAGSYSTEEM ............................................ 123
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ............. 123
TE LAGE MOTOROLIEDRUK ......................................... 124
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS .............. 124
STORING EBD ..................................................................... 124
STORING EOBD-SYSTEEM .............................................. 125
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD ......... 126
STORING ABS ..................................................................... 126
BRANDSTOFRESERVE ....................................................... 126
DEFECTE BUITENVERLICHTING .................................. 127
MISTACHTERLICHTEN ..................................................... 127
STORING ESP ....................................................................... 127
BUITENVERLICHTING EN DIMLICHTEN ................... 128
FOLLOW ME HOME .......................................................... 128
RICHTINGAANWIJZER LINKS ....................................... 128
RICHTINGAANWIJZER RECHTS ................................... 128
MISTLAMPEN VOOR ......................................................... 128
SPORT BOOST-FUNCTIE INGESCHAKELD................ 128
GROOTLICHT ..................................................................... 128CONTROLE BANDENSPANNING ............................... 129
TE LAGE BANDENSPANNING ...................................... 129
BANDENSPANNING NIET AANGEPAST AAN
SNELHEID............................................................................... 129
KANS OP GLADHEID ....................................................... 130
BEPERKTE ACTIERADIUS.................................................. 130
ASR-SYSTEEM........................................................................ 130
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN............................ 130
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN . 131
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN........................... 131
STORING ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING . 131
VERSLETEN REMBLOKKEN.............................................. 132
CRUISE-CONTROL............................................................. 132
ALGEMENE STORINGSMELDING.................................. 132
L L
A A
M M
P P
J J
E E
S S
E E
N N
B B
E E
R R
I I
C C
H H
T T
E E
N N
Page 133 of 206

132
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
VERSLETEN
REMBLOKKEN (geel)
Het symbool samen met het
bijbehorende bericht op het display weer-
gegeven als de remblokken versleten zijn;
laat deze zo snel mogelijk vervangen.
d
CRUISE-CONTROL
(voor versies/markten
waar voorzien)
(groen)
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht op het display weerge-
geven, als de draaiknop van de cruise-con-
trol in stand ON wordt gezet.
Ü
ALGEMENE
STORINGSMELDING
(geel)
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht weergegeven op het dis-
play in de volgende gevallen:
Op het display verschijnen de bijbeho-
rende meldingen.
Storing motoroliedruksensor
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht op het display weerge-
geven bij een storing in de motoroliedruk-
sensor. Wendt u zo snel mogelijk tot het
Abarth Servicenetwerk om de storing te la-
ten verhelpen.
Brandstofnoodschakelaar
geactiveerd
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht op het display weerge-
geven als de brandstofnoodschakelaar in-
schakelt.
è
Storing bandenspanning-
controlesysteem
(voor versies/markten waar
voorzien)
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht op het display weerge-
geven als er een storing is in het contro-
lesysteem voor de bandenspanning TPMS
(voor versies/markten waar voorzien).
Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot
het Abarth Servicenetwerk.
Als er een of meer wielen zonder sensor
gemonteerd zijn, gaat het symbool op het
display branden totdat de oorspronkelij-
ke situatie weer is hersteld.
Page 198 of 206

197
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Bagageruimte ..................................... 68
- noodbediening van achterklep ... 69
- openen en sluiten van achterklep 68
- vergroten ........................................ 69
Bagageruimte vergroten .................... 69
Bagageruimteverlichting .................... 55
Banden
Banden repareren ................................ 135
- bandenspanning ............................. 189
- onderhoud ...................................... 173
- repareren ........................................ 135
- standaard ......................................... 189
- verklaring van bandencodering .. 187
Bandenspanning ................................... 189
Bedieningsknoppen ............................ 55
Bekerhouders - blikjeshouders ........ 60
Bescherming van het milieu .............. 90
Bougies
- type .................................................. 184
Brake Assist
(remregeling bij noodstops) .......... 78
Brandstof
- brandstofmeter .............................. 15
- brandstofnoodschakelaar ............ 57Brandstofmeter ................................... 15
Brandstofnoodschakeling .................. 57
Buitenverlichting
Buitenverlichting ................................. 47
- bediening ......................................... 47
- gloeilamp achter vervangen ........ 143
- gloeilamp voor vervangen ........... 141
Carrosserie
- codes uitvoeringen ....................... 184
- onderhoud ...................................... 176
Chassisnummer ................................... 182
CO
2-emissie ........................................ 196
Code Card ........................................... 9
Contactslot .......................................... 12
Cruise-control (snelheidsregelaar) ... 52
Dashboard .......................................... 5
Dashboard en bediening ................... 4
Dashboardkastje ................................. 58
Derde remlicht ................................... 145
Diefstalalarm ........................................ 11
Dimlicht
- bediening ......................................... 47
- gloeilamp vervangen ..................... 142
Aansteker ........................................... 60
ABS ........................................................ 76
Accu
- accu opladen .................................. 157
- acculading en elektrolytniveau
controleren...................................... 171
- starten met een hulpaccu ............ 134
Achterklep ........................................... 68
Achterruitsproeier
- bediening ......................................... 49
- vloeistofniveau ............................... 168
Achterruitverwarming ................... 38-46
Achterruitwisser
- bediening ......................................... 49
- ruitensproeiers .............................. 175
- wisserbladen ................................... 174
Afmetingen ........................................... 190
Airconditioning, handbediend .......... 34
Armsteun............................................... 59
Asbak ...................................................... 60
ASR ........................................................ 81
- in-/uitschakelen............................... 82
Auto langere tijd stallen .................... 120
A A
L L
F F
A A
B B
E E
T T
I I
S S
C C
H H
R R
E E
G G
I I
S S
T T
E E
R R