Alfa Romeo 156 2000 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2000, Model line: 156, Model: Alfa Romeo 156 2000Pages: 291, PDF Size: 3.73 MB
Page 81 of 291

80
BELANGRIJKHet verdient aanbeve-
ling om de recirculatiefunctie in te schake-
len in de file of in tunnels. Hiermee wordt
voorkomen dat vervuilde lucht het interi-
eur bereikt.Het is raadzaam het systeem
niet lang achter elkaar te gebruiken, voor-
al niet als u met meerdere personen in de
auto zit.
BELANGRIJK Met de recirculatie-
functie kan de lucht sneller verwarmd
worden als de behandelde lucht een
hogere temperatuur heeft dan de buiten-
lucht. Het is echter niet raadzaam deze
functie in te schakelen op regenachtige of
koude dagen, omdat dan de ruiten aan
de binnenzijde aanzienlijk sneller be-
slaan.
Drukknop voor in-/uitschakelen
achterruitverwarming
Als u knop
((E) indrukt, worden de
achterruitverwarming en (indien aanwe-
zig) de spiegelverwarming ingeschakeld,
en gaat het betreffende lampje branden.
De functie is voorzien van een tijdscha-
keling, waardoor de functie na enige mi-
nuten automatisch wordt uitgeschakeld.
U kunt de verwarming eerder uitschake-
len door nogmaals de knop in te drukken. BELANGRIJK
Plak geen stickers of
andere plaatjes op de elektrische weer-
standsdraden aan de binnenzijde van de
achterruit, om beschadiging van de
achterruitverwarming te voorkomen.
≤Luchtstroom verdeeld over voor-
r uit/zijruiten voor en de beenruimten
(om het beslaan van de voorruit en de
zijruiten voor te voorkomen).
BELANGRIJK Ga voor een maximale
verwarming als volgt te werk:
bij koude motor d.w.z. als de koelvloeistoftemperatuur
lager is dan 70 °C (wijzer van de koel-
vloeistoftemperatuurmeter staat links
van het midden van de schaal van 50
tot 90 °C): – draai knop ( A) rechtsom in de
uiterste stand; – zet draaiknop (B ) op aanjagersnel-
heid 1 of 2 (draaiknop op 1 of 2);
bij warme motor d.w.z. als de koelvloeistoftemperatuur
hoger is dan 70 °C (wijzer van de koel-
vloeistoftemperatuurmeter staat boven
het midden van de schaal van 50 tot 90
°C): – draai knop ( A) rechtsom in de
uiterste stand; – zet draaiknop (B ) op de maximale
aanjagersnelheid (draaiknop op 4).
VERWARMING
Ga voor het instellen van de gewenste
temperatuur als volgt te werk: – draai knop (A) voor de temperatuur-
regeling in het RODE gebied. – draai knop (B ) voor de luchtop-
brengst in de gewenste stand. – draai knop (C ) voor de luchtverde-
ling in stand:
µL uchtstroom naar de bovenste lucht-
roosters in het midden en aan de zijkant,
naar de luchtroosters in het midden, en
uit de uitstroomopeningen voor aan de
zijkant en achter en de uitstroomopenin-
gen in de beenruimten (bij een koele of
koude buitentemperatuur).
wV oor verwarming van de beenruim-
ten (bij een zeer lage buitentempera-
tuur). Let er bij het schoon-
maken van de binnenzij-
de van de achterruit op
dat de elektrische weerstands-
draden niet beschadigd worden.
Page 82 of 291

81
AIRCONDITIONING,
AUTOMATISCH
(indien aanwezig)
Met de airconditioning kan de gewens-
te temperatuur in het interieur constant
worden gehouden.
Ga hiervoor als volgt te werk:
– zet draaiknop ( A-fig. 83) op de ge-
wenste temperatuur;
– zet draaiknop ( B) in stand AUTO.
BELANGRIJK De aircocompressor kan
handmatig of automatisch worden in-/uit-
geschakeld. Voor het wisselen tussen de
twee mogelijkheden wordt verwezen naar
de paragraaf “Automatische of handma-
tige bediening van de compressor”.
ONTWASEMING EN/OF
ONDOOIIING VAN DE VOOR-
RUIT EN ZIJRUITEN VOOR
– Schakel de recirculatie uit (lampje op
knop (D ) gedoofd), als deze was inge-
schakeld. – Draai knop ( A) voor regeling van de
temperatuur rechtsom in de uiterste stand
(RODE gebied).
– Zet knop (B ) voor regeling van de
luchtopbrengst op de maximale aanjager-
snelheid.
– Zet knop (C ) voor de luchtverdeling
op symbool
-.
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid
zijn, kan een stand gekozen worden
waarbij het zicht en het comfort optimaal
blijven.
BELANGRIJK Ontdooien vindt het
snelst plaats bij een warme motor.
BELANGRIJK Als het buiten extreem
vochtig is en/of bij regen en/of bij grote
verschillen in interieur- en buitentempera-
tuur, raden wij u de volgende procedure
aan om het beslaan van de ruiten te voor-
komen: – luchtrecirculatie uitgeschakeld, lamp-
je op knop ( D) gedoofd; –
draaiknop voor temperatuur van de
lucht uit de uitstroomopeningen ( A) in
het rode gebied; – aanjager ten minste in stand 3;
– draaiknop voor luchtverdeling ( C) op
symbool
-met de mogelijkheid stand
≤in te schakelen als de ruiten dreigen
te beslaan;
Druk om de achterruit te ontdooien of
te ontwasemen op knop
((E).
VENTILATIE
– draai knop ( A) voor temperatuurre-
geling in het BLAUWE gebied. – draai knop ( B) voor regeling luchtop-
brengst in de gewenste stand. – zet knop (C) voor luchtverdeling op
symbool
¥.
Op kille dagen kan het nuttig zijn het in-
terieur iets te verwarmen.
Draai hiervoor knop (A ) iets rechtsom
(begin RODE gebied) en draai knop ( C)
op het symbool
µ. De airconditioning
maakt gebruik van het
koelmiddel “R134a”. Bij
lekkage is dit middel niet schade-
lijk voor het milieu. Gebruik in geen geval andere
middelen, omdat anders de com-
ponenten van het systeem be-
schadigd kunnen worden.
Page 83 of 291

82
BESCHRIJVING BEDIENINGS-
KNOPPEN (
fig. 83)
A- Draaiknop regeling luchttemperatuur;
B - Draaiknop regeling aanjagersnelheid;
C - Draaiknop luchtverdeling;
D - Drukknop voor in-/uitschakeling air-
cocompressor;
E - Drukknop voor in-/uitschakeling lucht-
recirculatie;
F - Drukknop voor in-/uitschakeling ach-
terruit- en spiegelverwarming.
Draaiknop voor regeling lucht-
temperatuur
Draai de knop (A ) rechts- of linksom
om de temperatuur van de lucht naar het
interieur resp. te verhogen of verlagen
Als draaiknop (B ) in stand AUTO staat
en draaiknop (A ) in een uiterste stand
wordt gedraaid (linksom/rechtsom), wor- den resp. de functies voor maximale koeling
en maximale verwarming ingeschakeld.
Draaiknop voor regeling aanja-
gersnelheid
Zet draaiknop (B):
– in stand 0 om de airconditioning volledig
uit te schakelen en de luchtrecirculatie in te
schakelen: U kunt de recirculatiefunctie uit-
schakelen met drukknop ( E). Als de draai-
knop in stand 0 staat en de recirculatie is uit-
geschakeld, kan er rijwind in de auto komen;
– kies stand AUTO voor een optimale
werking van het systeem zodat zo snel
mogelijk de gewenste temperatuur wordt
bereikt;
– kies één van de vier aanjagersnelhe-
den om de beschikbare luchthoeveelheid
te regelen en zo de gewenste tempera-
tuur te handhaven.
P4U00102
fig. 83 Draaiknop voor luchtverdeling
Door draaiknop (C) met het merkteken
tegenover de symbolen te zetten, kunnen
de volgende standen worden gekozen:
¥Luchtstroom naar de bovenste lucht-
roosters in het midden en aan de zijkant,
naar de luchtroosters in het midden, en
uit de uitstroomopeningen voor aan de
zijkant en achter.
De luchtstroom kan worden geregeld met
de bedieningsorganen van de luchtroosters.
µLuchtstroom verdeeld over de hier-
voor beschreven luchtroosters en de uit-
stroomopeningen in de beenruimten.
wLuchtstroom naar de beenruimten.
≤Luchtstroom verdeeld over voor-
r uit/zijruiten voor en de beenruimten.
-Luchtstroom naar de voorruit en
zijruiten voor ontwasemen/ontdooien.
MAX-Luchtstroom en automatische wer-
king voor een snelle ontwaseming/ont-
dooiing van de voorruit en zijruiten voor,
en verwarming van de achterruit en spie-
gels (zie paragraaf “Snelle ontwaseming
en/of ontdooiing van de voorruit, de zij-
ru iten voor en de achterruit”).
Page 84 of 291

83
Druk de knop nogmaals in om de recir-
culatiefunctie uit te schakelen.
Als de recirculatie wordt ingeschakeld,
wordt, behalve als draaiknop ( B) voor re-
geling van de aanjagersnelheid in stand
0 staat, automatisch ook de compressor
ingeschakeld en gaat het betreffende
lampje branden om het beslaan van de
ru iten te voorkomen. U kunt de compres-
sor uitschakelen met drukknop ( D).
BELANGRIJK Met de recirculatie-
functie kunnen, afhankelijk van de wer-
king van het systeem “Verwarming” of
“Koeling”, de gewenste omstandigheden
sneller bereikt worden. Het is echter niet
raadzaam deze functie handmatig in te
schakelen op regenachtige of koude da-
gen, omdat dan de ruiten aan de binnen-
zijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan,
vooral als de airconditioning niet is inge-
schakeld.
BELANGRIJK Het verdient aanbeve-
ling om de recirculatiefunctie in te schake-
len in de file of in tunnels. Hiermee wordt
voorkomen dat vervuilde lucht het interi-
eur bereikt. Het is raadzaam het systeem
niet lang achter elkaar te gebruiken, voor-
al niet als u met meerdere personen in de
auto zit.Drukknop voor in-/
uitschakelen airconditioning
Als u op knop (D) drukt, schakelt
de aircocompressor in, behalve als draai-
knop (B) voor regeling van de aanjager-
snelheid in stand 0staat. Als het systeem
is ingeschakeld, brandt het betreffende
lampje. De compressor werkt alleen bij
een draaiende motor.
Als de gewenste temperatuur lager is dan
de buitentemperatuur, wordt de compressor
automatisch ingeschakeld en gaat het lamp-
je op knop (D ) branden.
Automatische of handmatige
bediening van de compressor Automatische werking van compressor in-
schakelen.
Ga als volgt te werk fig. 83:
Uitgangsomstandigheden:
– contactsleutel in stand STOP;
– draai knop ( A) rechtsom in de uiter-
ste stand (maximale verwarming);
– zet draaiknop ( B) in stand 0;
– zet draaiknop ( C) in stand
¥.
Automatische werking inschakelen:
– draai de contactsleutel in stand MAR
(zonder de motor te starten);
– zet knop (B ) achtereenvolgens in
stand AUTO-0-AUTO-0;
– draai de contactsleutel in stand STOP.
Als u de procedure herhaalt, wordt weer
de handmatige werking ingeschakeld, waar-
door de compressor alleen wordt ingescha-
keld als u dat wilt, behalve in de gevallen en
MAX-die staan aangegeven in de
tabel FUNCTIES VAN DE AUTOMATISCH GE-
REGELDE AIRCONDITIONING.
BELANGRIJK Als na het starten van
de motor het controlelampje ingeschakel-
de compressor (knop D) ongeveer 15 se-
conden gaat knipperen, is er een storing
in de airconditioning. Wendt u tot de Alfa
Romeo-dealer.
Drukknop voor in-/
uitschakelen recirculatiefunctie
Als u knop (E) indrukt, wordt de
recirculatie ingeschakeld en gaat het be-
treffende lampje branden.
Hierdoor komt geen buitenlucht meer in
het interieur en wordt de lucht in het inte-
rieur direct behandeld, mits de aanjager
in een stand tussen AUTOen 4staat.
Page 85 of 291

84
BELANGRIJKDe status en de wijze
waarop de compressor en de recirculatie
werken, worden aangegeven door de
lampjes op de betreffende knoppen ( D)
en (E ) en ook bij afgezette motor opgesla-
gen. Als de motor wordt gestart, dan wor-
den de beide functies ingeschakeld, als ze
daarvoor ook ingeschakeld waren. Drukknop voor in-/uitschakelen
achterruitverwarming
Als u knop
((F) indrukt, dan worden
de achterruit- en de spiegelverwarming
ingeschakeld en gaat het bijbehorende
lampje branden.
De functie is voorzien van een tijdscha-
keling, waardoor de functie na enige mi-
nuten automatisch wordt uitgeschakeld.
U kunt de verwarming eerder uitschake-
len door nogmaals de knop in te druk-
ken.
BELANGRIJK Plak geen stickers of
andere plaatjes op de elektrische weer-
standsdraden aan de binnenzijde van de
achterruit om beschadiging van de achter-
r uitverwarming te voorkomen.
P4U00103
fig. 84
P4U00104
fig. 85 T emperatuursensoren
De sensor voor de interieurtemperatuur
(G-fig. 84) bevindt zich op het instru-
mentenpaneel naast de knop voor rege-
ling van de luchttemperatuur. De sensor
voor de buitentemperatuur bevindt zich
onder de buitenspiegel aan de passagiers-
zijde (H-fig. 85).
BELANGRIJK De sensoren mogen
nooit worden opengemaakt. Wendt u bij
twijfel over de juiste werking tot de Alfa
Romeo-dealer. Let er bij het schoon-
maken van de binnenzij-
de van de achterruit op
dat de elektrische
weerstandsdraden niet bescha-
digd worden.
Page 86 of 291

85
Voor een gematigde koeling moet u de
temperatuur verhogen door draaiknop
(A) rechtsom te draaien.
Als de werking van de compressor auto-
matisch wordt geregeld en met draaiknop
( A ) een lagere temperatuur wordt inge-
steld dan de buitentemperatuur, wordt de
compressor automatisch ingeschakeld en
gaat het lampje op knop ( D) bran-
den.
BELANGRIJK Ga voor maxima-
le koeling als volgt te werk:
– draai knop (A) linksom in de uiter-
ste stand (minimale temperatuur);
– zet draaiknop ( B) op AUTO.
Op deze manier wordt een minimale
temperatuur verkregen met maximale
luchtopbrengst.
Als de recirculatie wordt ingeschakeld
met knop (E ), wordt de lucht sneller
gekoeld.
Het verdient aanbeveling om de aircondi-
tioning slechts zeer kort of alleen bij zeer
hoge temperaturen maximaal te laten koe-
len. Hierdoor wordt een te sterke afkoeling
van het interieur voorkomen.Pollenfilter met actieve-
kooldeeltjes
Het filter reinigt de lucht mechanisch via
het elektrostatische principe, zodat de in
het interieur ingevoerde lucht gezuiverd is
en geen stofdeeltjes, pollen enz. bevat.
Door de laag actieve kool aan de onder-
zijde van het pollenfilter wordt ook de
concentratie van luchtverontreinigende
bestanddelen verminderd.
Het filter werkt als er buitenlucht in het
interieur stroomt (recirculatie uitgescha-
keld) en functioneert het best als de rui-
ten zijn gesloten
Laat het filter ten minste één keer per
jaar controleren door de Alfa Romeo-
dealer, bij voorkeur aan het begin van het
zomerseizoen.
Als de auto veel over stoffige wegen of
bij geconcentreerde luchtvervuiling rijdt,
moet het pollenfilter vaker worden gecon-
troleerd en vervangen dan in het onder-
houdsschema staat aangegeven.
KOELING
Ga voor het koelen van de lucht, bij
draaiende motor en gesloten ruiten, als
volgt te werk:
– zet knop ( A) voor de temperatuurre-
geling in de gewenste stand.
– zet knop ( B) voor de luchtopbrengst
op de
–gewenste snelheid om de lucht-
toevoer te regelen
– op AUTO als u de automatische
werking van de aanjager wilt inschakelen
(de gewenste temperatuur wordt hier-
door sneller bereikt).
– zet knop ( C) voor de luchtverdeling
op symbool
¥.
– Zijroosters en bovenste luchtroosters
geheel open.
– Knop (D ) voor inschakeling com-
pressor ingedrukt (lampje brandt).
Een niet tijdig vervan-
gen filter kan het ren-
dement van de klimaat-
regeling aanzienlijk beperken.
Page 87 of 291

86
ONTWASEMING EN/OF ONT-
DOOIING VAN DE VOORRUIT
EN ZIJRUITEN VOOR
–schakel de recirculatie uit (lampje op
knop (E ) gedoofd), als deze was inge-
schakeld.
– zet draaiknop (C ) voor de luchtver-
deling op symbool
-.
– schakel de compressor in, lampje op
knop (D) brandt.
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid
zijn, kan een stand gekozen worden
waarbij het zicht en het comfort optimaal
blijven.
BELANGRIJK Ontdooien vindt het
snelst plaats bij een warme motor.
BELANGRIJK Als het buiten extreem
vochtig is en/of bij regen en/of bij grote
verschillen in interieur- en buitentemperatuur,
raden wij u de volgende procedure aan om
het beslaan van de ruiten te voorkomen:
– luchtrecirculatie uitgeschakeld, lamp-
je op knop ( E) gedoofd;
– draaiknop voor de aanjager ten min-
ste in stand 2; –
zet de knop van de luchtverdeling
(C) op symbool
-met de mogelijkheid
stand
≤in te schakelen als de ruiten
dreigen te beslaan;
– aircocompressor ingeschakeld, lampje
op knop ( D) brandt.
BELANGRIJK Een belangrijk ken-
merk van de airconditioning is dat deze
de lucht ontvochtigt. Het is daarom altijd
aan te raden om de aircocompressor in te
schakelen met knop ( D) om het be-
slaan van de ruiten te voorkomen.
Druk om de achterruit te ontdooien of
ontwasemen op knop
(( F ).
SNEL ONTDOOIEN/-
ONTWASEMEN VAN DE
VOORRUIT, DE ZIJRUITEN
VOOR EN DE ACHTERRUIT
Als de functie MAX-is ingeschakeld, werkt
het systeem automatisch, zoals hierna
aangegeven, voor een snelle ontwase-
ming/ontdooiing van de voorruit, de zij-
ru iten voor en de achterruit:
– maximale luchtopbrengst en hoogste
temperatuur;
– luchtrecirculatie uitgeschakeld (lampje
op knop (E) gedoofd) waarbij lucht
van buiten binnenstroomt;
– compressor ingeschakeld (lampje op
knop (D) brandt);
–l uchtverdeling naar de voorruit en zij-
r uiten voor;
– achterruitverwarming ingeschakeld
(lampje op knop
((F) brandt);
– verwarming buitenspiegels.
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan
met de draaiknop voor de luchtverdeling
een stand gekozen worden waarbij het
zicht optimaal blijft.
Voor een nog betere werking van het
systeem is het raadzaam de uitstroom-
openingen voor de zitplaatsen achter, op
de tunnelconsole tussen de stoelen, te
sluiten.
BELANGRIJK Bij een warme motor
werkt de functie
MAX-maximaal (zie (*)
bij de tabel Functies van de automatisch
geregelde airconditioning).
Page 88 of 291

87
BELANGRIJKGa voor maximale
verwarming als volgt te werk:
– draai knop ( A) rechtsom in de uiter-
ste stand (maximale temperatuur);
– zet draaiknop ( B) op AUTO.
Op deze manier wordt snel een maxi-
male temperatuur verkregen met een
maximale luchtopbrengst (zie (*) bij de
tabel Functies van de automatisch gere-
gelde airconditioning).
Het verdient aanbeveling om de aircon-
ditioning slechts zeer kort of alleen bij
zeer lage temperaturen maximaal te la-
ten verwarmen. Hierdoor wordt een te
sterke verwarming van het interieur voor-
komen.VERWARMING
Ga voor het instellen van de gewenste
temperatuur als volgt te werk:
– Zet knop (A) voor de temperatuurre-
geling in de gewenste stand.
– Draai knop (B ) voor de luchtop-
brengst:
–op de gewenste snelheid om de
luchttoevoer te regelen
–in stand AUTO voor automatische
werking van de aanjager.
– Draaiknop (C ) regeling luchtverde-
ling:
µLuchtstroom naar de bovenste lucht-
roosters in het midden en aan de zijkant,
naar de luchtroosters in het midden en uit
de uitstroomopeningen aan de zijkant en
achter en de uitstroomopeningen in de
beenruimten (bij een koele of koude bui-
tentemperatuur).
wV oor verwarming van de beenruim-
ten (bij een zeer koude buitentemperatuur).
≤Luchtstroom verdeeld over voor-
r uit/zijruiten voor en de beenruimten
(om het beslaan van de voorruit en de
zijruiten voor te voorkomen).
Page 89 of 291

88
AUTOMATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING
(•) Alleen als het systeem is ingesteld volgens de aanwijzingen in de paragr\
aaf “Automatische of handmatige bediening van de compressor”.
(••) Alleen als draaiknop (B) voor regeling van de aanjagersnelheid niet in\
stand 0 staat. (*) Bij een “koude” auto (lage buitentemperatuur, lage interieurtemperatuur en lage koelvloeistoftemperatuur) wordt de luchtopbrengst verminderd tot
35% van de maximale luchtopbrengst, om te voorkomen dat er in het interi\
eur een te grote toevoer is van koude lucht.
(**) De temperatuur van de verspreide lucht staat in relatie tot de koelvloei\
stoftemperatuur.
Uitgevoerde handeling Automatisch geregelde Zichtbare Redenfunctiemelding
Starten van de auto
(contactsleutel in stand MAR)
Ingestelde temperatuur wijzigen
(knop (A) rechtsom/linksom draaien)
Inschakeling recirculatie
(op knop (E)drukken)
Inschakeling functie
MAX--
(knop (C) volledig linksom draaien)
Inschakeling compressor als de
gewenste temperatuur lager of gelijk
is aan de buitentemperatuur (•)
Inschakeling compressor als de
gewenste temperatuur lager of gelijk
is aan de buitentemperatuur (•)
Inschakeling compressor (••)
Inschakeling compressor
Uitschakeling recirculatie
Inschakeling achterruitverwarming
Maximale luchtopbrengst (*)
Maximale luchttemperatuur (**) Lampje op knop (D) brandt
Lampje op knop (D) brandt
Lampjes op de knoppen (D) en
(E) branden
Lampje op knop (D) brandt
Lampje op knop (E) gedoofd
Lampje op knop (( (F) brandtOm de gewenste temperatuur snel te
bereiken en te handhaven
Om de gewenste temperatuur snel te
bereiken en te handhaven
Om het beslaan van de ruiten te
voorkomen
Voor snelle ontwaseming/ontdooiing van
de ruiten
Page 90 of 291

89
HULPVERWARMING
(alleen JTD-uitvoeringen -
indien aanwezig)
De hulpverwarming ondersteunt de op-
warming van de motorkoelvloeistof direct
na het starten en tijdens het rijden voor
een snellere verwarming van het interieur
bij extreem lage buitentemperaturen.Het elektrische systeem werkt volledig
automatisch en schakelt alleen in bij een
draaiende motor.
De hulpverwarming wordt ingeschakeld
op basis van de temperatuur van de motor-
koelvloeistof. De maximale verwarming
wordt bereikt als de koelvloeistof erg
koud is. Om de accu niet te veel uit te putten, is
de inschakeling van de verwarming op de
verschillende vermogens afhankelijk van
de door de regeleenheid vastgestelde
voedingsspanning.
BELANGRIJK De hulpverwarming
wordt ingeschakeld op basis van de tem-
peratuur van de motorkoelvloeistof en
kan, afhankelijk van de accuspanning,
uitgeschakeld of beperkt worden.
Als de opwarmcyclus door de hulpver-
warming op basis van de koelvloeistof-
temperatuur en de accuspanning, is
beëindigd, schakelt de hulpverwarming
automatisch uit en schakelt pas weer in
als de auto opnieuw wordt gestart, ook
als de vloeistoftemperatuur opnieuw
daalt.
fig. 86
P4U00035
Bedien de hendel voor
het ontgrendelen van het
kofferdeksel niet als de
auto rijdt.
BEDIENINGS-
ORGANEN
KOFFERDEKSEL
OPENEN (
fig. 86)
Het kofferdeksel kan van binnenuit wor-
den geopend door aan de hendel ( A)
naast de bestuurdersstoel te trekken.