lock Alfa Romeo 156 2000 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2000, Model line: 156, Model: Alfa Romeo 156 2000Pages: 291, PDF Size: 3.73 MB
Page 34 of 291
33
P4U00006
fig. 6
P4U00332
fig. 7
P4U00417
fig. 5Lege batterijen zijn
schadelijk voor het milieu.
Ze moeten in een batte-
rijenbak of chemobox worden ge-
deponeerd. Vermijd blootstelling
aan open vuur en hoge temperatu-
ren. Houd ze buiten het bereik van
kinderen.
Batterij vervangen ( fig. 7):
– klap de metalen baard ( A) uit;
– draai pen ( B) en plaats het merkte-
ken (bolletje) bij het opschrift UNLOCK
(stand 2);
– verwijder bij inkeping ( C) de batterij-
houder (D);
– vervang de batterij ( E) en let daarbij
op de juiste polariteit;
– plaats de houder in de sleutel en ver-
grendel de houder door pen ( B) te draai-
en en het merkteken bij het opschrift
LOCK te plaatsen (stand 1).BATTERIJ VAN SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Als u knopje ( A of C-fig. 5) van de
afstandsbediening indrukt, en lampje ( B-
fig. 5) knippert één keer kort en het
lampje op het dashboard ( A-fig. 6)
blijft constant branden (na uitschake-
ling), dan moet de batterij door een
nieuwe batterij van hetzelfde type wor-
den vervangen. Deze batterij is normaal
in de handel verkrijgbaar.
Page 105 of 291
104
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Q-SYSTEM
(indien aanwezig)
De uitvoering 2.5 V6 24V kan zijn uit-
gerust met een automatische versnellings-
bak Q-System. Naast de normale functies
kunt u handmatig de versnellingen in-
schakelen door de selectorhendel in het
daarvoor bestemde deel te plaatsen
BELANGRIJK Lees alle informatie op
deze en de volgende pagina’s zorgvuldig
door, zodat u voordat u met de auto gaat
rijden, op de hoogte bent van de juiste
werking van onder andere de beveili-
gingssystemen Shift-lock en Key-lock,
waarmee de automatische transmissie is
uitgerust.
MOTOR STARTEN
De motor kan alleen gestart worden als
de selectorhendel ( fig. 105) in stand P
of N staat.
Uit veiligheidsoverwegingen is het raad-
zaam de motor te starten terwijl het rem-
pedaal is ingetrapt.
BELANGRIJK Bij het wegrijden, na
het starten van de motor, mag het gas-
pedaal voor en tijdens het verplaatsen
van de selectorhendel niet worden inge-
trapt. Dit geldt in het bijzonder als de
motor koud is.
WEGRIJDEN
Houd na het starten het rempedaal bij
een draaiende motor ingetrapt (bevei-
ligingssysteem Shift-lock), en plaats de
selectorhendel (fig. 105) in stand D of
in de stand voor handmatige bediening.
Laat het rempedaal los en trap het gas-
pedaal geleidelijk in. BELANGRIJK
De selectorhendel kan
uitsluitend uit stand Pworden verplaatst
als de contactsleutel in stand MARstaat
en het rempedaal is ingetrapt (beveili-
gingssysteem Shift-lock).
Om de hendel te verplaatsen moet de
schuifring ( A-fig. 105 ) onder de hen-
del omhoog worden getrokken.
In geval van nood (storingen, lege accu,
enz.), kan de hendel vanuit stand Pver-
plaatst worden door de mechanische
knop onder de hendel bij punt ( A-fig.
106) in te drukken. Verplaats gelijktijdig
de hendel vanuit stand Pin de gewenste
stand. De motor kan uitsluitend worden
gestart als de selectorhendel in stand N
staat.
P4U00314P4U00315
fig. 105 fig. 106
A
A
Page 106 of 291
105
BELANGRIJKDe contactsleutel kan al-
leen in stand STOP uit het contactslot wor-
den genomen als de selectorhendel in stand
P (beveiligingssysteem Key-lock) staat.
In geval van nood (storingen, lege accu,
enz.) kan de sleutel ook uit het contact-
slot worden genomen als de selectorhen-
del niet in stand Pstaat.
Druk met een vinger op de ontgrendel-
knop (A-fig. 107) nabij het start-/con-
tactslot onder de bekleding, en verwijder
gelijktijdig de sleutel.KEUZE VOOR HANDMATIGE
OF AUTOMATISCHE BEDIENING
De belangrijkste eigenschap van deze
versnellingsbak is dat hij automatisch of
handmatig bediend kan worden. De auto-
matische werking wordt ingeschakeld als
de selectorhendel in het rechter gedeelte
wordt geplaatst en de handmatige bedie-
ning als de hendel in het linker gedeelte
geplaatst wordt.
De wijze van werking en de ingescha-
kelde versnelling worden weergegeven
op het display van de toerenteller ( A-
fig. 108).
AUTOMATISCHE WERKING
Selectorhendel
Voor de automatische werking moet de
selectorhendel in het rechter gedeelte
( fig. 109) worden geplaatst in één van
de volgende standen:
P -parkeren (u kunt de motor starten)
R -achteruit
N -vrijstand (u kunt de motor starten)
D -automatisch vooruit rijden.
T rek de schuifring (A-fig. 109) onder
de selectorhendel omhoog voor de vol-
gende verplaatsingen:
– van Pnaar Ren omgekeerd
– van Nnaar R.
P4U00421P4U00318
fig. 107
P4U00317
fig. 108 fig. 109
V
erlang de eerste kilo-
meters geen maximale
prestaties, maar wacht
tot de motor op bedrijfstempera-
tuur is.
A
A
A
Page 258 of 291
257
WIELUITLIJNING
TRANSMISSIE
1.6 T.SPARK 1.8 T.SPARK 2.0 T.SPARK 2.0 T.SPARK 2.5 V6 24V 2.5 V6 24V 1.9 JTD 2.4 JTDSelespeedQ-System
V ersnellingsbak Vijf gesynchroniseerde Elektr. geregelde Zes versnellingen Elektr. geregelde Vijf gesynchroniseerde
versnellingen vooruit versn.bak met vijf vooruit en viertrapsautomaatversnellingen vooruit en één
en één versnelling achteruit versnellingen vooruit één versnelling vier versn. vooruitversnelling achteruit
en één achteruit achteruit en één achteruit
Koppeling Enkelvoudige droge plaatkoppeling Enkelvoudige Enkelvoudige Hydraulisch metEnkelvoudige
met hydraulische bediening droge plaatkoppeling droge plaatkoppeling Lock-up droge plaatkoppeling
met elektrohydr. met hydraulischekoppeling met hydraulische
bediening bediening bediening
Aandrijving Op voorwielen Op voorwielen Op voorwielen Op voorwielen Op voorwielen Op voorwielen Op voorwielen Op voorwielen
1.6 T.SPARK 1.8 T.SPARK 2.0 T.SPARK 2.0 T.SPARK 2.5 V6 24V 2.5 V6 24V 1.9 JTD 2.4 JTD
Selespeed Q-System
V oorwielen
– camber –0° 42’ ± 20’ (–1° 9’ ± 20’)*
–caster 3° 55’ ± 30’ (4° 3’ ± 30’)*
–toespoor –2,02 ± 1 mm (–2,05 ± 1 mm)*
Achterwielen
– camber –0° 53’ ± 20’ (–1° 27’ ± 20’)*
–toespoor 3,15 ± 1 mm (3,14 ± 1 mm)*
(*) Specifieke waarden voor uitvoeringen met het als optional leverbar\
e sportpakket.