sensor Alfa Romeo 156 2002 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2002, Model line: 156, Model: Alfa Romeo 156 2002Pages: 291, PDF Size: 3.73 MB
Page 119 of 291

118
De gasveren zijn zo af-
gesteld dat het koffer-
deksel op de juiste wij-
ze wordt geopend als het deksel
het oorspronkelijke gewicht
heeft. Achteraf aangebrachte
voorwerpen (spoiler enz.) kun-
nen de juiste werking van de
gasveren verhinderen.
OPENEN MET AFSTANDSBEDIE-
NING (
fig. 136) (indien aanwezig)
Het kofferdeksel kan van buitenaf wor-
den geopend met de afstandsbediening
door knopje (A) op de sleutel in te druk-
ken, ook als het diefstalalarm (indien
aanwezig) is ingeschakeld.
Als bij auto’s met diefstalalarm het
kofferdeksel wordt geopend, dan worden
de interieurbeveiliging en de kofferdeksel-
sensor uitgeschakeld. Het systeem geeft
dan (behalve bij sommige uitvoeringen in
enkele landen) twee geluidssignalen
(“BIEP”) en de richtingaanwijzers gaan
ongeveer 3 seconden branden.Als het
kofferdeksel wordt vergrendeld, dan wordt
de beveiliging weer ingeschakeld. Het sys-
teem geeft (behalve bij sommige uitvoe-
ringen in enkele landen) twee geluidssig-
nalen (“BIEP”) en de richtingaanwijzers
gaan ongeveer 3 seconden branden.
Het kofferdeksel gaat dankzij de gas-
veren gemakkelijk open.
V AN BUITENAF OPENEN MET
DE SLEUTEL (
fig. 135)
Draai het embleem (A ) in de door de
pijl aangegeven richting, steek de sleutel
( B ) in het slot en draai het linksom.
P4U00413
fig. 135
P4U00329
fig. 136
fig. 134 Bedien de hendel voor
het ontgrendelen van
het kofferdeksel alleen
als de auto stilstaat.
BAGAGERUIMTE
Het kofferdeksel kan zowel van binnen-
uit als van buitenaf worden geopend.
BELANGRIJK Als het kofferdeksel
niet goed gesloten is, gaat het betreffen-
de waarschuwingslampje van het check-
panel branden.
V AN BINNENUIT OPENEN
(
fig. 134)
Het kofferdeksel kan van binnenuit wor-
den geopend door aan de hendel ( A)
naast de bestuurdersstoel te trekken.
P4U00035
Page 124 of 291

123
Als het ABS in wer-
king treedt, dan is de
grip van de banden op
het wegdek beperkt; u dient uw
snelheid te verlagen en aan te
passen aan de beschikbare grip.
Het ABS maakt zoveel
mogelijk gebruik van de
beschikbare grip maar
kan deze niet verhogen. Daarom
moet op gladde weggedeelten al-
tijd voorzichtig worden gereden
en mogen geen onnodige risico’s
worden genomen.
V oor het beste gebruik van het anti-
blokkeersysteem, is het raadzaam de vol-
gende aanwijzingen op te volgen: Bij een storing gaat het
waarschuwingslampje
op het instrumenten-
paneel branden. Rijd met aange-
paste snelheid naar een Alfa
Romeo-dealer en laat het sys-
teem volledig repareren.
Als het ABS in werking
treedt, merkt u dat aan
een trilling in het rem-
pedaal. Verlaag de remdruk niet
maar houd het rempedaal juist
goed ingedrukt; op deze manier
hebt u, afhankelijk van de condi-
tie van het wegdek, de kortste
remweg.
W ees voorzichtig bij het remmen in
bochten, ook als de auto is voorzien van
ABS.
Het belangrijkste advies is echter het
volgende:
Als u deze aanwijzingen opvolgt kunt u
onder alle omstandigheden optimaal rem-
men. BELANGRIJK
Op auto’s die met ABS
zijn uitgerust, mogen uitsluitend door de
fabriek voorgeschreven velgen, banden
en remblokken gemonteerd worden.
Het systeem wordt gecompleteerd met
een elektronische remdrukverdeling EBD
(Electronic Brake Distributor), die via de
regeleenheid en de sensoren van het ABS
de prestaties van het remsysteem ver-
hoogt.
De auto is uitgerust
met een elektronische
remdrukverdeling (EBD).
Als bij een draaiende motor tege-
lijkertijd de waarschuwings-
lampjes en gaan bran-
den, dan is er een storing in het
EBD-systeem; in dat geval kunnen
bij hard remmen de achterwielen
vroegtijdig blokkeren waardoor
de auto kan gaan slippen. Rijd
zeer voorzichtig naar de dichtst-
bijzijnde Alfa Romeo-dealer om
het systeem te laten controleren.
x>
Page 140 of 291

139
intrappen van het rempedaal, dan zijn de
remblokken versleten tot de minimum toe-
gestane dikte. Laat de remblokken zo snel
mogelijk door de Alfa Romeo-dealer ver-
vangen.Omdat de auto is uitgerust met een slij-
tage-indicator voor de remblokken voor
moet u, als de remblokken worden ver-
vangen, ook de remblokken achter laten
controleren. De JTD-uitvoeringen beschik-
ken alleen over een slijtagesensor op de
rem linksvoor.
– Remvloeistof is hygroscopisch (rem-
vloeistof trekt water aan); vervang de
remvloeistof iedere twee jaar, onafhanke-
lijk van het aantal afgelegde kilometers,
om beschadiging ven het remsysteem te
voorkomen.
REMBEKRACHTIGER
De auto is uitgerust met een rembe-
krachtiger die alleen werkt bij een draai-
ende motor. Bij stilstaande motor moet
daarom meer kracht worden uitgeoefend
op het rempedaal om de gewenste rem-
vertraging te bereiken.
ANTI-BLOKKEERSYSTEEM
(ABS)
De auto is uitgerust met anti-blokkeer-
systeem (ABS) met elektronische rem-
drukverdeling (EBD). Wij raden u aan
met het volgende rekening te houden:
– Tijdens het remmen kunnen lichte trillin-
gen in het rempedaal worden gevoeld. Dit
betekent dat het ABS in werking is getreden.
– De prestaties van het systeem vergro-
ten in principe de actieve veiligheid, maar
mogen de bestuurder er niet toe verleiden
onnodige en onverantwoorde risico’s te
nemen. – De rijstijl moet altijd zijn aangepast
aan de weersomstandigheden, het zicht
en het verkeer.
– De maximale remvertraging blijft ui-
teraard altijd afhankelijk van de grip van
de banden op het wegdek. Bij sneeuw of
ijs is de grip vanzelfsprekend veel minder,
waardoor de remweg, ook met ABS, aan-
zienlijk langer zal zijn.
Let op bij de montage
van spoilers, lichtmeta-
len velgen en niet stan-
daard wieldoppen: ze kunnen de
ventilatie van de remmen ver-
minderen en daarmee hun doel-
matigheid tijdens krachtig en
veelvuldig remmen; bijvoorbeeld
tijdens een steile afdaling.
W ater, sneeuw en
strooizout op wegen
kunnen zich afzetten op
de remschijven waardoor de ge-
wenste remvertraging iets later
wordt bereikt.
De auto is uitgerust
met een elektronische
remdrukverdeling (EBD).
Als bij een draaiende motor tege-
lijkertijd de waarschuwingslamp-
jes
>en xgaan branden, dan
is er een storing in het EBD-sys-
teem; in dat geval kunnen bij
hard remmen de achterwielen
vroegtijdig blokkeren waardoor
de auto kan gaan slippen. Rijd
zeer voorzichtig naar de dichtst-
bijzijnde Alfa Romeo-dealer om
het systeem te laten controleren.
Page 209 of 291

208
Ga voor het aftappen als volgt te werk:
– Maak de stekker (A) van de sensor
op het dieselfilter los.
– Plaats een plastic buisje ( B) op de
opening van de filtersensor en steek het
andere uiteinde van het buisje in een op-
vangbak.
– Draai de sensor (C) iets los zodat het
met diesel vermengde water kan weglo-
pen. Als het condenswater
niet op de juiste wijze
wordt afgetapt en als er
geen voorzorgsmaatregelen zijn
genomen, dan kan de veiligheid
tijdens het rijden in gevaar wor-
den gebracht en kan er op een ge-
vaarlijke manier brandstof gaan
lekken.
P4U00408
fig. 38 - uitvoeringen JTD – Draai de sensor stevig vast als er uit-
sluitend dieselbrandstof zonder water uit-
stroomt.
– Verwijder het buisje en sluit de stek-
ker weer aan.
Verontreinig het milieu
niet met water dat is
vermengd met diesel-
brandstof.
FILTERELEMENT VERVANGEN
(fig. 39)
BELANGRIJK Gebruik voor het ver-
vangen van het filterelement een daar-
voor bestemde sleutel.
Ga voor het vervangen van het filter als
volgt te werk:
– Maak de stekker van de sensor op
het dieselfilter los.
– Verwijder met de sleutel het filterele-
ment (A) van steun ( B). – Draai de filtersensor (
C) van het ver-
wijderde element los en draai de sensor
stevig vast op het nieuwe filterelement.
– Smeer de pakking van het element
met motorolie en vul vervolgens het ele-
ment met schone dieselbrandstof.
– Draai de element met de hand vast
op de steun en draai het vervolgens
stevig vast met de sleutel.
– Sluit de stekker aan op de filter-
sensor.
BELANGRIJK Na het vervangen van
het filterelement of als het brandstofsys-
teem geheel leeg is, hoeft het systeem
niet te worden ontlucht. Dit gebeurt auto-
matisch tijdens het starten van de motor.
P4U00407
fig. 39 - uitvoeringen JTD
Page 226 of 291

225
OPENEN MET AFSTANDS-
BEDIENING
(fig. 17)
(indien aanwezig)
De achterklep kan van buitenaf worden
geopend met de afstandsbediening door
knopje (A) op de sleutel in te drukken,
ook als het diefstalalarm (indien aan-
wezig) is ingeschakeld.
Als bij auto’s met diefstalalarm de
achterklep wordt geopend, dan worden
de omtrekbeveiliging en de achterklep-
sensor uitgeschakeld.Het systeem geeft
dan (behalve bij sommige uitvoeringen in
enkele landen) twee geluidssignalen
(“BIEP”) en de richtingaanwijzers gaan
ongeveer 3 seconden branden. Als de achterklep wordt vergrendeld,
dan wordt de beveiliging hersteld. Het
systeem geeft (behalve bij sommige uit-
voeringen in enkele landen) twee geluids-
signalen (“BIEP”) en de richtingaanwij-
zers gaan ongeveer 3 seconden branden.
ACHTERKLEP SLUITEN (fig. 18)
Om de achterklep te laten zakken, kunt
u de handgreep ( A) aan de binnenzijde
van de klep gebruiken.
P4U00329
fig. 17
P4U00267
fig. 18
BAGAGE VASTZETTEN
(fig. 19-20)
De vervoerde bagage kan met riemen
of spanbanden worden bevestigd aan de
daarvoor bestemde ringen in de hoeken
van de bagageruimte.
De ringen dienen ook voor het beves-
tigen van de bagagenetten (die leverbaar
zijn via de Alfa Romeo-dealer).
P4U00269
fig. 20
P4U00268
fig. 19
Page 276 of 291

275
-Sleutel met afstandsbediening
en uitklapbare metalen baard . . 29
- Sleutel voor uitschakeling
diefstalalarm . . . . . . . . . . . . .11-14-28
- Start-/contactsleutel . . . . . . . . 11-28
Smeermiddelen (specificaties) . . 258
Sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . 144
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . . 70
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . 250
Spiegelverlichting
- Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . 112
- Gloeilamp vervangen . . . . . . . 165
Stadslicht
- Gloeilamp achter vervangen . . .161-236
- Gloeilamp voor vervangen . . . . 159
- Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . 64
Start-/contactslot en stuurslot . . . 15-39
Startblokkering (Alfa Romeo CODE) 11-28
Starten met een hulpaccu . . . . . . 174
Stekkerdoos (SW) . . . . . . . . . . . 227
Stuurbekrachtiging
- Belangrijke aanwijzingen . . . . . 140
- Oliepeil controleren en bijvullen 203
Stuurinrichting
- Hendel stuurwielverstelling . . . 18-46 -T
echnische gegevens . . . . . . . . 256
Stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . 16-39
Stuurwiel
- Claxon . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
- Hendel stuurwielverstelling . . . 18-46
Stuurwielverstelling . . . . . . . . . . 18-46
Suggesties voor nuttige accessoires 150
Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Tankdop . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
T anken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127
T anken met de
Alfa Romeo 156 . . . . . . . 26-127-233
T ankklepje openen . . . . . . . . . . . 91-129
T ankklepje openen in noodgevallen129-233
T echnische gegevens . . . . . . . . . 241
Te lefoon (inbouwvoorbereiding) . 115
T elepass (inbouwvoorbereiding) . . 115
T emperatuursensoren (klimaatregeling) 84
Tijdens de rit . . . . . . . . . . . . . . 136
T oerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . 71
T oevoegingsmiddel dieselbrandstof 128
T ransmissie (Technische gegevens) 257
T rekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . 264
Tr ekken van aanhangers . . . . . .148-264
Veiligheidsgordels . . . . . . .18-49-222
- Algemene opmerkingen over het gebruik
52
- Gebruik veiligheidsgordels achter 51
- Gordelspanners . . . . . . . . . . . 57
- Heupgordel . . . . . . . . . . . . . . 51
- Hoogteverstelling veiligheidsgordels
achter (SW) . . . . . . . . . . . . . 222
- Hoogteverstelling veiligheidsgordels
voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
- Omleggen veiligheidsgordel middenachter
(SW) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
- Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . 53
-V eiligheidsgordels voor en achter 49
V elgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
V entilatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
V erbandtrommel (E.H.B.O.) . . . . . 179
V erlichting dashboardkastje
- Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . 111
- Gloeilamp vervangen . . . . . . . 166
V ersnellingsbak Selespeed
- (uitvoering 2.0 T.SPARK) . . . . . 94
- Oliepeil controleren . . . . . . . . . 200
V ersnellingsbakolie bijvullen . . . . . 198
V ersnellingspook . . . . . . . . . . . . 93