dashboard Alfa Romeo 156 2003 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2003, Model line: 156, Model: Alfa Romeo 156 2003Pages: 291, PDF Size: 3.73 MB
Page 10 of 291

9
Op de volgende pagina’s vindt u alle informatie die u nodig hebt
voor een correct gebruik van de auto.
Binnen enkele minuten kunt u zich vertrouwd maken met de be-
langrijkste bedieningsorganen,controlelampjes en instrumenten
waarmee uw nieuwe auto is uitgerust.
V oor de rijveiligheid is het noodzakelijk ook de daarop volgende
hoofdstukken in dit instructieboekje te raadplegen.
DASHBOARD........................................................................\
....................pag. 10
ALFA ROMEO CODE
........................................................................\
.................11
DIEFSTALALARM
........................................................................\
........................13 CENTRALE PORTIERVERGRENDELING MET AFSTANDSBEDIENING
..15
START-/CONTACTSLOT
........................................................................\
............15
BUITENSPIEGELS
........................................................................\
......................16
PORTIEREN
........................................................................\
.................................17
STUURWIEL
........................................................................\
................................18
ZITPLAATSEN
........................................................................\
.............................18
VEILIGHEIDSGORDELS
........................................................................\
...........18
HENDELS AAN HET STUUR
........................................................................\
...19
INSTRUMENTEN
........................................................................\
........................21
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING VOOR
.......................................................22
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ACHTER
...................................................22
W AARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN
.........................................................23
MISTLAMPEN VOOR
........................................................................\
................23
MISTACHTERLICHT
........................................................................\
...................23
OPENDAK
........................................................................\
...................................23
KLIMAATREGELING
........................................................................\
.................24
BAGAGERUIMTE
........................................................................\
.......................24
MOTORKAP
........................................................................\
................................25
TA NKEN MET DE ALFA ROMEO 156
...........................................................26
GEREED VOOR VERTREK
Page 11 of 291

10
1Uitstroomopeningen zijkant. 2Luchtroosters voor ontwasemen/ontdooien zijruiten voor. 3Luchtroosters boven aan zijkant. 4Bedieningshendel buiten-
verlichting. 5Snelheidsmeter-kilometerteller. 6Checkpanel. 7Toerenteller. 8Bedieningshendel ruitenwissers voor/achter. 9Brandstofmeter. 10Lucht-
roosters midden. 11Luchtrooster boven. 12Klokje. 13Koelvloeistoftemperatuurmeter. 14Autoradio. 15Airbag passagierszijde. 16Dashboardkastje.
17 Bedieningsorganen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning. 18Asbak en aansteker. 19Schakelaar voor waarschuwingsknipperlichten.
20 Temperatuursensor. 21Start-/contactslot. 22Hendel voor stuurwielverstelling. 23Airbag bestuurderszijde en claxon. 24Hendel voor motorkap-
ontgrendeling. 25Bedieningsorganen: verlichting instrumenten, op nul zetten dagteller/weergave buitentemperatuur en koplampve\
rstelling.
fig. 1
DASHBOARD
P4U00001
Page 12 of 291

11
ALFA ROMEO CODE
V
oor een nog betere bescherming tegen
diefstalpogingen is de auto uitgerust met
een elektronische startblokkering (Alfa
Romeo CODE). Het systeem schakelt
automatisch in als de contactsleutel wordt
uitgenomen. In de handgreep van de
sleutels bevindt zich een elektronisch
component, dat bij het starten van de
motor een signaal ontvangt via een spe-
ciale antenne die in het start-/contactslot
is ingebouwd. Dit signaal wordt omgezet
in een gecodeerd signaal en vervolgens
aan de regeleenheid van de Alfa Romeo
CODE gezonden, die, als de code wordt
herkend, het starten van de motor moge-
lijk maakt.
DE SLEUTELS
Bij de auto worden, afhankelijk van de
uitvoering, de volgende sleutels geleverd
( fig. 2):
– type A
– type B met een uitklapbare metalen
baard, de afstandsbediening voor ontgren-
deling van het kofferdeksel en de afstands-
bediening voor centrale portiervergrendeling
en in-/uitschakeling van het diefstalalarm
(indien aanwezig).
Sleutel A dient voor:
– het starten
– de portiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
Sleutel B dient voor:
– het starten
– de portiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het op afstand ont-/vergrendelen
van de portieren (indien aanwezig) – het op afstand ontgrendelen van het
kofferdeksel (indien aanwezig)
– het diefstalalarm (indien aanwezig)
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
Bij de sleutel wordt een CODE-card ( fig.
3) geleverd. Bij auto’s met diefstalalarm
wordt ook een noodsleutel (indien aan-
wezig) geleverd (C-fig. 2); zie voor de
werking “Diefstalalarm”.
P4U00003
fig. 3
P4U00415
fig. 2
Page 14 of 291

13
fig. 5
P4U00416
DIEFSTALALARM
(indien aanwezig)
Het diefstalalarm wordt bediend door
een ontvanger in de auto en wordt in- en
uitgeschakeld met de in de sleutel (B-
fig. 5) ingebouwde afstandsbediening
die een versleutelde variabele code ver-
zendt.
Het diefstalalarm werkt alleen als de
sleutel uit het contactslot is genomen of
in stand STOP staat.
BELANGRIJK De startblokkering wordt
uitgevoerd door de Alfa Romeo CODE en
wordt automatisch ingeschakeld als de
contactsleutel uit het start-/contactslot
wordt genomen.
INSCHAKELEN
Druk voor inschakeling op knop ( A-fig.
5) van sleutel (B), richt de sleutel in de
richting van de auto en laat de knop los.
Bij de meeste uitvoeringen geeft het sys-
teem een akoestisch signaal (“BIEP”),
gaan de richtingaanwijzers ongeveer 3 se-
conden branden, wordt de portiervergren-
deling ingeschakeld en gaat lampje ( A-
fig. 6) op het dashboard branden.
Het lampje (A-fig. 6) knippert gedu-
rende de tijd dat het alarm is ingescha-
keld.
Bij bepaalde uitvoeringen zal, ook als
de knop van de afstandsbediening niet is
ingedrukt, na ongeveer 30 seconden na-
dat de contactsleutel in stand STOPof
P ARK is gedraaid en één van de portie-
ren of het kofferdeksel geopend en weer
gesloten is, het alarm automatisch wor-
den ingeschakeld.
Als het alarm automatisch wordt inge-
schakeld, worden de portieren niet ver-
grendeld.
UITSCHAKELEN
Druk voor uitschakeling op knop ( A-
fig. 5) van sleutel (B) en laat de knop
los.
Het knipperende lampje (A-fig. 6)
dooft.
Bij de meeste uitvoeringen geeft het
alarm twee akoestische signalen (“BIEP”),
gaan de richtingaanwijzers ongeveer
2 seconden knipperen en worden de por-
tieren ontgrendeld.
P4U00006
fig. 6
Page 19 of 291

18
P4U00019
fig. 20
P4U00020
fig. 21Druk voor de hoogte-instel-
ling van de veiligheidsgordels
voor (fig. 21) knop (A) in
en verplaats de beugel (B ) omhoog of
omlaag totdat hij goed vergrendeld is in
één van de vaste punten.
P4U00018
fig. 19
STUURWIEL
V oor de stuurwielverstelling moet hen-
del (A-fig. 19) worden verplaatst:
Als u de hendel naar het stuur trekt,
wordt het stuurwiel ontgrendeld en kan
het stuur dichterbij of verderaf en om-
hoog of omlaag worden gezet.
Als u de hendel richting het dashboard
duwt, wordt het stuurwiel vergrendeld.
ZITPLAATSEN
Bedieningsknoppen ( fig. 20)voor:
A -Verstelling in lengterichting.
B -Hoogteverstelling.
C -Rugleuning verstellen.
D -Lendensteunverstelling (indien aan-
wezig).
VEILIGHEIDSGORDELS
V erstel de stoelen, het
stuurwiel, enz. alleen als
de auto stilstaat.De hierna beschreven
handelingen moeten
worden uitgevoerd
voordat u vertrekt. Voer deze
handelingen niet uit als de auto
in beweging is.
Page 20 of 291

19
De auto kan zijn voorzien van een
heupgordel voor de zitplaats middenach-
ter (fig. 22). De lengte kan worden af-
gesteld door de gordel in gesp ( A) te ver-
plaatsen. Trek in de richting van de pijl
aan deel (B) om de gordel te verkorten
en aan deel (C) om te verlengen.HENDELS AAN HET
STUUR
HENDEL LINKS (fig. 23)
– Stand A= Richtingaanwijzers
rechts.
– Stand B= Richtingaanwijzers
links.
P4U00021
fig. 22 –T
rek hendel naar het stuur
(stand zonder vergrendeling) =
Grootlichtsignaal.
– Duw hendel richting dashboard
(vergrendelde stand) = Grootlicht.
– Draaiknop (1) op O=Verlichting
uit.
– Draaiknop (1) op
6=Buitenver-
lichting aan.
– Draaiknop (1) op
2=Dimlicht
aan.
P4U00022
fig. 23
Page 29 of 291

28
ALFA ROMEO CODE
V
oor een nog betere bescherming tegen
diefstal is de auto uitgerust met een elek-
tronische startblokkering (Alfa Romeo
CODE) die is goedgekeurd volgens de EU-
normen 95/56. Het systeem schakelt
automatisch in als de start-/contactsleu-
tel wordt uitgenomen. In de handgreep
van de sleutels bevindt zich een elektro-
nisch component, dat bij het starten van
de motor een signaal ontvangt via een
speciale antenne die in het start-/contact-
slot is ingebouwd. Dit signaal wordt om-
gezet in een gecodeerd signaal en vervol-
gens aan de regeleenheid van de Alfa
Romeo CODE gezonden, die, als de code
wordt herkend, het starten van de motor
mogelijk maakt. –het op afstand ver-/ontgrendelen van
het kofferdeksel (afhankelijk van de uit-
voering)
– het in-/uitschakelen van het diefstal-
alarm (indien aanwezig)
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
BELANGRIJK Om schade aan de
elektronische schakelingen in de sleutels
te voorkomen, mogen de sleutels niet
aan directe zonnestraling worden blootge-
steld.
DE SLEUTELS
Bij de auto worden, afhankelijk van de
uitvoering, de volgende typen sleutels
( fig. 1) geleverd:
– type A
– type B met een uitklapbare metalen
baard, afstandsbediening voor het openen
van het kofferdeksel en afstandsbediening
voor het op afstand ver-/ontgrendelen van
de portieren en in-/uitschakeling van het
diefstalalarm (indien aanwezig).
Sleutel A dient voor:
– het starten
– de voorportiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
Sleutel B dient voor:
– het starten
– de voorportiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het op afstand ver-/ontgrendelen van
de portieren (afhankelijk van de uitvoering)
fig. 1
P4U00003
fig. 2
P4U00415
Page 30 of 291

29
Bij auto’s die met diefstalalarm zijn uit-
gerust, wordt ook een noodsleutel ( C-
fig. 1) geleverd; zie voor de werking de
paragraaf “Diefstalalarm”.
Bij de sleutels wordt de CODE-card
( fig. 2) geleverd. Hierop staan de sleu-
telcodes (zowel de mechanische als de
elektronische code, waarmee in noodge-
vallen de motor kan worden gestart).
De codes op de CODE-card moeten op
een veilige plaats worden opgeborgen,
maar niet in de auto.
W ij raden u aan de elektronische code
van de CODE-card altijd bij u te hebben,
omdat deze onmisbaar is voor het uitvoe-
ren van een noodstart.SLEUTEL MET AFSTANDS-
BEDIENING EN MET
INKLAPBARE METALEN BAARD
(indien aanwezig)
De sleutel is uitgerust met (fig. 3):
– metalen baard Adie in de handgreep
van de sleutel kan worden opgeborgen
– knopje Bvoor het uitklappen van de
metalen baard
– knopje C voor het op afstand ver-/
ontgrendelen van de portieren en het in-/
uitschakelen van het diefstalalarm
– lampje D dat aangeeft dat de code
naar de ontvanger van het diefstalalarm
is verzonden
– knopje E voor op afstand openen van
het kofferdeksel.
De metalen baard A van de sleutel dient
voor: – het starten
– de voorportiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– de sleutelschakelaar voor het uitscha-
kelen van de airbag aan passagierszijde
(indien aanwezig).
Druk voor het uitklappen van de meta-
len baard in de handgreep op knopje B.
P4U00330
fig. 3
Als de auto wordt ver-
kocht, moeten alle sleu-
tels en de CODE-card
overhandigd worden aan de
nieuwe eigenaar.
We es zeer voorzichtig
bij het indrukken van
knopje B, zodat de me-
talen baard geen verwondingen
of beschadigingen veroorzaakt.
Druk knopje B alleen in als de
sleutel ver genoeg van het
lichaam (speciaal de ogen) en van
voorwerpen die snel beschadigen
(bijvoorbeeld kledingstukken) is
verwijderd. Laat de sleutel nooit
onbeheerd achter. Hiermee voor-
komt u dat iemand (in het bijzon-
der kinderen) per ongeluk op
knopje B drukt.
Page 34 of 291

33
P4U00006
fig. 6
P4U00332
fig. 7
P4U00417
fig. 5Lege batterijen zijn
schadelijk voor het milieu.
Ze moeten in een batte-
rijenbak of chemobox worden ge-
deponeerd. Vermijd blootstelling
aan open vuur en hoge temperatu-
ren. Houd ze buiten het bereik van
kinderen.
Batterij vervangen ( fig. 7):
– klap de metalen baard ( A) uit;
– draai pen ( B) en plaats het merkte-
ken (bolletje) bij het opschrift UNLOCK
(stand 2);
– verwijder bij inkeping ( C) de batterij-
houder (D);
– vervang de batterij ( E) en let daarbij
op de juiste polariteit;
– plaats de houder in de sleutel en ver-
grendel de houder door pen ( B) te draai-
en en het merkteken bij het opschrift
LOCK te plaatsen (stand 1).BATTERIJ VAN SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Als u knopje ( A of C-fig. 5) van de
afstandsbediening indrukt, en lampje ( B-
fig. 5) knippert één keer kort en het
lampje op het dashboard ( A-fig. 6)
blijft constant branden (na uitschake-
ling), dan moet de batterij door een
nieuwe batterij van hetzelfde type wor-
den vervangen. Deze batterij is normaal
in de handel verkrijgbaar.
Page 36 of 291

35
BewakingAls na het inschakelen lampje (A-fig. 9)
op het dashboard gaat knipperen, dan geeft
dit aan dat het systeem de auto bewaakt.
Lampje (A ) knippert zolang de bewakings-
fase actief is.
BELANGRIJK De wijze waarop het
diefstalalarm inschakelt, verschilt per
land.
Zelfdiagnose en portieren, motor-
kap en kofferdeksel controleren
Als u na het inschakelen van het alarm
een tweede “BIEP” hoort, moet u het
systeem uitschakelen, controleren of de
portieren, de motorkap en het kofferdek-
sel gesloten zijn en vervolgens het sys-
teem weer inschakelen. Als de portieren, de motorkap en het
kofferdeksel niet goed gesloten zijn, wor-
den ze niet door het diefstalalarm gecon-
troleerd.
Als bij goed gesloten portieren, motor-
kap en kofferdeksel het geluidssignaal
wordt herhaald, betekent dit dat door de
zelfdiagnose van het systeem een storing
is gesignaleerd in de werking van het sys-
teem. Wendt u tot de Alfa Romeo-dealer.
UITSCHAKELEN
U schakelt het alarm uit door het knopje
van de afstandsbediening in te drukken. Het
systeem voert de volgende handelingen uit
(met uitzondering van bepaalde landen):
– de richtingaanwijzers knipperen twee
keer kort
– de sirene zendt twee korte geluids-
signalen (biep) uit
– de portieren worden vergrendeld.
BELANGRIJK Als na uitschakeling van
het systeem het lampje in de auto blijft
branden (maximaal 2 minuten of totdat
de sleutel in stand MAR wordt gezet),
moet het volgende onthouden worden: –
als het lampje constant blijft bran-
den, betekent dit dat de batterijen van de
afstandsbediening leeg zijn en vervangen
moeten worden;
– als het lampje blijft knipperen, maar
met verschillende intervallen dan die bij
een normale signalering, dan is gepro-
beerd de auto open te breken, waarbij
het aantal keren knipperen de reden van
het alarm aangeeft:
1 x knipperen: rechter voorportier
2 x knipperen: linker voorportier
3 x knipperen: rechter achterportier
4 x knipperen: linker achterportier
5 x knipperen: bewegingssensoren
6 x knipperen: motorkap
7 x knipperen: kofferdeksel/achterklep
8 x knipperen: losmaken kabels voor
het starten van de auto
9 x knipperen: losmaken accukabels of
doorknippen kabels van de sleutelschakelaar
10 keer knipperen: ten minste drie alarm-
oorzaken.
P4U00006
fig. 9