Alfa Romeo 156 2006 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2006, Model line: 156, Model: Alfa Romeo 156 2006Pages: 291, PDF Size: 3.73 MB
Page 41 of 291

40
De achterportieren kun-
nen alleen van binnenuit
worden geopend als het
“kinderveiligheidsslot” is uitge-
schakeld.
V AN BINNENUIT
OPENEN/SLUITEN
V oorportieren (fig. 19)
– Trek, om het portier te openen, aan
hendel (B ), onafhankelijk van de stand
van knop (A).
– Trek, om het portier te sluiten, het por-
tier dicht; druk vervolgens knop (A ) in om
te voorkomen dat het portier van buitenaf
wordt geopend.
P4U00045
fig. 19
P4U00044
fig. 18
P4U00043
fig. 17
Controleer voordat u
een portier opent of u dit
op een veilige manier
kunt doen.
P4U00410
fig. 16
PORTIEREN
V AN BUITENAF ONT-/
VERGRENDELEN
V oorportieren
– Draai, om het portier te ontgrende-
len, de sleutel (rechtsom bij het bestuur-
dersportier en linksom bij het passagiers-
portier), verwijder de sleutel en druk op
knop (A-fig. 16).
– Draai, om het portier te vergrende-
len, de sleutel in de andere richting. Achterportieren
–T rek, om het portier te openen
(alleen mogelijk als de knop aan de bin-
nenzijde (A-fig. 17) omhoog staat),
aan hendel ( B-fig. 18).
–Dr uk, om het portier te vergrende-
len, knop (A-fig. 17) in (dit kan ook
bij geopend portier) en sluit het portier.
Page 42 of 291

41
KINDERVEILIGHEIDSSLOT
(
fig. 21)
De achterportieren zijn voorzien van een
kinderveiligheidsslot ( A) waardoor de
portieren niet van binnenuit geopend kun-
nen worden.
BELANGRIJK Het systeem werkt al-
leen bij het betreffende portier.
Het kinderveiligheidsslot kan alleen bij
geopend portier worden ingeschakeld
door het bedieningsmechanisme met de
contactsleutel omhoog of omlaag te du-
wen.
Stand 1 (mechanisme omhoog) =
Kinderveiligheidsslot ingeschakeld. Stand 2 (mechanisme omlaag) =
Systeem uitgeschakeld.
fig. 21
P4U00411
De centrale portiervergrendeling (indien
aanwezig) werkt alleen als alle portieren
en het kofferdeksel zijn gesloten.
– Van buitenaf: sluit de portieren,
steek de sleutel in het slot van één van
de voorportieren, en draai de sleutel.
– Van binnenuit: druk bij gesloten
portieren op één van de knoppen ( A-
fig. 19) op de voorportieren om de cen-
trale portiervergrendeling in te schakelen.
Met knop (A-fig. 20) vergrendelt u uit-
sluitend het betreffende portier.
BELANGRIJK Bij de voorportieren
kan knop (A-fig. 19) niet worden inge-
drukt als het betreffende portier niet goed
is gesloten.
BELANGRIJK Als de elektrische voe-
ding niet aanwezig is (zekering doorge-
brand, accu losgenomen, enz.), kunnen
de sloten altijd met de hand worden be-
diend, zowel van buitenaf als van binnen-
uit.
BELANGRIJK Als de portieren cen-
traal zijn vergrendeld en één van de voor-
portieren wordt van binnenuit geopend
met de handgreep, dan worden alle por-
tieren ontgrendeld.
P4U00046
Achterportieren (fig. 20)
– Trek, om het portier te openen, aan
hendel (B ).
– Druk, om het portier te sluiten, knop
(A) in (dit kan ook bij geopend portier)
en sluit het portier.
CENTRALE PORTIER-
VERGRENDELING.
Met de portiervergrendeling kunnen alle
portieren gelijktijdig worden ver- en ont-
grendeld De centrale portiervergrendeling
werkt alleen als alle portieren goed zijn
gesloten. Als dat niet het geval is, dan
wordt de vergrendeling niet uitgevoerd.
BELANGRIJK Als één van de portie-
ren niet goed gesloten is, gaat het be-
treffende lampje op het instrumenten-
paneel branden.
fig. 20
Page 43 of 291

42ZITPLAATSEN
ZITPLAATSEN VOOR
Laat de hendel los en controleer of de
stoel goed geblokkeerd is door hem naar
voren en naar achteren te schuiven.Als de
stoel niet goed geblokkeerd is, kan deze
onverwachts verschuiven, waardoor een
gevaarlijke situatie kan ontstaan.
Hoogteverstelling bestuurdersstoel
Trek, voor het omhoog verplaatsen van
de stoel, de hendel ( B) omhoog. Beweeg
de hendel vervolgens (op en neer), totdat
de gewenste zithoogte is bereikt en laat de
hendel los. Duw, voor het omlaag verplaat-
sen van de stoel, de hendel ( B) omlaag.
Beweeg de hendel vervolgens (op en
neer), totdat de gewenste zithoogte is be-
reikt en laat de hendel los.
BELANGRIJK De hoogte kan alleen
worden ingesteld als u op de bestuurders-
stoel zit.
fig. 22 fig. 23
P4U00048P4U00049
Voer alle afstellingen
van de zitpositie uitslui-
tend uit als de auto stil-
staat.
V erstelling in lengterichting
T rek hendel (A ) omhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren. Fig. 22:
standaarduitvoering;
Fig. 23: sportstoelen (indien aanwezig);
Fig. 24: sportstoelen met zij-airbags
(indien aanwezig).
BELANGRIJK
Voor het veilig vervoe-
ren van kinderen, is het raadzaam de on-
derstaande aanwijzingen op te volgen:
– Schakel het kinderveiligheidsslot op
beide portieren in.
– Laat een kind nooit alleen achter in
de auto.
– Houdt u aan de geldende wetgeving
ten aanzien van het gebruik van kinder-
zitjes.
Controleer nadat u het
veiligheidsslot bij beide
portieren hebt ingescha-
keld of het slot daadwerkelijk is
ingeschakeld door aan de hand-
greep aan de binnenzijde van de
portieren te trekken.
Schakel dit systeem
altijd in als u kinderen
vervoert.
Page 44 of 291

fig. 26
P4U00051P4U00335
fig. 25
43
Lendensteun van de bestuurders-
stoel verstellen
(indien aanwezig)
Draai aan knop (E) totdat de gewenste
stand is bereikt.
Armsteun in het midden
(fig. 25)
Klap de armsteun voor gebruik omlaag,
zoals aangegeven in de figuur. Stoelverwarming
(fig. 26)
(indien aanwezig)
U kunt de stoelverwarming in- en uit-
schakelen met schakelaar (A ) aan de
binnenzijde van de stoel.
Als de stoelverwarming is ingeschakeld,
gaat lampje ( B) aan de buitenzijde van
de stoel branden.
Rugleuning verstellen
Draai aan knop ( C), totdat de gewenste
stand is bereikt.
Bij sportstoelen die uitgerust zijn met
zij-airbags, kan de rugleuning elektrisch
versteld worden. Druk hiervoor op knop
(D-fig. 24) aan de buitenzijde van de
stoel en laat de knop los als de gewenste
stand is bereikt.
fig. 24
P4U00050
Page 45 of 291

44
Hoofdsteunen verstellen(fig. 27)
Om de veiligheid van de inzittenden te
vergroten zijn de hoofdsteunen in hoogte
verstelbaar. Bij uitvoeringen met Recaro-
stoelen kan ook de hellingshoek van de
hoofdsteunen worden versteld.
Hoogte-verstelling: plaats de hoofdsteun
omhoog of omlaag, laat vervolgens de
steun los en controleer of de steun goed
in één van de standen vergrendeld is.
Hellingshoek verstellen (indien aanwe-
zig): pak de hoofdsteun vast en kantel
hem in de gewenste stand. BELANGRIJK
De uitvoering van de
hoofdsteun kan afwijken, afhankelijk van
de uitvoering en het land. Het afgebeelde
model is alleen bedoeld om het afstellen
te illustreren. Documentenvakken achter(fig. 28)
De rugleuningen van de voorstoelen zijn
aan de achterzijde voorzien van een do-
cumentenvak.
P4U00052
fig. 27
P4U00053
fig. 28
Let erop dat de hoofd-
steun zo is ingesteld dat
de steun het hoofd
steunt en niet de nek. Alleen in
deze positie bieden de steunen
bescherming, wanneer de auto
van achteren aangereden wordt.
Page 46 of 291

45
P4U00055
fig. 30
P4U00057
fig. 32
ZITPLAATSEN ACHTER
Armsteun in het midden(fig. 29)
(indien aanwezig)
Klap de armsteun voor gebruik omlaag,
zoals aangegeven in de figuur. Skiluik
(indien aanwezig)
Het skiluik kan worden gebruikt voor
het vervoer van lange voorwerpen.
Om het skiluik te bereiken, moet u de
armsteun neerklappen, aan de hand-
greep (A-fig. 30) van het luikje trek-
ken en het luikje vervolgens op de arm-
steun neerklappen (fig. 31). De doorgang kan vergroot worden door
de armsteun te verwijderen: druk bij neer-
geklapte armsteun de twee handgrepen
( B-fig. 32) aan de onderzijde van de
armsteun naar binnen en verwijder de
armsteun. Trek vervolgens aan de hand-
greep van het luikje en klap het neer op
de achterzitting ( fig. 33).
P4U00054
fig. 29
P4U00059
fig. 34
P4U00056
fig. 31
P4U00058
fig. 33
Page 47 of 291

46
HoofdsteunenDe auto is voorzien van twee hoofdsteu-
nen voor de zijzitplaatsen achter. De auto
kan ook zijn uitgerust met een derde
hoofdsteun (optional) voor de middelste
zitplaats achter.
De hoofdsteunen zijn in hoogte verstel-
baar. Voor de hoogteverstelling moet de
hoofdsteun omhoog of omlaag worden
geplaatst en, afhankelijk van de lengte
van de passagier, in één van de standen
worden vergrendeld.
U kunt de hoofdsteunen zonodig verwij-
deren. Ga hiervoor als volgt te werk:
– zet de hoofdsteun geheel omhoog;
–dr uk beide knoppen (A enB-
fig. 34) in en verwijder de hoofdsteun.STUURWIEL
VERSTELLEN
Het stuurwiel is verstelbaar. Het kan
dichterbij of verderaf en omhoog of om-
laag worden gezet.
Ontgrendel hiervoor de hendel (A-fig.
35) door de hendel in de richting van het
stuurwiel te trekken. Zet het stuurwiel in
de gewenste stand en druk de hendel ge-
heel naar voren.
SPIEGELS
VERSTELLEN
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
De spiegel is voorzien van een beveili-
gingsmechanisme, waardoor de spiegel
bij een krachtige botsing losschiet. Met
het hendeltje (A-fig. 36) kunt u de
spiegel in twee verschillende standen zet-
ten: normale stand of anti-verblindings-
stand.
BELANGRIJK Het model van de ach-
teruitkijkspiegel kan anders zijn als de
auto is uitgerust met een autoradio met
geïntegreerde mobiele telefoon en/of in-
bouwvoorbereiding telepass. Het afge-
beelde model is alleen bedoeld om het
afstellen te illustreren.
Let erop dat de hoofd-
steun zo is ingesteld dat
de steun het hoofd
steunt en niet de nek. Alleen in
deze positie bieden de steunen
bescherming, wanneer de auto
van achteren aangereden wordt.
fig. 35
P4U00060
fig. 36
P4U00018
V erstel het stuurwiel
alleen als de auto stil-
staat.
Page 48 of 291

47
BUITENSPIEGELS
Elektrische verstelling(fig. 37)
– Kies met keuzeschakelaar (A) de ge-
wenste spiegel (rechts of links).
– Plaats knop ( B) in één van de vier
richtingen, waardoor de hiervoor gekozen
spiegel wordt versteld.
– Zet schakelaar (A ) in de middelste
vergrendelde stand.
De elektrische verstelling werkt alleen
als de contactsleutel in stand MAR
staat. Ontwaseming/ontdooiing
(fig. 39)
(indien aanwezig)
De elektrisch verstelbare buitenspiegels
zijn voorzien van verwarmingselemen-
ten, die worden ingeschakeld als de ach-
terruitverwarming met knop ( A) wordt
ingeschakeld. Met de elementen worden
de spiegels ontwasemd of ontdooid.
Een tijdschakeling schakelt de functie
na enige minuten automatisch uit.
P4U00062
fig. 38
fig. 37
P4U00063
fig. 39
Als u rijdt, moeten de
spiegels altijd in stand (A)
staan.
De gebogen buiten-
spiegels (indien aanwe-
zig) kunnen uw waar-
neming van de afstand
licht wijzigen.
Inklappen(fig. 38)
– Indien nodig (bijv. als de breedte van
de buitenspiegel problemen oplevert in
een nauwe doorgang) kunnen de buiten-
spiegels van stand ( A) in stand (B) wor-
den geklapt.
P4U00061
Page 49 of 291

48
ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
VOOR
Bestuurderszijde (fig. 40)
Op het sierpaneel van het portier aan
bestuurderszijde zijn de bedieningsscha-
kelaars gemonteerd waarmee u, als de
contactsleutel in stand MAR staat, de
zijruiten bedient:
A - zijruit linksvoor
B - zijruit rechtsvoor.
Druk op de schakelaar om de ruit te
openen. Trek aan de schakelaar om de
r uit te sluiten.
P4U00026
fig. 41 BELANGRIJK
De ruit aan de bestuur-
derszijde kan “automatisch” worden ge-
opend en gesloten. Hiervoor hoeft u de
boven- of onderzijde van de schakelaar
slechts kort te in te drukken, zodat de ruit
geheel opent of sluit: de ruit stopt in de
gewenste stand als u de schakelaar nog-
maals kort aan de boven- of onderzijde in-
drukt.
Passagierszijde
(fig. 41)
Met schakelaar (A) kan de ruit aan de
passagierszijde worden bediend.
De ruit aan de passagierszijde kan
alleen “automatisch” worden geopend.
De werking is gelijk aan de werking van
de ruit aan de bestuurderszijde.
ACHTER
Bedien voor het openen of sluiten van
de zijruiten achter de slinger op de achter-
portieren.
Bij uitvoeringen die zijn voorzien van
elektrische ruitbediening achter zijn de
bedieningsschakelaars gemonteerd op het
portier aan bestuurderszijde en op beide
achterportieren.
Druk, met de contactsleutel in stand
MAR, op de schakelaar om de ruit te
openen of trek aan de schakelaar om de
r uit te sluiten.
P4U00025
fig. 40 Controleer voor en tij-
dens het sluiten van een
ruit altijd of de inzitten-
den niet verwond kunnen wor-
den door de beweging van de
ruit zelf of door in beweging ge-
brachte voorwerpen.
Page 50 of 291

49
Onzorgvuldig gebruik
van de elektrische ruit-
bediening kan gevaarlijk
zijn. Verwijder altijd de sleutel
uit het contact als u de auto ver-
laat, om te voorkomen dat een
onverwachtse inschakeling van
de elektrische ruitbediening ge-
vaar oplevert voor de achterge-
bleven passagiers. Houd de knop
niet ingedrukt als de ruit geheel
geopend of gesloten is.
P4U00028
fig. 43
VEILIGHEIDSGORDELS
ZITPLAATSEN VOOR
EN ZIJZITPLAATSEN ACHTER
De auto is voorzien van driepunts-veilig-
heidsgordels (als optional ook voor de der-
de achterpassagier) met rolautomaat,
waardoor veel bewegingsvrijheid ontstaat.
De veiligheidsgordels voor zijn voorzien
van elektronisch geregelde gordelspan-
ners. De onderste bevestigingspunten
zijn direct met de stoel verbonden, zodat
de bescherming optimaal is in elke stand
van de stoel.
Voor maximale be-
scherming is het raad-
zaam om de rugleuning
van de stoel in een zo recht moge-
lijke stand te plaatsen en de gor-
del zo strak mogelijk om borst en
bekken te dragen. Draag altijd
veiligheidsgordels, zowel voor als
achter in de auto. Rijden zonder
veiligheidsgordels vergroot het
risico op ernstig letsel of een do-
delijke afloop bij een ongeval.
fig. 42
P4U00027
Bestuurdersportier (fig. 42)
Op het sierpaneel van het bestuurders-
portier zijn de volgende bedieningsscha-
kelaars aanwezig:
A - zijruit linksvoor
B - zijruit rechtsvoor
C - zijruit linksachter
D - zijruit rechtsachter
E - uitschakeling bedieningsschake-
laars voor de ruiten achter (als de be-
dieningsschakelaars zijn uitgeschakeld,
staat de schakelaar omhoog; als de
schakelaar opnieuw wordt ingedrukt,
dan kunnen de bedieningsschakelaars
achter weer worden gebruikt. Achterportieren
(fig. 43)
Op het sierpaneel van elk portier be-
vindt zich een bedieningsschakelaar ( A)
voor de ruitbediening van de betreffende
r uit.