service Alfa Romeo 4C 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2014, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2014Pages: 202, PDF Size: 7.87 MB
Page 30 of 202

VENTILATIE
Ga als volgt te werk om het interieur
goed te ventileren:
❒zet de luchtuitstroomopeningen en
luchtroosters helemaal open;
❒ draai knop A naar het blauwe gebied;
❒ zet schuif B naar
.
❒ draai knop C naar de gewenste
ventilatorsnelheid;
❒ draai knop D naar
INSCHAKELING VAN DE
INTERNE
LUCHTRECIRCULATIE
zet schuif B naar
.
Geadviseerd wordt de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de file
of in tunnels, om te voorkomen dat
vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie niet langdurig, vooral
als er meer dan twee passagiers aan
boord zijn, om te voorkomen dat de
ruiten beslaan. BELANGRIJK Met het
recirculatiesysteem van de interne lucht
kunnen de gewenste verwarmings- of
ventilatieomstandigheden sneller
verkregen worden. Het wordt echter
afgeraden de interne luchtrecirculatie in
te schakelen op regenachtige of koude
dagen om te voorkomen dat de ruiten
beslaan.
KLIMAATREGELING
(koeling)
Ga als volgt te werk:
❒
draai knop A naar het blauwe gebied;
❒ draai knop C naar 1 (1ste
ventilatorsnelheid). Draai, voor snelle
koeling, knop C naar 4 (maximum
ventilatorsnelheid).
❒ zet schuif B naar
.
❒ draai knop D naar
❒druk op knop E.
Regeling koeling
Ga als volgt te werk:
❒ zet schuif B naar
.
❒ draai knop A naar het rode gebied
om de temperatuur te verhogen;
❒ draai knop C linksom om de
ventilatorsnelheid te verlagen. ONTWASEMING
BUITENSPIEGELS
Druk op
knop F fig. 21 om deze
functie in te schakelen.
Inschakeling wordt aangegeven met het
digitale lampje op het display.
Druk nogmaals op de
knop om de
functie uit te schakelen.
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de klimaatregeling
minstens eens per maand ongeveer
10 minuten in. Laat vóór het begin van
het zomerseizoen het systeem
controleren door een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
3)
27
3-10-2013 16:37 Pagina 27
Page 34 of 202

BELANGRIJK
12) Gebruik de ruitenwisser niet omopgehoopte sneeuw of ijs van de
voorruit te verwijderen. In
dergelijke omstandigheden wordt
bij overbelasting van de
ruitenwisser de beveiliging
ingeschakeld, waardoor de
ruitenwisser enkele seconden
wordt uitgeschakeld. Als hierna
de ruitenwisser niet meer werkt
(ook niet na de motor opnieuw te
hebben gestart), neem dan
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
13) Schakel de ruitenwisser niet met van de ruit opgetilde wisserbladen
in.
CRUISE-CONTROL(voor bepaalde versies/markten)
IN HET KORT
Dit is een elektronisch geregeld
hulpsysteem waarmee de gewenste
rijsnelheid gehandhaafd kan worden,
zonder het gaspedaal in te hoeven
trappen. Het systeem kan gebruikt
worden bij een snelheid van meer
dan 30 km/h op lange, droge en
rechte wegen met weinig
veranderingen in de
rijomstandigheden (bijv. snelwegen).
Het gebruik van de cruise-control
wordt dus niet aanbevolen op
buitenwegen met druk verkeer.
Gebruik het systeem niet in de stad.
Inschakelen
Zet de draaischakelaar A fig. 24 op
.
Het systeem kan niet worden
ingeschakeld als het voertuig in de 1e
versnelling of in de achteruit staat.
Het is raadzaam om het systeem in te
schakelen vanaf de 5e versnelling of
hoger.
Op afdalingen kan de snelheid bij
ingeschakelde cruise-control iets hoger
liggen dan de opgeslagen snelheid. Wanneer het systeem is ingeschakeld,
gaat het digitale lampje
branden
en verschijnt een bijbehorend bericht
op het display.
Snelheid opslaan
Ga als volgt te werk:
❒ zet de draaischakelaar A fig. 24 op
en trap het gaspedaal in om de
gewenste snelheid te bereiken;
❒ beweeg de hendel ten minste één
seconde omhoog (+) en laat deze
vervolgens los: de snelheid wordt
opgeslagen en het gaspedaal kan
losgelaten worden.
Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen)
kan de snelheid gewoon verhoogd
worden door het gaspedaal in te
trappen: als het gaspedaal vervolgens
wordt losgelaten, keert de auto terug
naar de eerder opgeslagen snelheid.
24
A0L0022
31
3-10-2013 16:37 Pagina 31
Page 36 of 202

15) Als de cruise-control niet goedwerkt of als er een storing is,
draai schakelaar A fig. 24 naar O
en neem contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
PLAFONDVERLICHTINGWerking
Het lampenglas van plafondverlichting
A fig. 25 kan in drie standen worden
gezet:
❒ rechts ingedrukt: lampje altijd aan
❒ links ingedrukt: lampje altijd uit
❒ middelste stand (neutraal): het lampje
gaat aan/uit bij het openen/sluiten
van de portieren.
TIJDSCHAKELING
PLAFONDVERLICHTING
Om het in-/uitstappen in het donker en
op slecht verlichte plaatsen te
vergemakkelijken zijn er twee
tijdregelingen voorzien. Tijdschakeling bij het
instappen
De plafondverlichting gaat als volgt
branden:
❒
ongeveer 10 seconden wanneer de
portieren worden ontgrendeld;
❒ ongeveer 3 minuten wanneer een van
de portieren wordt geopend;
❒ ongeveer 10 seconden wanneer een
van de portieren wordt gesloten.
De tijdregeling wordt onderbroken
wanneer de sleutel in de stand MAR
wordt gedraaid.
Tijdschakeling bij het
uitstappen
Als de sleutel uit het contactslot wordt
verwijderd, gaat de plafondverlichting
op de volgende manieren branden:
❒ ongeveer 10 seconden, als de sleutel
binnen 2 minuten na het uitschakelen
van de motor wordt verwijderd;
❒ ongeveer 3 minuten wanneer een van
de portieren wordt geopend;
❒ ongeveer 10 seconden wanneer een
van de portieren wordt gesloten.
De tijdschakeling stopt automatisch
wanneer de portieren vergrendeld
worden.25
A0L0060
33
3-10-2013 16:37 Pagina 33
Page 45 of 202

25) Om veiligheidsredenen moet deachterklep tijdens het rijden altijd
goed gesloten zijn. Controleer
dus altijd of de achterklep goed
gesloten en vergrendeld is. Als
u tijdens het rijden merkt dat de
achterklep niet goed vergrendeld
is, stop dan onmiddellijk en sluit
hem op de juiste wijze.
KOPLAMPENLICHTBUNDEL
AFSTELLEN
Een goede afstelling van de koplampen
is belangrijk voor het comfort en de
veiligheid van de bestuurder en alle
overige weggebruikers. Dit wordt
bovendien geregeld door specifieke
voorschriften van de
wegenverkeerswetgeving.
De koplampen moeten op de juiste
wijze gericht zijn om de beste
zichtcondities voor alle bestuurders te
garanderen. Neem contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt om
de koplampen te laten controleren
en afstellen.
KOPLAMPAFSTELLING IN
HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor
gebruik in het land waar de auto
oorspronkelijk is gekocht. In landen
waar op de andere weghelft wordt
gereden, moet, om verblinding van
tegenliggers te voorkomen, de richting
van de lichtbundel gewijzigd worden,
ga hiervoor als volgt te werk:
❒open de beschermflap A fig. 44 op
de binnenste wielkuip; deze kan
gevonden worden door het stuur
helemaal te draaien;
44
A0L0142
45 - Versies met stuur links
A0L0141
42
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 42
Page 54 of 202

Werking
Het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) voert een
voortdurende diagnose uit op die
componenten van de auto die te
maken hebben met de
uitlaatgasemissie.
Bovendien waarschuwt het systeem de
bestuurder door het inschakelen van
een waarschuwingslampje
op
het instrumentenpaneel (en het
verschijnen van een bericht op het
display) wanneer deze componenten
niet langer in uitstekende staat verkeren
(zie paragraaf "Lampjes en berichten"
in het hoofdstuk "Kennismaking met
het instrumentenpaneel").
Het doel van het EOBD-systeem
(European On Board Diagnosis) is:
❒ de efficiëntie van het systeem te
bewaken;
❒ signaleren wanneer de
emissiewaarden stijgen;
❒ de noodzaak voor het vervangen van
verslechterde onderdelen aangeven. Het voertuig beschikt ook over een
stekker waarmee, na aansluiting van
speciale apparatuur, de door de
regeleenheid opgeslagen storingscodes
en de specifieke parameters voor
diagnose en werking van de motor
kunnen worden uitgelezen. Deze
controle kan ook door de
verkeerspolitie worden verricht.
BELANGRIJK Na de storing te hebben
verholpen moet een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt, om het systeem
volledig te controleren, tests uitvoeren
en zo nodig een proefrit maken die ook
een lange afstandsrit kan omvatten.
RADIO(voor bepaalde versies/markten)
Het systeem bestaat uit:
❒
voedingskabels voor radio,
luidsprekers en antenne;
❒ autoradio;
❒ antenne op voorbumper;
❒ 2 tweeter luidsprekers met een
doorsnede van 38 mm en 2
mid-woofer luidsprekers met een
doorsnede van 130 mm, gemonteerd
op de portieren.
Zie voor nadere informatie over functies
en gebruik van de radio, het speciale
Supplement dat bij de
boorddocumentatie is gevoegd.
51
3-10-2013 16:37 Pagina 51
EOBD-SYSTEEM
(European On
Board Diagnosis)
Page 55 of 202

OPTIONELE
ACCESSORIESAls men na aanschaf van het voertuig
accessoires wil monteren die constante
elektrische voeding nodig hebben
(radio, diefstalalarm, satellietbewaking
via GPS enz.) of veel stroom verbruiken,
dient men contact op te nemen met
het gespecialiseerde personeel van een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt. Zij
kunnen de meest geschikte apparatuur
uit het assortiment Lineaccessori Alfa
Romeo aanbevelen en controleren
of de elektrische installatie berekend is
op de vereiste belasting en of het
noodzakelijk is een accu met
een grotere capaciteit te monteren.
44)
MONTAGE VAN
ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die
na aanschaf van de auto door de
aftersales-service worden gemonteerd,
moeten van het volgende merkteken
zijn voorzien:fig. 52Fiat Group Automobiles S.p.A.
autoriseert de montage van zend-/
ontvangstapparatuur op voorwaarde
dat deze door een gespecialiseerd
bedrijf op vakkundige wijze en
overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van
systemen waarbij de kenmerken van
de auto worden gewijzigd, kan het
kentekenbewijs door de bevoegde
instanties ingenomen worden. Dit kan
ook de ongeldigheid van de garantie
met zich meebrengen voor defecten
veroorzaakt door voornoemde wijziging
of die direct of indirect hierop terug te
voeren zijn.
Fiat Group Automobiles S.p.A. wijst
elke aansprakelijkheid af voor schade
die het gevolg is van montage van
accessoires die niet door Fiat Group
Automobiles S.p.A. zijn geleverd of
aanbevolen en die niet conform de
verschafte aanwijzingen zijn
gemonteerd.RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons,
CB-zenders, radioamateurs e.d.) mag
alleen in het voertuig worden gebruikt
met een aparte antenne die op het dak
is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze
apparaten in de auto (zonder
buitenantenne) kan storingen in de
elektronische systemen van de auto
veroorzaken. Dit kan de veiligheid van
de auto in gevaar brengen en een
potentieel gevaar voor de gezondheid
van de passagiers opleveren.
Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS)
met het officiële EU-keurmerk, wordt
verwezen naar de gebruiksaanwijzingen
van de fabrikant van de mobiele
telefoon.
52
52
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 52
Page 59 of 202

TPMS (Tyre
Pressure
Monitoring System)(voor bepaalde versies/markten)
De auto kan uitgerust zijn met een
bewakingssysteem van de
bandenspanning (TPMS) dat de
bestuurder informeert over de toestand
van de bandenspanning door middel
van speciale berichten op het display
fig. 55.
Dit systeem omvat een
RF-zendersensor die op elk wiel is
gemonteerd (op de velg in de band) en
die gegevens over de spanningswaarde
van elke band naar de regeleenheid
stuurt.BELANGRIJKE
INFORMATIE OVER HET
TPMS-SYSTEEM
46) 47) 48) 49) 50) 51) 52) 53) 54)
De storingsindicaties worden niet
opgeslagen en worden bij de volgende
start dus niet meer weergegeven.
Als de storingsconditie blijft bestaan,
dan zal de regeleenheid pas na een rit
van korte duur een melding op het
instrumentenpaneel doen verschijnen.
STORING TPMS
Bij een storing van het TPMS zullen
streepjes in plaats van de
bandenspanning verschijnen, samen
met inschakeling van het speciale
waarschuwingslampje
(zie de
paragraaf "Lampjes en berichten" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel". Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt om de correcte werking
van het systeem te laten herstellen.
55
A0L0113
56
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 56
Page 60 of 202

Raadpleeg, voor een juist gebruik van het systeem, onderstaande tabel wanneer de wielen/banden moeten worden vervangen:HandelingSensoren op wielen op
auto gemonteerd Storingsmelding
Benodigde actie
– –JANeem contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Wiel verwisselen met
winterbanden NEE
JANeem contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Wiel verwisselen met
winterbanden JA
NEE –
Wiel verwisselen met een wiel
met andere afmetingen (*) JA
NEE –(*)Als alternatief aangegeven in zowel het Instructieboek als op het kentekenbewijs; beschikbaar bij Alfa Romeo Lineaccessori.
57
3-10-2013 16:37 Pagina 57
Page 61 of 202

BELANGRIJK
46) De aanwezigheid van hetTMPS-systeem ontslaat de
bestuurder niet van de
verplichting om de
bandenspanning regelmatig te
controleren, met inbegrip van het
reservewiel.
47) Controleer de bandenspanning bij koude banden. Als de
bandenspanning om welke reden
dan ook bij warme banden moet
worden gecontroleerd, dan mag
de druk niet worden verlaagd, ook
wanneer de gemeten waarde
hoger is dan de voorgeschreven
drukwaarde. Herhaal de controle
wanneer de banden koud zijn.
48) Als een of meerdere wielen zonder sensoren zijn gemonteerd,
dan is het systeem niet langer
beschikbaar. Hierbij gaat het
TMPS-waarschuwingslampje
korten dan een minuut knipperen
voordat het continu blijft branden,
en wordt een melding op het
display getoond zolang de 4
wielen met sensoren niet
gemonteerd worden. 49) Het TPMS-systeem waarschuwt
niet bij een plotselinge afname
van de bandenspanning
(bijvoorbeeld bij een klapband).
Breng in dergelijke gevallen de
auto tot stilstand en voorkom
bruuske stuurbewegingen.
50) Wanneer standaard banden moeten worden vervangen door
winterbanden (en omgekeerd),
moet het TPMS-systeem hierop
worden afgesteld. Dit mag alleen
door een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt worden verricht.
51) Schommelende buitentemperaturen kunnen de
bandenspanning beïnvloeden. Het
TPMS-systeem kan tijdelijk een
onvoldoende spanningswaarde
aangeven. Controleer in dergelijke
gevallen de bandenspanning bij
koude banden en herstel zo nodig
de juiste spanningswaarde. 52) Wanneer een wiel wordt
vervangen, is het raadzaam ook
de rubberen ventielpakking te
vervangen: neem contact op met
een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt. De montage/
demontage van een band en/of
velg vereist specifieke
voorzorgsmaatregelen; om schade
of een verkeerde montage van de
sensoren te voorkomen, mogen
deze werkzaamheden alleen door
gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd. Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
53) Sterke radiofrequentie- interferentie kan de regelmatige
werking van het TPMS-systeem
verhinderen. Dit wordt
aangegeven met een bericht op
het display. Het bericht verdwijnt
automatisch zodra de
interferentie is verdwenen.
58
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 58
Page 66 of 202

KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.INSTRUMENTENPANEEL ............... 64
SETUP-MENU................................. 67
MENUOPTIES ................................. 68
TRIP COMPUTER ........................... 73
LAMPJES EN BERICHTEN ............. 76
- LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU /
HANDREM AANGETROKKEN ............ 77
- STORING EBD ................................. 77
- STORING AIRBAG ........................... 78
- VEILIGHEIDSGORDELS NIET
VASTGEMAAKT ................................. 78
- STORING AIRBAG ........................... 79
- AIRBAG PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD .............................. 79
- STORING INSPUIT-/
EOBD-SYSTEEM ................................ 80
- TPMS ............................................... 81
- ELEKTRONISCH
STABILITEITSSYSTEEM (ESC) ........... 82
- WAARSCHUWINGSLAMPJE
ASR-FUNCTIE UITGESCHAKELD ...... 83
- STADSLICHT EN DIMLICHT ............. 84
- FOLLOW ME HOME ........................ 84
- RICHTINGAANWIJZER LINKS .......... 84
- RICHTINGAANWIJZER RECHTS ...... 85
- GROOTLICHT .................................. 85
- TE LAGE MOTOROLIEDRUK ........... 86
-MOTOROLIE VERSLECHTERD ......... 86
- TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ...... 87
- STORING DYNAMO ......................... 88
- STORING VERSNELLINGSBAK ....... 88
-PORTIEREN NIET GOED GESLOTEN
............................................................ 88
-VERSLETEN REMBLOKKEN ............. 89
- STORING ALFA ROMEO CODE
SYSTEEM ........................................... 89 - BRANDSTOFRESERVE/BEPERKTE
ACTIERADIUS .................................... 89
- STORING SENSOR
BRANDSTOFRESERVE/BEPERKTE
ACTIERADIUS .................................... 89
- CRUISE-CONTROL .......................... 90
- ONTWASEMING/ONTDOOIING
BUITENSPIEGEL ................................ 90
- STORING BUITENLICHTEN ............. 91
- SERVICE (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD) ................................... 91
- ALGEMENE STORING ..................... 92
- AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER ..................... 93
- BAGAGERUIMTE OPEN .................. 93
- MOGELIJKE IJSVORMING OP
WEGDEK ............................................ 93
- STORING REMLICHTEN .................. 93
- STORING PARKEERSENSOR .......... 94
- WEERGAVE VAN GEKOZEN
RIJMODUS (“Alfa DNA”-systeem) ....... 94
63
3-10-2013 16:37 Pagina 63