airbag Alfa Romeo 4C 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2021, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2021Pages: 156, PDF Size: 3.36 MB
Page 10 of 156

KENNISMAKING MET DE AUTO
8
INSTRUMENTENPANEEL
1. Luchtroosters 2. Linker hendel 3. Instrumentenpaneel 4. Rechterhendel 5. Passagiersairbag 6. Bedieningen op het dashboard
7. Verwarming/klimaatregeling 8. Stuurwiel 9. Bedieningsknoppen
A0L0144
Page 35 of 156

33
Sommige opties hebben een submenu.
Het menu wordt geactiveerd door de
knop SET/
Nkort in te drukken.
Het menu omvat de volgende opties:
❒ MENU
❒ SNELHEIDSPIEP
❒ INSCHAKELING/GEGEVENS TRIP B
❒ TIJD INSTELLEN
❒ DATUM INSTELLEN
❒ AUTOMATISCH AFSLUITEN (waar
aanwezig)
❒ MEETEENHEDEN
❒ TAAL
❒ VOLUME WAARSCHUWINGEN
❒ ZOEMER/PIEP
VEILIGHEIDSGORDELS (kan alleen
worden weergegeven nadat het SBR-
systeem door een Speciaal Alfa Romeo
Servicepunt is uitgeschakeld)
❒ SERVICE
❒ AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒ DAGRIJLICHTEN (waar aanwezig)
❒ MENU AFSLUITEN
Een optie in het hoofdmenu zonder een
submenu kiezen:
❒ druk kort op de knop SET/Nom de
instelling van het hoofdmenu die
gewijzigd moet worden te selecteren;❒ druk op de knop of (deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling te
selecteren;
❒ druk kort op de knop SET/
Nom de
nieuwe instelling op te slaan en terug te
gaan naar de eerder geselecteerde optie
in het hoofdmenu.
Een optie in het hoofdmenu met een
submenu kiezen:
❒ druk kort op de
knop SET/
Nom de eerste
optie van het submenu weer te geven;
❒ druk op de knop of (telkens
indrukken) om door alle opties in het
submenu te scrollen;
❒ druk kort op de
knop SET/
Nom de optie van het
weergegeven submenu te selecteren en
het desbetreffende submenu te openen;
❒ druk op de knop of (deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling voor
deze specifieke submenu-optie te
selecteren;
❒ druk kort op de knop SET/
Nom
tegelijkertijd de instelling op te slaan en
terug te gaan naar hetzelfde item in
het eerder geselecteerde menu.
TRIP-COMPUTER
De Trip-computer geeft informatie over
de werking van de auto weer op het
display, wanneer de contactsleutel in de
stand MAR staat.
Met deze functie kunnen twee
afzonderlijke reizen worden aangemaakt,
“Trip A” en Trip B” genaamd, waarmee
“volledige reizen” van de auto worden
bewaakt. Beide functies werken
onafhankelijk van elkaar.
Beide geheugens kunnen gereset worden:
reset - begin van een nieuwe rit.
“Trip A” geeft informatie over:
❒ Actieradius
❒ Afgelegde afstand
❒ Gemiddeld verbruik
❒ Huidig verbruik
❒ Gemiddelde snelheid
❒ Reistijd
“Trip B” geeft informatie over:
❒ Afgelegde afstand B
❒ Gemiddeld verbruik B
❒ Gemiddelde snelheid B
❒ Reistijd
“Trip B” kan worden uitgeschakeld.
De parameters “Actieradius” en “Huidig
verbruik” kunnen niet worden gereset.
Page 37 of 156

35
Lampjes op het paneelBetekenisWat te doen
Rijd heel voorzichtig naar het dichtstbijzijnde
Alfa Romeo Servicepunt
om het systeem onmiddellijk te laten controleren.
20) 21)
Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk voor een
permanente uitschakeling van de zoemer van het
SBR-systeem (Seat Belt Reminder).
Het systeem kan via het instellingenmenu opnieuw
worden ingeschakeld.
EBD-FOUT
Wanneer de lampjes x(rood) en >(geel) bij draaiende
motor tegelijk gaan branden, dan is er een storing in het
EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit
geval kunnen de achterwielen bij hard remmen plotseling
blokkeren waardoor de auto begint te slippen.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
STORING AIRBAG
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden, maar dit moet na enkele
seconden doven.
Als het lampje brandt, dan duidt dit op een storing in het
airbagsysteem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
VEILIGHEIDSGORDELS NIET VASTGEMAAKT
(waar aanwezig)
Het waarschuwingslampje blijft branden, als de auto
stationair draait en de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet naar behoren is vastgemaakt.
Het waarschuwingslampje gaat knipperen en er klinkt een
zoemer, als met de auto wordt gereden, terwijl de
veiligheidsgordel van de bestuurder niet naar behoren is
vastgemaakt.
Page 38 of 156

KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTEN- PANEEL
36
Lampjes op het paneelBetekenisWat te doen
Rijd zeer voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact op
met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
ABS-FOUT
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later
doven. Het lampje gaat branden om een systeemstoring
aan te geven.
In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar
met uitsluiting van het ABS-systeem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
FRONTAIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD
Het lampje
“gaat branden wanneer de frontairbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
Wanneer de airbag van de passagier op de voorstoel is
ingeschakeld en de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje
“ongeveer 4 seconden continu
branden, waarna het zou moeten doven.
Als het lampje knippert, dan duidt dit op een storing van
het airbagwaarschuwingslampje.
22)
Rijd zeer voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact op
met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Page 50 of 156

KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTEN- PANEEL
48
20)Als het lampje ¬niet gaat branden, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid of blijft branden tijdens het rijden (er verschijnt
ook een bericht op het display), dan is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of gordelspanners
mogelijk bij een ongeval niet in werking treden of, in een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in werking treden. Laat het systeem
onmiddellijk controleren door een speciaal Alfa Romeo Servicepunt alvorens verder te rijden.
21)Een storing van het waarschuwingslampje
¬wordt aangegeven als het waarschuwingslampje “langer dan de gebruikelijke 4 seconden
blijft knipperen. Bovendien schakelt het airbagsysteem de airbag aan passagierszijde automatisch uit. In dat geval kan het lampje ¬mogelijk
geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door een speciaal Alfa Romeo Servicepunt
alvorens verder te rijden.
22)Een storing van het lampje
“wordt aangegeven door het aangaan van het lampje ¬. Bovendien schakelt het airbagsysteem de airbag
aan passagierszijde automatisch uit.
23)Wanneer het digitale lampje gaat branden, moet de afgewerkte motorolie zo spoedig mogelijk, en elk geval binnen 500 km nadat het
lampje voor het eerst ging branden, worden ververst. Het niet naleven van deze instructie kan leiden tot ernstige beschadiging van de motor en
de garantie ongeldig maken. Vergeet niet dat het knipperen van het digitale lampje niets te maken heeft met het oliepeil in de motor; voeg dus
absoluut geen motorolie toe als het lampje begint te knipperen.
24)Wanneer het lampje tijdens het rijden gaat knipperen, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK
3Als het lampje, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, niet gaat branden, continu blijft branden of gaat knipperen tijdens het
rijden (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), zo snel mogelijk contact opnemen met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
WAARSCHUWINGEN
Page 51 of 156

VEILIGHEID
ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN ............................................................... 50
TPMS (Tyre Pressure Monitoring System) ................................................. 53
VEILIGHEIDSGORDELS ........................................................................................ 57
SBR-SYSTEEM (Seat Belt Reminder)............................................................ 59
GORDELSPANNERS ............................................................................................... 59
VEILIG KINDEREN VERVOEREN ...................................................................... 60
UNIVERSEEL KINDERZITJE MONTEREN ................................................... 61
FRONTAIRBAGS........................................................................................................ 63
Het volgende hoofdstuk is heel belangrijk: het bevat
een beschrijving van de veiligheidssystemen die in uw auto
zijn aangebracht en biedt informatie over
het correcte gebruik daarvan.
Page 65 of 156

63
Belangrijkste veiligheidsvoorschriften
die voor het vervoeren van kinderen
opgevolgd moeten worden
❒ Volg de aanwijzingen die de producent
verplicht bij het kinderzitje moet leveren
zorgvuldig op.
Bewaar deze instructies samen met de
overige documenten en dit
instructieboek in de auto.
Raadpleeg bij gebruik van kinderzitjes
altijd de instructies; controleer altijd of
de veiligheidsgordel goed is bevestigd,
door aan de gordel te trekken;
❒ elk kinderzitje is bedoeld voor één
kind; vervoer nooit twee kinderen in één
kinderzitje; controleer altijd of de gordel
niet langs de nek van het kind loopt;
❒ controleer tijdens het rijden dat het
kind geen verkeerde houding aanneemt
of de gordels losmaakt.
❒ vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeborenen. Niemand kan
een kind vasthouden in geval van een
ongeval; vervang na een ongeval altijd het
kinderzitje door een nieuwe. Laat ook de
veiligheidsgordel vervangen waar het
kinderzitje mee vastzat.
FRONTAIRBAGS
FRONTAIRBAGS BESTUURDER EN
PASSAGIER
De auto is uitgerust met meertraps
frontairbags (“Smart bagssysteem”) voor
de bestuurder en de passagier.
De frontairbags voor
bestuurder/passagier zijn ontworpen om
de inzittenden te beschermen bij
middelzware frontale botsingen, door de
airbag tussen de inzittende en het
stuurwiel of het dashboard op te blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen bij
andere soorten botsingen (botsingen
opzij, achterop, over de kop slaan enz.),
betekent dit dus niet dat het systeem
slecht functioneert.
Airbags zijn geen vervanging voor de
veiligheidsgordels maar een aanvulling
daarop, de gordels moeten altijd
omgelegd worden. Bij een botsing worden
degenen die geen veiligheidsgordel
dragen naar voren geworpen en kunnen
zo in contact komen met een airbag die
nog niet volledig opgeblazen is. Onder
deze omstandigheden wordt de
inzittende minder door de airbag
beschermd.
60)
59)De schema’s zijn indicatief en dienen
slechts ter illustratie van de montage.
Monteer het kinderzitje overeenkomstig
de aanwijzingen, die bijgesloten
moeten zijn.
BELANGRIJK
❒ Een onjuiste montage van het
kinderzitje kan leiden tot een inefficiënt
beschermingssysteem. Bij een ongeval
kan het kinderzitje loskomen en kan het
kind zelfs dodelijk gewond raken. Houd u
bij het monteren van kinderzitjes strikt
aan de meegeleverde instructies.
❒ Wanneer het kinderzitje niet in
gebruik is, zet het dan vast met de
veiligheidsgordel of verwijder het uit het
voertuig. Laat het kinderzitje niet los in
het interieur liggen. Op die manier kan het
geen letsel bij de inzittenden
veroorzaken, als er plotseling moet
worden geremd of in geval van een
ongeval.
Page 66 of 156

In de volgende omstandigheden kan het
voorkomen dat de frontairbags niet
worden opgeblazen:
❒ frontale botsingen tegen makkelijk
vervormbare onderdelen, die niet de
voorkant van de auto zijn (bijv. spatbord
tegen de vangrail);
❒ de auto schuift onder andere auto’s of
veiligheidsbarrières (bijvoorbeeld onder
vrachtwagens of vangrails); in deze
situaties bieden ze geen aanvullende
bescherming ten opzichte van de
veiligheidsgordels, zodat hun activering
geen zin heeft. In deze gevallen wijst de
uitgebleven activering dus niet op een
storing van het systeem.
FRONTAIRBAG BESTUURDERSZIJDE
Deze airbag bevindt zich in een speciale
ruimte in het midden van het stuurwiel
fig. 39.
61)
39A0L0055
FRONTAIRBAG PASSAGIERSZIJDE
Deze airbag bevindt zich in een speciale
ruimte in het dashboard fig. 40.
62)
FRONTAIRBAG PASSAGIER EN
KINDERZITJES
Het is TEN STRENGSTE VERBODEN een
kinderzitje tegen de rijrichting in te
installeren. Als bij een botsing de airbag
wordt opgeblazen, kan het kind hierdoor
dodelijke verwondingen oplopen.
Neem ALTIJD de aanwijzingen vermeld
op het label op de zonneklep aan
passagierszijde fig. 41 in acht.
40A0L0056
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De frontairbags kunnen in werking treden bij
heftige botsingen tegen de onderkant van de
auto (bijv. botsing met treden,
trottoirbanden, kuilen of verkeersdrempels,
enz.). Als de airbag geactiveerd wordt,
ontsnapt er een kleine hoeveelheid poeder:
dit poeder is niet schadelijk en duidt niet op
het begin van een brand. Dit poeder kan
echter de huid en ogen irriteren: was ze in dit
geval met neutrale zeep en water.
De controle, reparatie en vervanging van de
airbags moeten door een Speciaal Alfa
Romeo Servicepunt worden uitgevoerd. Als
de auto wordt gesloopt, moet het
airbagsysteem buiten werking gesteld
worden door een Speciaal Alfa Romeo
Servicepunt. Gordelspanners en airbags
worden op verschillende manieren
geactiveerd, afhankelijk van het type botsing.
Als een of meerdere van deze voorzieningen
niet in werking treden, dan duidt dat niet op
een storing in het systeem.
63) 64) 65) 66) 67) 68) 69) 70) 71) 72)
VEILIGHEID
64
41A0L0230
Page 67 of 156

65
Frontairbag passagierszijde en kinderzitjes: BELANGRIJK
Page 68 of 156

VEILIGHEID
66
61)Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel of op het
deksel van de passagiersairbag aan.
Plaats nooit voorwerpen op het
dashboard aan passagierszijde, omdat
deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en de
inzittenden kunnen verwonden.
62)Rijd altijd met de handen op de
stuurwielrand zodat de airbag indien
nodig ongehinderd opgeblazen kan
worden.
Rijd niet met voorover gebogen lichaam.
Houd de rug goed rechtop tegen de
rugleuning gedrukt.
63)Instructies voor het uitschakelen van
de frontairbag aan passagierszijde zijn te
vinden in de paragraaf “Menuopties” in
het hoofdstuk “Kennismaking met het
instrumentenpaneel”. Denk eraan dat de
airbag in deze omstandigheden NIET in
werking zal treden wanneer dat nodig is
(ongeval).
64)Leun niet met uw hoofd, armen of
ellebogen tegen het portier om letsel te
voorkomen wanneer de airbag in werking
treedt.
65)Steek nooit het hoofd, de armen of de
ellebogen uit het raam.
BELANGRIJK66)Als de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid en het lampje ¬gaat niet
branden of blijft branden tijdens het rijden
(bij sommige versies samen met een
bericht op het display), dan is er mogelijk
een storing in de veiligheidssystemen. In
dat geval kunnen de airbags of
gordelspanners niet geactiveerd worden
bij een ongeval of (in een zeer beperkt
aantal gevallen), op onjuiste wijze
geactiveerd worden. Laat het systeem
onmiddellijk controleren door een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt
alvorens verder te rijden.
67)Reis niet met voorwerpen op schoot
of voor de borst en houd niets in de mond
(pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig letsel
veroorzaken als de airbag in werking
treedt.
68) Laat bij diefstal of poging tot
diefstal, vandalisme of overstromingen
het airbagsysteem door een Speciaal Alfa
Romeo Servicepunt controleren.
69)Als de contactsleutel in stand MAR
staat of wanneer de motor is uitgezet,
kunnen de airbags ook geactiveerd
worden als de auto door een andere auto
wordt aangereden. Vergeet ook niet dat
als de sleutel in de stand STOP staat, er
bij een ongeval geen enkel
veiligheidssysteem (airbag of
gordelspanners) wordt geactiveerd. Als
deze systemen onder deze
omstandigheden niet worden
geactiveerd, betekent dit dus niet dat het
systeem slecht functioneert.70)Wanneer de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje
“de
eerste 4 seconden constant branden.
Als het lampje daarna blijft branden,
betekent dit dat de
passagiersbescherming is uitgeschakeld;
als het lampje daarentegen uitgaat, is de
passagiersbescherming ingeschakeld.
71)De activeringsdrempel van de
frontairbag is hoger dan die van de
gordelspanners. Bij aanrijdingen die
tussen deze twee drempelwaarden liggen,
treden alleen de gordelspanners in
werking.
72)De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt hun
doeltreffendheid Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de
inzittenden uitsluitend door de
veiligheidsgordels beschermd, die dus
altijd gedragen moeten worden.