brake Alfa Romeo Giulietta 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2013, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2013Pages: 288, PDF Size: 12.99 MB
Page 106 of 288
ESC (Electronic Stability
Control) SYSTEEMDit elektronische systeem waakt over de stabiliteit van de auto als de
wielen hun grip verliezen, waardoor de richtingsstabiliteit van de auto
beter is.
Het systeem herkent potentieel gevaarlijke situaties voor de stabiliteit
van de auto en grijpt automatisch en op gedifferentieerde manier in op
de remmen van de vier wielen door een stabiliserend koppel te
leveren.
Het ESC systeem omvat ook de volgende subsystemen:
❒Hill Holder
❒ASR
❒Brake Assist
❒MSR
❒CBC
❒“ELECTRONIC Q2” (“E-Q2”)
❒DST
❒RABACTIVERING SYSTEEMHet ESC-systeem wordt automatisch ingeschakeld wanneer de motor
wordt gestart; het kan niet worden uitgeschakeld.INGREEP VAN HET SYSTEEMDeze wordt gemeld door het knipperen van hetESClampje op het
instrumentenpaneel, om de bestuurder te waarschuwen dat de
stabiliteit en de grip van de auto kritiek zijn.
HILL HOLDERDit systeem is een onderdeel van het ESC-systeem en helpt de
bestuurder bij het wegrijden op hellingen.
Het wordt in de volgende gevallen automatisch geactiveerd:
❒opwaartse helling: als het voertuig stilstaat op een opwaartse helling
van meer dan 5% met draaiende motor, ingetrapt rempedaal en de
versnellingsbak in de vrijstand of met ingeschakelde versnelling
(andere dan achteruit);
❒neerwaartse helling: als het voertuig stilstaat op een neerwaartse
helling van meer dan 5% met draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en ingeschakelde achteruitversnelling.
Tijdens het wegrijden houdt de regeleenheid van het ESC-systeem de
wielen geremd, totdat het nodige motorkoppel is bereikt om te kunnen
wegrijden, of in ieder geval circa 2 seconden, zodat de bestuurder
de rechtervoet zonder problemen van het rempedaal naar het
gaspedaal kan verplaatsen.
Als na deze tijd niet is weggereden, wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld en wordt de remdruk geleidelijk gereduceerd. Tijdens
deze fase kan een geluid hoorbaar zijn. Dit geluid wijst erop dat
het voertuig weldra in beweging zal komen.
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is geen handrem. Verlaat
daarom nooit de auto zonder eerst de handrem te hebben
aangetrokken, de motor te hebben afgezet en de eerste versnelling te
hebben ingeschakeld.
102WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 107 of 288
ASR (AntiSlip Regulation) SYSTEEMDit systeem is een onderdeel van het ESC-systeem. Het grijpt
automatisch in als één of beide aangedreven wielen slippen, grip
verliezen op natte wegen (aquaplaning) en bij het optrekken op glad,
besneeuwd of met ijzel bedekt wegdek, enz.
Afhankelijk van de slipcondities, kunnen twee verschillende
regelsystemen worden geactiveerd:
❒als beide aangedreven wielen doorslippen, grijpt het ASR-systeem
in door het door de motor doorgegeven vermogen te reduceren;
❒als slechts één aangedreven wiel slipt, grijpt het ASR-systeem
automatisch in door het slippende wiel te remmen.
Voor een goede werking van de ESC- en ASR-systemen
is het van groot belang dat de banden van alle wielen
van hetzelfde type, merk en maat zijn en dat ze in
perfecte conditie zijn.Het ESC-systeem blijft ook ingeschakeld wanneer met
het noodreservewiel wordt gereden. Onthoud altijd
dat het noodreservewiel kleiner is dan een normale
band, waardoor het minder grip levert.Neem nooit onnodige en onverantwoorde risico's, ook
al is de auto voorzien van de systemen ESC en ASR.
Pas het rijgedrag steeds aan de conditie van het
wegdek, het zicht en het verkeer aan. De bestuurder is altijd
verantwoordelijkheid voor de verkeersveiligheid.
BRAKE ASSIST(assistentie bij noodremmen)
Dit systeem, dat niet uitgeschakeld kan worden, herkent eventuele
noodremmanoeuvres (op basis van de snelheid waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt) en versnelt de reactie van het remsysteem.
Het Brake Assist systeem wordt uitgeschakeld in geval van storing
van het ESC-systeem.MSR(Motor Schleppmoment Regelung)
Dit systeem is een onderdeel van het ABS-systeem dat bij bruusk
terugschakelen ingrijpt door het motorkoppel te regelen, zodat
overmatige aandrijving op de aangedreven wielen wordt voorkomen,
wat vooral bij slechte gripcondities tot verlies van stabiliteit van de
auto kan leiden.CBC (Cornering Brake Control)
SYSTEEMDeze functie verbetert de verdeling van de remdruk over de vier wielen
(om de beschikbare grip volledig te benutten), wanneer in bochten
wordt geremd als het ABS ingrijpt. Dit zorgt voor een kortere remweg
en vooral voor meer stabiliteit bij het nemen van bochten.
103WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 108 of 288
“ELECTRONIC Q2” (“E-Q2”)Het “Electronic Q2” systeem gebruikt het remsysteem om een effect te
bereiken dat op dat van een differentieel met beperkte slip lijkt.
Het voorste remsysteem werkt bij acceleratie in bochten op het
binnenwiel in door de aandrijving van het buitenwiel te vergroten (dus
meer te belasten) en door te zorgen voor een dynamische en continue
koppelverdeling tussen de voorste aangedreven wielen op basis van de
rij- en wegdekcondities.
Samen met de McPherson voorwielophanging zorgt dit systeem voor
een bijzonder doeltreffend en sportief rijgevoel.DST SYSTEEM
(Dynamic Steering Torque)Deze functie integreert Dual Pinion stuurbekrachtiging in de werking
van de ESC. Bij bijzondere manoeuvres regelt het ESC-systeem de
stuurinrichting door een stuurkoppel te activeren om de bestuurder zo
goed mogelijk bij te staan.
Het systeem werkt op gecoördineerde wijze in op de remmen en de
stuurinrichting om de wielophanging en het veiligheidsniveau van de
auto in zijn geheel te verbeteren. De stuurinrichting zorgt voor extra
koppel op het stuurwiel.RAB SYSTEEM (Ready Alert Brakes)
(alleen bij ingeschakelde “Dynamic”
modus)Deze functie zorgt voor de voorinstelling van de remblokken (voor en
achter) na het snel loslaten van het gaspedaal om de remtijd te
reduceren en de remweg te verkorten.
“Alfa DNA”-SYSTEEM
(Dynamische controle van de
auto)Dit systeem wordt bediend met de hendel A fig. 82 (op de
tunnelconsole) waarmee drie verschillende rijmodussen naargelang de
rijstijl en wegcondities kunnen worden gekozen:
❒d = Dynamic (sportieve rijmodus);
❒n = Natural (rijmodus voor normale omstandigheden);
❒a = All Weather (rijmodus bij condities met gebrekkige grip, zoals
regen en sneeuw).
Het systeem grijpt ook in op de dynamische controle van de auto
(motor, sturing, VDC-systeem, instrumentenpaneel).
Wanneer de hendel A fig. 82 in de stand “d” wordt gebracht, wordt
de “Dynamic” modus ingeschakeld en wordt dit aangegeven door het
variëren van de felheid (knipperen) van de verlichting het
instrumentenpaneel.
fig. 82
A0K0072
104WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 163 of 288
Als de band door vreemde voorwerpen lek is gelaakt, kan
de kit gebruikt worden voor beschadigingen in het
loopvlak of de schouder met een diameter van maximaal 4
mm.Lekken en beschadigingen in de flanken kunnen niet
gerepareerd worden. Gebruik de reparatiekit niet
als de band beschadigd is geraakt door het rijden met
een lege band.Reparatie is niet mogelijk bij schade aan de velg
(zodanige vervorming van de groef dat er lucht
weglekt). Verwijder niet het eventueel in de band
binnengedrongen voorwerp (schroef of spijker).
Bedien de compressor nooit langer dan 20 minuten
achter elkaar. Gevaar voor oververhitting. De snelle
bandenreparatiekit is niet geschikt voor definitieve
reparatie. Banden gerepareerd met de snelle bandenreparatiekit
mogen slechts tijdelijk gebruikt worden.Laat het busje en het afdichtmiddel niet in het milieu achter.
Verwerk het busje en het afdichtmiddel overeenkomstig
de nationale en plaatselijke voorschriften.Het busje bevat ethyleenglycol en latex: kan een
allergische reactie veroorzaken. Schadelijk bij
inslikken. Irriterend voor de ogen. In geval van
inhalatie of contact zou er geen reactie moeten optreden. Vermijd
contact met huid, ogen en kleding. Spoel bij contact onmiddellijk
uit met rijkelijk water. Vermijd braken bij inslikken. Spoel de
mond uit, drink veel water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Buiten bereik van kinderen bewaren. Het product mag niet
gebruikt worden door astmapatiënten. Adem de dampen niet in
tijdens het inbrengen en oppompen. Raadpleeg onmiddellijk
een arts bij allergische reacties. Bewaar het busje in zijn houder,
uit de buurt van warmtebronnen. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Vervang het busje als het vervallen
afdichtmiddel bevat.
fig. 133
A0K0020
159WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 281 of 288
ALFABETISCH REGISTERA
anhangers trekken ........................... 148
– Montage van de trekhaak ................ 148
Aansteker ............................................ 82
ABS .................................................... 101
– Inschakeling van het systeem ............ 101
Accu ................................................... 201
– advies voor verlengen levensduur ..... 201
– vervangen ...................................... 201
Accu (opladen) .................................... 183
Achterruitsproeier
– vloeistofniveau achterruitsproeier ...... 200
Achterruitsproeier/-wisser..................... 69
Achterruitwisser
– wisserbladen................................... 204
– wisserblad vervangen ...................... 205
Achteruitkijkspiegels ............................. 48
– Binnenspiegel.................................. 48
– Buitenspiegels ................................. 49
Afmetingen .......................................... 228
Afsluiter van de brandstoftoevoer .......... 77
AFS zelfaanpassende lichten
(Adaptive Frontlight System) ................ 76
Alarmknipperlichten ............................. 75
"Alfa DNA"-systeem ........................... 104– Inschakeling/uitschakeling
“All Weather” modus ....................... 107
– Inschakeling/uitschakeling
“Dynamic” modus ........................... 106
– “Natural” Modus ............................. 105
– Rijmodussen.................................... 105
A
lfa romeo code systeem .................... 33
Armsteun achter ................................... 80
Armsteun voor ..................................... 79
Asbak ................................................. 82
ASR systeem (AntiSlip Regulation) ......... 103
Automatische dual-zone
klimaatregeling .................................. 57
Bagageruimte .................................... 93
– Achterklep openen in geval van
nood .............................................. 93
– Bagagehaken.................................. 97
– Bagagenet ...................................... 97
– Bagageruimte openen...................... 93
– Bagageruimte sluiten ....................... 94
– Bagageruimte uitbreiden .................. 95
– Initialisatie bagageruimte ................. 94
– Lading vastzetten............................. 97
Bagageruimteverlichting
– lamp vervangen .............................. 172
Banden– Banden met velgbescherming ........... 225
– bandenspanning ............................. 227
– Fix&Go Automatic (kit) .................... 158
– standaard banden ........................... 226
– verklaring van de bandcodes ........... 223
– winterbanden.................................. 226
Banden - onderhoud............................. 203
Bedieningselementen ............................ 75
Bedieningsknoppen .............................. 21
Bougies (type) ...................................... 214
Brake Assist ......................................... 103
Brandblusser ........................................ 83
Brandstofbesparing .............................. 146
Brandstofmeter ..................................... 6
Brandstoftoevoer .................................. 218
Brandstofverbruik ................................. 238
Buitenverlichting ................................... 64
– Linker hendel .................................. 64
Carrosserie
– bescherming tegen atmosferische
invloeden........................................ 207
– carrosseriecodes ............................. 212
– garantie ......................................... 207
– onderhoud ...................................... 207
Carrosserieversies ................................ 212
275WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 282 of 288
CBC (Cornering Brake Control)
systeem ............................................. 103
Centrale portiervergrendeling................ 76
CO2-emissie ........................................ 239
Code-card ........................................... 34
Contactslot........................................... 42
– Stuurslot ......................................... 42
Cruise-control ...................................... 70Dagverlichting (DRL) ........................... 64
Dashboardkastverlichting
– lamp vervangen .............................. 173
Dashboard .......................................... 3
De auto langdurig stallen ...................... 150
De motor starten .................................. 142
De motor starten .................................. 151
– Rollend starten ................................ 152
– Starten met hulpaccu ....................... 151
Derde remlicht
– lamp vervangen .............................. 170
De sleutels ........................................... 34
– Code-card ...................................... 34
– Sleutel met afstandsbediening........... 35
– Sleutel zonder afstandsbediening ..... 35
Diefstalalarm ....................................... 40
Dieselfilter ........................................... 201
Dimlicht– lamp vervangen .............................. 167
Display................................................ 18
DST systeem
(Dynamic Steering Torque) .................. 104
Dual pinion stuurbekrachtiging .............. 112
Een lamp vervangen ........................... 163
– Algemene instructies ........................ 163
Een wiel vervangen .............................. 152“Electronic Q2” (“E-Q2”) .................... 104Elektrische ruitbediening ...................... 90
– Bedieningselementen ....................... 90
EOBD-systeem ..................................... 112
ESC (Electronic Stability Control)
systeem ............................................. 102
Extra verwarming................................. 64Fix&Go Automatic kit .......................... 158"Follow me home" systeem .................. 66Frontairbag bestuurderszijde ............... 137
Frontairbag passagierszijde .................. 138
Frontairbags ........................................ 137G
ear Shift Indicator ............................ 20
Gebruik van de versnellingsbak............. 145
Geprogrammeerd onderhoudsschema ... 187
Gewichten ........................................... 230Gordelspanners ................................... 125
– Krachtbegrenzers ............................ 125
Grootlicht ............................................ 66
– lamp vervangen .............................. 166
Grootlichtsignaal .................................. 66
H
andbediende airconditioning ............ 53
Handrem ............................................. 144
Herconfigureerbaar multifunctioneel
display .............................................. 19
Hill Holder ........................................... 102
Hoofdairbags (window bags) ................ 139
Hoofdsteunen....................................... 46
– “Anti-Whiplash” voorziening............ 46
– Hoofdsteunen achter ........................ 47
– Hoofdsteunen voor .......................... 46
Identificatiegegevens
– Chassisnummer ............................... 211
– identificatieplaatje carrosserielak ...... 211
– motorcode ...................................... 211
– typeplaatje met
identificatiegegevens ....................... 210
Imperiaal/skidrager ............................. 99
Inbouwvoorbereiding voor autoradio ..... 113
Inbouwvoorbereiding voor
draagbaar navigatiesysteem ............... 114
276WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 284 of 288
– lamp vervangen .............................. 166
Parkeerlichten ...................................... 65
Parkeer-/remlichten .............................. 168
Parkeersensoren ................................... 115
Parkeren .............................................. 144
– Handrem ........................................ 144
Plafondverlichting achter
– lamp vervangen .............................. 171
Plafondverlichting................................. 72
– Bagageruimteverlichting .................. 74
– Dashboardkastverlichting ................. 74
– Instapverlichting .............................. 73
– Plafondverlichting achter .................. 73
– Plafondverlichting voor .................... 72
Plafondverlichting voor
– lamp vervangen .............................. 171
Pollenfilter............................................ 201
Portieren .............................................. 87
– Centrale portiervergrendeling ........... 87
– Kinderslot ....................................... 88
Prestaties ............................................. 229RAB systeem (Ready Alert Brakes)........ 104
Radiozenders en mobiele telefoons ........ 115
Regensensor ........................................ 68
Reiniging en onderhoud– auto-interieur .................................. 209
– carrosserie ...................................... 207
– koplampen...................................... 208
– kunststof en gecoate interieurdelen.... 209
– lederen interieurdelen ...................... 209
– lederen stoelen ................................ 209
– motorruimte .................................... 208
– ruiten ............................................. 208
– stoelen en stoffen bekleding.............. 209
Remmen .............................................. 220
– remvloeistofniveau ........................... 200
Richtingaanwijzers .......................... 66-168
– lamp vervangen .............................. 167
– "Lane change"-functie...................... 66
Ruiten reinigen ..................................... 67
Ruiten (reinigen) ................................... 208
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ........... 200
Ruitensproeiers van achterruit................ 206
Ruitensproeiers van vooruit ................... 206
Ruitensproeier/-wisser voorruit .............. 67
– Automatische wis-/wasfunctie .......... 68
Ruitenwissers
– wisserbladen................................... 204
– wisserbladen vervangen .................. 205
Safe Lock systeem ............................... 38
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) .......... 123
Schemersensor ..................................... 65
Schuifdak ............................................ 84
Setup-menu ......................................... 21
Skivak ................................................. 81
Slepen van de auto .............................. 184
– Montage van het sleepoog ............... 184“Smart Bag” systeem (Meertraps
frontairbags) ..................................... 137Smeermiddelen (specificaties) .............. 235
Sneeuwkettingen .................................. 149
Snelheidsmeter..................................... 6
Stadslicht en dimlicht ............................ 65
Start&Stop systeem ............................... 108
Stoelen ................................................ 43
– Voorstoelen ..................................... 43
Stopcontact .......................................... 81
Stuurinrichting ..................................... 222
Stuurslot .............................................. 42
Stuurwiel ............................................. 47
Symbolen ............................................ 33Tankdop ............................................ 119
Tanken ................................................ 119
Technische gegevens............................. 210
278WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER