radio Alfa Romeo Giulietta 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2014, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2014Pages: 280, PDF Size: 6.6 MB
Page 11 of 280
LUCHTUITSTROOMOPENINGEN
❒Klimaatregelsysteem........................... 22
LINKERHENDEL
❒
INSTRUMENTENPANEEL
❒Instrumentenpaneel en
boordinstrumenten .............................101
❒Controlelampjes ..................................107
RECHTERHENDEL
❒Ruiten reinigen .................................... 40
UConnect Radio/UConnect Radio
Nav (voor bepaalde versies/markten)
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE
❒Werking ..............................................150
DASHBOARDKASTJE
❒Openen .............................................. 48
VERWARMING/
KLIMAATREGELSYSTEEM
❒Klimaatcomfort ................................... 24
❒Handbediende klimaatregeling ............ 25
❒Automatische dual-zone
klimaatregeling .................................... 29
BEDIENINGSKNOPPEN
❒Portiervergrendeling ............................ 47
❒Mistlampen ......................................... 47❒Mistachterlichten ................................. 47
❒iTPMS systeem (voor bepaalde
versies/markten) ................................. 76
STUURWIEL❒Afstelling ............................................. 20
❒Frontairbag bestuurderszijde ...............150CRUISE CONTROL HENDEL (voor
bepaalde versies/markten)❒Werking .............................................. 42
1
2
67
1110
8
9
3
A0K0661
7
Buitenverlichting ................................. 37
Page 13 of 280
WEGWIJS IN UW AUTO
Grondige kennis van uw nieuwe auto
begint hier.
In dit boekje is op eenvoudige en
rechtstreekse wijze beschreven hoe uw
auto gemaakt is en hoe hij werkt.
Daarom adviseren u het comfortabel
zittend in uw auto te lezen, dan kunt u
met eigen ogen zien wat hier
beschreven is.SYMBOLEN .................................... 10
ALFA ROMEO CODE SYSTEEM ..... 10
DE SLEUTELS ................................ 11
DIEFSTALALARM ............................ 13
CONTACTSLOT .............................. 15
STOELEN........................................ 17
HOOFDSTEUNEN ........................... 19
STUURWIEL ................................... 20
ACHTERUITKIJKSPIEGELS ............ 20
KLIMAATREGELING........................ 22
KLIMAATCOMFORT........................ 24
HANDBEDIENDE
AIRCONDITIONING ......................... 25
AUTOMATISCHE DUAL-ZONE
KLIMAATREGELING........................ 29
BUITENVERLICHTING .................... 37
RUITEN REINIGEN .......................... 40
CRUISE-CONTROL......................... 42
PLAFONDVERLICHTING................. 44
BEDIENINGSELEMENTEN .............. 46
INTERIEURUITRUSTING ................. 48
ELEKTRISCH SCHUIFDAK.............. 52
PORTIEREN .................................... 54
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ..... 56
BAGAGERUIMTE ............................ 59
MOTORKAP.................................... 62
IMPERIAAL/SKIDRAGER ................ 63KOPLAMPEN .................................. 64
ESC-SYSTEEM ............................... 65
“ALFA DNA”-SYSTEEM
(DYNAMISCHE CONTROLE VAN
DE AUTO) ....................................... 69
START&STOP SYSTEEM ................ 72
ITPMS (INDIRECT TYRE
PRESSURE MONITORING
SYSTEM) ........................................ 76
EOBD-SYSTEEM (EUROPEAN ON
BOARD DIAGNOSIS) ...................... 78
DUAL PINION
STUURBEKRACHTIGING................ 79
INBOUWVOORBEREIDING VOOR
AUTORADIO ................................... 79
OPTIONELE ACCESSORIES .......... 80
PARKEERSENSOREN..................... 81
TANKEN.......................................... 85
MILIEUBESCHERMING................... 87
9
Page 19 of 280
❒er worden twee geluidssignalen
voortgebracht;
❒de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Wanneer de portieren
met de metalen baard van de sleutel
centraal worden ontgrendeld, wordt het
alarm niet uitgeschakeld.
VOLUMETRISCHE
BEVEILIGING EN
HELLINGSHOEKDETECTIE
Om de juiste werking van deze
beveiligingsfuncties te verzekeren, sluit
de zijruiten en het schuifdak compleet
(voor bepaalde versies/markten).
Om de functie uit te schakelen, op
knop A fig. 10 drukken voordat het
alarm geactiveerd wordt. Wanneer de
functie is uitgeschakeld, wordt dit
aangegeven door het, gedurende
enkele seconden, knipperen van de led
op de knop.
Elke uitschakeling van de volumetrische
beveiliging en de hellingshoekdetectie
moet worden herhaald telkens het
instrumentenpaneel wordt
uitgeschakeld.BUITEN WERKING
STELLEN VAN HET
ALARM
Om het diefstalalarm volledig buiten
werking te stellen (bijv. als het voertuig
lang niet wordt gebruikt), het voertuig
afsluiten door de metalen baard van de
sleutel met afstandsbediening in het
slot om te draaien.
BELANGRIJK Als de batterijen van de
sleutel met afstandsbediening leeg zijn,
of als er een storing in het systeem is
vastgesteld, dan kan het alarm buiten
werking worden gesteld door de sleutel
in het contactslot te steken en hem in
de stand MAR te draaien.
CONTACTSLOTDe sleutel kan naar 3 standen worden
gedraaid: fig. 11:
❒STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden en stuur
geblokkeerd. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, centrale
portiervergrendeling, alarm enz.)
kunnen blijven werken
❒MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
2) 3)
10
A0K0548
11
A0K0362
15
Page 83 of 280
DUAL PINION
STUURBEKR
ACHTIGINGWerking
Dit systeem werkt alleen als de
contactsleutel in de stand MAR-ON
staat en bij draaiende motor. De
stuurinrichting zorgt ervoor dat de
benodigde kracht voor het verdraaien
van het stuurwiel wordt aangepast aan
de rijomstandigheden. Met de
DNA-standen van de “Alfa DNA
Systeem” hendel kunnen verschillende
soorten stuurbekrachtiging worden
gekozen (zie de paragraaf “Alfa
DNA-Systeem”).
56)
BELANGRIJK Na loskoppeling van de
accu moet de stuurbekrachtiging
geïnitialiseerd worden. Het lampje gaat
branden om dit aan te geven. Ga
hiervoor als volgt te werk: draai het
stuurwiel van het ene uiteinde naar het
andere of rijd circa honderd meter op
een rechtlijnig stuk weg.
BELANGRIJK
56) After-market werkzaamheden
waarbij wijzigingen van de
stuurinrichting of de stuurkolom
betrokken zijn (bv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten
strengste verboden. Dergelijke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
INBOUWVOOR
BEREIDING VOOR
AUTORADIO(voor bepaalde versies/markten)
Als er bij de auto geenUconnect™5"
Radio ofUconnect™ 6.5" Radio Nav
is aangevraagd, wordt de auto geleverd
met een dubbel opbergvak in het
dashboard fig. 87.
De inbouwvoorbereiding voor een
autoradio bestaat uit:
❒voedingskabels autoradio, speakers
voor en achter en een antenne;
❒vak voor autoradio;
❒antenne op dak.87
A0K0665
79
Page 84 of 280
De autoradio moet in het hiervoor
bestemde vak A fig. 87 gemonteerd
worden; toegang tot dit vak wordt
verkregen door te drukken op de twee
borglipjes in het vak zelf; de
voedingskabels kunnen hier gevonden
worden.
57)BELANGRIJK
57) Neem voor verbinding van de
radio met de inbouwvoorbereiding
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om elk probleem
te voorkomen dat de veiligheid
van de auto in gevaar brengt.
OPTIONELE
ACCESSORIESAls men na aanschaf van het voertuig
accessoires wil monteren die constante
elektrische voeding nodig hebben
(radio, diefstalalarm, satellietbewaking
via GPS enz.) of veel stroom verbruiken,
dient men contact op te nemen met
het gespecialiseerde personeel van het
Alfa Romeo Servicenetwerk. Zij kunnen
de meest geschikte apparatuur uit
het assortiment Lineaccessori
Alfa Romeo aanbevelen en controleren
of de elektrische installatie berekend
is op de vereiste belasting en of het
noodzakelijk is een accu met een
grotere capaciteit te monteren.
58)
MONTAGE VAN
ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die
na aanschaf van de auto door de
aftersales-service worden gemonteerd,
moeten van het volgende merkteken
zijn voorzien:fig. 88Fiat Group Automobiles S.p.A.
autoriseert de montage van zend-/
ontvangstapparatuur op voorwaarde
dat deze door een gespecialiseerd
bedrijf op vakkundige wijze en
overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van
systemen waarbij de kenmerken van
de auto worden gewijzigd, kan het
kentekenbewijs door de bevoegde
instanties ingenomen worden. Dit kan
ook de ongeldigheid van de garantie
met zich meebrengen voor defecten
veroorzaakt door voornoemde wijziging
of die direct of indirect hierop terug te
voeren zijn.
Fiat Group Automobiles S.p.A. wijst
elke aansprakelijkheid af voor schade
die het gevolg is van montage van
accessoires die niet door Fiat Group
Automobiles S.p.A. zijn geleverd of
aanbevolen en die niet conform de
verschafte aanwijzingen zijn
gemonteerd.
88
DISPOSITIVI-ELETTRONICI
80
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 85 of 280
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons,
CB-zenders, radioamateurs e.d.) mag
alleen in het voertuig worden gebruikt
met een aparte antenne die op het dak
is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze
apparaten in de auto (zonder
buitenantenne) kan storingen in de
elektronische systemen van de auto
veroorzaken. Dit kan de veiligheid van
de auto in gevaar brengen en een
potentieel gevaar voor de gezondheid
van de passagiers opleveren.
Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS)
met het officiële EU-keurmerk, wordt
verwezen naar de gebruiksaanwijzingen
van de fabrikant van de mobiele
telefoon.
BELANGRIJK
58) Let op bij het monteren van
aanvullende spoilers of niet-
standaard lichtmetalen velgen:
daardoor kan de ventilatie van de
remmen namelijk beperkt worden,
wat invloed heeft op de efficiëntie
van de remmen bij bruusk,
herhaaldelijk remmen of op lange
afdalingen. Let erop dat de slag
van de pedalen nergens door
wordt belemmerd (matten, enz.).
PARKEERSENSOREN(voor bepaalde versies/markten)
Deze sensoren bevinden zich in de
voorbumper fig. 89 en de
achterbumper fig. 90 en detecteren de
aanwezigheid van obstakels achter
het voertuig en waarschuwen de
bestuurder met een geluidssignaal.89
A0K0360
90
A0K0060
81
Page 96 of 280
BEDIENINGSKNOPPEN
fig. 100: om het weergegeven
scherm en de betreffende opties naar
boven te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verhogen.
SET/
: kort indrukken om het menu
te openen en/of naar het volgende
scherm te gaan of de keuze te
bevestigen. Lang indrukken om naar
het standaardscherm terug te keren.
: om het weergegeven menu en
de betreffende opties naar beneden
te doorlopen of om de weergegeven
waarde te verlagen.
BELANGRIJK De knoppen
en
activeren verschillende functies,
afhankelijk van de volgende situaties:
❒zorgen binnen het menu voor het
naar beneden en naar boven
doorlopen van de opties;❒zorgen tijdens instellingen voor het
verhogen en verlagen van de
waarden.
SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een serie opties
die gekozen kunnen worden met de
knoppen "
"en"
", waarna
verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden (Setup)
worden geboden.
Sommige opties hebben een submenu.
Het menu wordt geactiveerd door de
knop SET/
kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende
opties:
❒MENU
❒VERLICHTING
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde
versies/markten)
❒ACTIVERING TRIP B
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde
versies/markten)
❒AUTOCLOSE❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
(zoemervolume)
❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS/
CONTROLEZOEMER
❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒"DAYTIME RUNNING LIGHTS"
❒ADAPTIEVE LICHTEN (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
❒INSTAPVERLICHTING
❒MENU VERLATEN
OpmerkingBij auto's met radio-
navigatiesystemen (voor bepaalde
versies/markten) worden sommige
menuopties op de display van het
navigatiesysteem weergegeven.
Een optie in het
hoofdmenu zonder een
submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/
knop om
de instelling van het hoofdmenu die
gewijzigd moet worden te selecteren;
❒druk op de knoppen ""of
"
" (deze telkens indrukken) om
de nieuwe instelling te selecteren;
100
A0K0541
92
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 97 of 280
❒druk kort op de SET/
knop om
de nieuwe instelling op te slaan en
terug te gaan naar de eerder
geselecteerde optie in het
hoofdmenu.
Een optie in het
hoofdmenu met een
submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/knop om
de eerste optie uit het submenu
weer te geven;
❒druk op de knoppen ""of
"
" (deze telkens indrukken) om
de opties van het submenu te
doorlopen;
❒druk kort op de SET/
knop om
de getoonde submenu-optie te
selecteren en het betreffende
setup-menu te openen;
❒druk op de knoppen ""of
"
" (deze telkens indrukken) om
de nieuwe instelling voor deze
submenu-optie te selecteren;
❒druk kort op de SET/
knop om
de nieuwe instelling op te slaan en
terug te gaan naar de eerder
geselecteerde optie in het submenu.
MENUOPTIESBELANGRIJK Bij hetuconnect™5"
autoradiosysteem (voor bepaalde
versies/markten) of hetuconnect™ 6.5"
Radio Nav system (voor bepaalde
versies/markten) worden sommige
menuopties op het display van dat
systeem en niet op het display van het
instrumentenpaneel weergegeven en
beheerd (zie het betreffende supplement).
Menu
Met deze functie kan toegang tot het
Setupmenu worden verkregen.
Druk op de knop "
"of"
"
om de verschillende Menuopties te
selecteren. Houd de SET/
knop
lang ingedrukt om naar het
standaardscherm terug te keren.
Verlichting (regeling
interieurverlichting)
(alleen bij ingeschakeld stadslicht)
Deze functie wordt gebruikt om de
lichtsterkte van het instrumentenpaneel,
de bedieningsknoppen van het
UConnect™ systeem (voor bepaalde
versies/markten) en de
bedieningsknoppen van de automatische
klimaatregeling (voor bepaalde
versies/markten) (op 8 niveaus) te
regelen.Ga als volgt te werk om de lichtsterkte
te regelen:
❒druk kort op knop SET/
. Het
eerder ingestelde niveau knippert
op het display;
❒druk op knop "
"of"
"om
de gewenste lichtsterkte te regelen;
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
OpmerkingBij versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel
display kan de regeling zowel bij
uitgeschakelde lichten ("Overdag"
lichtsterkteniveau) als bij ingeschakelde
lichten ("Nacht" lichtsterkteniveau)
worden gedaan.
Piep snelheid
(Snelheidslimiet)
Deze functie wordt gebruikt om de
snelheidslimiet van de auto (km/h of
mph) in te stellen; de bestuurder wordt
gewaarschuwd wanneer deze limiet
wordt overschreden.
Ga als volgt te werk om de
snelheidslimiet in te stellen:
❒druk kort op de knop SET/
:op
de display verschijnt het opschrift
"Piep snelheid";
93
Page 226 of 280
LUCHTFILTER/
POLLENFILTER/
DIESELFILTERNeem voor de vervanging van het filter
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
ACCUAccu F (zie vorige pagina's) vereist niet
dat de elektrolyt met gedestilleerd water
wordt bijgevuld. Een periodieke
controle bij het Alfa Romeo
Servicenetwerk is echter noodzakelijk
om de efficiëntie te verifiëren.
ACCU VERVANGEN
145) 146) 147) 148)36)5)
Vervang indien nodig de accu door een
andere originele accu met dezelfde
specificaties. Volg de aanwijzingen van
de fabrikant van de accu voor het
onderhoud.
NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE
ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te
verlengen:
❒wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren, de
motorkap en de achterklep goed
gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting
blijft branden.❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met
een systeem voor automatische
uitschakeling van de
interieurverlichting;
❒houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te
lang ingeschakeld wanneer de motor
is uitgezet;
❒maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de minpool
op de accu los.
BELANGRIJK Als de accu werd
losgekoppeld moet de
stuurbekrachtiging worden
geïnitialiseerd. Het lampje gaat
branden om dit aan te geven. Ga
hiervoor als volgt te werk: draai het
stuurwiel van het ene uiteinde naar het
andere terwijl op een rechtlijnig traject
van ongeveer honderd meter wordt
gereden.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau
gedurende langere tijd onder 50% blijft,
raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen de
capaciteit en het startvermogen.
222
ONDERHOUD EN ZORG
Page 275 of 280
– lamp vervangen ......................... 191
De sleutels ..................................... 11
– CODE-card ............................... 11
– Sleutel met
afstandsbediening ..................... 11
– Sleutel zonder
afstandsbediening ..................... 11
Diefstalalarm .................................. 13
Dieselfilter ...................................... 222
Dimlicht
– lamp vervangen ......................... 189
Display ........................................... 90
DPF (roetfilter) ................................ 87
DST-systeem (Dynamic Steering
Torque)......................................... 67
Dual pinion stuurbekrachtiging ....... 79EBD-systeem................................ 65
Een lamp vervangen....................... 186
– Algemene instructies ................. 186
Een wiel vervangen ........................ 177“Electronic Q2”-systeem
(“E-Q2”) ....................................... 68Elektrische ruitbediening ............... 56
– Bedieningselementen ................ 56
EOBD-systeem .............................. 78
ESC-systeem (Electronic
Stability Control) ........................... 65
Extra verwarming ........................... 36Fix&Go Automatic kit .................... 182"Follow me home" systeem ........... 39
Frontairbag bestuurderszijde ......... 150
Frontairbag passagierszijde ............ 151
Frontairbags ................................... 150Gear Shift Indicator ....................... 91
Gebruik van de versnellingsbak ...... 160
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ..................... 209
Gewichten...................................... 251
Gordelspanners ............................. 139
– Krachtbegrenzers ...................... 139
Grootlicht ....................................... 38
– lamp vervangen ......................... 189
Grootlichtsignaal ............................ 39Handbediende airconditioning....... 25
Handrem ........................................ 160
HBA-systeem................................. 67
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ................ 90
Hill Holder-systeem ........................ 66
Hoofdairbags (window bags) .......... 154
Hoofdsteunen ................................ 19
– “Anti-Whiplash” voorziening....... 19
– Hoofdsteunen achter................. 19
– Hoofdsteunen voor.................... 19Identificatiegegevens
– Chassisnummer ........................ 232
– identificatieplaatje
carrosserielak ............................ 233
– motorcode ................................ 233– typeplaatje met
identificatiegegevens ................. 232
Imperiaal/skidrager......................... 63
Inbouwvoorbereiding voor
autoradio ..................................... 79
Inbouwvoorbereiding voor
"Isofix" kinderzitje ......................... 146
Installatie van
elektrische/elektronische
systemen ..................................... 80
Instapverlichting ............................. 39
– lamp vervangen ......................... 194
Instrumentenpaneel........................ 101
– Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ............. 102
– Multifunctioneel display ............. 101
Interieur (reiniging) .......................... 229
Interieuruitrusting............................ 48
iTPMS-systeem.............................. 76
Kentekenverlichting
– lamp vervangen ......................... 192
Klimaatcomfort............................... 24
– Uitstroomopeningen/roosters .... 24
Klimaatregeling............................... 22
– Luchtrooster achter ................... 23
– Luchtroosters aan zijkant........... 22
– Luchtroosters boven ................. 23
– Luchtroosters in het midden ...... 22
Koelvloeistoftemperatuurmeter ....... 103
Koplampen .................................... 64
– Hoogteregeling koplampen ....... 64