light Alfa Romeo Giulietta 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2015, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2015Pages: 288, PDF Size: 7.3 MB
Page 42 of 288
DAGVERLICHTING (DRL)
"Daytime Running Lights"
Met de contactsleutel op MAR en
draaischakelaar A fig. 31 op
gedraaid, gaat de dagverlichting
automatisch aan. De andere lampen en
de binnenverlichting blijven uit.
BELANGRIJK De dagverlichting is een
alternatief voor het dimlicht in landen
waar dit tijdens het rijden overdag
verplicht is, en is tevens toegestaan in
landen waar dit niet verplicht is.
BELANGRIJK De dagverlichting mag
het dimlicht niet vervangen tijdens
het rijden in het donker en in tunnels.
Het gebruik van de dagrijlichten wordt
geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land
waar u rijdt. Neem de wettelijke
voorschriften in acht.
STADSLICHT EN
DIMLICHT
Draai, met de contactsleutel in de stand
MAR, de draaischakelaar A fig. 31
naar
.
De dagverlichting wordt uitgeschakeld
en het stadslicht en het dimlicht worden
ingeschakeld. Het
controlelampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.PARKEERLICHTEN
Deze lichten kunnen alleen worden
ingeschakeld met de contactsleutel in
de stand STOP of verwijderd, door
draaischakelaar A fig. 31 eerst naar
stand
en vervolgens naar stand
te draaien.
Het
controlelampje op het
instrumentenpaneel gaat branden.
AUTOMATISCHE
INSCHAKELING
KOPLAMPEN
(AUTOLIGHT)
(Schemersensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Deze op de voorruit geplaatste
infrarood-ledsensor detecteert samen
met de regensensor de verschillen
in sterkte van het omgevingslicht op
basis van de lichtgevoeligheid die in het
Setup-menu is ingesteld: hoe hoger
de gevoeligheid, des te minder
buitenlicht er nodig is om de
buitenverlichting in te schakelen.
Inschakeling
De schemersensor wordt ingeschakeld
wanneer de ring A naar fig. 31
wordt gedraaid. Op deze manier
gaan, afhankelijk van de sterkte van het
buitenlicht, het stadslicht en het
dimlicht automatisch branden.BELANGRIJK De schemersensor is niet
in staat om mist te detecteren. In dat
geval moet de verlichting handmatig
ingeschakeld worden.
Wanneer de lichten door de sensor
worden ingeschakeld, kunnen ook de
mistlampen (voor bepaalde versies/
markten) en de mistachterlichten
ingeschakeld worden.
Wanneer de lichten automatisch
uitgeschakeld worden, worden ook de
mistlampen en de mistachterlichten
(indien ingeschakeld) uitgeschakeld. De
volgende keer dat de lichten
automatisch ingeschakeld worden,
moeten de mistlampen handmatig
ingeschakeld worden (indien nodig).
Bij actieve sensor kunnen
grootlichtsignalen worden gegeven,
maar het grootlicht zelf kan niet
ingeschakeld worden. Draai, om dit
licht in te schakelen, de ring A naar
en activeer het vaste dimlicht.
Wanneer de lichten automatisch
ingeschakeld zijn en vervolgens door de
sensor uitgeschakeld worden, gaat
eerst het dimlicht en na enkele
seconden het stadslicht uit.
38
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 44 of 288
Uitschakeling
Houd de hendel langer dan 2 seconden
naar het stuurwiel getrokken.
INSTAPVERLICHTING
Deze functie verlicht de auto en de
ruimte voor de auto wanneer de
portieren ontgrendeld worden.
Inschakeling
Als de portieren van de geparkeerde
auto ontgrendeld worden met de
knop op de afstandsbediening (of de
achterklep ontgrendeld wordt met
behulp van
), gaan het dimlicht, het
stadslicht en de kentekenverlichting
branden.
De lichten blijven ongeveer 25
seconden branden, tenzij de portieren
en achterklep opnieuw vergrendeld
worden met de afstandsbediening of de
portieren of achterklep geopend en
weer gesloten worden. In deze gevallen
gaan de lichten na 5 seconden uit.
De instapverlichting kan in het
Setup-menu in-/uitgeschakeld worden
(zie de paragraaf "Menuopties" in dit
hoofdstuk).AFS ADAPTIEVE LICHTEN
(Adaptive Frontlight System)
(voor bepaalde versies/markten)
Dit is een systeem gecombineerd met
de Xenon koplampen dat de lichtbundel
op voortdurende en continue wijze
richt en aanpast aan de
rijomstandigheden in bochten.
Het systeem richt de lichtbundel
zodanig dat het wegdek zo goed
mogelijk verlicht wordt, rekening
houdende met de rijsnelheid,
de draaihoek en de stuursnelheid.
De adaptieve lichten worden
automatisch ingeschakeld wanneer de
auto wordt gestart.
Gebruik het Setup-menu voor het
inschakelen/uitschakelen van de lichten
(zie de paragraaf "Menuopties" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
bedieningspaneel").
RUITEN REINIGEN
IN HET KORT
Met de rechterhendel wordt de
ruitenwisser/-sproeier voor bediend.
Werkt alleen met de contactsleutel
in de stand MAR.
RUITENWISSERS/
-SPROEIER
Handeling
13) 14)
De draaischakelaar A fig. 32 kan in de
volgende standen worden gezet:
Oruitenwissers uit;
wissen met interval (lage
snelheid);
32A0K0557
40
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 96 of 288
BEDIENINGSKNOPPEN
fig. 100: om het weergegeven
scherm en de betreffende opties naar
boven te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verhogen.
SET/
: kort indrukken om het menu
te openen en/of naar het volgende
scherm te gaan of de keuze te
bevestigen. Lang indrukken om naar
het standaardscherm terug te keren.
: om het weergegeven menu en
de betreffende opties naar beneden
te doorlopen of om de weergegeven
waarde te verlagen.
BELANGRIJK De knoppen
en
activeren verschillende functies,
afhankelijk van de volgende situaties:
❒zorgen binnen het menu voor het
naar beneden en naar boven
doorlopen van de opties;❒zorgen tijdens instellingen voor het
verhogen en verlagen van de
waarden.
SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een serie opties
die gekozen kunnen worden met de
toetsen
enwaarna
verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden (Setup)
worden geboden.
Sommige opties hebben een submenu.
Het menu wordt geactiveerd door de
knop SET/
kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende
opties:
❒MENU
❒VERLICHTING
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde
versies/markten)
❒ACTIVERING TRIP B
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde
versies/markten)
❒AUTOCLOSE❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
(zoemervolume)
❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS/
CONTROLEZOEMER
❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒"DAYTIME RUNNING LIGHTS"
❒ADAPTIEVE LICHTEN (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
❒INSTAPVERLICHTING
❒MENU VERLATEN
OpmerkingBij auto's met radio-
navigatiesystemen (voor bepaalde
versies/markten) worden sommige
menuopties op de display van het
navigatiesysteem weergegeven.
Een optie in het
hoofdmenu zonder een
submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/
knop om
de instelling van het hoofdmenu die
gewijzigd moet worden te selecteren;
❒druk op de toetsen
of
(deze telkens indrukken) om de
nieuwe instelling te selecteren;
100A0K0541
92
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 103 of 288
Wanneer het interval voor de
onderhoudsbeurt is vervallen en daarna
voor ongeveer 1000 km/600 mijl of 30
dagen, wordt een bericht hierover
weergegeven.
In-/uitschakeling
airbags aan
passagierszijde
(frontairbag
passagierzijde en
zijairbag ter
bescherming van
bekken, borst en
schouders - Zijairbag)
Deze functie zorgt voor de in-/
uitschakeling van de zijairbag aan de
passagierszijde.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de toets SET/
en druk,
nadat het bericht (Bag pass: Off)
(voor het uitschakelen) of de melding
(Bag pass: On) (voor het inschakelen)
op het display is verschenen door
het indrukken van de knoppen
"en"", nogmaals op de
toets SET/
;
❒op de display verschijnt een
bevestigingsmelding;
❒druk op de toets
ofom
"Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of "Nee" (om te
annuleren);❒druk kort op de SET/
knop, er
verschijnt een bevestigingsbericht
van de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop langer ingedrukt om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Dagverlichting (DRL)
Met deze functie kan de dagverlichting
automatisch worden in- en
uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om een submenu weer te
geven;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het display
te doen knipperen in functie van
wat eerder is ingesteld;
❒druk op
ofom uw keuze
te maken;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan;❒houd de SET/
knop nogmaals
ingedrukt om terug te keren naar
het standaardscherm of het
hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.
AFS adaptieve lichten
(Adaptive Frontlight
System)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het AFS (Adaptive
Frontlight System) ingeschakeld/
uitgeschakeld worden.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om een submenu weer te
geven;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het display
te doen knipperen in functie van
wat eerder is ingesteld;
❒druk op
ofom uw keuze te
maken;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan;
99
Page 281 of 288
ALFABETISCH
REGISTER
A
anhangers trekken ...................... 173
– Montage van de trekhaak .......... 174
Aansteker....................................... 51
ABS ............................................... 66
Accu .............................................. 225
– advies voor verlengen
levensduur ................................ 225
– vervangen ................................. 225
Accu (opladen) ............................... 205
Achterruitsproeier
– vloeistofniveau
achterruitsproeier ...................... 223
Achterruitsproeier/-wisser .............. 42
Achterruitwisser
– wisserblad vervangen ................ 229
Achteruitkijkspiegels ....................... 21
– Binnenspiegel............................ 21
– Buitenspiegels ........................... 22
Afmetingen..................................... 256
AFS adaptieve lichten (Adaptive
Frontlight System) ........................ 40
Afsluiter van de brandstoftoevoer ... 48
Alarmknipperlichten........................ 47
"Alfa DNA"-systeem ...................... 70
– “Natural” Modus ........................ 70
– Rijmodussen ............................. 70
Alfa Romeo code systeem ............ 10ALFA TCT ...................................... 163
Armsteun achter ............................ 50
Armsteun voor ............................... 49
Asbak ............................................ 51
ASR-systeem (Anti-Slip
Regulation) ................................... 66
Automatische dual-zone
klimaatregeling ............................. 29
Bagageruimte ............................... 59
– Achterklep openen in geval
van nood ................................... 60
– Bagagehaken ............................ 62
– Bagagenet ................................ 62
– Bagageruimte openen ............... 59
– Bagageruimte sluiten ................. 60
– Bagageruimte uitbreiden ........... 60
– Initialisatie bagageruimte ........... 60
– Lading vastzetten ...................... 62
Bagageruimteverlichting
– lamp vervangen ......................... 195
Banden
– bandenspanning ....................... 254
– de bandenmaat lezen ................ 251
– Fix&Go Automatic (kit) ............... 184
Bedieningselementen ..................... 47
Bedieningsknoppen ....................... 92
Brandblusser.................................. 52
Brandstofbesparing........................ 172
Brandstofmeter .............................. 103
Brandstoftoevoer ........................... 246Brandstofverbruik........................... 268
Buitenverlichting ............................. 37
Carrosserie
– bescherming tegen
atmosferische invloeden ............ 231
– garantie ..................................... 231
– onderhoud ................................ 231
CBC-systeem (Cornering Brake
Control) ........................................ 66
Centrale portiervergrendeling ......... 47
CO2-emissie .................................. 270
CODE-card .................................... 11
Contactslot .................................... 16
– Stuurslot ................................... 16
Cruise-control ................................ 43
Dagverlichting (DRL) ..................... 38
Dashboardkastverlichting
– lamp vervangen ......................... 195
De auto langdurig stallen ................ 176
De motor starten ............................ 160
De motor starten ............................ 178
– Rollend starten .......................... 178
– Starten met hulpaccu ................ 178
Derde remlicht
– lamp vervangen ......................... 193
De sleutels ..................................... 11
– CODE-card ............................... 11
– Sleutel met
afstandsbediening ..................... 11