stop start Alfa Romeo Giulietta 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2018, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2018Pages: 228, PDF Size: 3.7 MB
Page 132 of 228

SLEPEN VAN DE AUTO
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder in
de bagageruimte.
MONTAGE VAN HET SLEEPOOG
126) 127) 128)
Slepen vanaf de voorkant
Haal dop 1 uit zijn zitting met een
schroevendraaier of soortgelijk
gereedschap in de onderste sleuf. Zorg
ervoor de verf niet te beschadigen. Neem
het sleepoog 2 uit zijn zitting in de
gereedschapshouder en draai het stevig
op de schroefdraadpen (fig. 113 ).Slepen vanaf de achterkant
Andere versies dan "VELOCE" en zonder
"Pack sport": haal dop 1 uit zijn zitting
met een schroevendraaier of soortgelijk
gereedschap in de bovenste sleuf. Zorg
ervoor de verf niet te beschadigen. Neem
het sleepoog 2 uit zijn zitting in de
gereedschapshouder en draai het stevig
op de schroefdraadpen (fig. 114 ).
"VELOCE" versies of versies met "Pack
sport": koppel plug 1 los door op de
bovenkant te drukken, neem sleepoog
2 uit zijn behuizing in de
gereedschapshouder en schroef deze
volledig schroefdraadpen (fig. 114 ).
BELANGRIJK
126)Bij versies met sleutel zonder
afstandsbediening, moet deze, alvorens het
voertuig te slepen, naar MAR en vervolgens
naar STOP worden gedraaid, zonder de
sleutel uit het contactslot te nemen. Als de
sleutel uit het contactslot wordt genomen,
wordt automatisch het stuurslot
ingeschakeld waardoor het voertuig niet kan
worden bestuurd. Controleer ook of de
versnellingsbak in de vrijstand staat (bij
versies uitgerust met automatische
versnellingsbak controleren of de pook in de
N-stand staat). Voor versies met
elektronische sleutel, moet de
contactsleutel op MAR en vervolgens op
STOP worden gezet, zonder het portier te
openen.
127)Onthoud dat tijdens het slepen de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken. Om die
reden is meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en het stuur.
Gebruik voor het slepen geen soepele kabels
en vermijd bruuske bewegingen. Zorg tijdens
het slepen dat er geen onderdelen door de
sleepverbinding kunnen worden beschadigd.
Neem bij het slepen in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land waarin
wordt gereden en pas uw rijgedrag aan.
Start de motor niet wanneer de auto wordt
gesleept. Maak voor de montage van het
sleepoog de schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of het sleepoog volledig
op de schroefdraadpen is gedraaid alvorens
de auto te slepen.
113A0K0623C114A0K0898C
130
NOODGEVALLEN
Page 151 of 228

de acculader aan te sluiten. Gebruik geen
"snellader" voor de levering van
startspanning. De kabels van het
elektrische systeem moeten weer
correct worden aangesloten op de accu,
d.w.z. de pluskabel (+) op de plusklem en
de minkabel (–) op de minklem. De
accuklemmen zijn gemarkeerd met de
symbolen plus (+) en min (–), en zijn
weergegeven op het deksel van de accu.
De kabelklemmen moeten ook
corrosievrij zijn en stevig aan de
klemmen bevestigd worden.
VERSIES ZONDER
START&STOPSYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
maak de klem van de minpool van de
accu los;
sluit de kabels van de acculader aan
op de accupolen; let daarbij op de
polariteit;
schakel de acculader in;
schakel na het opladen eerst de
acculader uit voordat deze wordt
losgekoppeld van de accu;
sluit de klem weer op de minpool van
de accu aan.
VERSIES MET START&STOPSYSTEEM(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
Koppel de stekker 1 fig. 119los van de
accusensor 3 op de minklem 4 (–) van de
accu los (door op de knop 2 te drukken);
sluit de pluskabel (+) van de acculader
aan op de plusklem 5 van de accu en de
minkabel (–) op de klem van de sensor
4 zoals aangegeven in de figuur fig. 120;
schakel de acculader in. Schakel na het
opladen de acculader uit;
sluit na de acculader te hebben
afgekoppeld de stekker 1 terug op de
sensor 3 aan zoals aangegeven in de
figuur.
119A0K0530AC
120A0K0530BC
149
Page 193 of 228

SYSTEEM IN-/UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
(ON/OFF)
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume te
verhogen/verlagen.
RADIO (TUNER) MODUS
Druk op de RADIO-toets op het
voorpaneel om de radio in te schakelen.
Selecteer de golfband door te drukken op
de overeenkomende toets: “AM”, “FM” of
“DAB”.
Keuze golfband
Druk kort op de "AM/FM"-toets om over
te schakelen van AM naar FM en
andersom.
Als de DAB-tuner beschikbaar is, druk
dan kort op de "AM/FM", "AM/DAB",
"FM/DAB" toetsen om de gewenste
golfband te kiezen.
Aanwijzingen op het display
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(voorkeuzes) radiostations wordt
weergegeven; het station dat momenteel
beluisterd wordt, is gemarkeerd.In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Onderaan:radiostationselectie,
radioband, afstelling, informatie over
nummers and audio-instellingen.
Selectie van het volgende/vorige
radiostation
Om het gewenste radiostation te zoeken,
draai aan de BROWSE ENTER knop, druk
op de
ofknoppen of gebruik
de stuurwielknoppen
.
Als tijdens het vooruit zoeken het
systeem het einde van de band bereikt,
zal het automatisch stoppen bij het
station waar het zoeken is gestart.
Snel vorige/volgende radiostation
zoeken
Houd de toetsen
of
ingedrukt om het snel zoeken te
starten: wanneer de toets wordt
losgelaten, hoort men het eerste
radiostation waarop afgestemd kan
worden.De radio afstemmen (AM/FM)
Druk op de "Afstem." toets op het display
en geef de frequentie van het
radiostation in met het toetsenbord op
het display.
In deze modus kunnen de toetsen + en –
gebruikt worden voor de fijnafstelling
van de frequentie.
Om een onjuist nummer te wissen (en het
correcte nummer van het station in te
voeren) op de toets
(Wissen)
drukken.
Na het laatste cijfer van het station te
hebben ingevoerd, wordt het scherm
uitgeschakeld en stemt het systeem
automatisch op het gekozen station af
(het nummer van het radiostation wordt
in het tekstvak "Afstem." getoond).
Het scherm verdwijnt automatisch na
5 seconden of handmatig, door op de
toetsen "OK" of "X" te drukken.
Afsluiten van het scherm "Direct
afstem."
Druk op de toets "Afsluit." of "Radio" op
het display om naar het hoofdscherm van
het systeem terug te keren.
DAB-Radio
(voor bepaalde versies/markten)
Zodra de DAB-radiomodus is
geselecteerd, wordt op het display
informatie over het beluisterde station
getoond.
191
Page 225 of 228

Spraakopdrachten.......197 ,212
Telefoonmodus.........194 ,206
Uconnect™ LIVE-Services . .196 ,209
Niveaus controleren...........143
Officiële typegoedkeuringen.....213
Onderhoudsprocedures
Koplampsproeiers..........150
Sproeiers................150
Parkeerlichten...............18
Parkeersensoren..............99
Pollenfilter................150
Portieren..................12
Centrale portiervergrendeling....12
Kinderslot................12
Pre-Fill-systeem (RAB - Ready
Alert Brake)...............64
Prestaties.................179
Radio................191 ,204
Regensensor................22
Reiniging en onderhoud
Auto-interieur.............154
Carrosserie..............153
Koplampen...............153
Kunststof en gecoate
interieurdelen.............155
Lederen interieurdelen.......155
Lederen stoelen............154
Stoelen en stoffen bekleding. . . .154Remmen
Remvloeistofniveau.........147
Richtingaanwijzers.............20
"Lane change"-functie.........20
Lamp vervangen........110 ,111
Ruiten (reinigen).............153
Ruitensproeier
Vloeistofniveau ruitensproeier . . .147
Ruitenwisser/-sproeier..........21
Automatische wis-/wasregeling . . .22
Ruitenwisser/achterruitwisser.....21
Safe Lock (systeem)............9
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) . .67
Schemersensor...............18
Service en onderhoud
Periodieke controles.........142
Zwaar Gebruik Van De Auto.....142
Set-up-menu................40
Slepen van de auto............130
Slepen van het voertuig
Montage van het sleepoog.....130
Sleutels
Sleutel met afstandsbediening....8
Smart bag systeem (meertraps
frontairbags)..............81
Stadslicht/dimlicht............18
Stadslichten/dagrijlichten (DRL)
Lamp vervangen...........110
Stadslichten/remlichten
Lamp vervangen...........111Standaard velgen en banden......166
Start&Stop systeem...........96
Starten met hulpaccu..........126
Stoelen....................14
Achterstoelen..............15
Voorstoelen . . .............14
Stuurslot...................10
Stuurwiel..................16
Tankcapaciteit . .............103
Tankdop..................103
Tanken.............102 ,103 ,172
Technische gegevens..........158
Tijdens parkeren..............91
Trip Computer...............42
Universeel kinderzitje monteren....72
USB-bron..............194 ,206
Veiligheidsgordels............66
Gebruik..................66
Veranderingen/wijzigingen aan het
voertuig..................4
Vloeistoffen en smeermiddelen. . . .176
Vooraanspanners.............69
Krachtbegrenzers...........69
Wielen...................166
Wielen en banden
Bandenspanning . ..........167
Een wiel vervangen..........119
Zekeringen (vervangen)........113
Zijairbags (zijairbag - hoofdairbag) . . .85