Alfa Romeo MiTo 2009 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2009, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2009Pages: 250, PDF Size: 4.83 MB
Page 171 of 250

170IN NOODGEVALLEN
Het is niet mogelijk lekken aan de zijkanten van
de band te repareren. Gebruik de set niet als de
band beschadigd is geraakt door het rijden met
een lege band.
Bij schade aan de velg (zodanige vervorming van
het kanaal dat er lucht wegloopt) kan de band niet
gerepareerd worden. Verwijder de eventueel in de
band binnengedrongen voorwerpen (schroeven of spij-
kers) niet.
De compressor mag niet langer dan 20 minuten
achter elkaar worden ingeschakeld. Gevaar voor
oververhitting. De set is niet geschikt voor per-
manente reparatie; de gerepareerde banden mogen daar-
om slechts tijdelijk worden gebruikt.
Spuitbussen en afdichtvloeistof zijn schadelijk voor
het milieu. Spuitbussen en afdichtvloeistof zijn
schadelijk voor het milieu.
De spuitbus bevat ethyleenglycol en latex: kan een
allergische reactie veroorzaken. Schadelijk bij in-
slikken. Irriterend voor de ogen. Kan overgevoe-
ligheid veroorzaken bij inademing en contact. Vermijd
contact met ogen, huid en kleding.
Spoel bij contact onmiddellijk overvloedig met water. Ver-
mijd braken bij inslikking, spoel de mond uit, drink veel
water en raadpleeg onmiddellijk een arts. Houd buiten
het bereik van kinderen. Het product mag niet gebruikt
worden door astmatische patiënten. Adem de dampen niet
in tijdens het vullen en oppompen. Raadpleeg onmiddel-
lijk een arts bij allergische reacties. Bewaar de spuitbus in
de daarvoor bestemde ruimte, ver verwijderd van warm-
tebronnen. De afdichtvloeistof heeft een houdbaarheids-
datum. Vervang de spuitbus voordat de houdbaarheids-
datum van de afdichtvloeistof is verstreken.
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 170
Page 172 of 250

IN NOODGEVALLEN171
4
OPPOMPEN VAN DE BAND
fig. 15A0J0213m
Draai de werkhandschoenen die zich in de set be-
vinden.
Ga als volgt te werk:
❍plaats het te repareren wiel met het ventiel A-fig. 15 in de in
de figuur aangegeven stand en trek vervolgens de handrem
aan, pak de set en plaats de set dicht bij het wiel op de grond;
❍draai de dop van het ventiel, neem de vulbuis B-fig. 16 en
draai de ring C op het ventiel los;
❍controleer of de schakelaar A-fig. 18 van de compressor in stand
0 (uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stekker
A-fig. 17 in de contactdoos/sigarenaansteker op de tunnel
en schakel de compressor in door de schakelaar A-fig. 18 in
stand I (ingeschakeld) te zetten;
fig. 17A0J0116m
fig. 16A0J0214m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 171
Page 173 of 250

172IN NOODGEVALLEN
❍pomp de band op tot de in de paragraaf “Banden” in hoofd-
stuk “6” aangegeven bandenspanning is bereikt. Controleer
de bandenspanning op de manometer B-fig. 18 en schakel
de compressor uit voor een nauwkeurige aflezing;
❍als niet binnen 5 minuten de bandenspanning ten minste 1,5
bar is, koppel dan de compressor los van het ventiel en de con-
tactdoos en verplaats vervolgens de auto ongeveer 10 meter
naar voren of naar achteren, zodat de afdichtvloeistof in de
band verdeeld wordt; pomp de band vervolgens weer op;
fig. 18A0J0114m
❍als dan nog niet binnen 5 minuten na het inschakelen van de
compressor een bandenspanning van ten minste 1,8 bar wordt
bereikt, mag niet verder worden gereden; wendt u in dit ge-
val tot het Alfa Romeo Servicenetwerk;
❍stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de ban-
denspanning: vergeet daarbij niet de handrem aan te trek-
ken;
❍als een bandenspanning van ten minste 1,8 bar wordt geme-
ten, herstel dan de juiste spanning (met draaiende motor en
aangetrokken handrem); rijd vervolgens zeer voorzichtig naar
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 172
Page 174 of 250

IN NOODGEVALLEN173
4
fig. 19A0J0225m
A
BANDENSPANNING CONTROLEREN EN
HERSTELLEN
De compressor kan ook worden gebruikt voor het controleren en
zonodig herstellen van de bandenspanning. Maak de snelkoppe-
ling A-fig. 19 los en sluit direct aan op het ventiel van de band
die moet worden opgepompt.
SPUITBUS VERVANGEN
Ga als volgt te werk:
❍maak de koppeling A-fig. 20 en de vulbuis B los;
❍draai de te vervangen spuitbus linksom en trek de spuitbus om-
hoog;
❍plaats de nieuwe spuitbus en draai de spuitbus rechtsom;
❍plaats de koppeling A terug of sluit de vulbuis B aan op de
zitting.
fig. 20A0J0115m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 173
Page 175 of 250

174IN NOODGEVALLEN
LAMP VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❍Controleer voordat u een lamp vervangt of de contacten niet
zijn geoxideerd;
❍vervang een defecte lamp door een exemplaar van hetzelfde
type en vermogen;
❍controleer na het vervangen van een koplamp altijd of deze
juist zijn gericht;
❍als een lamp niet brandt, controleer dan eerst of de zekering
niet doorgebrand is, voordat u de lamp vervangt: zie voor de
plaats van de zekeringen de paragraaf “Zekeringen vervan-
gen” in dit hoofdstuk.
TYPEN LAMPEN fig. 21
Op de auto wordt gebruikt van de volgende lampen:
A. Glasfittinglampen: geklemd gemonteerd. Trek aan de lamp om
de lamp te verwijderen.
B. Lampen met bajonetfitting: verwijder de lamp uit de houder
door hem iets in te drukken en linksom te draaien.
C. Buislampen: verwijder de lamp door hem uit de veercontacten
los te maken.
D. Halogeenlampen: verwijder de lamp door de borgveer los te
haken uit de zitting.
E. Halogeenlampen: verwijder de lamp door de borgveer los te
haken uit de zitting
fig. 21A0J0117m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 174
Page 176 of 250

5/21W
–
55W
55W
D1S
21W
21W
5W
–
–
5W
55W
21W
21W
10W
5W
5W
5WA
–
D
D
–
B
B
A
–
–
A
E
B
B
C
A
C
A
IN NOODGEVALLEN175
4
W21/5W
LED
H7
H7
F
WY21W
P21W
W5W
LED
LED
W5W
H1
P21W
P21W
C10W
W5W
C5W
W5W
Lamp Type Vermogen Zie fig.
Buitenverlichting voor/dag-dimlicht
Buitenverlichting achter
Dimlicht
Grootlicht
Grootlicht/dimlicht (uitvoeringen met
bixenon-koplampen) (waar voorzien)
Richtingaanwijzer voor
Richtingaanwijzer achter
Richtingaanwijzer op voorspatbord
Remlicht
Derde remlicht
Kentekenverlichting
Mistlampen voor
Mistachterlicht
Achteruitrijlicht
Plafondverlichting voor
Bagageruimteverlichting
Verlichting dashboardkastje
Dorpelverlichting
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 175
Page 177 of 250

176IN NOODGEVALLEN
LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS fig. 22
In de koplampunits zijn de gloeilampen voor de buitenverlichting, het
dimlicht, het grootlicht en de richtingaanwijzer opgenomen. De op-
stelling van de lampen is:
A. Buitenverlichting/dag-dimlicht en grootlicht;
B. Dimlicht;
C. Richtingaanwijzers.
BUITENVERLICHTING/DAG-DIMLICHT
Gloeilamp vervangen:
❍maak het deksel A-fig. 22 los;
❍trek de lamphouder B-fig. 23 los, verwijder de lamp en vervang
de lamp;
❍monteer lamphouder B en controleer of deze juist goed vast-
zit;
❍maak het deksel A-fig. 22 vast.
GROOTLICHT
Gloeilamp vervangen:
❍maak het deksel A-fig. 22 los;
❍trek de lamphouder C-fig. 23 los, verwijder de lamp en vervang
de lamp;
❍monteer de lamphouder en controleer of deze goed vastzit;
❍maak het deksel A-fig. 22 vast.
fig. 22A0J0021mfig. 23A0J0041m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 176
Page 178 of 250

IN NOODGEVALLEN177
4
DIMLICHTEN
Met gloeilampen
Gloeilamp vervangen:
❍maak het deksel B-fig. 22 los;
❍maak het deksel A-fig. 24 voor de lamp los;
❍verwijder de lamp en vervang de lamp;
❍monteer de lamphouder en controleer of deze goed vastzit;
❍maak het deksel B-fig. 22 vast.
Met gasontladingslampen
(Bixenon) (waar voorzien)RICHTINGAANWIJZERS
Voor
Gloeilamp vervangen:
❍neem de sleutel A-fig. 25 en plaats deze in zitting B;
fig. 24A0J0040m
Wendt u voor het vervangen van deze lampen tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
fig. 25A0J0144m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 177
Page 179 of 250

178IN NOODGEVALLEN
❍draai de lamphouder linksom;
❍verwijder de lamp en vervang de lamp;
Op voorspatbord
Gloeilamp vervangen:
❍druk op het lampenglas A-fig. 26 zodat veer B wordt samen-
gedrukt en trek de unit naar buiten;
❍draai de lamphouder C linksom, verwijder de lamp en vervang
de lamp;
❍monteer de lamphouder C rechtsom draaiend in het lampen-
glas;
❍monteer de unit; controleer of m.b.v. de interne veer B de
unit goed vastzit.
MISTLAMPEN VOOR (waar voorzien)
Wendt u voor het vervangen van deze lampen tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
ACHTERLICHTUNITS
De lichtunit kan worden bereikt via de zijbekleding in de bagage-
ruimte (zie fig. 27). In de achterlichtunits zijn de gloeilampen voor
de buitenverlichting, de richtingaanwijzers en de remlichten opge-
nomen.
BUITENVERLICHTING/REMLICHTEN
Dit zijn LED’s. Wendt u voor het vervangen tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.
RICHTINGAANWIJZERS
Verwijder lamphouder A-fig. 27 om deze lamp te vervangen.
fig. 26A0J0042mfig. 27A0J0043m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 178
Page 180 of 250

IN NOODGEVALLEN179
4
MISTACHTERLICHT/ACHTERUITRIJVERLICHTING
Wendt u voor het vervangen van de lamp van het mistachterlicht
A-fig. 28 of de achteruitrijverlichting B tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder de units A-fig. 29;
❍draai de lamphouder B-fig. 30 rechtsom, verwijder de lamp C
en vervang de lamp.
DERDE REMLICHT
Deze bevindt zich in de achterklep en bestaat uit LED’s. Wendt u
voor het vervangen tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
fig. 28A0J0044mfig. 30A0J0045m
fig. 29A0J0046m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 179