ESP Alfa Romeo MiTo 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2009, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2009Pages: 250, PDF Size: 4.83 MB
Page 2 of 250

Geachte cliënt,
Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een Alfa Romeo heeft gekozen.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden.
Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Alfa Romeo volledig te
benutten.
U zult niet alleen de bijzondere eigenschappen ontdekken van uw Alfa Romeo maar ook belangrijke aanwijzingen vinden voor de
verzorging, het onderhoud, de rijveiligheid en het geprogrammeerd onderhoud.
Wij raden u aan de waarschuwingen en tips bij de symbolen aan de onderkant van de pagina met aandacht te lezen:
veiligheid van de inzittenden;
conditie van de auto;
bescherming van het milieu.
In de bijgevoegde “Service- en garantiehandleiding” vindt u de speciale aanvullende service van Alfa Romeo:
– het Garantiecertificaat met de termijnen en de voorwaarden voor handhaving van de garantie
– een overzicht van de speciale aanvullende service voor de cliënten van Alfa Romeo.
Wij zijn ervan overtuigd, dat u met behulp van dit instructieboekje spoedig met uw auto vertrouwd zult raken en dat uw nieuwe auto en
de ondersteuning van de Alfa Romeo-organisatie u volledig tevreden zullen stellen.
Veel leesplezier en goede reis!
In dit instructieboekje worden alle uitvoeringen van de Alfa MiTo beschreven. Houd u alleen aan de informatie
die betrekking heeft op de uitrusting, motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht heeft.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 1
Page 71 of 250

70WEGWIJS IN UW AUTO
Tijdens de automatische werking is het mogelijk de ingestelde tem-
peraturen, de luchtverdeling en de aanjagersnelheid te wijzigen
door op ieder gewenst moment de betreffende druk- of draai-
knoppen te bedienen: Het systeem wijzigt automatische de in-
stellingen om aan de nieuwe eisen te voldoen.
Als het systeem geheel automatisch werkt (FULL AUTO) en de
luchtverdeling en/of de luchtopbrengst en/of de inschakeling van
de compressor en/of de recirculatie worden gewijzigd, dan ver-
dwijnt FULL.
Op deze wijze zal de klimaatregeling alle functies automatisch
regelen, behalve de handmatig gewijzigde functies. De aanjager-
snelheid is voor alle zones in het interieur gelijk.
TEMPERATUUR INSTELLEN
Draai de knoppen N of H naar rechts of links om de temperatuur
in de linker zone (draaiknop N) of de rechter zone (draaiknop
H) van het interieur te regelen.
De ingestelde temperaturen worden op het display weergegeven.
Druk op de knop MONO om de instelling van de luchttempera-
tuur in beide zones gelijk te maken: draai aan knop N om de
temperatuur in te stellen.
Draai, om de gescheiden temperatuurregeling en luchtverdeling
in de twee zones weer in te stellen, knop N of H en druk opnieuw
op knop MONO (als de led op de knop brandt).
Door de knoppen volledig naar rechts of naar links te draaien,
zullen respectievelijk de functies HI (maximum verwarming) of LO
(maximum koeling) ingeschakeld worden. Om deze functies uit
te schakelen, moet de knop voor de temperatuurregeling worden
verdraaid en de gewenste temperatuur worden ingesteld.
INSCHAKELING KLIMAATREGELING
Het systeem kan op verschillende manieren worden ingeschakeld:
er wordt hoe dan ook aangeraden één van de AUTO-knoppen in
te drukken en de knoppen te verdraaien om de gewenste tempe-
raturen in te stellen. Het is mogelijk om voor bestuurder en pas-
sagier verschillende temperaturen te selecteren met een maximum
verschil van 7°C.
In deze situatie begint het systeem met de geheel automatische
werking waarbij de temperatuur, de luchthoeveelheid en -verdeling
en de recirculatie en inschakeling van de aircocompressor worden
geregeld.
ij de volledig automatische werking bestaat de enige handmatige
handeling uit het eventueel inschakelen van de volgende func-
ties:
❍MONO, om de luchttemperatuur en -verdeling aan de passa-
giers- en bestuurderszijde gelijk te stellen;
❍Tluchtrecirculatie (om de recirculatie altijd ingeschakeld of
altijd uitgeschakeld te houden);
❍-voor het snel ontwasemen/ontdooien van de voorruiten,
van de achterruit en van de buitenspiegels;
❍(om de achterruit en de buitenspiegels te ontwasemen/ont-
dooien.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 70
Page 106 of 250

WEGWIJS IN UW AUTO105
1
Nadat men enkele kilometers gereden heeft, moet
opnieuw gecontroleerd worden of alle borgschroe-
ven van de bevestigingspunten goed gespannen zijn.
Zorg voor een gelijkmatige verdeling van de la-
ding en houd tijdens het rijden rekening met de
verhoogde gevoeligheid van de auto voor zijwind.
Houdt u zorgvuldig aan de wettelijke bepalingen
betreffende de maximale afmetingen.
Overschrijd nooit de toegestane maximum bela-
ding.
Bij Lineaccessori Alfa Romeo is de voor de auto geschikte imperi-
aal/skidrager beschikbaar.KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort en de
veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers. Bovendien zijn er
wettelijke voorschriften met betrekking tot de koplampafstelling.
Voor optimaal zicht en zichtbaarheid moeten de koplampen op
de juiste wijze zijn afgesteld. Wendt u voor de controle en de even-
tuele instelling tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
HOOGTEVERSTELLING VAN DE KOPLAMPEN
fig. 69
Deze werkt alleen met het contactslot op MAR en ingeschakelde
dimlichten.
fig. 69A0J0026m
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 105
Page 117 of 250

116WEGWIJS IN UW AUTO
INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
De elektrische/elektronische systemen die na aankoop van de au-
to gemonteerd worden, moeten voorzien zijn van het merkteken:
e ECE.
Fiat Auto S.p.A. staat toe dat zenders/ontvangers worden ge-
monteerd, op voorwaarde dat dit professioneel gebeurt bij een
gespecialiseerd bedrijf en volgens de aanwijzingen van de fabri-
kant.
WAARSCHUWING De montage van apparatuur die wijzigingen van
de specificaties van de auto tot gevolg heeft, kan inname van het
kentekenbewijs door de verantwoordelijke autoriteiten tot gevolg
hebben en het eventueel vervallen van de garantie die defecten
dekken die zowel direct als in direct veroorzaakt zijn door de ge-
noemde wijziging.
Fiat Auto S.p.A. wijst elke verantwoordelijkheid af voor schade
die veroorzaakt is door de installatie van accessoires die niet ge-
leverd of aanbevolen zijn door Fiat Auto S.p.A. en niet gemonteerd
zijn volgens de bijgeleverde voorschriften.
INBOUWVOORBEREIDING
MONTAGE NAVIGATIESYSTEEM
(waar voorzien)
Bij een aantal uitvoeringen is de auto voorzien van een inbouw-
voorbereiding voor het navigatiesysteem uit Lineaccessori Alfa Ro-
meo
Plaats het navigatiesysteem zoals is aangegeven in fig. 72.
fig. 72A0J0107m
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 116
Page 123 of 250

122WEGWIJS IN UW AUTO
Als een band verwijderd wordt, is het aan te be-
velen ook de rubberen ventieldop te vervangen:
wendt u zich hiervoor tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk. Bij het monteren/verwijderen van banden
en/of velgen moeten speciale voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen; om beschadiging of verkeerde
montage van de sensoren te voorkomen, mogen de ban-
den en/of de velgen alleen door gespecialiseerd perso-
neel worden vervangen. Wendt u zich tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Storingen door een zeer intense radiofrequentie
kunnen de juiste werking van het TPMS belem-
meren. De bestuurder van de auto wordt over de-
ze omstandigheden geïnformeerd m.b.v. een bericht op
het display. Deze melding verdwijnt automatisch zodra de
storing het systeem niet meer hindert.De bandenspanning kan afhankelijk van de bui-
tentemperatuur variëren. Het TPMS kan tijdelijk
een te lage bandenspanning aangeven. Controleer
in dit geval de banden als ze koud zijn, en herstel zono-
dig de spanning.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 122
Page 129 of 250

128VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de
gordel om. Maak de gordels vast door de gesp A-fig. 1 in de slui-
ting B te drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel de rolautomaat blokkeert,
laat dan de gordel een stukje terugrollen en trek de gordel ver-
volgens weer geleidelijk uit.
Voor het losmaken van de gordel moet u op de knop C drukken.
Begeleid de gordel tijdens het teruglopen om te voorkomen dat de
gordelband verdraait.
fig. 1A0J0101mfig. 2A0J0102m
Druk tijdens het rijden niet op de knop C-fig. 1.
De achterbank is voorzien van driepuntsgordels met rolautomaat.
Leg de achtergordels om zoals is afgebeeld in fig. 2.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 128
Page 150 of 250

STARTEN EN RIJDEN149
3
Motor starten .............................................................................. 150
Motor uitzetten ........................................................................... 152
Gebruik van de versnellingsbak...................................................... 153
Brandstof besparen ...................................................................... 154
Trekken van aanhangers............................................................... 156
Winterbanden ............................................................................. 157
Sneeuwkettingen........................................................................ 158
Auto langere tijd stallen................................................................ 158
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:01 Pagina 149
Page 155 of 250

154STARTEN EN RIJDEN
BRANDSTOF BESPAREN
Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor het brandstofverbruik
zo laag mogelijk blijft en de uitstoot van schadelijke uitlaatgas-
sen zoveel mogelijk beperkt wordt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van de auto door de controles en
registraties die in het “Onderhoudsschema” staan vermeld, te la-
ten uitvoeren.
Banden
Controleer regelmatig, ten minste een keer per maand, de span-
ning van de banden: als de spanning te laag is, wordt de weer-
stand groter en neemt het verbruik toe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een te zwaar beladen bagageruimte. Het gewicht van
de auto en de wieluitlijning hebben grote invloed op het brand-
stofverbruik en de stabiliteit.
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als u deze niet wordt gebruikt.
Deze accessoires verminderen de aërodynamica van de auto, waar-
door het brandstofverbruik toeneemt. Gebruik voor het vervoer van
volumineuze voorwerpen bij voorkeur een aanhanger.
Om op de juiste wijze te schakelen, moet u het kop-
pelingspedaal geheel intrappen. Daarom mag er
niets onder het pedaal liggen dat dit kan verhin-
deren: let erop dat de vloermatten niet zijn dubbelge-
vouwen, waardoor de slag van de pedalen kan worden
beperkt.
Laat uw hand tijdens het rijden niet op de pook-
knop rusten; door de uitgeoefende druk, ook als
deze licht is, kunnen de interne onderdelen van de
versnellingsbak na verloop van tijd slijten.
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:02 Pagina 154
Page 157 of 250

156STARTEN EN RIJDEN
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij zeer korte ritten en regelmatig koud starten bereikt de motor
niet de optimale bedrijfstemperatuur. Hierdoor neemt niet alleen
het brandstofverbruik toe (van 15 tot aan 30% in stadsverkeer)
maar ook de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Verkeerssituatie en conditie van het wegdek
Op een drukke weg bijvoorbeeld bij filerijden, waarbij overwegend
lage versnellingen worden gebruikt, of in de stad waar veel ver-
keerslichten zijn, zal het brandstofverbruik hoger zijn. Bochtige tra-
jecten, bergwegen en een slecht wegdek verhogen eveneens het
brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Zet de motor uit als u langere tijd stilstaat (bijv. spoorwegover-
gangen).
TREKKEN VAN AANHANGERS
WAARSCHUWINGEN
Voor het trekken van aanhangwagens moet de auto uitgerust zijn
met een trekhaak van een goedgekeurd type en een geschikte
elektrische installatie. De montage van de trekhaak moet door
gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd.
Monteer zonodig speciale en/of extra achteruitkijkspiegels, waar-
mee u voldoet aan de geldende verkeerswetgeving.
Let er op dat het maximum klimvermogen van de auto door het
gewicht van een aanhanger wordt beperkt. Ook de remweg wordt
langer en u heeft langer de tijd nodig om in te halen.
Schakel tijdens het afdalen een lage versnelling in om te voorko-
men dat constant geremd moet worden.
Het gewicht van de aanhanger dat op de trekhaak rust, moet wor-
den afgetrokken van het laadvermogen van de auto. Om er ze-
ker van te zijn dat u het maximum toelaatbaar aanhangergewicht
(aangegeven op de typegoedkeuring) niet overschrijdt, moet u er
rekening mee houden dat het maximum betrekking heeft op het
totale gewicht van de aanhangwagen of caravan, inclusief acces-
soires en de bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkingen die voor auto’s met aan-
hanger gelden. Rijd in ieder geval niet harder dan 100 km/h.
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:02 Pagina 156
Page 159 of 250

158STARTEN EN RIJDEN
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de voorschriften
van het land waar wordt gereden. De sneeuwkettingen mogen
alleen op de voorwielen gemonteerd worden (aangedreven wie-
len).
Controleer na enkele meters rijden of de kettingen nog goed ge-
spannen zijn.
Gebruik dunne sneeuwkettingen: gebruik voor de bandenmaten
195/55 R16” en 205/45 R17” uitsluitend dunne sneeuwket-
tingen die maximaal 9 mm boven het profiel van de banden uit-
steken.
WAARSCHUWING Op het reservewiel mag geen sneeuwketting wor-
den gemonteerd. Als een voorband (aangedreven wiel) lek is en
met sneeuwkettingen moet worden gereden, dan moet een ach-
terwiel op de plaats van de lekke band worden gemonteerd en het
reservewiel op de plaats van het achterwiel. Zo heeft u op de voor-
as twee normale wielen waarop sneeuwkettingen gemonteerd kun-
nen worden.
AUTO LANGERE TIJD STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de auto enkele maanden niet
wordt gebruikt:
❍zet de auto in een overdekte, droge en zo mogelijk goed ge-
ventileerde ruimte; schakel een versnelling in en controleer of
de handrem niet is aangetrokken;
❍maak de minkabel van de accu los en controleer de acculading.
Gedurende het stallen moet deze controle iedere drie maan-
den worden herhaald;
❍maak de gespoten plaatdelen schoon en behandel ze met een
beschermende was;
❍reinig en bescherm de glimmen metalen delen met daarvoor
geschikte middelen;
❍smeer de wisserrubbers van de ruitenwissers voor en achter
in met talkpoeder en laat ze los van de ruit staan;
❍zet de ruiten een klein stukje open;
❍dek de auto af met een stoffen of een ademende kunststof
hoes. Gebruik geen dichte plastic hoes, omdat het in en op
de auto aanwezige vocht dan niet kan verdampen;
❍breng de bandenspanning 0,5 bar boven de normaal voorge-
schreven spanning en controleer deze regelmatig;
❍als de accu niet is losgenomen van de elektrische installatie,
controleer dan elke drie dagen de lading van de accu;
❍tap het koelsysteem van de motor niet af.
Beperk de snelheid als u sneeuwkettingen ge-
bruikt; rijd niet harder dan 50 km/h. Vermijd kui-
len, stoepranden en andere obstakels en rijd, om
de auto en het wegdek niet te beschadigen, geen lange
stukken op sneeuwvrije wegen.
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:02 Pagina 158