stop start Alfa Romeo MiTo 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2010Pages: 258, PDF Size: 5.09 MB
Page 156 of 258

STARTEN EN RIJDEN155
3
Het is raadzaam om gedurende de eerste ge-
bruiksperiode geen maximale prestaties van uw
auto te verlangen (bijv. snel accelereren, langdu-
rig rijden met hoge toerentallen en krachtig remmen).
Zolang de motor niet is aangeslagen werken de
rem- en stuurbekrachtiging niet, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening van het rempe-
daal en het stuur.
Probeer auto’s nooit te starten door ze aan te du-
wen, te slepen of van een helling te laten rijden. De-
ze handelingen kunnen de katalysator beschadigen.
Laat de contactsleutel niet in het contactslot zit-
ten als de motor is uitgezet, om te voorkomen
dat de accu ontlaadt.
MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN
(benzine en diesel)
Ga als volgt te werk:
❍rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toerentallen draai-
en en trap het gaspedaal niet bruusk in;
❍verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties. Wij ra-
den u aan te wachten tot de wijzernaald van de koelvloei-
stoftemperatuurmeter begint te bewegen.
NOODSTART
Als het lampje Yop het instrumentenpaneel constant blijft bran-
den, wendt u dan onmiddellijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
MOTOR UITZETTEN
Draai bij stationair draaiende motor de contactsleutel in stand STOP.
BELANGRIJK Het is beter om de motor na een zware rit niet on-
middellijk uit te zetten, maar hem even stationair te laten draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de motorruimte dalen.
Gasgeven voordat u de motor uitzet heeft geen en-
kel nut, verspilt brandstof en is, vooral voor mo-
toren met turbocompressor, schadelijk.
153-162 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 10:34 Pagina 155
Page 160 of 258

STARTEN EN RIJDEN159
3
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als u deze niet meer gebruikt.
Ze verminderen de aerodynamica van de auto, waardoor het brand-
stofverbruik toeneemt. Gebruik voor het vervoer van volumineu-
ze voorwerpen bij voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik elektrische accessoires uitsluitend als u ze nodig hebt. De
achterruitverwarming, de verstralers, de ruitenwissers en de aan-
jager van het ventilatie-/verwarmingssysteem vragen veel stroom,
waardoor het brandstofverbruik toeneemt (tot aan 25% in stads-
verkeer).
Airconditioning
Het gebruik van de airconditioning verhoogt het brandstofverbruik:
gebruik wanneer de buitentemperatuur het toelaat, bij voorkeur de
functies van het ventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde aerodynamische accessoires
kan de aerodynamica negatief beïnvloeden, waardoor het brand-
stofverbruik zal toenemen.
RIJSTIJL
Starten
Laat bij stilstaande auto de motor niet warmdraaien met statio-
nair toerental en ook niet met een verhoogd toerental: onder de-
ze omstandigheden warmt de motor veel langzamer op, terwijl het
verbruik en de schadelijke uitlaatgasemissie toenemen. Het is be-
ter om rustig weg te rijden en geen hoge toerentallen te gebrui-
ken: op deze manier warmt de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat voor een stoplicht of voor-
dat u de motor afzet. Deze handeling heeft evenals het overscha-
kelen met tussengas, geen enkel nut. Het kost brandstof en ver-
hoogt de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg het toelaten de hoogste ver-
snelling. Het inschakelen van een lage versnelling voor een snelle
acceleratie verhoogt het brandstofverbruik. Bij het oneigenlijke ge-
bruik van een hoge versnelling neemt het verbruik en de schadelij-
ke uitlaatgasemissie toe. Bovendien slijt de motor hierdoor sneller.
Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aanzienlijk toe bij een hogere snel-
heid. Rijd zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid, vermijd
overbodig remmen en optrekken. Dit kost brandstof en verhoogt
de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
153-162 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 10:34 Pagina 159
Page 252 of 258

INDEX251
7
Mistlampen
– bediening................................. 87
– gloeilamp vervangen.................. 182
Montagevoorbereiding
voor „Isofix”-kinderzitje............... 143
Motor (technische gegevens) ............ 231
Motor starten.........................154-164
Motorcodes
– carrosserie-uitvoeringen .............. 230
Motorkap...................................... 103
Motornummer................................ 229
Motorolie
– niveau controleren ..................... 215
– specificaties.............................. 245
– verbruik ................................... 215
Motorruimte (reinigen) .................... 223
MSR (systeem).............................. 110
Multifunctioneel display.................... 26
Niveaus controleren....................... 208
– koelvloeistof............................. 215
– motorolie................................. 215
– remvloeistof............................. 216
– vloeistof voor
ruitensproeiers voor/achter
en koplampsproeiers................ 216
Noodgevallen................................. 163
Onderhoud en zorg ........................ 201
– geprogrammeerd onderhoud ....... 202
– geprogrammeerd
onderhoudsschema.................. 203
– periodieke controles ................... 207
– zwaar gebruik van de auto ......... 207
Onderhoudsschema......................... 203
Opkrikken van de auto .................... 197
Parkeren...................................... 156
– handrem .................................. 156
Plafondverlichting voor
– bediening................................. 83
– gloeilampen vervangen .............. 184
Portieren ....................................... 95
Portiervergrendeling ........................ 87
Prestaties...................................... 241
Radiozendapparatuur
en mobiele telefoons.................. 122
Remlichten..................................... 182
Remmen ....................................... 235
Richtingaanwijzers
– bediening................................. 77
– gloeilampen vervangen .............. 182
– Lane Change-functie................... 77
Ruitbediening, elektrisch................... 96Ruiten reinigen
– achterruitwisser/-sproeier ........... 81
– intelligente „Wis/wasregeling” ... 79
– regensensor.............................. 80
– ruitenwissers/-sproeiers.............. 79
Ruitenwissers
– bediening................................. 79
– ruitensproeiers.......................... 221
– wisserbladen............................. 220
Safe-lock (systeem)....................... 51
SBR-systeem.................................. 133
Sensoren
– parkeersensoren........................ 122
– regensensor.............................. 80
– schemersensor.......................... 76
Sidebag......................................... 149
Slepen van de auto ......................... 198
Sleutels ......................................... 47
Sneeuwkettingen............................ 162
Snelheid (maximum)...................... 241
Spiegels........................................ 61
Start&Stop (systeem) ..................... 114
Start-/contactslot............................ 55
Starten en rijden............................. 153
Stekkerdozen................................. 90
Stuurinrichting................................ 235
249-256 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:53 Pagina 251