TPMS Alfa Romeo MiTo 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2013, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2013Pages: 312, PDF Size: 11.43 MB
Page 22 of 312

Lage bandenspanning(voor bepaalde versies/markten)
Dit lampje (of symbool op de display) gaat branden (bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de display) (alsook een
geluidsignaal) als de bandenspanning van een of meerdere banden
onder een bepaalde grenswaarde komt.
Zo wordt de bestuurder door de TPMS op de hoogte gebracht wanneer
de bandenspanning gevaarlijk laag is en het risico op lekkage
optreedt.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere banden met te lage
spanning, dit kan de wendbaarheid van de auto nadelig beïnvloeden.
Breng de auto tot stilstand, voorkom bruusk remmen en sturen.
Vervang het wiel meteen door het noodreservewiel (voor bepaalde
versies/markten) of repareer het m.b.v. de speciale reparatiekit (zie
“Een wiel vervangen” in hoofdstuk “Noodgevallen” en raadpleeg het
Alfa Romeo Servicenetwerk zo spoedig mogelijk.Storing TPMS
Dit lampje (of symbool op de display) gaat branden (en bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de display) wanneer een fout
in de TPMS is waargenomen.
Raadpleeg in dat geval zo snel mogelijk het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Als een of meerdere wielen niet met sensoren wordt gemonteerd,
verschijnt een melding op de display tot de oorspronkelijke condities
zijn hersteld.
Bandenspanning controleren
De lampje (of symbool op de display) gaat branden (bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de display) wanneer de
bandenspanning onder de aanbevolen waarde voor een lange
levensduur van de band en een zuinig brandstofverbruik komt. Het
lampje kan ook wijzen op drukverlies.
Als twee of meerdere banden zich in voornoemde toestand bevinden,
toont de display sequentieel de aanwijzingen voor elkeen van de
banden.
Onder dergelijke omstandigheden moet de juiste bandenspanning
worden hersteld (zie het hoofdstuk “Technische gegevens”).
18
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 126 of 312

TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System)(voor bepaalde versies/markten)
Mogelijk is de auto uitgerust met een bewakingssysteem voor de
bandenspanning (TPMS) dat de bestuurder waarschuwt als er een
onjuiste spanning wordt geconstateerd met de meldingen
"Bandenspanning controleren" en "Lage bandenspanning" die op de
display worden weergegeven.
Dit systeem omvat een RF-zender die op elk wiel is gemonteerd (op de
wielvelg in de band) en die gegevens aangaande de
spanningswaarde van elke band naar de regeleenheid stuurt.BELANGRIJKE INFORMATIE OVER HET
TPMS-SYSTEEMDe storingsindicaties worden niet opgeslagen en worden bij de
volgende start dus niet meer weergegeven.
Als de storing blijft optreden, zal de regeleenheid pas na een rit van
korte duur een melding op het instrumentenpaneel doen verschijnen.
De aanwezigheid van het TMPS-systeem heeft niet tot
gevolg dat de bestuurder de bandenspanning niet
regelmatig hoeft te controleren, met inbegrip van het
reservewiel.
Controleer de bandenspanning bij koude banden. Als
de bandenspanning om welke reden dan ook bij
warme banden moet worden gecontroleerd, dan mag
de druk niet worden verlaagd, ook wanneer de gemeten waarde
hoger is dan de voorgeschreven drukwaarde. Controleer de
bandenspanning nadien nogmaals bij koude banden.Als een of meerdere wielen zonder sensoren is
gemonteerd, dan is het systeem niet beschikbaar en
wordt een melding op de display weergegeven tot de
4 wielen met sensoren zijn gemonteerd.Het TPMS-systeem waarschuwt niet bij plots
drukverlies (bijvoorbeeld bij en klapband). Breng in
dergelijke gevallen de auto tot stilstand en voorkom
bruuske stuurbewegingen.
122WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 127 of 312

Wanneer standaard banden moeten worden
vervangen door winterbanden (en omgekeerd) moet
het TPMS-systeem hierop worden afgesteld, dit mag
alleen door het Alfa Romeo Servicenetwerk worden verricht.Schommelende buitentemperaturen kunnen de
bandenspanningg beïnvloeden. Het TPMS-systeem kan
tijdelijk een onvoldoende drukwaarde aangeven.
Controleer in dergelijke gevallen de bandenspanning bij koude
banden en herstel zo nodig de juiste spanningswaarde.Wanneer een wiel wordt vervangen, is het raadzaam
ook de bijbehorende rubberen klepafdichting te
vervangen: raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Bij de montage/demontage van een band en velg moeten
specifieke voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen; om
schade of een verkeerde montage van de sensoren te
voorkomen, moeten deze werkzaamheden alleen door
gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd. Raapleeg het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Intense storingen op bepaalde radiofrequenties kan de
juiste werking van het TPMS-systeem belemmeren.
Dit wordt aangegeven met een bericht op de display.
De melding verdwijnt automatisch zodra de storing is
verdwenen.
123WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 308 of 312

Parkeersensoren ................................... 119
Parkeren .............................................. 151
– Handrem ........................................ 151
Plafondverlichting................................. 79
– Bagageruimteverlichting .................. 81
– Dashboardkastverlichting ................. 81
– Instapverlichting .............................. 80
– In-/uitstapverlichting in de
spiegels .......................................... 80
– Plafondverlichting voor .................... 79
Plafondverlichting voor
– lamp vervangen .............................. 179
Pollenfilter............................................ 208
Portieren .............................................. 91
– Centrale portiervergrendeling ........... 91
Prestaties ............................................. 243Radiozenders en mobiele telefoons ...... 118
Regensensor ........................................ 75
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur .................................. 217
– carrosserie ...................................... 214
– koplampen...................................... 216
– kunststof en gecoate interieurdelen.... 218
– lederen interieurdelen ...................... 218
– lederen stoelen ................................ 217
– motorruimte .................................... 216– ruiten ............................................. 216
– stoelen en stoffen bekleding.............. 217
Remmen .............................................. 231
– remvloeistofniveau ........................... 207
Richtingaanwijzers ............................... 72
– lamp vervangen .............................. 176
– "Lane change"-functie...................... 72
Ruiten reinigen ..................................... 73
Ruiten (reinigen) ................................... 216
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ........... 207
Ruitensproeiers van achterruit................ 213
Ruitensproeiers van vooruit ................... 213
Ruitensproeier/-wisser voorruit .............. 73
– Automatische wis-/wasfunctie .......... 74
Ruitenwissers
– wisserbladen................................... 211
– wisserbladen vervangen .................. 212
Safe Lock systeem ............................... 43
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) .......... 129
Schemersensor ..................................... 71
Schuifdak ............................................ 87
Setup-menu ......................................... 26
Slepen van de auto .............................. 191
– Montage van het sleepoog ............... 191
“Smart Bag” systeem (Meertraps
frontairbags) ..................................... 143Smeermiddelen (specificaties) .............. 252
Sneeuwkettingen .................................. 157
Snelheidsmeter..................................... 6
Stadslicht en dimlicht ............................ 70
Start&Stop systeem ............................... 110
Stoelen ................................................ 50
– Voorstoelen ..................................... 50
Stopcontacten ...................................... 85
Stuurinrichting ..................................... 233
Stuurslot .............................................. 49
Stuurwiel ............................................. 54
Symbolen ............................................ 39Tankdop ............................................ 126
Tanken ................................................ 125
Technische gegevens............................. 219
Toerenteller .......................................... 6
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) ............................................. 122
Transmissie .......................................... 230
Trip Computer ...................................... 36
TRIP knop ............................................ 38"Universeel" kinderzitje monteren......... 135
304WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER