stop start Alfa Romeo MiTo 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2015, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2015Pages: 280, PDF Size: 8.53 MB
Page 12 of 280

Bij storing waarschuwingslampje, ondanks het
knipperen van het waarschuwingslampje
in het
frame op de achteruitkijkspiegel en het uitschakelen
(daar waar aanwezig) van de passagiersairbag, bij versies met
multifunctioneel display op het instrumentenpaneel, gaat ook het
lampje
knipperen en wordt een speciaal bericht
weergegeven. Bij versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display verschijnt daarentegen het symbool
en een bericht
op het display
Laadstroom accu onvoldoende
(rood)
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het
lampje branden. Het moet doven nadat de motor is gestart (als de
motor stationair draait, is het normaal dat het lampje iets later dooft).
Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk als het lampje (of het
symbool op de display) continu of knipperend gaat branden.
Storing elektrische
stuurbekrachtiging (rood)
(voor bepaalde versies/markten)
Door de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.Als het lampje (of het symbool op de display) blijft/blijven branden,
zou de elektrische stuurbekrachtiging niet meer kunnen werken
waardoor aanzienlijk meer inspanning nodig is om de auto te
besturen. Het sturen blijft echter wel mogelijk.
De display toont een speciale melding.
Raapleeg in zo'n geval het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Start&Stop systeem
uitschakelen (amber)
Wanneer het Start&Stop systeem wordt uitgeschakeld via de knop op
het extra bedieningspaneel nabij het stuurwiel, gaat het controlelampje
branden.
Bij sommige versies verschijnt een speciale melding op de display.
CONTINU BRANDEND:
Motoroliedruk te laag (rood)
KNIPPEREND: Motorolie verslechterd
(voor bepaalde versies/markten - rood)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
branden maar moet het doven zodra de motor is gestart.
1. Onvoldoende motoroliedruk
Het controlelampje gaat aan en brandt continu (bij sommige versies
verschijnt ook een bericht op het display) wanneer het systeem een te
lage oliedruk detecteert.
8
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 18 of 280

Algemene storingsmelding
(geel)
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden onder de
volgende omstandigheden.
Raadpleeg in dergelijke gevallen het Alfa Romeo Servicenetwerk om
de storing zo spoedig mogelijk te laten verhelpen.
Controlelampje storing airbag
(versies met multifunctioneel display)
Het lampje knippert (er verschijnt ook een bericht op het display)
wanneer een storing is waargenomen met het airbag controlelampje
.
Storing buitenverlichting
Zie beschrijving voor het
controlelampje.
Storing remlichten
Zie beschrijving voor “Storing remlichten”.
Afsluiter van de brandstoftoevoer
Het lampje gaat branden wanneer de brandstofnoodschakelaar wordt
ingeschakeld. Op de display verschijnt een speciale melding.Storing Start&Stop
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer een storing is het Start&Stop
systeem wordt vastgesteld.
Storing regensensor
(voor bepaalde versies/markten)
Zie beschrijving voor het
controlelampje.
Storing parkeersensor
(voor bepaalde versies/markten)
Zie beschrijving voor het
controlelampje.
Storing schemersensor
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer een storing is de schemersensor
wordt vastgesteld.
Storing motoroliedruksensor
Het lampje gaat branden wanneer een storing in de
motoroliedruksensor wordt gedetecteerd. Op de display verschijnt een
speciale melding.
Storing elektrische stuurbekrachtiging
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer een storing in de elektrisch
stuurbekrachtiging is waargenomen.
14
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 21 of 280

Start&Stop systeem uitschakelen
❒Versies met multifunctionele display:er wordt een bericht getoond
wanneer het Start&Stop-systeem wordt uitgeschakeld.
❒Versies met herconfigureerbare multifunctionele display:het symbool
en een bericht worden getoond wanneer het Start&Stop-systeem
wordt uitgeschakeld.
Storing Start&Stop-systeem
Als er een storing optreedt in het Start&Stop systeem, knippert het
symbool
(versies met multifunctioneel display) of(versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel display) op de display.
Voor bepaalde versies/markten, indien aanwezig, wordt er ook een
bericht weergegeven.
Raapleeg in zo'n geval het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Bagageruimte open
Bij sommige versies wordt een melding + symbool op de display
weergegeven wanneer de bagageruimte open is.
Motorkap open
Bij sommige versies wordt een melding + symbool op de display
weergegeven wanneer de motorkap open is.
Mogelijke aanwezigheid van ijs
op de weg
Bij versies met "Herconfigureerbare multifunctionele display"
verschijnen er een bericht en een symbool wanneer de
buitentemperatuur 3°C of lager bedraagt.
Bij versies met multifunctioneel display, wordt alleen een melding
weergegeven.
BELANGRIJK Bij een storing van de buitentemperatuursensor, worden
streepjes i.p.v. temperatuurwaarden op de display weergegeven.
Afsluiter van de
brandstoftoevoer
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer de afsluiter van de brandstoftoevoer inschakelt.
Voor het opnieuw inschakelen van de afsluiter van de
brandstoftoevoer, zie de paragraaf “Afsluiter van de brandstoftoevoer”
in dit hoofdstuk.
Storing buitenverlichting
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in een van de volgende lichten optreedt:
❒dagverlichting (DRL)
❒stadslicht
❒richtingaanwijzers
❒mistachterlicht
❒kentekenverlichting.
17
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
In-/uitschakeling Start&Stop systeem
(voor bepaalde versies/markten)
Inschakeling Start&Stop systeem
Wanneer het Start&Stop systeem wordt ingeschakeld, verschijnt een
melding op de display.
Page 24 of 280

DISPLAY
De auto kan uitgerust zijn met een multifunctionele/herconfigureerbare
display die tijdens het rijden nuttige informatie op basis van wat
eerder is ingesteld aan de bestuurder toont.
Bij verwijderde contactsleutel, schakelt de display in en toont enkele
seconden de tijd en de totaalstand van de kilometerteller (in km of
mijlen) wanneer een portier wordt geopend/gesloten.
"STANDAARD" SCHERM
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
De volgende informatie wordt op de display getoond fig. 6 :
ADatum
BKilometerteller (afgelegde afstand in km of mijlen)
CDe rijmodus die is gekozen met het "Alfa DNA"-systeem
(dynamische controle van de auto) (bij bepaalde versies/markten):
DTijd (altijd weergegeven, ook bij verwijderde contactsleutel en
gesloten portieren)
EAanduiding Start&Stop-functie (voor bepaalde versies/markten)
FBuitentemperatuur
GGear Shift Indicator (voor bepaalde versies/markten)
HStand hoogteregeling koplampen (alleen bij ingeschakeld dimlicht).
"STANDAARD" SCHERM
HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
De volgende informatie wordt op de display getoond fig. 7 :
fig. 6A0J1270fig. 7A0J0333
20
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
d = Dynamic; n = Natural; a = All Weather
ATijd
BReisteller (in km of mijlen)
CKilometerteller (afgelegde afstand in km of mijlen)
Page 25 of 280

DAanwijzingen autotoestand (bijv. open portieren, eventuele
ijsvorming op de weg, etc.) /Aanduiding Start&Stop-functie (voor
bepaalde versies/markten)/Gear Shift Indicator (voor bepaalde
versies/markten)
EStand hoogteregeling koplampen (alleen bij ingeschakeld dimlicht).
FBuitentemperatuur
Bij sommige versies toont de display bij het kiezen van de rijmodus
“DYNAMIC” (zie de paragraaf “Alfa DNA-systeem” in dit hoofdstuk)
de turbinedruk fig. 8.
Het instrument is gekalibreerd voor motoren met hogere
turbodrukwaardes. Daarom is het, bij sommige versies, normaal dat
het einde van de schaal bereikt wordt.
GEAR SHIFT INDICATOR
(voor bepaalde versies/markten)
De "GSI" (Gear Shift Indicator) adviseert de bestuurder een andere
versnelling in te schakelen via een speciale melding op de display fig.
9.
Via de GSI wordt de bestuurder gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan opleveren.
Daarom is het voor een zuinig brandstofverbruik raadzaam om de
rijmodus "Natural" of "All Weather" te selecteren, en om de
aanwijzingen van de Gear Shift Indicator op te volgen wanneer de
verkeersomstandigheden dit toelaten.
Wanneer het pictogram SHIFT UP (
SHIFT) op de display wordt
getoond, geeft de GSI het advies om een hogere versnelling in te
schakelen, terwijl wanneer het pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT)
wordt getoond, de bestuurder wordt geadviseerd een lagere
versnelling in te schakelen.
fig. 8A0J0228fig. 9A0J0233
21
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 26 of 280

OpmerkingDe aanduiding op het instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of zolang de rijomstandigheden
niet terugkeren naar een situatie waarin schakelen niet nodig is om het
verbruik te optimaliseren.
WELCOME MOVEMENT
Bij sommige versies gebeurt het volgende wanneer de sleutel in de
stand MAR-ON wordt gezet:
❒snelle beweging (op en neer) van de wijzers van de snelheidsmeter
en de toerenteller;
❒verlichting van grafische symbolen/display;
❒weergave van een grafische animatie van het autoprofiel.
Wijzerbewegingen
❒Als de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd terwijl de wijzers
bewegen, keren ze onmiddellijk naar hun beginstand terug.
❒Nadat de wijzers de maximum schaalwaarden hebben bereikt,
keren ze terug naar de door de auto aangegeven waarde.
❒De beweging van de wijzers stopt wanneer de motor is gestart.
Verlichting van grafische symbolen/display
Enkele seconden nadat de sleutel is ingebracht, worden de meters, de
grafische symbolen en de display achter elkaar verlicht.
Weergave van een grafische animatie
Wanneer de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd (bij gesloten
portieren), blijft de display branden en wordt een grafische animatie
weergegeven.
De displayverlichting wordt geleidelijk aan gedimd en tenslotte
volledig uitgeschakeld.
BEDIENINGSKNOPPEN
"+" of(versies met Start&Stop systeem): om naar boven te
bladeren door het scherm en de bijbehorende optie of om de
weergegeven waarde te verhogen fig. 10.
SET/
: kort indrukken om het menu te openen en/of naar het
volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Lang indrukken
om naar het standaardscherm terug te keren.
"–" of
(versies met Start&Stop systeem): om naar beneden te
bladeren door het scherm en de bijbehorende opties of om de
weergegeven waarde te verlagen.
BELANGRIJK De "+" en "–" knoppen (of
envoor versies
met Start&Stop systeem) activeren verschillende functies afhankelijk
van de volgende situaties:
fig. 10A0J0302
22
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒deze zorgen binnen het menu voor het naar beneden en naar boven
doorlopen;
❒zorgen tijdens instellingen voor het verhogen en verlagen van de
waarden.
Page 27 of 280

SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een serie opties die gekozen kunnen worden met
de knoppen "+" en "–" (of
envoor versies met
Start&Stop systeem), om toegang te krijgen tot onderstaande
verschillende keuze- en instellingsmogelijkheden (Setup).
Sommige opties hebben een submenu. Het menu wordt geactiveerd
door de knop SET/
kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende opties:
❒MENU
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde versies/markten)
❒ACTIVERING TRIP B
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde versies/markten)
❒ZIE RADIO
❒AUTOCLOSE
❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE WAARSCHUWINGEN (zoemervolume)
❒GELUIDSSTERKTE TOETSEN❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS/CONTROLEZOEMER
❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒"DAYTIME RUNNING LIGHTS"
❒INSTAPVERLICHTING
❒MENU VERLATEN
Een optie in het hoofdmenu zonder
een submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/knop om de instelling van het hoofdmenu
die gewijzigd moet worden te selecteren;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
nieuwe instelling te selecteren;
❒druk kort op de SET/
knop om de nieuwe instelling op te slaan
en terug te gaan naar de eerder geselecteerde optie in het
hoofdmenu.
Een optie in het hoofdmenu met een
submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/knop om de eerste optie uit het submenu
weer te geven;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
opties van het submenu te doorlopen;
❒druk kort op de SET/
knop om de getoonde submenu-optie te
selecteren en het betreffende setup-menu te openen;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
nieuwe instelling voor deze submenu-optie te selecteren;
❒druk kort op de SET/
knop om de nieuwe instelling op te slaan
en terug te gaan naar de eerder geselecteerde optie in het submenu.
23
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 38 of 280

SYMBOLEN
Sommige onderdelen van de auto zijn voorzien van gekleurde plaatjes
met daarop symbolen die de voorzorgsmaatregelen aangeven die in
acht genomen moeten worden wanneer het betreffende onderdeel
wordt gebruikt. Onder de motorkap is tevens een plaatje aangebracht,
waarop de betekenis van deze symbolen wordt toegelicht.
ALFA ROMEO CODE SYSTEEM
Voor een betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met
een elektronische startblokkering. Deze schakelt automatisch in
wanneer de contactsleutel wordt verwijderd.
Elke sleutel bevat een elektronisch apparaatje dat bij het starten een
signaal ontvangt van een speciale antenne die in het contactslot is
ingebouwd. Dit signaal is het "wachtwoord" (dat elke keer dat de auto
wordt gestart wijzigt) waarmee de regeleenheid de sleutel herkent en
het starten van de motor vrijgeeft.
WERKING
Elke keer dat de motor wordt gestart door de sleutel naar de stand
MAR te draaien, stuurt de regeleenheid van het Alfa Romeo CODE
systeem een herkenningscode naar de motorregeleenheid om de
startblokkering uit te schakelen.
Deze code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het Alfa
Romeo CODE systeem de door de sleutel verstuurde code herkent.
Elke keer dat de contactsleutel naar STOP wordt gedraaid, schakelt het
Alfa Romeo CODE-systeem de functies van de elektronische
motorregeleenheid uit. Als de code tijdens het starten niet correct
wordt herkend, gaat het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden.
Draai in dit geval de sleutel naar STOP en vervolgens naar MAR; als
de motor geblokkeerd blijft, probeer dan nogmaals met een van de
andere geleverde sleutels. Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk als de motor nog steeds niet gestart kan worden.
34
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 44 of 280

DIEFSTALALARM
(voor bepaalde versies/markten)
INSCHAKELING
Het alarm gaat onder de volgende omstandigheden af:
❒wanneer een van de portieren, de laadruimte of de motorkap
ongeoorloofd wordt geopend (omtrekbeveiliging);
❒verkeerde bediening van het contactslot (contactsleutel in de stand
MAR);
❒bij het loskoppelen van de accukabels;
❒beweging in de inzittendenruimte (volumetrische beveiliging);
❒abnormaal optillen/kantelen van de auto (voor bepaalde
versies/markten).
De inschakeling van het alarm wordt aangegeven door een akoestisch
en een visueel signaal (het knipperen van de richtingaanwijzers
gedurende enkele seconden). De inschakelwijzen van het alarm
kunnen variëren naargelang de markt. Er is een maximum aantal cycli
voorzien voor de geluidssignalen en de alarmknipperlichten. Na
verloop van dit aantal cycli, zal het bewakingssysteem weer normaal
functioneren.
BELANGRIJK De startblokkering wordt verzekerd door de Alfa Romeo
CODE die deze functie automatisch inschakelt wanneer de sleutel uit
het contactslot wordt genomen.
BELANGRIJK De werking van het diefstalalarm is marktgebonden en
kan dus per land verschillen.
INSCHAKELING VAN HET ALARM
Druk bij gesloten portieren, laadruimte en motorkap en met de sleutel
in de stand STOP of verwijderd, op de knop
van de
afstandsbediening terwijl u de afstandsbediening in de richting van het
voertuig houdt. Afgezien van sommige marktuitvoeringen, wordt een
geluidssignaal voortgebracht en worden de portieren vergrendeld.
Voordat het alarm wordt ingeschakeld, wordt een zelfdiagnose
uitgevoerd: als een storing wordt gevonden, dan weerklinkt nogmaals
een geluidssignaal en/of gaat de led op het dashboard branden.
Als na inschakeling van het alarm een tweede geluidssignaal
weerklinkt en/of de led op het dashboard gaat branden, wacht dan
ongeveer 4 seconden en zet het alarm uit door te drukken op de
knop, controleer of alle portieren, de motorkap en de bagageruimte
correct vergrendeld zijn en schakel het systeem opnieuw in door te
drukken op de
knop.
Wanneer zelfs bij goed gesloten portieren, motorkap en laadruimte
het geluidssignaal weerklinkt, dan is er een storing in de werking van
het systeem gevonden. Raapleeg in zo'n geval het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
ZELF-INSCHAKELEND ALARM
(voor bepaalde versies/markten)
Als het alarm niet ingeschakeld werd met behulp van de
afstandsbediening, als er ongeveer 30 seconden verstreken zijn nadat
de contactsleutel op STOP werd gedraaid en een deur of de achterklep
voor het laatst geopend en gesloten werd, wordt het alarm
automatisch ingeschakeld.
Dit wordt aangegeven door het knipperen van de led op knop A fig.
20 en de hiervoor beschreven aanwijzingen voor inschakeling.
Om het alarm uit te schakelen op de
toets met het op de
afstandsbediening drukken.
40
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 46 of 280

CONTACTSLOT
De sleutel kan naar 3 standen worden gedraaid: fig. 21:
❒STOP: motor uit, sleutel kan verwijderd worden en stuur
geblokkeerd. Sommige elektrische apparaten (bijv. autoradio,
centrale portiervergrendeling, alarm enz.) kunnen blijven werken
❒MAR: rijstand. Alle elektrische apparaten/systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een beveiliging: als de motor bij de
eerste poging niet aanslaat, moet de sleutel teruggedraaid worden
naar de stand STOP om opnieuw te kunnen starten.
Als er geknoeid is aan het contactslot (bijv. een poging
tot diefstal), dan moet men het laten controleren bij
het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens te gaan
rijden.
Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als de
auto wordt verlaten, om onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen. Vergeet niet de
handrem aan te trekken. Schakel de 1
eversnelling in als de auto
op een helling omhoog staat geparkeerd en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag. Laat nooit kinderen
zonder toezicht in de auto achter.
STUURSLOT
Inschakeling
Draai de sleutel naar de stand STOP, verwijder de sleutel en verdraai
het stuurwiel tot het vergrendelt.
Uitschakeling
Draai het stuur iets heen en weer terwijl de contactsleutel naar de
stand MAR wordt gedraaid.
Demontage-/montagewerkzaamheden, waarvoor
wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bv. bij montage van een
diefstalbeveiliging) zijn ten strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen waardoor de auto
niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
Verwijder de sleutel nooit terwijl de auto rijdt. Het
stuurwiel zal blokkeren zodra eraan gedraaid wordt.
Dit geldt ook voor auto's die gesleept worden.
fig. 21A0J0031
42
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER