dashboard Alfa Romeo MiTo 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2018, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2018Pages: 220, PDF Size: 5.19 MB
Page 102 of 220

START&STOP SYSTEEM
(indien aanwezig)
Het Start&Stop-systeem zet
automatisch de motor af wanneer het
voertuig stilstaat en start de motor zodra
de bestuurder weer wil gaan rijden. Dit
verhoogt de efficiëntie van het voertuig
dankzij een beperking van het
brandstofverbruik, de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen en de
geluidsoverlast.
BEDIENINGSWIJZE
Afzetten van de motor
Bij stilstaand voertuig, wordt de motor
afgezet als de versnellingspook in de
vrijstand staat en het koppelingspedaal
niet is ingetrapt.
OPMERKING De motor kan alleen
automatisch worden afgezet bij een
snelheid van meer dan 10 km/h, om
herhaaldelijk afzetten van de motor te
voorkomen wanneer erg traag wordt
gereden.
Het symbool
verschijnt op het display
wanneer de motor wordt afgezet.
De motor opnieuw starten
Trap het koppelingspedaal in om de
motor weer te starten.
SYSTEEM HANDMATIG INSCHAKELEN
/ UITSCHAKELEN
Druk op de knop fig. 70 op het dashboard
naast het stuurwiel om het systeem
handmatig in of uit te schakelen.
Start&Stop-systeem inschakelen:Er
verschijnt een bericht op het display
wanneer het Start&Stopsysteem wordt
ingeschakeld.
Start&Stop-systeem uitschakelen: Het
symbool en een bericht wordt op het
display weergegeven. Als het systeem is
uitgeschakeld, gaat het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden.
GEMISTE AFZETOMSTANDIGHEDEN
VANDEMOTOR
25)
Wanneer het systeem actief is, voor meer
comfort en veiligheid, en om de uitstoot
te beperken, wordt de motor in sommigeomgevingsomstandigheden,
motorcondities niet afgezet, met het
portier van de bestuurder niet gesloten
en de veiligheidsgordels niet vastgezet.
VEILIGHEIDSINSTELLINGEN
Als het Start&Stop-systeem de motor
heeft afgezet en de bestuurder maakt
zijn veiligheidsgordel los en opent het
bestuurdersportier of het
passagiersportier, dan kan de motor
alleen opnieuw gestart worden met de
contactsleutel.
De bestuurder wordt op de hoogte
gebracht door een geluidssignaal, het
knipperen van het symbool
op de
display (en bij sommige versies verschijnt
ook een melding op de display).
"ENERGY SAVING" FUNCTIE(indien aanwezig)
Als de bestuurder, na een automatische
start van de motor, gedurende enige tijd
(ongeveer 3 minuten) geen enkele
handeling uitvoert, dan schakelt het
Start&Stop-systeem de motor definitief
uit om brandstof te besparen. In
dergelijke gevallen kan de motor alleen
opnieuw gestart worden met de
contactsleutel.
OPMERKING De motor kan in elk geval
draaiende worden gehouden door het
Start&Stop-systeem uit te schakelen.
70A0J0307C
100
STARTEN EN RIJDEN
Page 113 of 220

Lampen Type Vermogen Ref. Figuur
Voorste stadslichten/Dagrijlichten (DRL) W21/5W 5/21W A
Stadslicht
achter LED – –
Dimlicht H7 55W D
Grootlicht H1 55W D
Richtingaanwijzers voor 24W-module 24W B
Richtingaanwijzers achter P21W 21W B
Richtingaanwijzers zijkant WY5W 5W A
Stop LED – –
Derde remlicht LED – –
Kentekenverlichting W5W 5W A
Mistlampen H1 55W E
Mistachterlicht P21W 21W B
Achteruit P21W 21W B
Plafondverlichting voor C10W 10W C
Verlichting bagageruimte W5W 5W A
Dashboardkastverlichting C5W 5W C
Instapverlichting (waar aanwezig) W5W 5W A
BELANGRIJK
27)Raak alleen het metalen gedeelte van halogeenlampen aan. Het aanraken van de bol met de vingers kan de lichtopbrengst en de levensduur
van de lamp reduceren. Als de bol per ongeluk toch wordt aangeraakt, moet hij worden schoongewreven met een doekje bevochtigd met alcohol en
laat hem vervolgens drogen.
111
Page 118 of 220

oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
VERSIES MET "ALFA TCT"
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
(indien aanwezig)
De onderdelen van de ALFA TCT
transmissie worden beschermd door
speciale zekeringen. Neem contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk als
een zekering vervangen moet worden.
VERSIES MET LPG-SYSTEEM
(indien aanwezig)
De onderdelen van het LPG-systeem
worden beschermd door speciale
zekeringen. Neem contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk als een
zekering vervangen moet worden.
ZEKERINGENKASTEN
De zekeringen zijn in de
zekeringenkasten gegroepeerd die zich in
de motorruimte, op het dashboard en in
de bagageruimte bevinden.
Zekeringenkast in motorruimte
29)
Deze bevindt zich naast de accu fig. 88:
voor toegang tot de zekeringen, de
schroeven 1 fig. 87 losdraaien en het
deksel 2 verwijderen.
Op de achterkant van het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven. Monteer na
het vervangen van de zekering weer het
deksel 2 op de zekeringkast.
87A0J0126C
88A0J0417C
116
NOODGEVALLEN
ZEKERINGEN VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
112) 113) 114) 115) 116)
28)
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
Page 119 of 220

89A0J0334C
117
Zekeringenkast in het dashboard
Om toegang tot de zekeringen te krijgen
fig. 90 moet u klep 1 omlaag zetten
fig. 89, met een hand deksel
2 vasthouden in de zone aangegeven in
de afbeelding en te verwijderen
overeenkomstig de aangegeven pijl, om
de interne bevestigingen 3 eerst los te
maken en dan de lipjes 4.
90A0J0205C
Page 122 of 220

Zekeringenkast in het dashboardfig. 90
STROOMVERBRUIKERZEKERING AMPÈRE
BeschikbaarF12
–
Hoogteregeling koplampenF13 5
INT/A relais regeleenheid motorruimte F31 5
Voeding diagnosestekker EOBD /Uconnect
™/ Alarmzoemer / Alarm volumetrische
sensoren / Elektrische ventilator / TPMS-systeem / Bediening elektrische spiegels /
Bediening klimaatregelsysteemF36 15
Remlichtschakelaar (NA) / knooppunt instrumentenpaneel / correctie koplampafstelling F37 5
Centrale vergrendeling portieren en bagageruimte F38 15
Pomp ruitensproeiers/achterruitsproeier F43 20
Elektrische ruitbediening (bestuurderszijde) F47 20
Elektrische ruitbediening (passagierszijde) F48 20
Parkeersensoren / Bediening verlichting / Elektro-chroom spiegel / Regen-/schemersensor /
Schuifdak / TMPS-systeem / Verlichting aansteker / Paneel SBR-systeemF49 5
Bedieningen klimaatregeling / Configuratie radiosysteem /
Bluetooth®/
Remlichtschakelaar (NC) / Koppelingsschakelaar / Achteruitrijschakelaar / Debietmeter
(dieselversies) / Sensor "water in dieselfilter" (dieselversies)F51 5
Knooppunt instrumentenpaneel F53 5
120
NOODGEVALLEN
Page 128 of 220

122)De krik is een gereedschap dat
ontwikkeld en ontworpen is voor het
vervangen van een wiel, als een band lek of
beschadigd raakt, op het voertuig waarbij de
krik is geleverd of bij voertuigen van
hetzelfde model. Elk ander gebruik, bijv. om
andere modellen voertuigen of andere
dingen op te krikken, is ten strengste
verboden. Nooit gebruiken voor onderhoud
of reparatie-activiteiten onder de auto of
om de zomer-/winterbanden te verwisselen
en andersom. Zorg dat u zich nooit bevindt
onder het opgekrikte voertuig. Mocht het
nodig zijn om werkzaamheden te verrichten
onder het voertuig, contact opnemen met
het Alfa Romeo Servicenetwerk. Onjuiste
plaatsing van de krik kan er toe leiden dat
het opgekrikte voertuig eraf valt: gebruik
hem alleen op de aangegeven plaatsen.
Gebruik de krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje op de krik.
Start de motor nooit wanneer het voertuig
opgekrikt is. Als het voertuig meer dan
noodzakelijk is opgekrikt, kan alles
onstabieler worden, met het risico dat het
voertuig met een harde klap omlaag komt.
Krik daarom het voertuig alleen op zover als
nodig is, om toegang te krijgen tot het
reservewiel.BELANGRIJK
30)Zorg voor voldoende werkruimte bij het
draaien van de slinger om schaafwonden aan
uw hand door contact met de grond te
voorkomen. Ook de bewegende delen van de
krik ("wormschroef" en gewrichten) kunnen
verwondingen veroorzaken: raak deze delen
niet aan. In geval van accidenteel contact
met smeervet, het betreffende deel
zorgvuldig schoonmaken.
31)Neem zo snel mogelijk contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk om het
correcte aanhaalkoppel van de wielbouten te
laten controleren.
"Fix&Go Automatic" KIT
123)
32) 33)
Deze bevindt zich in de bagageruimte. De
kit bevat tevens een schroevendraaier en
een trekoog.
De kit bevat tevens:
een busje 4 fig. 104 met
afdichtmiddel, voorzien van: een
vulleiding 1 en een sticker 3 met daarop
het opschrift “Max. 80 km/h” die na
reparatie van de band op een goed
zichtbare plaats moet worden
aangebracht (bijv. op het dashboard);
compressor 2 compleet met
drukmeter en aansluitstukken;
een informatiefolder met de
aanwijzingen voor een correct gebruik
van de bandenreparatiekit. Deze
informatiefolder moet worden
overhandigd aan het personeel dat de
band behandeld met deze kit moet
repareren;
een paar handschoenen in het zijvak
van de compressor;
adapters voor het oppompen van
verschillende elementen.
126
NOODGEVALLEN
Page 139 of 220

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
BENZINEVERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Banden op conditie/slijtage
controleren en eventueel op spanning
brengen. Vervaldatum en toestand
van de lading "Fix&Go Automatic"-kit
controleren
Werking verlichtingssysteem
(koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes
instrumentenpaneel, enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en
eventueel bijvullen (1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot
controleren
Gebruik de diagnoseaansluiting om de
werking van het brandstoftoevoer-/
motormanagementsysteem en de
emissie te controleren en, waar
aanwezig, de verslechtering van de
motorolie
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
137
Page 143 of 220

DIESELVERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/6 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en
eventueel op spanning brengen. Vervaldatum
en toestand van de lading "Fix&Go
Automatic"-kit controleren
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.)
controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel
bijvullen(1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Gebruik de diagnoseaansluiting om de
werking van het brandstoftoevoer-/
motormanagementsysteem en de emissie te
controleren en, waar aanwezig, de
verslechtering van de motorolie
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
141
Page 160 of 220

interieurreiniging te gebruiken, of het
geen alcohol en/of stoffen op basis van
alcohol bevat.
BELANGRIJK
143)Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van het interieur van de auto. De
elektrostatische lading die door het wrijven
tijdens het reinigen ontstaat, kan brand
veroorzaken.
144)Bewaar geen spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet
blootgesteld worden aan temperaturen
boven 50°C. Wanneer het voertuig in de zon
staat, kan de binnentemperatuur deze
waarde ruim overschrijden.
145)Er mogen geen voorwerpen op de vloer
onder de pedalen liggen; verzeker u ervan
dat de matten altijd vlak liggen en geen
contact met de pedalen maken.
BELANGRIJK
46)Gebruik nooit alcohol, benzine en hiervan
afgeleide producten om het dashboard en
het glas van het instrumentenpaneel te
reinigen.
158
ONDERHOUD EN ZORG
ONDERDELEN VAN ECHT LEDER(indien aanwezig)
Gebruik uitsluitend water en neutrale
zeep om deze delen schoon te maken.
Gebruik nooit alcohol of producten op
basis van alcohol. Controleer alvorens
een specifiek product voor
Page 206 of 220

BELANGRIJKE INFORMATIE EN AANBEVELINGEN
BELANGRIJK
INTERIEURUITRUSTING
Rijd nooit met open dashboardkastje: bij een ongeval kunnen de inzittenden voorin hierdoor verwond raken.
De aansteker wordt zeer heet. Wees voorzichtig en zorg dat hij niet wordt gebruikt door kinderen: brandgevaar en/of gevaar voor
brandwonden.
Gebruik de asbak niet als prullenbak: de inhoud kan door sigarettenpeuken in brand raken.
IMPERIAAL/SKIDRAGER
Controleer na enkele kilometers rijden of de bouten van de bevestigingspunten nog goed zijn vastgedraaid.
Overschrijd nooit het maximum toegestane draagvermogen (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
Verdeel de lading gelijkmatig en schenk aandacht aan zijwinden terwijl u rijdt.
ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
Zet altijd de motor uit en verwijder de contactsleutel uit het slot om het stuurwiel te vergrendelen, alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, in het bijzonder wanneer de wielen van de auto de grond niet raken. Als dit niet mogelijk is
(bijv. als de contactsleutel in de stand MAR moet staan of als de motor moet draaien), de hoofdzekering van de elektrische
stuurbekrachtiging verwijderen.
INTERIEUR
Gebruik nooit ontvlambare producten zoals petroleum of wasbenzine voor het reinigen van het interieur van de auto. De
elektrostatische lading die door het wrijven tijdens het reinigen ontstaat, kan brand veroorzaken.
Bewaar geen spuitbussen in de auto: ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet blootgesteld worden aan temperaturen boven
50°C. Wanneer het voertuig in de zon staat, kan de binnentemperatuur deze waarde ruim overschrijden.
MULTIMEDIA