TPMS Alfa Romeo MiTo 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2020, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2020Pages: 220, PDF Size: 5.19 MB
Page 57 of 220
Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
TPMS-SYSTEEM
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje (of symbool op het display) gaat aan
(op sommige versies samen met een bericht op het display) (in
combinatie met een geluidssignaal) als de spanning in een of
meer banden onder de vooraf ingestelde drempel zakt.
Zo wordt de bestuurder door de TPMS op de hoogte gebracht
wanneer de bandenspanning gevaarlijk laag is en het risico op
lekkage optreedt.In elke situatie waarin op het display het bericht
"Raadpleeg handleiding" wordt weergegeven, is
het VERPLICHT om de inhoud van de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens" te raadplegen, en moeten de
aanwijzingen die u daarin vindt strikt worden
opgevolgd.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of
meerdere lekke banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng het voertuig tot stilstand, voorkom
bruusk remmen en sturen. Vervang het wiel
meteen door het reservewiel (waar aanwezig) of
voer gelijk een reparatie uit m.b.v. de speciale
kit (zie de paragraaf "Een wiel vervangen" in het
hoofdstuk "Noodgevallen") en neem zo snel
mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Storing TPMS
Dit waarschuwingslampje gaat branden (bij sommige versies in
combinatie met een bericht op het display), als een storing van de
TPMS wordt gedetecteerd.
Als op een of meerdere wielen geen sensoren zijn gemonteerd,
verschijnt er een bericht op het display tot de oorspronkelijke
condities zijn hersteld.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Controleer de bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat branden (bij sommige versies in
combinatie met een bericht op het display) om aan te geven dat
de bandenspanning onder de aanbevolen waarde ligt, daardoor
kan een lange levensduur van de band en een laag
brandstofverbruik niet meer worden gegarandeerd. Het lampje
kan ook wijzen op drukverlies.
Als twee of meerdere banden zich in boven genoemde toestand
bevinden, worden op het display afwisselend de indicaties voor
elke band weergegeven. In dat geval wordt geadviseerd de
correcte bandenspanning te herstellen
55
Page 69 of 220
Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin worden de
veiligheidssystemen beschreven waarmee de auto is uitgerust en
aanwijzingen over hoe deze op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.
VEILIGHEID
ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN...................68
TPMS (Tyre Pressure Monitoring System) ................70
..........................72
SBR-SYSTEEM (Seat Belt Reminder)..................74
VOORAANSPANNERS...........................75
KINDEREN VEILIG VERVOEREN . ....................77
"UNIVERSEEL" KINDERZITJE MONTEREN (met de
veiligheidsgordels)..............................78
INBOUWVOORBEREIDING ISOFIX-KINDERZITJE...........82
FRONTAIRBAGS...............................85
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG - HOOFDAIRBAG) ...............90
VEILIGHEIDSGORDELS . .
Page 72 of 220
32)Neem nooit onnodige en
onverantwoorde risico's, ook al is de auto
voorzien van de systemen ESC en ASR. Uw
rijstijl moet altijd aangepast zijn aan de
conditie van het wegdek, het zicht en het
verkeer. De bestuurder is altijd
verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid.
33)Wanneer het ABS wordt ingeschakeld, is
een trilling aan het rempedaal voelbaar.
Verlaag de remdruk niet en houd het
rempedaal goed ingetrapt; zo zorgt het
systeem voor de kortste remweg op basis
van de wegomstandigheden.
34)Een inrijperiode van circa 500 km is
vereist om het beste uit het remsysteem te
halen: vermijd tijdens deze periode bruusk,
herhaaldelijk of langdurig remmen.
35)Als het ABS-systeem ingrijpt, dan
betekent dit dat de limiet van de grip van de
banden op het wegdek is bereikt: verlaag de
snelheid en pas deze aan de beschikbare
grip aan.
36)Het ABS kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten toenemen.
37)Het ABS kan geen ongelukken
voorkomen, waaronder ongelukken wegens
overmatige snelheid in bochten, rijden op
wegdek met weinig grip of aquaplaning.
38)De capaciteiten van het ABS mogen
nooit op onverantwoorde en gevaarlijke
wijze worden uitgetest, waardoor de
persoonlijke veiligheid en die van anderen in
gevaar komt.
39)Voor een goede werking van het ABS
moeten de banden van alle wielen van
hetzelfde merk zijn, in perfecte conditie
verkeren en vooral van het voorgeschreven
type en maat zijn.40)Het ASR kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten toenemen.
41)Het ASR-systeem kan geen ongelukken
voorkomen, waaronder ongelukken wegens
overmatige snelheid in bochten, rijden op
wegdek met weinig grip of aquaplaning.
42)De capaciteiten van het ASR mogen
nooit op onverantwoorde en gevaarlijke
wijze worden uitgetest, waardoor de
persoonlijke veiligheid en die van anderen in
gevaar komt.
43)Het HBA-systeem kan de door het
wegdek geboden grip niet boven de limieten
van de natuurkundige wetten laten
toenemen.
44)Het HBA-systeem kan geen ongelukken
voorkomen, waaronder ongelukken wegens
overmatige snelheid in bochten, rijden op
wegdek met weinig grip of aquaplaning.
45)De prestaties van het HBA-systeem
mogen nooit op onvoorzichtige of
gevaarlijke manier getest worden, met de
mogelijkheid dat de veiligheid van de
bestuurder, de inzittenden of andere
weggebruikers in gevaar komt.
46)DST is een hulp voor bij het rijden en
neemt de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om de auto te besturen niet weg.TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System)
(indien aanwezig)
47) 48) 49) 50) 51) 52) 53) 54) 55)
BESCHRIJVING
Het voertuig is uitgerust met een
bandenspanningscontrolesysteem
(TMPS), die de bestuurder informeert
over de conditie van de bandenspanning
via specifieke waarschuwingsberichten
op het display.
Dit systeem omvat een
radiofrequentiezender die op elk wiel is
gemonteerd (op de wielvelg in de band)
en die gegevens over spanningswaarde
van elke band naar de regeleenheid
stuurt.
BELANGRIJKE INFORMATIE OVER HET
TPMS-SYSTEEM
De storingsindicaties worden niet
opgeslagen en worden bij de volgende
start dus niet meer weergegeven.
Als de storingsconditie blijft bestaan, dan
zal de regeleenheid pas na een rit van
korte duur een melding op het
instrumentenpaneel doen verschijnen.
70
VEILIGHEID
Page 74 of 220
BELANGRIJK
47)De aanwezigheid van het
TPMS-systeem ontslaat de bestuurder niet
van de verplichting om de bandenspanning
regelmatig te controleren, met inbegrip van
het reservewiel.
48)De bandenspanning moet bij koude
banden gecontroleerd worden. Als de
bandenspanning om welke reden dan ook bij
warme banden moet worden gecontroleerd,
dan mag de spanning niet worden verlaagd,
ook wanneer de gemeten waarde hoger is
dan de voorgeschreven spanningswaarde.
Controleer de bandenspanning nadien
nogmaals bij koude banden.
49)Als een of meerdere wielen zonder
sensoren zijn gemonteerd, dan is het
systeem niet langer beschikbaar. Hierbij
gaat het TPMS-waarschuwingslampje
korter dan een minuut knipperen voordat het
continu blijft branden, en wordt een bericht
op het display getoond zolang er geen
4 wielen met sensoren gemonteerd worden.
50)Het TPMS-systeem waarschuwt niet bij
een plotselinge afname van de
bandenspanning (bijvoorbeeld bij een
klapband). Breng in dergelijke gevallen de
auto tot stilstand en voorkom bruuske
stuurbewegingen.
51)Wanneer standaard banden moeten
worden vervangen door winterbanden (en
omgekeerd), moet het TPMS-systeem hierop
worden afgesteld. Dit mag alleen bij een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt worden
uitgevoerd.52)Schommelende buitentemperaturen
kunnen de bandenspanning beïnvloeden. Het
TPMS-systeem kan tijdelijk een
onvoldoende spanningswaarde aangeven.
Controleer in dergelijke gevallen de
bandenspanning bij koude banden en herstel
zo nodig de juiste spanningswaarde.
53)Wanneer een wiel wordt vervangen, is
het raadzaam ook de rubberen
ventielpakking te vervangen: neem contact
op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt. De montage/demontage van
een band en/of velg vereist specifieke
voorzorgsmaatregelen; om schade of een
verkeerde montage van de sensoren te
voorkomen, mogen deze werkzaamheden
alleen door gespecialiseerd personeel
worden uitgevoerd. Neem contact op met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
54)Erg sterke radiofrequentie-interferentie
kan ertoe leiden dat het TPMS-systeem niet
goed werkt. Dit wordt aangegeven met een
bericht op het display. Het bericht verdwijnt
automatisch zodra de radiofrequentie-
interferentie geen invloed meer heeft op het
systeem.
55)De bij het voertuig geleverde
bandenreparatiekit (Fix&Go) (voor bepaalde
versies/markten) is compatibel met de
TPMS-sensoren; het gebruik van
afdichtmiddelen die niet gelijkwaardig zijn
aan het middel uit de oorspronkelijke kit kan
de werking ervan negatief beïnvloeden. Als
andere dan de originele afdichtmiddelen
worden gebruikt, wordt geadviseerd de
TPMS-sensoren te laten controleren door
een gekwalificeerd reparatiecentrum.
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
56) 57) 58)
Alle stoelen van het voertuig zijn
uitgerust met veiligheidsgordels met drie
verankeringspunten en een
oprolautomaat.
Het mechanisme van de oprolautomaat
werkt door vergrendeling van de gordel
wanneer er heftig geremd wordt of door
een sterke deceleratie wegens een
botsing. Zo kan de gordel vrij schuiven en
kan hij zich aanpassen aan het lichaam
van de inzittende. In het geval van een
ongeval, zal de gordel geblokkeerd
worden waardoor het risico van impact
binnenin het interieur en het naar buiten
geslingerd worden van een persoon
beperkt worden.
De bestuurder moet zich aan alle
plaatselijke wettelijke voorschriften met
betrekking tot de verplichting en de
manier waarop de gordel wordt gebruikt
houden en moet er ook voor zorgen dat
andere inzittenden van het voertuig deze
voorschriften naleven.
Maak de veiligheidsgordels altijd vast
alvorens weg te rijden.
72
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS
Page 122 of 220
Zekeringenkast in het dashboardfig. 90
STROOMVERBRUIKERZEKERING AMPÈRE
BeschikbaarF12
–
Hoogteregeling koplampenF13 5
INT/A relais regeleenheid motorruimte F31 5
Voeding diagnosestekker EOBD /Uconnect
™/ Alarmzoemer / Alarm volumetrische
sensoren / Elektrische ventilator / TPMS-systeem / Bediening elektrische spiegels /
Bediening klimaatregelsysteemF36 15
Remlichtschakelaar (NA) / knooppunt instrumentenpaneel / correctie koplampafstelling F37 5
Centrale vergrendeling portieren en bagageruimte F38 15
Pomp ruitensproeiers/achterruitsproeier F43 20
Elektrische ruitbediening (bestuurderszijde) F47 20
Elektrische ruitbediening (passagierszijde) F48 20
Parkeersensoren / Bediening verlichting / Elektro-chroom spiegel / Regen-/schemersensor /
Schuifdak / TMPS-systeem / Verlichting aansteker / Paneel SBR-systeemF49 5
Bedieningen klimaatregeling / Configuratie radiosysteem /
Bluetooth®/
Remlichtschakelaar (NC) / Koppelingsschakelaar / Achteruitrijschakelaar / Debietmeter
(dieselversies) / Sensor "water in dieselfilter" (dieselversies)F51 5
Knooppunt instrumentenpaneel F53 5
120
NOODGEVALLEN
Page 217 of 220
Tankdop..................105
Tanken................105 ,177
Technische gegevens..........160
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System)..................70
Trip Computer...............46
Veiligheidsgordels (in gebruik).....72
Veranderingen/wijzigingen aan het
voertuig..................4
Versie met LPG-systeem.........36
Vloeistoffen en smeermiddelen. . . .180
Vooraanspanners.............75
Krachtbegrenzers...........75
Voorstoelen.................14
Wielen...................167
Wielen en banden
een wiel vervangen..........122
Zekeringen (vervangen)........116
Zijairbags (zijairbag - hoofdairbag).......................90
Zijairbags (zijairbags voor)........90