alarm Alfa Romeo 159 2011 Instructieboek (in Dutch)

Page 130 of 331

102
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
OPENEN MET DE
AFSTANDSBEDIENING
Druk op de knop op de elektronische
sleutel. Bij het openen gaan de rich-
tingaanwijzers twee keer branden.
Als de bagageruimte wordt geopend ter-
wijl het alarm (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten, waar voorzien) is in-
geschakeld, worden de volgende func-
ties uitgeschakeld:
❒de volumetrische beveiliging;
❒de kantelbeveiliging;
❒de signaleringssensor voor geopen-
de bagageruimte.
Als de bagageruimte wordt gesloten,
worden al deze functies weer inge-
schakeld en gaan de richtingaanwijzers
ongeveer 1 seconde branden. WAARSCHUWINGAls de accu los-
gekoppeld is geweest of als er een ze-
kering is doorgebrand, moet het ont-
/vergrendelmechanisme van de baga-
geruimte worden geïnitialiseerd. Ga hier-
voor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de bagage-
ruimte;
❒druk op de knop Áop de afstands-
bediening of op de knop
qop de
middenconsole;
❒druk op de knop Ëop de afstands-
bediening of op de knop
qop de
middenconsole.
BAGAGERUIMTE IN
NOODGEVALLEN VANUIT
HET INTERIEUR OPENEN
(alleen bij de
sedanuitvoering met
aparte bagageruimte)
Als de accu is losgekoppeld, kan de ba-
gageruimte worden geopend door aan
de handgreep A-fig. 95links onder
de achterbank te trekken.
Plaats na gebruik de handgreep terug
onder de zitting.
A0E0228mfig. 95
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 102

Page 192 of 331

AUTO LANGERE TIJD
STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de au-
to enkele maanden niet wordt gebruikt:
❒zet de auto in een overdekte, dro-
ge en goed geventileerde ruimte;
❒schakel een versnelling in;
❒zorg ervoor dat de handrem niet is
aangetrokken;
❒maak de minklem los van de accu
en controleer de acculading. Gedu-
rende het stallen moet deze contro-
le iedere drie maanden worden her-
haald. Laad de accu op totdat de op-
tische meter (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten, waar voorzien)
een donkere kleur zonder middelste
groen gebied laat zien (zie de pa-
ragraaf “Accu” in het hoofdstuk “On-
derhoud en zorg”);
❒maak de gespoten plaatdelen
schoon en behandel ze met een be-
schermende was;
❒reinig en conserveer de glimmende
metalen delen met daarvoor ge-
schikte middelen;
❒smeer de wisserrubbers van de rui-
tenwissers en achterruitwisser in met
talkpoeder en laat ze los van de ruit
staan;
❒zet de ruiten een klein stukje open;
❒dek de auto af met een stoffen of
een ademende kunststof hoes. Ge-
bruik geen dichte plastic hoes, om-
dat het in en op de auto aanwezi-
ge vocht dan niet kan verdampen;
❒breng de bandenspanning +0,5 bar
boven de normaal voorgeschreven
spanning en controleer deze regel-
matig;
164
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
❒als u de accukabels niet loskoppelt,
moet de lading iedere maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu op
als de optische meter een donkere
kleur heeft zonder groen midden-
stuk;
❒tap het koelsysteem van de motor
niet af.
WAARSCHUWINGAls de auto is
voorzien van een alarmsysteem, scha-
kel dit dan uit met de afstandsbedie-
ning.
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 164

Page 193 of 331

165
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
L L
A A
M M
P P
J J
E E
S S
E E
N N
B B
E E
R R
I I
C C
H H
T T
E E
N N
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU/AANGETROKKEN
HANDREM........................................................ 166
VERSLETEN REMBLOKKEN................................... 167
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS ............... 167
STORING AIRBAGSYSTEEM................................. 168
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD ............. 168
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR............... 169
TE HOGE MOTOROLIETEMPERATUUR..................... 169
MINIMAAL MOTOROLIEPEIL................................. 170
TE LAGE MOTOROLIEDRUK
ONVOLDOENDE MOTOROLIE-/OLIEKWALITEIT ........ 170
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN ......... 170
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN ........................ 171
GEOPENDE MOTORKAP....................................... 171
GEOPENDE BAGAGERUIMTE................................. 171
STORING INSPUITING/STORING EOBD.................. 171
STORING BEVEILIGINGSSYSTEEM/
UITSCHAKELING STUURSLOT .............................. 172
STORING ALARM/INBRAAKPOGING/
ELEKTRONISCHE SLEUTEL NIET HERKEND .............. 172
KANS OP GLADHEID........................................... 173
VOORGLOEIEN/STORING VOORGLOEISYSTEEM ...... 173
WATER IN BRANDSTOFFILTER .............................. 174
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR GEACTIVEERD ....... 174
STORING ABS................................................... 175
STORING EBD................................................... 175
VDC-SYSTEEM.................................................. 175
STORING HILL HOLDER....................................... 176
ASR (ANTIDOORSLIPREGELING) ........................... 176DEFECTE BUITENVERLICHTING ............................. 176
STORING REMLICHTEN....................................... 177
MISTACHTERLICHTEN......................................... 177
MISTLAMPEN VOOR........................................... 177
BUITENVERLICHTING/FOLLOW ME HOME ............. 177
DIMLICHT......................................................... 177
GROOTLICHT..................................................... 177
RICHTINGAANWIJZER LINKS ............................... 177
RICHTINGAANWIJZER RECHTS.............................. 177
STORING SCHEMERSENSOR................................... 178
STORING REGENSENSOR........................................ 178
STORING PARKEERSENSOREN.............................. 178
BRANDSTOFRESERVE - BEPERKTE ACTIERADIUS ...... 178
CRUISE CONTROL............................................. 178
VERSTOPT ROETFILTER ...................................... 178
STORING ANTIBEKLEMMINGSFUNCTIE RUITEN ....... 179
TE LAAG RUITENSPROEIERVLOEISTOFNIVEAU ......... 179
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN...................... 179
STORING IN TPMS-SYSTEEM ............................... 179
BANDENSPANNING CONTROLEREN ....................... 179
ONVOLDOENDE BANDENSPANNING ..................... 180
BANDENSPANNING NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID.................................................. 180
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed 31-03-2009 9:40 Pagina 165

Page 200 of 331

STORING BEVEILI-
GINGSSYSTEEM
VOERTUIG
(ambergeel)
UITSCHAKELING
STUURSLOT(ambergeel)
Storing beveiliging
Het brandende lampje (waar voorzien)
(bij enkele uitvoeringen wordt een be-
richt op het display weergegeven) geeft
een storing in het beveiligingssysteem
aan: Wendt u zich in dit geval zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Uitschakeling stuurslot
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enkel uitvoering verschijnt een
bericht op het display) als de elektroni-
sche sleutel uit het startsysteem wordt
verwijderd bij een rijdende auto.
STORING ALARM
(ambergeel)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
INBRAAKPOGING
(ambergeel)
ELEKTRONISCHE SLEUTEL
NIET HERKEND (geel)
Storing alarm
Het brandende lampje (waar voorzien)
(bij enkele uitvoeringen wordt een bericht
op het display weergegeven) geeft een
storing in het diefstalalarm aan. Wendt
u zich zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Inbraakpoging
Het brandende lampje (waar voorzien)
(bij enkele uitvoeringen wordt een bericht
op het display weergegeven) geeft een
inbraakpoging aan. Wendt u zich zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk. – knipperend: duidt op een mogelij-
ke beschadiging van de katalysator (zie
“EOBD-systeem” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”). Als het
lampje knippert, moet het gaspedaal
worden losgelaten (hierdoor gaat de
motor met lage toerentallen draaien),
totdat het lampje niet meer knippert; u
kunt met niet te hoge snelheid doorrij-
den, waarbij rij-omstandigheden moe-
ten worden vermeden die kunnen leiden
tot het opnieuw gaan knipperen van het
lampje. Wendt u zo snel mogelijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
172
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als, als de sleutel in het
startsysteem is ge-
plaatst, het lampje
U
niet gaat branden of als tijdens
de rit het lampje continu of knip-
perend gaat branden, wendt u
dan zo snel mogelijk tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk. De
werking van het lampje
Ukan
met speciale apparatuur door de
verkeerspolitie worden gecon-
troleerd. Houd u aan de wetge-
ving van het land waarin u rijdt.
>Y
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed 31-03-2009 9:41 Pagina 172

Page 253 of 331

225
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
35 70 105 140 175
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●
●●


GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
x 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel
herstellen
Werking van verlichting controleren (koplamp- en achterlichtunits,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte-, dashboardkastje- en
interieurverlichting en lampjes op instrumentenpaneel enz.)
Werking van de ruitenwissers/-sproeiers controleren en eventueel
sproeiers afstellen
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage
controleren
Remblokken van schijfremmen voor op conditie en slijtage controleren
en werking van remblokslijtagesensor controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie,
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen
(stofkappen, hoezen, bussen enz.), en rubber slangen van het rem-
en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep/kofferdeksel
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(hydraulisch rem-/koppelingssysteem, stuurbekrachtiging, ruitensproeiers,
accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriem(en) voor hulporganen visueel controleren
(behalve 1.8 140 pk-uitvoeringen)
Conditie van aandrijfriem(en) voor hulporganen visueel controleren
(1.8 140 pk-uitvoeringen)
Conditie van getande distributieriem (1.8 140 pk-uitvoeringen)
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 225

Page 266 of 331

238
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een
originele accu met dezelfde specificaties
worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een
accu met andere specificaties, vervallen
de onderhoudsintervallen die in het “Ge-
programmeerd Onderhoudsschema”
staan aangegeven.
Voor het onderhoud van de accu dient u
zich strikt te houden aan de aanwijzin-
gen van de fabrikant van de accu.
Onoordeelkundige mon-
tage van elektrische en
elektronische apparatuur
kan ernstige schade toebrengen
aan de auto. Als u na aankoop
van de auto accessoires (diefsta-
lalarm, telefoon enz.) wilt in-
stalleren, wendt u dan tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk, dat u
kan informeren over de geschik-
te systemen en u vooral advies
kan geven over de noodzaak om
een accu met een grotere capa-
citeit toe te passen.
Als u de auto langere
tijd stalt in extreem
koude omstandigheden moet,
om bevriezing te voorkomen,
de accu worden verwijderd en
op een verwarmde plaats
worden bewaard.
OPGELET
Bij werkzaamheden
aan de accu of in de
buurt van de accu, moet u uw
ogen altijd beschermen met
een speciale bril.
OPGELET
Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor
het milieu. Het verdient
aanbeveling een defecte accu
door het Alfa Romeo Service-
netwerk te laten vervangen,
omdat dit beschikt over de uit-
rusting voor het op milieuvrien-
delijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen, verwer-
ken van defecte accu’s.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 238

Page 267 of 331

239
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te verlen-
gen, dient u de volgende aanwijzingen
nauwkeurig op te volgen:
❒wanneer u de auto parkeert, con-
troleer dan of de portieren, de mo-
torkap, de schuifdeuren en de ach-
terdeuren/achterklep goed gesloten
zijn. Hiermee wordt voorkomen dat
de interieurverlichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met
een systeem voor automatische uit-
schakeling van de interieurverlich-
ting;
❒voorkom zoveel mogelijk het ge-
bruik van stroomverbruikers als de
motor uitstaat (autoradio, waar-
schuwingsknipperlichten enz.).
❒voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie van de auto
worden uitgevoerd, moet eerst de
minklem van de accupool worden
losgemaakt;
❒de accuklemmen moeten altijd goed
zijn bevestigd.BELANGRIJKEen accu die geduren-
de langere tijd minder dan 50% geladen
is, raakt door sulfatering beschadigd.
Hierdoor loopt de capaciteit en het start-
vermogen terug.
Ook is de accu dan gevoeliger voor be-
vriezing (reeds bij temperaturen van
–10°C). Als u de auto langere tijd niet
gebruikt, zie dan “Auto langere tijd stal-
len” in het hoofdstuk “Starten en rij-
den”.
Als u na aanschaf van uw auto acces-
soires wilt monteren die constante voe-
ding nodig hebben (diefstalalarm enz.),
of accessoires die de elektrische instal-
latie zwaar belasten, raden wij u aan
contact op te nemen met het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk. Deze kan u de
meest geschikte installaties uit Lineac-
cessori Alfa Romeo aanraden en con-
troleren of de elektrische installatie van
de auto geschikt is voor het extra
stroomverbruik of dat het noodzakelijk
is een accu met een grotere capaciteit
te monteren.Enkele van deze stroomverbruikers blij-
ven continu stroom verbruiken ook bij
een uitgezette motor, waardoor de ac-
cu geleidelijk ontlaadt.
De totaal opgenomen stroom door alle
gebruikers (standaard of achteraf ge-
monteerd) moet lager zijn dan 0,6 mA
x Ah (van de accu), zoals in de volgende
tabel wordt aangegeven:
Accu van
60 Ah
70 Ah
90 AhMaximaal toegestaan
stroomverbruik bij
stilstaande auto
36 mA
42 mA
54 mA
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 239

Page 321 of 331

319
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Auto langere tijd stallen ............ 164
Auto langere tijd stallen ............ 164
Automatisch inschakelende
koplampen ........................... 71
Automatische links/rechts of links
rechts en voor/achter gescheiden
klimaatregeling...................... 58
Autoradio ................................ 293
Bagagehoes ........................... 282
Bagageruimte...................101-277
Bagageruimteverlichting
– lamp vervangen .................. 208
Banden
– bandenspanning ................ 260
– interval ............................. 183
– sneeuw ............................ 162
– standaard ......................... 259
– verklaring van de codes op
de banden ........................ 257
Bedieningsorganen................... 81
Bekerhouder........................... 87
Bescherming van het milieu ....... 127
Brandstof besparen................... 157
Brandstof– brandstofnoodschakelaar ..... 81
– meter .............................. 22
– verbruik ............................ 269
Brandstofmeter ........................ 22
brandstofnoodschakelaar en
elektrische voeding ................. 81
Brandstofsysteem..................... 255
Brilhouder ............................... 87
Buitenverlichting ...................... 70
Buitenverlichting
– bediening ......................... 70
– lamp vervangen ......... 200-203
Carrosserie (reinigen) ............... 244
CO
2-emissie ............................ 270
CODE-card............................... 12
Contactslot ............................. 19
Cruise control .......................... 76
Dashboard............................. 7
DDashboard en bediening .......... 6
Dashboardkastje ...................... 85
Derde remlicht......................... 204
Diefstalalarm............................ 17 Aansteker ............................... 85
ABS (systeem) ......................... 108
Accu
– opladen ............................ 219
– starten met een hulpaccu ..... 182
– tips om de levensduur te
verlengen .......................... 239
– vervangen ......................... 238
Achterruitwisser....................... 276
Achteruitrijverlichting
– lamp vervangen ................. 202
Afmetingen ............................. 261
Airbag..............................141-145
Airconditioning, handbediend ..... 55
Alfa 159 Sportwagon ............... 275
Alfa Romeo CODE .................... 10
Armsteun
– achter ........................... 83-84
– midden ............................. 83
Asbak .................................... 87
ASR (systeem) ......................... 112
A A
L L
F F
A A
B B
E E
T T
I I
S S
C C
H H
R R
E E
G G
I I
S S
T T
E E
R R
319-328 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:17 Pagina 319

Page:   < prev 1-10 11-20