Alfa Romeo Giulietta 2014 Handleiding (in Dutch)

Page 131 of 280

Wat het betekent Wat te doen
geeliTPMS-SYSTEEMWAARSCHUWING Rijd niet verder met een of
meerdere lege banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng de auto tot stilstand, voorkom bruusk
remmen en sturen. Repareer de band(en)
onmiddellijk met behulp van de speciale kit (zie
de paragraaf "Een wiel repareren" in het
hoofdstuk "Noodgevallen") en neem zo snel
mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Storing iTPMS
Het lampje gaat branden wanneer er een storing in
het iTPMS wordt gedetecteerd. Als een of
meerdere wielen zonder sensor worden
gemonteerd, verschijnt er een bericht op het
display tot de oorspronkelijke condities zijn
hersteld.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Lage bandenspanning -
Raadpleeg handleiding
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
verschijnt een speciaal bericht op het display, om
aan te geven dat de bandenspanning lager is dan
de aanbevolen waarde en/of dat de band
langzaam spanning verliest. Onder deze
omstandigheden kunnen de optimale levensduur
van de banden en het benzineverbruik niet
gegarandeerd worden. Als twee of meerdere
banden zich in boven genoemde toestand
bevinden, worden op het display afwisselend de
indicaties voor elke band weergegeven.In elke situatie waarin op het display het bericht
"Raadpleeg handleiding" wordt weergegeven, is
het VERPLICHT om de inhoud van de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens" te raadplegen, en moeten de
aanwijzingen die u daarin vindt strikt worden
opgevolgd.
127
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel

Page 132 of 280

Wat het betekent Wat te doen
geelELEKTRONISCHE STABILITEITSREGELING
(ESC)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje branden maar het moet
doven zodra de motor is gestart. Inwerkingtreding
van het systeem wordt aangegeven door het
knipperen van het waarschuwingslampje: dit
geeft aan dat de stabiliteit en de grip van de auto
in kritieke toestand verkeren.
Als het
waarschuwingslampje niet dooft, of als het
blijft branden als de motor draait, betekent dit
dat er een storing in het ESC-systeem is
gedetecteerd.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk om het probleem te laten
diagnosticeren en oplossen.
Storing ASR-systeem
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje branden maar het moet
doven zodra de motor is gestart. Het lampje gaat
tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat
het ASR-systeem in werking is getreden.waarschuwingslampje niet dooft, of als het
blijft branden als de motor loopt, betekent dit
dat er een storing in het ASR-systeem is
gedetecteerd.
Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Storing Hill Holdersysteem
Het waarschuwingslampje gaat tegelijk branden
met het symbool
en het bijbehorende bericht
verschijnt op het display om een storing in het Hill
Holdersysteem aan te geven.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
128
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel
Bij sommige versies verschijnt een
bericht op het display. speciaal
Als het

Page 133 of 280

Wat het betekent Wat te doen
groenCRUISE CONTROL
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR
wordt gedraaid, gaat dit lampje branden, maar
moet na enkele seconden doven als de cruise
control uitgeschakeld is.
Het lampje gaat branden wanneer de draaiknop
van de cruise control naar de stand ON wordt
gedraaid (zie de paragraaf “Cruise control” in het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto").
Op het display verschijnt een speciaal bericht.groenSTADSLICHT
Dit lampje gaat branden wanneer het stadslicht
wordt ingeschakeld.
FOLLOW ME HOME
Dit lampje gaat branden (samen met een bericht
op het display) wanneer deze functie in gebruik is
(zie de paragraaf “Follow me home” in "
Buitenverlichting" in het hoofdstuk "Kennismaking
met de auto").2groenDIMLICHT
Het lampje gaan branden wanneer het dimlicht
wordt ingeschakeld.
129
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel

Page 134 of 280

Wat het betekent Wat te doen
groenMISTLAMPEN VOOR
Dit lampje gaat branden wanneer de mistlampen
voor worden ingeschakeld.groenLINKER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gebracht
of, samen met de rechter richtingaanwijzer,
wanneer de knop voor de alarmknipperlichten
wordt ingedrukt.groenRECHTER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt gebracht
of, samen met de linker richtingaanwijzer,
wanneer de knop voor de alarmknipperlichten
wordt ingedrukt.
Wat het betekent Wat te doen
blauwGROOTLICHT
Het lampje gaan branden wanneer het grootlicht
wordt ingeschakeld.
130
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel

Page 135 of 280

SYMBOLEN EN MELDINGEN OP HET DISPLAYSymbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER
Bij sommige versies verschijnt een bericht plus
symbool op het display wanneer de afsluiter van
de brandstoftoevoer inschakelt.Zie, voor het resetten van het
brandstofafsluitsysteem, het deel "Afsluiter van de
brandstoftoevoer" van de paragraaf
"Bedieningselementen" in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto". Neem contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk als de
brandstoftoevoer nog steeds niet hersteld kan
worden.MOGELIJKE IJSVORMING OP WEGDEK
Bij versies met "Herconfigureerbaar
multifunctioneel display" verschijnen er een
bericht en een symbool wanneer de
buitentemperatuur 3°C of lager bedraagt.
Bij versies met “Multifunctioneel display”
verschijnt alleen het speciale bericht.
BELANGRIJK Indien er een storing is in de
buitentemperatuursensor, worden de cijfers die
de waarde aangeven door streepjes vervangen.STORING REMLICHTEN
Bij sommige versies verschijnt er een bericht plus
symbool op het display wanneer een storing in de
remlichten optreedt.De storing kan veroorzaakt zijn door een
doorgebrande lamp, een doorgebrande zekering
of een onderbroken elektrische verbinding.
131

Page 136 of 280

Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
STORING SCHEMERSENSOR
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt er een bericht plus
symbool op het display wanneer een storing in de
schemersensor optreedt.Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de storing zo spoedig
mogelijk te laten verhelpen.STORING REGENSENSOR
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt er een bericht plus
symbool op het display wanneer een storing in de
regensensor optreedt.Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de storing zo spoedig
mogelijk te laten verhelpen.STORING PARKEERSENSOR
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt er een bericht plus
symbool op het display wanneer een storing in de
parkeersensoren optreedt.Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de storing zo spoedig
mogelijk te laten verhelpen.
132
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL

Page 137 of 280

Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
INSCHAKELING/UITSCHAKELING
START&STOP-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Inschakeling Start&Stop-systeem
Er verschijnt een bericht op het display wanneer
het Start&Stop-systeem wordt ingeschakeld. In
dit geval is de led op de knop
gedoofd (zie
paragraaf “Start&Stop” in dit hoofdstuk).
Uitschakeling Start&Stop-systeem
Versies met multifunctioneel display: een bericht
wordt weergegeven wanneer het Start&Stop-
systeem wordt uitgeschakeld.
Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display:het symbool
plus een bericht
verschijnt op het display wanneer het Start&Stop-
systeem wordt uitgeschakeld.
De led op de knopbrandt wanneer het
systeem is uitgeschakeld.
STORING START&STOP
Als er een storing optreedt in het Start&Stop
systeem, knippert het symbool
(versies met
multifunctioneel display) of
(versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel display) op
het display.
Bij bepaalde versies/markten wordt er ook een
bericht weergegeven.Neem in deze gevallen contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk om de storing zo spoedig
mogelijk te laten verhelpen.
133

Page 138 of 280

Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
WEERGAVE VAN GEKOZEN RIJMODUS
(“Alfa DNA”-systeem)
Bij versies met een "Herconfigureerbaar
multifunctioneel display", worden een bericht en
het symbool van de gekozen rijmodus,
“DYNAMIC”, “NATURAL” of “ALL WEATHER”,
weergegeven. Er verschijnt een
waarschuwingsbericht op het display wanneer
een van deze rijmodi niet beschikbaar is.
Bij versies met multifunctioneel display, wordt
samen met het speciale bericht ook de letter ("d"
of "a") van de gekozen rijmodus weergegeven.
134
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL

Page 139 of 280

VEILIGHEID
Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin
worden de veiligheidssystemen
beschreven waarmee de auto is
uitgerust en aanwijzingen over hoe deze
op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.VEILIGHEIDSGORDELS .................136
S.B.R. SYSTEEM (SEAT BELT
REMINDER) ....................................137
GORDELSPANNERS.......................139
VEILIG KINDEREN VERVOEREN .....141
"UNIVERSEEL" KINDERZITJE
MONTEREN (MET DE
VEILIGHEIDSGORDELS) .................143
INBOUWVOORBEREIDING
UNIVERSEEL "ISOFIX"
KINDERZITJE ..................................146
FRONTAIRBAGS .............................150
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG -
HOOFDAIRBAG) .............................154
135

Page 140 of 280

VEILIGHEIDSG
ORDELSGEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De veiligheidsgordel moet omgelegd
worden terwijl men goed rechtop, met
de rug tegen de rugleuning zit.
Pak, om de gordel om te leggen, de
gesp A fig. 106 en steek deze in de
sluiting B, totdat de klik van het
vergrendelen wordt gehoord.
Als tijdens het uittrekken de gordel
blokkeert, laat hem dan een stukje
teruglopen en trek hem vervolgens
langzaam uit.
Druk, om de gordel los te maken, op
knop C en begeleid de gordel tijdens
het teruglopen met de hand, zodat
hij niet draait.
70) 71) 72)
De oprolautomaat kan blokkeren als de
auto op een steile helling staat: dit is
normaal. Bovendien blokkeert de
oprolautomaat als de gordel snel word
uitgetrokken of bij hard remmen,
botsingen en bij bochten die op hoge
snelheid worden genomen.
De achterbank is voorzien van
driepuntsveiligheidsgordels met
oprolautomaat.
Leg de achterste veiligheidsgordels om
zoals getoond in fig. 107.
BELANGRIJK De rugleuning is correct
vergrendeld als de rode streep B fig.
108 op de hendel voor het neerklappen
van de rugleuning A onzichtbaar is.
Deze rode streep geeft aan dat de
rugleuning niet is vergrendeld.BELANGRIJK Als de achterbankleuning
na het neerklappen weer in de normale
stand wordt geplaatst, controleer dan
of de veiligheidsgordels zodanig
geplaatst zijn dat ze klaar voor gebruik
zijn.
BELANGRIJK
70) Druk nooit op knop fig. 106
tijdens het rijden.
71) Onthoud dat passagiers op de
achterbank die geen gordel
dragen bij een ongeval
blootgesteld worden aan een
groot risico en bovendien een
gevaar opleveren voor de
inzittenden voorin.
106
A0K0659
107
A0K0161
108
A0K0628
136
VEILIGHEID

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 280 next >