Alfa Romeo Giulietta 2017 Handleiding (in Dutch)
Page 101 of 220
uitzoeken welke soort adapter hier
gebruikt wordt.
BELANGRIJK Gebruik alleen de
bijgeleverde adapter, aangezien deze
auto van een specifiek
brandstofvoorfilter is voorzien.
TANKCAPACITEIT
Om de tank volledig te vullen, kan men
twee keer bijvullen nadat het tankpistool
is afgeslagen. Meer bijvullen kan
storingen in het
brandstoftoevoersysteem veroorzaken.
TANKDOP
Het brandstofdop wordt samen met de
centrale vergrendeling ontgrendeld en
wordt automatisch geklokt wanneer de
centrale vergrendeling wordt
ingeschakeld.
Openen
Druk op klepje 2 fig. 68 om het te openen
en toegang te krijgen tot de
brandstoftankdop 1. Druk vervolgens op
dop 1 en draai hem linksom.
107)
De dop is voorzien van een koordje 4 dat
aan de klep vastzit, om verlies van de dop
te voorkomen. Haak tijdens het tanken de
dop aan voorziening 3.
Hoe de klep in een noodgeval te openen
In geval van nood, trek aan het koordje
fig. 69 op de rechterzijde van de
achterklep om de tankklep te openen.Door aan het koordje te trekken
ontgrendelt het klepje: het klepje kan dan
worden geopend door erop te drukken.
Sluiten
Maak dop 1 los van voorziening 3 en
steek hem in zijn zitting. Draai de dop
rechtsom tot een of meer klikgeluiden
hoorbaar zijn. Sluit tenslotte klep A en
controleer of hij goed gesloten is.
De hermetische afsluiting kan een lichte
toename van de druk in de tank
veroorzaken. Een eventueel
ontluchtingsgeluid wanneer de dop wordt
losgedraaid is dus volkomen normaal.
BELANGRIJK
107)Breng geen open vuur of brandende
sigaretten in de buurt van de vulopening van
de tank: brandgevaar. Kom niet te dicht met
het gezicht bij de vulopening, om geen
schadelijke dampen in te ademen.
68A0K0598C
69A0K0599C
99
Page 102 of 220
100
Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten
Page 103 of 220
Een lekke band of een doorgebrand lampje?
Soms kan een probleem uw reis in gevaar brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen u helpen om op
zelfstandige en kalme wijze kritieke situaties op te lossen. Wij
adviseren u om in een noodsituatie het gratis telefoonnummer te
bellen dat in het garantieboekje is vermeld. U kunt ook het
universele, nationale of internationale gratis telefoonnummer
gebruiken om het dichtstbijzijnde Alfa Romeo Servicepunt te
vinden.
NOODGEVALLEN
ALARMKNIPPERLICHTEN........................102
EEN LAMP VERVANGEN.........................102
LAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN..............106
ZEKERINGEN VERVANGEN . . .....................109
EEN WIEL VERVANGEN..........................114
"Fix&Go Automatic" KIT..........................118
STARTEN MET HULPACCU........................120
AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER .............122
TCT VERSNELLINGSBAK - CONTACTSLEUTEL VERWIJDEREN. .122
SLEPEN VAN HET VOERTUIG......................124
Page 104 of 220
ALARMKNIPPERLICHTEN
Werking
Druk op schakelaar 1 fig. 70 om de
lichten in/uit te schakelen.
Waarschuwingslampjes
engaan
aan en de schakelaar 1 knippert wanneer
de lampjes aan zijn.
Noodremmen
Bij het remmen in noodsituaties gaan de
alarmknipperlichten automatisch
branden, evenals de controlelampjes
enop het instrumentenpaneel.
De lampen gaan automatisch uit wanneer
de remwerking weer normaal is.
108)
BELANGRIJK
108)Het gebruik van de
alarmknipperlichten wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land waar
u rijdt: neem de wettelijke voorschriften in
acht.
EEN LAMP VERVANGEN
32)109) 110) 111)
ALGEMENE INSTRUCTIES
Als een lamp niet werkt, controleer
dan of de betreffende zekering niet is
geoxideerd alvorens de lamp te
vervangen. Om de zekeringen te vinden
wordt verwezen naar de paragraaf
“Zekeringen vervangen” in dit hoofdstuk.
vervang doorgebrande lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
controleer na vervanging van een
gloeilamp in de koplamp altijd of de
koplampafstelling goed is;
BELANGRIJK Bij koude of vochtige
weersomstandigheden of na hevige
regen of een wasbeurt, kan de
binnenzijde van de koplampen of
achterlichten enigszins beslagen zijn
en/of kunnen er condensdruppels
aanwezig zijn. Dit is geen defect maar een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door de temperatuur- en
luchtvochtigheidsverschillen tussen de
binnen- en buitenzijde van het glas, en dat
geen negatieve invloed heeft op de
normale werking van de lichten. Deze
aanslag verdwijnt geleidelijk aan (van het
midden tot de randen) zodra de lichten
worden ingeschakeld.
70A0K0622C
102
NOODGEVALLEN
Page 105 of 220
TYPEN LAMPEN
De auto heeft de volgende typen lampen:
Volledig glazen lamp:(Type A) deze worden vastgedrukt. Trek om te
verwijderen.
Lamp met bajonet-sluiting:(type B) druk dit type lamp iets in en draai
linksom om hem uit de houder te verwijderen.
Buislampen:(type C): trek de lamp uit de veercontacten om hem te
verwijderen.
Halogeenlampen:(type D) verwijder de lamp door de borgclip uit zijn
zitting los te haken.
Halogeenlampen:(type E) verwijder de lamp door de borgclip uit zijn
zitting los te haken.
103
Page 106 of 220
Lampen Type Vermogen Ref. Figuur
Voorste stadslichten/Dagrijlichten (DRL) led – –
Stadslicht
achter led – –
Dimlicht H7 55 W D
Grootlicht H1 55 W E
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-Xenon koplampen)
(voor bepaalde versies/markten)F D1S -
Richtingaanwijzers voor PY24W 24W B
Richtingaanwijzers achter R10W 10 W B
Richtingaanwijzers zijkant led – –
Stop led – –
Derde remlicht led – –
Kentekenverlichting W5W 5 W A
Mistlampen H3 55 W E
Mistachterlicht H21W 21 W B
Achteruitrijlicht P21W 21 W B
Plafondverlichting voor C10W 10 W C
Verlichting bagageruimte W5W 5 W A
Dashboardkastverlichting C5W 5 W C
BELANGRIJK
32)Raak alleen het metalen gedeelte van halogeenlampen aan. Het aanraken van de bol met de vingers kan de lichtopbrengst en de levensduur
van de lamp reduceren. Als de bol per ongeluk toch wordt aangeraakt, moet hij worden schoongewreven met een doekje bevochtigd met alcohol en
laat hem vervolgens drogen.
104
NOODGEVALLEN
Page 107 of 220
BELANGRIJK
109)Wijzigingen of reparaties aan het elektrisch systeem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de
technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
110)In halogeenlampen bevindt zich gas onder druk. Als ze breken, kunnen er glassplinters wegschieten.
111)Wegens het hoge voltage mag een gasontladingslamp (Bi-Xenon) alleen door ervaren personeel vervangen worden: levensgevaar! Neem
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
105
Page 108 of 220
LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de
gloeilampen voor de parkeer-/
dagverlichting (DRL), het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzers. De
plaatsing van de lampen is als volgt
fig. 71:
1: Dimlicht
2: Parkeer-/dagverlichting en grootlicht
3: Richtingaanwijzers
STADSLICHT/DAGVERLICHTING (DRL)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
GROOTLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het deksel 2 fig. 71;
maak de stekker 3 fig. 72 los en trek
de borglippen 1 naar buiten;
verwijder de lamp 2 en vervang hem;
monteer de nieuwe lamp en zorg voor
een optimale vergrendeling, maak
vervolgens de borglippen 1 vast en sluit
de stekker 3 opnieuw aan;
tot slot het deksel 2
fig. 71 terugplaatsen.
DIMLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het deksel 1 fig. 71;
maak de stekker 2 fig. 73 los, trek de
borglip 1 naar voren en maak hem los
door hem naar de binnenkant van de auto
te drukken;
verwijder de lamp 3 en vervang hem;
monteer de nieuwe lamp en zorg voor
een optimale vergrendeling, maak
vervolgens borglip 1 opnieuw vast en
sluit stekker 2 opnieuw aan;
tot slot het deksel 1
fig. 71 terugplaatsen.
RICHTINGAANWIJZERS
Voor
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
draai het deksel 3 fig. 71 een ¼ slag
linksom;
71A0K0631C
72A0K0632C
73A0K0633C
106
NOODGEVALLEN
Page 109 of 220
vervang de lamp + lamphouder 1
fig. 74.
Zij-
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
MISTLAMPEN VOOR
(voor bepaalde versies/markten)
Neem, voor de vervanging van deze
lampen, contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
ACHTERLICHTUNITS
De lichtunits omvatten: stadslicht ,
remlichten, richtingaanwijzers (lampen in
vaste lichtunit), achteruitrijlichten en
mistachterlichten (lamp in lichtunit op
achterklep).De vaste lichtunit verwijderen.
Ga als volgt te werk:
open de kofferbak, draai schroef 1
fig. 75 los en bevestig de
achterlichtunits;
verwijder de achterlichtunit door deze
met beide handen in de richting van de pijl
te trekken;
koppel de stekker los en vervang de
betreffende lamp.
PARKEER-/REMLICHTEN
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
RICHTINGAANWIJZERS
Draai, bij uitgenomen achterlichtunit de
twee schroeven 1 fig. 76 los, verwijder de
lamphouder en vervang lamp 2.
MISTACHTERLICHTEN/
ACHTERUITRIJLICHTEN
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
open de achterklep en maak met een
schroevendraaier het deksel 1 fig. 77 los
in het door de pijl aangegeven punt;
maak de stekker 3 fig. 78 los en
verwijder de lamphouder door op het
borglipje 1 te drukken en vervolgens de
74A0K0634C
75A0K0635C
76A0K0636C
77A0K0637C
107
Page 110 of 220
schroef 2 los te draaien;
duw voorzichtig op de lamp en draai
hem linksom (1 = achteruitrijlamp; 2 =
mistachterlamp) om de lamp te
verwijderen (zie fig. 79);
plaats de lamphouder terug in het huis,
draai de schroef 2 vast en monteer hem
door middel van het borglipje 1. Sluit de
stekker 3 aan en monteer het deksel 1
fig. 77 terug.
BELANGRIJK Dek de punt van de
schroevendraaier af met een doek om
krassen te voorkomen bij het verwijderen
van het deksel 1.
DERDE REMLICHT
Dit zijn led lampjes die zich op de in de
achterklep opgenomen spoiler bevinden.
Neem voor de vervanging contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
verwijder de lichtunits A fig. 80 van de
kentekenverlichting;
draai de lamphouder 2 fig. 81 linksom,
verwijder de lamp 3 en vervang hem;
plaats de nieuwe lamp en controleer of
deze goed vastzit en plaats de units van
de kentekenverlichting fig. 80 terug op
hun plaats. Controleer ook of deze goed
vastzitten.
78A0K0638AC
79A0K0638BC
80A0K0905C
81A0K0640C
108
NOODGEVALLEN