BMW 2 SERIES COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 81 of 265

SteptronicSportversnellingsbak:
automatischopschakelenindestand
voorhandbedieningM/Svermijden
De Steptronic Sport-versnellingsbak schakelt in handbediening M/S bij het bereiken van bejpaalde toerentalgrenzen niet een versnellingop, als aan

Page 82 of 265

WeergaveninhetinstrumentenpaneelDe keuzehendelstand wordt gejtoond, bijv.: P.
Parkeervergrendelingelektronisch
ontgrendelen
Algemeen
De parkeervergrendeling elektronisch ontgrenj
delen om de auto uit de gevarenzone te maj
noeuvreren.
Ontgrendeling is alleen mogelijk wanneer de startmotor de motor kan doordraaien.
Voor het ontgrendelen van de parkeervergrenj
deling de parkeerrem aantrekken, om te verj hinderen dat de auto wegrolt.
KeuzehendelstandNinschakelen1.De rem indrukken en ingedrukt houden.2.Start/stop-knop indrukken. De starter moet hoorbaar aanslaan.3.De toets op de keuzehendel indrukken,
pijl 1, en de keuzehendel naar keuzehenj delstand N drukken en vasthouden, pijl N,
tot de keuzehendelstand N in het instruj
mentenpaneel wordt weergeven.
Er wordt een Check-Control-melding
weergegeven.4.De keuzehendel loslaten.5.Rem loslaten zodra de startmotor stopt.6.De auto uit de gevarenzone manoeuvreren en vervolgens tegen wegrollen beveiligen.
Meer informatie, zie hoofdstuk Aan- en wegj
slepen.
SteptronicSportversnellingsbak:
LaunchControl
Principe Launch Control maakt bij droge omgevingsj
omstandigheden een optimale acceleratie op
stroef wegdek mogelijk.
Algemeen
Het gebruik van Launch Control leidt tot vroegj
tijdige slijtage van onderdelen, omdat deze
functie een zeer hoge belasting voor de auto
vormt.
Launch Control niet tijdens het inrijden, zie paj gina 170, gebruiken.
Bij het wegrijden met Launch Control niet stuj ren.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Launch Control is beschikbaar bij bedrijfsj
warme motor, dus na een ononderbroken rit van minstens 10 km.
WegrijdenmetLaunchControl
Bij draaiende motor:
1. Toets indrukken of met de rijbelej
vingsschakelaar SPORT+ kiezen.
Het instrumentenpaneel geeft TRACTION weer en het controlelampje voor DSC OFF
gaat aan.2.Keuzehendelstand S inschakelen.3.Met de linkervoet krachtig het rempedaal indrukken.Seite 82BedieningRijden82
Online Edition for Part no. 01402977714 - II/17

Page 83 of 265

4.Gaspedaal tot voorbij de weerstand van devolgasstand indrukken en ingetrapt houj
den, kickdown.
Op het instrumentenpaneel verschijnt een
vlagsymbool.5.Het wegrijtoerental wordt geregeld. Binnen 3 seconden de rem loslaten.
Opnieuwgebruikenbinneneenrit
Na het gebruik van Launch Control moet de
versnellingsbak circa 5 minuten afkoelen, voorj
dat Launch Control opnieuw kan worden gej
bruikt.
Launch Control stelt zich bij het opnieuw gej bruiken op de omgevingsomstandigheden in.
NahetgebruikvanLaunchControl
Ter ondersteuning van de rijstabiliteit de dynaj mische stabiliteitscontrole DSC weer inschajkelen.
Grenzenvanhetsysteem
Een geoefende bestuurder kan in de modus
DSC OFF mogelijk betere acceleratiewaarden
realiseren.
Seite 83RijdenBediening83
Online Edition for Part no. 01402977714 - II/17

Page 84 of 265

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht,instrumentenpaneel
1Snelheidsmeter2Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control3Toerenteller\_ 894Momenteel verbruik5Elektronische weergaven\_ 846Brandstofmeter\_897Kilometers resetten\_ 89
Elektronischeweergaven
'ySelectielijsten, zie pagina 94.'yBuitentemperatuur, zie pagina 89.'yAutomatische start-stop-functie, zie paj
gina 71.'yBoordcomputer, zie pagina 94.Seite 84BedieningWeergaven84
Online Edition for Part no. 01402977714 - II/17

Page 85 of 265

'yDatum, zie pagina 89.'yEnergieterugwinning, zie pagina 90.'yVersnellingsbakaanduiding, zie pagina 82.'yGordelwaarschuwing voor achterbank, zie
pagina 54.'yKilometer/dagteller, zie pagina 89.'yMeldingen, bijvoorbeeld Check-Control,
zie pagina 85.'yActieradius, zie pagina 89.'yStatus, rijbelevingsschakelaar, zie paj
gina 133.'yBenodigd onderhoud, zie pagina 90.'ySpeed Limit Info, zie pagina 92.'yTijd, zie pagina 89.
Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de autoen geeft een melding als in de bewaakte systej men een storing is opgetreden.
Op het instrumentenpaneel wordt een Check-
Control-melding weergegeven als een combij natie van controle- of waarschuwingslampjes
en tekstuele meldingen.
Tevens klinkt er evt. een akoestisch signaal en
verschijnt er een tekstbericht op het Control Display.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes op het inj
strumentenpaneel kunnen in verschillende combinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van de motor of inschakelen van het contact dewerking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurj
derszijde is niet omgedaan. Bij somj
mige landuitvoeringen: passagiersgorj
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: Veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is niet omgedaan. De gordelherinnering kan ookin werking treden als er voorwerpen op de pasjsagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is omgedaan.
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Rood: De veiligheidsgordel van de bejtreffende zitplaats op de achterbank is
niet vastgemaakt.
Groen: De veiligheidsgordel van de betrefj
fende zitplaats op de achterbank is vastgej
maakt.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist laj
ten controleren.
Parkeerrem Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 73.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijjvoorbeeld bij een dreigend botsingsgejvaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.Seite 85WeergavenBediening85
Online Edition for Part no. 01402977714 - II/17

Page 86 of 265

Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing bij direct botsingsgevaar, als de auto met relajtief hogere, andere snelheid een andere auto
nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te
wijken.
Persoonswaarschuwing Symbool op het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.
Gelelampjes
AntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekej
ning met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrij kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto
wordt gestabiliseerd. Snelheid verlagen
en rijstijl aan de wegomstandigheden aanpasj sen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen. Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj
vice Partner of specialist laten controleren.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 130.DynamischestabiliteitscontroleDSC
gedeactiveerdofdynamische
tractiecontroleDTCgeactiveerd
Dynamische stabiliteitscontrole DSC is
gedeactiveerd of dynamische tractiej controle DTC is geactiveerd.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 130, endynamische tractiecontrole DTC,
zie pagina 131.
BandenpechwaarschuwingRPA De bandenpechwaarschuwing meldt
spanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen
vermijden.
Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 115.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt.
e bandenspanningscontrole meldt een
lage bandenspanning of bandenpech.
De informatie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Het controlelampje knippert en brandt vervolj gens continu.
Er kan geen bandenpech of geen verlies van bandenspanning herkend worden.'yStoring door installaties of apparaten met dezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.'yRDC kan de reset niet voltooien: voer de
reset van het systeem opnieuw uit.'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: Evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: het systeem door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gejSeite 86BedieningWeergaven86
Online Edition for Part no. 01402977714 - II/17

Page 87 of 265

kwalificeerde Service Partner of specialist
laten controleren.
Bandenspanningscontrole, zie pagina 111.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het stuursysteem door een Service
Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Emissiewaarden Storing in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten conj troleren.
Aansluiting voor On-Board Diagnose, zie paj
gina 219.
LaneDepartureWarning Als het systeem is ingeschakeld, wordt
er bij het verlaten van een herkende rijj baan zonder eerst de richting aan te
geven onder bepaalde omstandigheden een
waarschuwing gegeven.
Waarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 124.
Mistachterlicht Mistachterlichten zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht, zie pagina 104.
Groenelampjes Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.Ongewoon snel knipperen van de conj
trolelampje duidt op een uitgevallen
richtingaanwijzerlampje.
Richtingaanwijzers, zie pagina 73.
Stadslicht,rijlicht Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.Parkeer-/dimlicht, verlichtingsregeling,
zie pagina 100.
Mistlamp Mistlampen zijn ingeschakeld.
Mistlamp, zie pagina 104.
Grootlichtassistent Grootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uitj
geschakeld.
Grootlichtassistent, zie pagina 103.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheid
die met de bedieningselementen op
het stuurwiel is ingesteld wordt aangej
houden.
Handmatigesnelheidsbegrenzer Controlelampje brandt: Het systeem is
ingeschakeld.
Controlelampje knippert: De ingestelde
snelheidslimiet wordt overschreden. Er klinkt
eventueel een signaal.
Verminder de snelheid of deactiveer het sysj
teem.
Blauwelampjes Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.
Grootlicht, zie pagina 74.Seite 87WeergavenBediening87
Online Edition for Part no. 01402977714 - II/17

Page 88 of 265

Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Permanenteweergave Enkele Check-Control-meldingen worden perj
manent weergegeven en blijven zichtbaar, totj dat de storing is opgelost. Bij meerdere gelijkjtijdige storingen worden de meldingen na
elkaar weergegeven.
Deze meldingen kunnen gedurende circa 8 sej conden onzichtbaar worden gemaakt. Hiernaworden deze weer automatisch weergegeven.
Tijdelijkeweergave
Andere Check-Control-meldingen verdwijnen na circa 20 seconden automatisch. Deze
Check-Control-meldingen blijven opgeslagen
en kunnen opnieuw worden weergegeven.
OpgeslagenCheck-Control-
meldingenweergeven
Via iDrive:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.Weergave
Check-Control Minimaal

Page 89 of 265

BrandstofmeterDe pijl naast het benzinepompj
symbool toont, afhankelijk de
uitvoering, aan welke kant van de auto de tankdopklep zit.
Het hellen van de auto kan tot
schommelingen in de weergave leiden.
Aanwijzingen voor tanken, zie pagina 194.
Toerenteller Vermijd beslist toerentallen in het rode waarj
schuwingsgebied. In dit gebied wordt ter bej scherming van de motor de brandstoftoevoerverminderd.
Koelvloeistoftemperatuur
Indien de koelvloeistof en daarmee de motor te
heet wordt, verschijnt er een Check-Control-
melding.
Koelvloeistofpeil controleren.
Kilometer-endagteller
Weergave'yKilometerteller, pijl 1.'yDagteller, pijl 2.
Kilometersweergeven/resetten Toets indrukken.
'yBij uitgeschakeld contact
worden de tijd, buitentemj
peratuur en kilometerteller
weergegeven.'yBij ingeschakeld contact wordt de dagteller teruggezet.Buitentemperatuur
WAARSCHUWING
Ook bij temperaturen boven +3 

Page 90 of 265

'yOp de boordcomputer wordt de resterende
actieradius weergegeven.'yBij een dynamische rijstijl, bijvoorbeeld snel rijden in een bocht, is het functionerenvan de motor niet gewaarborgd niet altijdgegarandeerd.
Bij een actieradius van minder dan circa 50 kmwordt de Check-Control-melding voortdurend
weergegeven.
OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar koj
men. Het functioneren van de motor is niet gej
waarborgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op
tijd tanken.'

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 270 next >