BMW 2 SERIES COUPE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 293

Parkeervergrendelingelektronisch
ontgrendelen
Algemeen
De parkeervergrendeling elektronisch ontgrenj
delen om de auto uit de gevarenzone te maj
noeuvreren.
Ontgrendeling is alleen mogelijk wanneer de startmotor de motor kan doordraaien.
Voor het ontgrendelen van de parkeervergrenj
deling de parkeerrem aantrekken, om te verj hinderen dat de auto wegrolt.
KeuzehendelstandNinschakelen1.De rem indrukken en ingedrukt houden.2.Start/stop-knop indrukken. De starter moet hoorbaar aanslaan.3.De toets op de keuzehendel indrukken,
pijl 1, en de keuzehendel naar keuzehenj delstand N drukken en vasthouden, pijl N,
tot de keuzehendelstand N in het instruj
mentenpaneel wordt weergeven.
Er wordt een Check-Control-melding
weergegeven.4.De keuzehendel loslaten.5.Rem loslaten zodra de startmotor stopt.6.De auto uit de gevarenzone manoeuvreren en vervolgens tegen wegrollen beveiligen.
Meer informatie, zie hoofdstuk Aan- en wegj
slepen.
SteptronicSportversnellingsbak:
LaunchControl
Principe Launch Control maakt bij droge omgevingsj
omstandigheden een optimale acceleratie op stroef wegdek mogelijk.
Algemeen
Het gebruik van Launch Control leidt tot vroegj
tijdige slijtage van onderdelen, omdat deze
functie een zeer hoge belasting voor de auto vormt.
Launch Control niet tijdens het inrijden, zie paj gina 198, gebruiken.
Bij het wegrijden met Launch Control niet stuj
ren.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Launch Control is beschikbaar als de motor op
bedrijfstemperatuur is. De motor is na een onj
onderbroken rit van minstens 10 kilometer op
bedrijfstemperatuur.
WegrijdenmetLaunchControl Bij draaiende motor:1. Toets indrukken of met de rijbelej
vingsschakelaar SPORT+ kiezen.
Het instrumentenpaneel geeft TRACTION weer en het controlelampje voor DSC OFF
gaat aan.2.Keuzehendelstand S inschakelen.3.Met de linkervoet krachtig het rempedaal indrukken.4.Gaspedaal tot voorbij de weerstand van devolgasstand indrukken en ingetrapt houj
den, kickdown.
Op het instrumentenpaneel verschijnt een
vlagsymbool.5.Het wegrijtoerental wordt geregeld. Binnen 3 seconden de rem loslaten.Seite 101RijdenBediening101
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 102 of 293

Opnieuwgebruikenbinneneenrit
Nadat Launch Control werd gebruikt moet de
versnellingsbak ongeveer 5 min afkoelen voorj
dat Launch Control opnieuw kan worden gej
bruikt.
Launch Control stelt zich bij het opnieuw gej bruiken op de omgevingsomstandigheden in.
NahetgebruikvanLaunchControl
Ter ondersteuning van de rijstabiliteit de dynaj mische stabiliteitscontrole DSC weer inschajkelen.
Grenzenvanhetsysteem
Een geoefende bestuurder kan in de modus
DSC OFF mogelijk betere acceleratiewaarden
realiseren.Seite 102BedieningRijden102
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 103 of 293

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht,instrumentenpaneel
1Snelheidsmeter2Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control3Toerenteller\_ 1084Momenteel verbruik5Elektronische weergaven6Brandstofmeter\_ 1087Kilometers resetten\_ 108Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de autoen geeft een melding als in de bewaakte systej men een storing is opgetreden.Algemeen
Op het instrumentenpaneel wordt een Check- Control-melding weergegeven als een combij natie van controle- of waarschuwingslampjes
en tekstuele meldingen.Seite 103WeergavenBediening103
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 104 of 293

Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigjnaal en verschijnt er een tekstbericht op het
Control Display.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes op het inj
strumentenpaneel kunnen in verschillende combinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van de motor of inschakelen van het contact dewerking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurj
derszijde is niet omgedaan. Bij somj mige landuitvoeringen: passagiersgorj
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: Veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is
niet omgedaan. De gordelherinnering kan ook
in werking treden als er voorwerpen op de pasj
sagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Veiligheidsgordel op de betreffende
plaats op de achterbank is niet ingestoj
ken.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gejkwalificeerde Service Partner of specialist laj ten controleren.
Parkeerrem Parkeerrem is vastgezet.
Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 91.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijj
voorbeeld bij een dreigend botsingsgej vaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.
Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing bij direct botsingsgevaar, als de auto met relaj
tief hogere, andere snelheid een andere auto
nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te wijken.
Persoonswaarschuwing Symbool op het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.
Oranjelampjes Actievesnelheidsregeling De gekozen afstand tot het voorligj
gende voertuig wordt aangegeven door
het aantal dwarsbalken.
Voertuigherkenning,actieve
snelheidsregeling
Controlelampje brandt: Voorligger gej
detecteerd.
Controlelampje knippert: Aan de voorj
waarden voor het gebruik van het systeem wordt niet meer voldaan.Seite 104BedieningWeergaven104
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 105 of 293

Het systeem is gedeactiveerd, maar remt af totuw actieve overname door indrukken van het
rempedaal of het rijpedaal.
Gelelampjes
AntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekej ning met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrij kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto
wordt gestabiliseerd. Snelheid verlagen
en rijstijl aan de wegomstandigheden aanpasj sen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen. Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj vice Partner of specialist laten controleren.
DSC, zie pagina 150.
DynamischestabiliteitscontroleDSC
gedeactiveerdofdynamische
tractiecontroleDTCgeactiveerd
DSC is gedeactiveerd of DTC is geactij
veerd.
DSC, zie pagina 150, en DTC, zie paj
gina 151.
BandenpechwaarschuwingRPA De bandenpechwaarschuwing meldt
spanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen
vermijden.Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 132.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt: de bandenjspanningscontrole meldt een lage banj
denspanning of bandenpech. De inforj
matie in de Check-Control-melding in acht
nemen.
Controlelampje knippert en brandt vervolgens continu: er wordt geen bandenpech of geen
verlies van bandenspanning herkend.'yStoring door installaties of apparaten met dezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.'yRDC kan de reset niet voltooien: voer de
reset van het systeem opnieuw uit.'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: het systeem door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist
laten controleren.
Bandenspanningscontrole, zie pagina 128.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het systeem door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalij
ficeerde Service Partner of specialist laten
controleren.
Emissiewaarden Storing in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten conj troleren.
Seite 105WeergavenBediening105
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 106 of 293

Aansluiting voor On-Board Diagnose, zie paj
gina 247.
LaneDepartureWarning Als het systeem is ingeschakeld, wordter bij het verlaten van een herkende rijjbaan zonder eerst de richting aan te
geven onder bepaalde omstandigheden een waarschuwing gegeven.
Waarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 144.
Mistachterlicht Mistachterlicht is ingeschakeld.Mistachterlicht, zie pagina 122.
Groenelampjes
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Veiligheidsgordel op de betreffende
plaats op de achterbank is niet ingestoj
ken.
Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.
Ongewoon snel knipperen van de conj trolelampje duidt op een uitgevallen
richtingaanwijzerlampje.
Richtingaanwijzers, zie pagina 91.
Stadslicht,rijlicht Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.
Parkeer-/dimlicht, verlichtingsregeling,
zie pagina 118.
Mistlamp Mistlampen zijn ingeschakeld.
Mistlamp, zie pagina 122.Grootlichtassistent
Grootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uitj
geschakeld.
Grootlichtassistent, zie pagina 121.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheiddie met de bedieningselementen op
het stuurwiel is ingesteld wordt aangej
houden.
Handmatigesnelheidsbegrenzer Controlelampje brandt: Het systeem is
ingeschakeld.
Controlelampje knippert: De ingestelde
snelheidslimiet wordt overschreden. Er klinkt
eventueel een signaal.
Verminder de snelheid of deactiveer het sysj
teem.
Blauwelampjes Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.
Grootlicht, zie pagina 92.Seite 106BedieningWeergaven106
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 107 of 293

Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Permanenteweergave Enkele Check-Control-meldingen worden perj
manent weergegeven en blijven zichtbaar, totj dat de storing is opgelost. Bij meerdere gelijkjtijdige storingen worden de meldingen na
elkaar weergegeven.
De meldingen kunnen ca. 8 seconden worden
verborgen. Hierna worden deze weer automaj tisch weergegeven.
Tijdelijkeweergave
Sommige Check-Control-meldingen worden
automatisch na ca. 20 seconden verborgen. De Check-Control-meldingen blijven opgeslajgen en kunnen opnieuw worden weergegeven.
OpgeslagenCheck-Control-
meldingenweergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.Weergave
Check-Control Minimaal

Page 108 of 293

BrandstofmeterEen pijl naast het benzinepompjsymbool laat zien aan welke kantvan de auto de klep van de tankj
dop zit.
Het hellen van de auto kan tot
schommelingen in de weergave leiden.
Aanwijzingen voor tanken in acht nemen.
Toerenteller Vermijd beslist toerentallen in het rode waarj
schuwingsgebied. In dit gebied wordt ter bej scherming van de motor de brandstoftoevoer
verminderd.
Koelvloeistoftemperatuur
Indien de koelvloeistof en daarmee de motor te
heet wordt, verschijnt er een Check-Control-
melding.
Koelvloeistofpeil controleren.
Kilometer-endagteller
Weergave'yKilometerteller, pijl 1.'yDagteller, pijl 2.
Kilometersweergeven/resetten Toets indrukken.
'yBij uitgeschakeld contact
worden de tijd, buitentemj
peratuur en kilometerteller
weergegeven.'yBij ingeschakeld contact wordt de dagteller teruggezet.Buitentemperatuur
Algemeen Daalt de weergave tot +3 

Page 109 of 293

ActieradiusVeiligheidsvoorschriften OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar koj
men. Het functioneren van de motor is niet gej
waarborgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op
tijd tanken.'

Page 110 of 293

Weergave
Gedetailleerdeinformatieoverhet
benodigdeonderhoud
Nadere informatie over de omvang van het onjderhoud kan op het Control Display worden
weergegeven.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"
Noodzakelijke omvang van het onderhoud
en zo nodig wettelijk voorgeschreven keuj ringen worden weergegeven.4.Vermelding selecteren om nadere informajtie te laten weergeven.
Symbolen
SymbolenBeschrijvingOnderhoud is op dit moment
niet noodzakelijk.Auto is aan een onderhoudsj
beurt of een wettelijke keuring
toe.Termijn voor het onderhoud is
overschreden.
Afsprakeninvoeren
Afspraken voor voorgeschreven keuringen van
de auto invoeren.
Ervoor zorgen dat datum en tijd van de auto juist zijn ingesteld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4."Autokeuring (APK)"5."Datum:"6.Gewenste instelling selecteren.7.Bevestigen.
Datuminvoer wordt opgeslagen.
Automatischeservicewaarschuwing De gegevens over de onderhoudstoestand of
over wettelijk voorgeschreven keuringen van de auto worden automatisch voor de vervaldaj
tum doorgegeven aan de Service Partner.
Er kan worden gecontroleerd, wanneer de Serj
vice Partner werd ingelicht.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Teleservice oproep"
Onderhoudsgeschiedenis
Principe Uitgevoerd onderhoud kan op het Control Disjplay worden weergegeven. De functie is bej schikbaar zodra er een onderhoudsbeurt in deautogegevens is ingevoerd.
Algemeen
Onderhoudswerkzaamheden bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwaj lificeerde Service Partner of specialist laten uitjvoeren. De uitgevoerde onderhoudswerkzaamjheden worden ingevoerd in de
voertuiggegevens.
Onderhoudsgeschiedenisweergeven Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4. "Service historie"Seite 110BedieningWeergaven110
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 300 next >