BMW 2 SERIES COUPE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 293

Door het gebruik van een afdichtmiddel, bijjvoorbeeld bandenreparatieset, kan de RDC-
wielelektronica worden beschadigd. In dit gej
val de elektronica bij volgende gelegenheid
laten vervangen.
Bandenmetnoodloopeigenschappen
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden met noodloopeij
genschappen zonder of met een geringe banj
denspanning of spanningsverlies veranderen de rij-eigenschappen, bijvoorbeeld verminj
derde koersstabiliteit bij het remmen, langere remweg en een ander stuurgedrag. Er bestaat
gevaar voor ongevallen.
Gematigd rijden en een snelheid van 80 km/h
niet overschrijden.'

Page 132 of 293

Door een verhoging van de bandentemperajtuur, bijvoorbeeld tijdens het rijden of doorzonnestraling, neemt ook de bandenspanning
toe.
De bandenspanning neemt af wanneer de banj
dentemperatuur daalt.
Hierdoor kan bij sterk dalende temperaturen
een waarschuwing gegeven worden vanwege
overschrijding van de waarschuwingslimieten.
Plotselingspanningsverlies
Ernstige, plotselinge beschadigingen van een
band van buitenaf kunnen door het systeem niet vooraf worden aangekondigd.
Resetnietuitgevoerd Het systeem werkt niet correct wanneer geen
reset uitgevoerd werd, er wordt bijvoorbeeld bandenpech gemeld ondanks een juiste banjdenspanning.
Storing Gele waarschuwingslampje knippert en
brandt vervolgens continu. Er wordt
een Check-Control-melding weergej
geven. Spanningsverliezen kunnen evt. niet worden herkend.
In deze gevallen:'yWiel zonder RDC-elektronica gemonteerd:
eventueel de wielen laten controleren.'yStoring: systeem controleren laten.'yHet systeem kon de reset niet afsluiten. Een reset van het systeem opnieuw uitvoejren.'yStoring door installaties of apparaten metdezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.Bandenpechwaarschuwing
RPA
Principe
Het systeem herkent de bandenspanning aan
de hand van een toerentalvergelijking tussen
de afzonderlijke wielen tijdens het rijden.
Bij verlies aan bandenspanning verandert de
diameter en daardoor de draaisnelheid van het betreffende wiel. Het verschil wordt herkenden als bandenpech gemeld.
Het systeem meet niet de daadwerkelijke banj denspanning in de banden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het systeem moet aan de volgende voorj
waarden zijn voldaan, anders kan er geen bej trouwbare melding van een spanningsverlies
worden gegarandeerd:'yNa het verwisselen van een band of wiel is
er bij correcte bandenspanning een initialij
satie uitgevoerd.'yNa een aanpassing van de bandenspanj ning op een nieuwe waarde is een initialij
satie uitgevoerd.
Statusweergave
De huidige status van de RPA bandenpechj
waarschuwing kan worden weergegeven bijv. of de RPA actief is.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Indicatie lekke band (RPA)"
De status wordt weergegeven.
Initialisatienoodzakelijk
In de volgende situaties moet er een initialisaj
tie worden uitgevoerd:
'yNa een aanpassing van de bandenspanj ning.Seite 132BedieningVeiligheid132
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 133 of 293

'yNa het verwisselen van een band of wiel.
Initialisatieuitvoeren
Met de initialisatie worden de ingestelde banj
denspanningen als referentie voor de herkenj ning van een lekke band overgenomen. De inij
tialisatie wordt gestart door bevestiging van de spanning van de banden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen het sysj
teem niet initialiseren.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Indicatie lekke band (RPA)"4.Motor starten en niet wegrijden.5.Initialiseren starten: "Reset uitvoeren"6.Wegrijden.
Het afsluiten van de initialisatie gebeurt tijdens het rijden, de rit kan te allen tijde worden onj derbroken.
Tijdens een volgende rit wordt de initialisatie
automatisch voortgezet.
Meldingen
Algemeen
Bij melding van bandenpech wordt eventueel de dynamische stabiliteitscontrole DSC ingej schakeld.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Een beschadigde normale band met een
geringe bandenspanning of spanningsverlies heeft een negatieve invloed op de rijeigenjschappen, bijvoorbeeld het stuur- en remgejdrag. Banden met noodloopeigenschappenkunnen nog een bepaalde stabiliteit instandjhouden. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Niet doorrijden als de auto is voorzien van norj
male banden. De aanwijzingen m.b.t. de banj
den met noodloopeigenschappen en verder rijj den met deze banden in acht nemen.'

Page 134 of 293

kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist.2.Bandenpech verhelpen, bijvoorbeeld meteen bandenreparatieset of door het wiel te
vervangen.
Bandenmetnoodloopeigenschappen
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden met noodloopeij
genschappen zonder of met een geringe banj denspanning of spanningsverlies veranderende rij-eigenschappen, bijvoorbeeld verminjderde koersstabiliteit bij het remmen, langereremweg en een ander stuurgedrag. Er bestaat
gevaar voor ongevallen.
Gematigd rijden en een snelheid van 80 km/h
niet overschrijden.'

Page 135 of 293

Daarom de bandenspanning regelmatigcontroleren.'yErnstige, plotselinge beschadiging van een
band van buitenaf kan niet vooraf worden
aangekondigd.'ySysteem is niet ge

Page 136 of 293

In-/uitschakelen
De Intelligent Safety-systemen worden bij iej dere start automatisch geactiveerd.
Toets indrukken: systemen worden
uitgeschakeld. De LED dooft.
Toets opnieuw indrukken: systemen worden
ingeschakeld. De LED brandt.
Instellingen kunnen op het Control Display
worden gewijzigd.
Botsingswaarschuwing Naargelang de uitrusting bestaat de botsingsjwaarschuwing uit een van beide systemen:'yBotsingswaarschuwing met City-remfuncjtie, zie pagina 136.'yBotsingswaarschuwing met remfunctie, zie
pagina 139.
Botsingswaarschuwingmet
City-remfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen te
voorkomen. Indien een ongeval niet vermeden kan worden, helpt het systeem om de botj
singssnelheid te beperken.
Het systeem waarschuwt voor mogelijk botj singsgevaar en remt de auto zo nodig zelfstanj
dig af.
De automatische remingreep vindt plaats met beperkte kracht en duur.
Het systeem wordt gestuurd via een camera bij
de binnenspiegel.
De botsingswaarschuwing is ook bij gedeactij veerde snelheidsregeling beschikbaar.
Bij het bewust naderen van een voertuig vinj
den de botsingswaarschuwing en de reminj
greep later plaats om onjuiste systeemreacties
te voorkomen.
Algemeen
Het systeem waarschuwt vanaf circa 5 km/h in
twee fasen voor eventueel botsingsgevaar met
andere voertuigen. Het moment van deze waarschuwingen kan afhankelijk van de acjtuele rijsituatie vari

Page 137 of 293

WAARSCHUWING
Systeembeperkingen kunnen bij het
aan-/afslepen met geactiveerde Intelligent Saj
fety-systemen leiden tot verkeerd gedrag van
de afzonderlijke functies. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Voor het slepen/wegslepen
alle Intelligent Safety-systemen uitschakej len.'

Page 138 of 293

Acutewaarschuwingmetafremfunctie
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij
rect botsingsgevaar als de auto met een relaj
tief groot snelheidsverschil een ander object
nadert.
De bestuurder moet bij acute waarschuwing
zelf ingrijpen. Bij botsingsgevaar wordt de bej stuurder evt. door een kleine automatische rej
mingreep ondersteund.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voorj
afgaand vooralarm worden geactiveerd.
Remingreep De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt de maximale remkracht toegepast. Een
voorwaarde voor de ondersteuning van de
rembekrachtiging is het snel en krachtig inj drukken van het rempedaal. Daarnaast kan hetsysteem bij botsingsgevaar ondersteuning biej
den door een beperkte remingreep. De auto
kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilj
stand.
Handgeschakelde versnellingsbak: bij een rej mingreep tot stilstand is het mogelijk dat de motor uitgeschakeld wordt.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstj abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld doordeactivering van de dynamische stabiliteitsjcontrole DSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detecj tiegebied en de functionele beperkingen.Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van
het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond
reageren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. De aanwijzingen over de grenzen van
het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.'

Page 139 of 293

'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.'yBij aanhoudende verblindende werking
door tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghanj
gende zon.
Gevoeligheidvandewaarschuwingen
Hoe gevoeliger de waarschuwingen worden inj gesteld, bijvoorbeeld het moment van waarjschuwing, hoe meer waarschuwingen wordengetoond. Het kan daardoor ook meer tot te
vroege of ongegronde waarschuwingen en rej
acties komen.
Botsingswaarschuwingmetremfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen te
voorkomen. Indien een ongeval niet vermeden
kan worden, helpt het systeem om de botj
singssnelheid te beperken.
Het systeem waarschuwt voor mogelijk botj singsgevaar en remt de auto zo nodig zelfstanj
dig af.
De automatische remingreep wordt uitgevoerd
met een beperkte remkracht en voor een bej perkte duur.
Bij uitrusting met actieve snelheidsregeling met stop&go-functie wordt de botsingswaarj
schuwing via de radarsensor van de snelheidsj regeling aangestuurd.
De botsingswaarschuwing is ook bij gedeactij veerde snelheidsregeling beschikbaar.
Bij het bewust naderen van een voertuig vinj
den de botsingswaarschuwing en de reminj
greep later plaats om onjuiste systeemreacties
te voorkomen.
Algemeen
Het systeem waarschuwt vanaf circa 5 km/h in
twee fasen voor mogelijk botsingsgevaar met
andere voertuigen. Het moment van deze
waarschuwingen kan afhankelijk van de acj
tuele rijsituatie vari

Page 140 of 293

Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety-toets
Radarsensor Om voorliggende voertuigen te detecteren,
bevat de bumper een radarsensor.
Radarsensor schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt bij vertrek automatisch gej
activeerd.
Uitschakelen Toets indrukken: het systeem wordtuitgeschakeld. De LED dooft.
Toets opnieuw indrukken: het systeem wordt ingeschakeld. De LED brandt.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Het moment van waarschuwing kan ingesteld worden.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Waarschuwingstijdstip"5.Gewenste instelling selecteren.
Het geselecteerde tijdstip wordt voor het moj
menteel gebruikte profiel opgeslagen.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen anj der voertuig dreigt, wordt in het instrumentenjpaneel een waarschuwingssymbool weergej
geven.
SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt een signaal: acute waarschuwing.
Remmen en evt. uitwijken.
Vooralarm
Een vooralarm wordt bijv. gegeven bij een dreij
gend botsingsgevaar of bij zeer geringe afj
stand tot een voorligger.
De bestuurder moet bij een vooralarm zelf inj
grijpen.
Acutewaarschuwingmetafremfunctie
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij
rect botsingsgevaar als de auto met een relaj
tief groot snelheidsverschil een ander object
nadert.
De bestuurder moet bij acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij botsgevaar wordt de bestuurj
Seite 140BedieningVeiligheid140
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 300 next >