BMW 2 SERIES COUPE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 293

ting de Dynamische Stabiliteits Controle DSC
niet deactiveren.'

Page 152 of 293

DynamicTractionControlDTC
activeren/deactiveren
DTCactiveren Toets indrukken.
Het instrumentenpaneel geeft TRACj
TION weer en het controlelampje voor DSC OFF gaat aan.
DTCdeactiveren Toets opnieuw indrukken.
TRACTION en controlelampje DSC
OFF doven.
xDrive
xDrive is het vierwielaandrijvingssysteem van
uw auto. Door het samenwerken van xDrive en
Dynamic Stability Control DSC worden tractie
en rijdynamiek verder geoptimaliseerd. Het
vierwielaandrijvingssysteem xDrive verdeelt de
aandrijfkrachten afhankelijk van rijsituatie en
gesteldheid van de weg variabel over voor- en achteras.
Dynamische
schokdempercontrole
PrincipeHet systeem reduceert ongewenste beweginj
gen van de auto bij een dynamische rijstijl of
een oneffen wegdek.
Afhankelijk van de toestand van het wegdek en
van de rijstijl worden daardoor de rijdynamiek
en het rijcomfort vergroot.
Programma Het systeem biedt verschillende programma's.
De programma's kunnen met de rijbelevingsj
schakelaar worden geselecteerd.SPORT
Consequent sportieve regeling van de schokjdempers voor een reactief rijgedrag.
SPORT+ Consequent sportieve regeling van de schokj
dempers voor een reactief rijgedrag met bej
perkte koersstabiliteit.
COMFORT/ECOPRO Uitgebalanceerde afstelling van de auto.
Variabelesportbesturing
De variabele sportbesturing verandert, afhanj
kelijk van de stuurwieluitslag en snelheid, de ondersteunende werking.
Zo wordt bijvoorbeeld bij inparkeren of
scherpe bochten de stuuruitslag van de voorj
wielen vergroot. Daardoor wordt het rijden in
bochten vereenvoudigd.
Bovendien wordt bij lage snelheden de bestuj ring meer ondersteund dan bij hogere snelhej
den. Daardoor wordt bijvoorbeeld het inparkej
ren vereenvoudigd en bij sneller rijden de
besturing directer.
Doordat rekening wordt gehouden met de
stuurwieluitslag en de snelheid is een op de
rijsituatie aangepast sportief stuurgedrag moj
gelijk.
Servotronic
Principe De servotronic is een snelheidsafhankelijke
stuurbekrachtiging.
Bij lage snelheden wordt de stuurkracht meer
ondersteund dan bij hogere snelheden. Daarj
door wordt bijvoorbeeld het inparkeren verj eenvoudigd en bij sneller rijden de besturingdirecter.Seite 152BedieningRijstabiliteitsregelsystemen152
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 153 of 293

Tevens wordt de stuurkracht aangepast aan de
desbetreffende rijmodus, zodat een sportief-
directe of comfortabele stuurgedrag wordt overgebracht.
Rijbelevingsschakelaar
Principe
Met de rijbelevingsschakelaar kunnen bej
paalde eigenschappen van de auto worden aangepast. Daarvoor staan verschillende projgramma's ter beschikking. Via de toets van derijbelevingsschakelaar en via de DSC OFF
toets kan steeds een programma worden gej activeerd.
Overzicht
Toetsindeauto
Bedieningvandeprogramma's
ToetsProgrammaDSC OFF
TRACTIONSPORT+
SPORT
COMFORT
ECO PROAutomatischwisselenvanprogramma In de volgende situaties wordt zo nodig autoj
matisch naar COMFORT gewisseld:'yBij uitval van de dynamische schokdemj
percontrole.'yBij uitval van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.'yBij bandenpech.'yBij inschakelen van de handmatige snelj
heidsbegrenzer, zie pagina 146.'yBij activering van de snelheidsregeling in
de modus TRACTION of DSC OFF.
DSCOFF
Met DSC OFF, zie pagina 151, wordt de rijstj
abiliteit bij het accelereren en bij het rijden in een bocht niet beperkt.
TRACTION Met TRACTION wordt maximale tractie gelej
verd op een losse ondergrond. Dynamische
tractiecontrole DTC, zie pagina 151, is ingej
schakeld. De koersstabiliteit is bij het accelerej
ren en bij het rijden in bochten beperkt.
SPORT+
Principe
Sportief rijden met geoptimaliseerde onderj stelafstelling en aangepaste aandrijving bij bejperkte koersstabilisering.
Algemeen
Dynamische tractiecontrole is ingeschakeld.
De bestuurder neemt een deel van de stabilij
satietaak over.
SPORT+activeren Druk zo vaak op de knop tot in de toejrenteller SPORT+ en in het instruj
mentenpaneel het controlelampje voor DSC
OFF gaat branden.
Seite 153RijstabiliteitsregelsystemenBediening153
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 154 of 293

AutomatischwisselenvanprogrammaBij activering van de snelheidsregeling wordt
automatisch naar de modus SPORT gewisj seld.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Op het instrumentenpaneel wordt SPORT+
weergegeven.
Controlelampje DSC OFF brandt: dyj
namische tractiecontrole DTC is geacj tiveerd.
SPORT
Principe Afhankelijk van de uitvoering, consequent
sportieve afstemming tussen het onderstel, de
besturing en de aandrijving voor een grotere
wendbaarheid tijdens het rijden met maximale
koersstabiliteit.
Het programma kan individueel worden geconj
figureerd. De configuratie wordt opgeslagen
voor het momenteel gebruikte bestuurderj
sprofiel.
SPORTactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het inj
strumentenpaneel SPORT wordt
weergegeven.
SPORTconfigureren Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Rijmodus"4."SPORT configureren"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mojmenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
COMFORT
Principe Voor een evenwichtige afstemming bij maxij
male koersstabiliteit.
COMFORTactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het inj
strumentenpaneel COMFORT wordt
weergegeven.
In bepaalde situaties wordt automatisch naar
het programma COMFORT gewisseld, Autoj matisch wisselen van programma, zie pajgina 153.
ECOPRO
Principe
ECO PRO biedt een consequent verbruiksverj
minderende afstemming voor maximale actiej
radius bij maximale koersstabilisering.
Comfortfuncties en de motorregeling worden
aangepast.
Het programma kan individueel worden geconj
figureerd.
ECOPROactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het injstrumentenpaneel ECO PRO wordt
weergegeven.
ECOPROconfigureren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Rijmodus"4."ECO PRO configureren"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Seite 154BedieningRijstabiliteitsregelsystemen154
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 155 of 293

Rijprogrammaconfigureren
Bij Rijmodus configureren kunnen instellingen
voor de volgende rijprogramma's gewijzigd worden:'ySPORT, zie pagina 154.'yECO PRO, zie pagina 212.
Weergaven
Selectievanhetprogramma Bij het drukken van de toets
wordt een lijst met de te selecj
teren programma's weergegej
ven. Afhankelijk van de uitrusj
ting kan de lijst in het
instrumentenpaneel afwijken van de afbeelj
ding.
Geselecteerdprogramma Het geselecteerde programma
wordt in het instrumentenpaneel
weergegeven.
Wegrijassistent
Principe
Het systeem ondersteunt bij het hellingopj
waarts wegrijden. Gebruik van de parkeerrem is hiervoor niet vereist.
Wegrijdenmetwegrij-assistent
1.Auto met rempedaal op zijn plaats houden.2.Rempedaal loslaten en vlot wegrijden.
Na het loslaten van het rempedaal wordt deauto gedurende circa 2 seconden op zijnplaats gehouden.
Naargelang de belading of bij rijden met aanj
hangwagen kan de auto soms een klein stukje
achteruitrollen.
Seite 155RijstabiliteitsregelsystemenBediening155
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 156 of 293

RijcomfortUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Actievesnelheidsregeling
metStop&Go-functieACC
Principe
Met dit systeem kan via de toetsen op het
stuurwiel een gewenste snelheid en een afj
stand tot een voorligger worden ingesteld.
Bij vrije weg wordt de gewenste snelheid door
het systeem aangehouden, daartoe accelej reert of remt de auto automatisch.
Bij een voorligger past het systeem de eigen
snelheid zo aan, dat de ingestelde afstand tot de voorligger aangehouden wordt. De aanpasj
sing van de snelheid vindt plaats binnen de
mogelijke grenzen.
De afstand kan in meerdere stappen ingesteld
worden en is om veiligheidsredenen afhankej
lijk van de actuele snelheid.
Als het voorliggende voertuig tot stilstand afj
remt en na korte tijd weer wegrijdt, kan het
systeem dit binnen het gegeven kader volgen.
Algemeen
Naargelang de voertuiginstelling kunnen de
kenmerken van de snelheidsregeling op bej paalde punten veranderen.Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Wegens systeembeperjkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 157 of 293

'ySnel naar stilstaande voertuigen toe rijden.
Er bestaat kans op letsel of levensgevaar. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 158 of 293

AutomatischonderbrekenDe werking van het systeem wordt in de volj
gende situaties automatisch onderbroken:'yAls door de bestuurder geremd wordt.'yWanneer uit de keuzehendelstand D naar een andere stand geschakeld wordt.'yAls de dynamische tractiecontrole DTC
wordt geactiveerd of de dynamische stabij
liteitscontrole DSC wordt gedeactiveerd.'yAls de Dynamische Stabiliteitscontrole
DSC regelt.'yAls met de rijbelevingsschakelaar SPORT+ wordt geactiveerd.'yAls bij stilstaande auto de veiligheidsgordelen het bestuurdersportier worden gej
opend.'yAls het systeem reeds lang geen objecten
herkent, bijvoorbeeld op weinig bereden
routes zonder randbegrenzing.'yWanneer het detectiegebied van de radar
verstoord is, bijvoorbeeld door vuil of hej vige neerslag.'yNa een stilstand van ca. 3 seconden, wanj
neer de auto door het systeem tot stilstand
is afgeremd.
Snelheidinstellen
Snelheidhandhaven,opslaan
Tuimelschakelaar bij onderbroken werkin eenj
maal indrukken.
Bij ingeschakeld systeem wordt de actuele
snelheid gehandhaafd en als gewenste rijsnelj heid opgeslagen.
De opgeslagen snelheid wordt in de snelheidsj meter en kort in het instrumentenpaneel weerj
gegeven, zie pagina 159.
De dynamische stabiliteitscontrole DSC wordt
evt. ingeschakeld.
Snelheidwijzigen
Zo vaak op de tuimelschakelaar naar boven ofonder drukken, tot de gewenste rijsnelheid is
ingesteld.
In actieve toestand wordt de weergegeven snelheid opgeslagen en bereikt voor zover deverkeerssituatie dit toelaat.
'yDrukken van de tuimelschakelaar tot hetdrukpunt verhoogt of verlaagt de gewensterijsnelheid telkens met circa 1 km/h.'yDrukken op de tuimelschakelaar door het
drukpunt heen verandert de gewenste
snelheid telkens tot het volgende tiental
van de km/h-weergave op de snelheidsmej
ter.
Tuimelschakelaar in de betreffende stand houj den om de betreffende actie te herhalen.
Afstandinstellen
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw eigen
verantwoording. In verband met systeembej perkingen kan pas laat afgeremd worden. Er
Seite 158BedieningRijcomfort158
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page 159 of 293

bestaat kans op een ongeval of schade. Verj
keerssituatie altijd goed in de gaten houden. De afstand aan de verkeers- en weersomstanj
digheden aanpassen en de voorgeschreven veiligheidsafstand eventueel door remmen
aanhouden.'

Page 160 of 293

Als er geen snelheid wordt weergegeven, is er
op dit moment eventueel niet voldaan aan de
voorwaarden die voor de werking vereist zijn.
Voertuigafstand De gekozen afstand tot het voorliggende voerj
tuig wordt weergegeven.AfstandsindicatieAfstand 1Afstand 2Afstand 3
Is na inschakelen van het systeem
automatisch ingesteld. Komt overj
een met ca. de helft van de waarde van de km/h-weergave in meters.Afstand 4Systeem onderbroken of afstandsj
regeling gedeactiveerd omdat het
gaspedaal werd bediend zonder
identificatie voertuig.Afstandsregeling gedeactiveerd,
omdat het gaspedaal werd bediend
met identificatie voertuig.
Herkendvoertuig
Symbool brandt oranje:
Voorligger gedetecteerd.
Roulerende balken: waargenomen voertuig is
weggereden.
ACC accelereert niet. Om te accelereren, ACC
activeren door kort gas te geven of door de RES-toets of de tuimelschakelaar in te drukj
ken.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Symbool knippert oranje:
Aan de voorwaarden voor het gebruik van het systeem wordt niet meer volj
daan.
Het systeem is gedeactiveerd, maar remt tot de actieve overname door het indrukken van
de rem of het gaspedaal.
Symbool knippert rood en er klinkt een
signaal:
Remmen en evt. uitwijken.
Grenzenvanhetsysteem
Detectiegebied
Het detectievermogen van het systeem en het
automatische remvermogen zijn beperkt.
Tweewielers voor de auto worden bijvoorbeeld
mogelijk niet waargenomen.
Vertraging
Het systeem vertraagt niet bij een stilstaand
obstakel op dezelfde rijstrook, bijv. bij een voertuig voor een rood verkeerslicht of aan heteinde van een file.
Het systeem reageert eveneens niet in de volj gende situaties:
'yBij voetgangers of dergelijke langzame verj
keersdeelnemers.'yBij rode verkeerslichten.'yBij stilstaande objecten.Seite 160BedieningRijcomfort160
Online Edition for Part no. 01402984142 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 300 next >