BMW 3 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 111 of 289

BeschermendewerkingDe airbags worden niet bij elke botsing ingejschakeld, bijv. niet bij minder ernstige aanrijj
dingen of aanrijdingen van achteren.
Aanwijzingenvooreenoptimale
beschermendewerkingvandeairbags
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde zitpositie of als het acj
tiveringsgebied van de airbag wordt belemj merd, kan het airbagsysteem niet zoals bej
doeld beschermen en kan het activeren extra
letsel veroorzaken. Er bestaat kans op letsel of
levensgevaar. De aanwijzingen voor een optij
male beschermende werking van het airbagj
systeem in acht nemen.'

Page 112 of 289

CorrectewerkingBij het inschakelen van het contact
gaat het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel kort branden; op
die wijze wordt weergegeven dat het volledige
airbagsysteem en de gordelspanners bedrijfsj
klaar zijn.
Storinginairbagsysteem'yWaarschuwingslampje gaat niet branden bij het inschakelen van de ontsteking.'yWaarschuwingslampje brandt permanent.
Sleutelschakelaarvoor
passagiersairbag
Algemeen
Front- en zij-airbag voor de passagier kunnen
met de ge

Page 113 of 289

Na het inschakelen van het contact gaat het
lampje kort branden, daarna geeft het aan of
de airbags geactiveerd of gedeactiveerd zijn.'yBij gedeactiveerde passaj
giersairbags brandt het conj
trolelampje voortdurend.'yBij geactiveerde passagiersj
airbags brandt het controlej
lampje niet.
Bandenspanningscontrole
RDC
Principe
Het systeem bewaakt de bandenspanning in de vier gemonteerde banden. Het systeem waarschuwt wanneer in een of meer bandende bandenspanning duidelijk lager is geworj
den. Daarvoor meten sensoren in de ventielen
van de banden de spanning en temperatuur
van de banden.
Algemeen
Voor de bediening van het systeem ook de
verdere gegevens en aanwijzingen onder Banj denspanning, zie pagina 216, in acht nemen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het systeem moet bij juiste bandenspanj ning een reset worden uitgevoerd, anders is een betrouwbare melding van een spanningsjverlies niet gewaarborgd.
Na een aanpassing van de bandenspanning op een nieuwe waarde en na vervanging van eenband of wiel een reset van het systeem uitvoej
ren.
Altijd wielen met RDC-elektronica gebruiken,
zodat een storingsvrije werking van het sysj
teem is gewaarborgd.
Statusweergave
De status van het systeem kan op het Control Display worden weergegeven, bijv. of het sysj
teem actief is.
Via iDrive:1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Bandenspanningscontrole"
De actuele status wordt weergegeven.
Toestandvandeband
Algemeen
Op het Control Display wordt de status van de banden en het systeem weergegeven door de
kleur van de wielen en een tekst.
Allewielengroen Systeem is actief en gebruikt voor de waarjschuwing de laatste bandenspanning die is opj
geslagen bij de reset.
Eentotvierwielengeel
Er is sprake van een lekke band of een aanj
zienlijk spanningsverlies in de aangegeven
banden.
Wielengrijs
Spanningsverliezen kunnen evt. niet worden herkend.
Mogelijke oorzaken:
'yStoring.'yReset van het systeem werd uitgevoerd.
Extrainformatie
In de statusweergave worden bovendien de
actuele bandenspanning en modelspecifieke
bandentemperatuur weergegeven. De gej
toonde waarden zijn de huidige meetwaarden
en kunnen veranderen door het rijden of door
weersomstandigheden.
Seite 113VeiligheidBediening113
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page 114 of 289

Resetuitvoeren
Algemeen
In de volgende situaties moet er een reset worj
den uitgevoerd:'yNa een aanpassing van de bandenspanj ning.'yNa het verwisselen van een band of wiel.
Reset
Via iDrive:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Reset uitvoeren"4.Motor starten en niet wegrijden.5.Bandenspanning resetten: "Resetuitvoeren".6.Wegrijden.
De wielen worden in het grijs weergegeven ende status wordt getoond.
Na een korte tijd rijden met een snelheid boven
30 km/h worden de ingestelde bandenspanj
ningen overgenomen als voorgeschreven
waarden. De reset wordt tijdens het rijden auj
tomatisch afgesloten.
Na een succesvol afgesloten reset worden de
wielen op het Control Display groen weergej geven en "Bandenspanningscontrole (RDC)geactiveerd." wordt getoond.
De rit kan op ieder gewenst moment worden
onderbroken. Het resetten wordt voortgezet
als u verder rijdt.
Meldingen
Algemeen
Bij melding van een lage bandenspanning wordt eventueel de dynamische stabiliteitsj controle DSC ingeschakeld.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een beschadigde normale band met een
geringe bandenspanning of spanningsverlies
heeft een negatieve invloed op de rijeigenj
schappen, bijvoorbeeld het stuur- en remgej drag. Banden met noodloopeigenschappen
kunnen nog een bepaalde stabiliteit instandj
houden. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Niet doorrijden als de auto is voorzien van norj
male banden. De aanwijzingen m.b.t. de banj
den met noodloopeigenschappen en verder rijj
den met deze banden in acht nemen.'

Page 115 of 289

Bijtelagebandenspanning
Melding Een geel waarschuwingslampje in hetinstrumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met een
Check-Control-melding op het Control Disj
play.Symj
boolMogelijke oorzakenEr is een bandenspanningsverlies geconstateerd.Voor het systeem werd geen reset
uitgevoerd. Het systeem gebruikt
voor de waarschuwing de laatste
bandenspanningen die zijn opgej
slagen bij de reset.
Maatregel
1.De snelheid verlagen en voorzichtig doorj rijden. Snelheid van 130 km/h niet meeroverschrijden.2.Bij de eerstvolgende gelegenheid, bijvoorj
beeld een tankstation, de bandenspanning in alle vier de banden controleren en zo nojdig corrigeren.3.Een reset van het systeem uitvoeren.
Bijsterkverliesvanbandenspanning
Melding Een geel waarschuwingslampje in het
instrumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met de bej
treffende band in een Check-Control-melding
op het Control Display.
Symj
boolMogelijke oorzakenEr is een lekke band of een band
met een aanzienlijk spanningsverj
lies aanwezig.Voor het systeem werd geen reset
uitgevoerd. Het systeem gebruikt
voor de waarschuwing de laatste
bandenspanningen die zijn opgej
slagen bij de reset
Maatregel
1.Snelheid verminderen en voorzichtig stopj pen. Heftige rem- en stuurbewegingenvermijden.2.Controleer of de auto met normale banden
of banden met noodloopeigenschappen is
uitgerust.
Banden met noodloopeigenschappen, zie
pagina 219, zijn op de zijwand gekenmerkt
met een rond symbool met de letters RSC.
Juistehandelwijzebijbandenpech
Normalebanden
1.Beschadigde band identificeren.
Daartoe de luchtdruk in alle vier banden controleren, bijvoorbeeld met de bandenj
spanningsmeter van een bandenreparatiej set.
Is de bandenspanning in alle vier de banj
den in orde, dan is voor de bandenspanj
ningscontrole waarschijnlijk geen reset uitj
gevoerd. In dat geval reset uitvoeren.
Als identificatie van de beschadiging van een band niet mogelijk is, contact opnej
men met een Service Partner van de fabrij
kant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist.2.Bandenpech verhelpen, bijvoorbeeld met een bandenreparatieset of door het wiel te
verwisselen.Seite 115VeiligheidBediening115
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page 116 of 289

Door het gebruik van een afdichtmiddel, bijjvoorbeeld bandenreparatieset, kan de RDC-
wielelektronica worden beschadigd. In dit gej
val de elektronica bij volgende gelegenheid
laten vervangen.
Bandenmetnoodloopeigenschappen
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden met noodloopeij
genschappen zonder of met een geringe banj
denspanning of spanningsverlies veranderen de rij-eigenschappen, bijvoorbeeld verminj
derde koersstabiliteit bij het remmen, langere remweg en een ander stuurgedrag. Er bestaat
gevaar voor ongevallen.
Gematigd rijden en een snelheid van 80 km/h
niet overschrijden.'

Page 117 of 289

De bandenspanning hangt af van de temperaj
tuur van de band. Door een verhoging van de
bandentemperatuur, bijvoorbeeld tijdens het rijden of door zonnestraling, neemt ook debandenspanning toe. De bandenspanning
neemt af wanneer de bandentemperatuur
daalt. Hierdoor kan bij sterk dalende temperaj
turen een waarschuwing gegeven worden vanj wege overschrijding van de waarschuwingslij
mieten.
Ernstige, plotselinge beschadigingen van een
band van buitenaf kunnen door het systeem
niet vooraf worden aangekondigd.
Storing Gele waarschuwingslampje knippert en
brandt vervolgens continu. Er wordt
een Check-Control-melding weergej
geven. Er kan geen bandenpech of verlies van
bandenspanning herkend worden.
Voorbeelden en aanbevelingen voor de voljgende situaties:'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: Evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: systeem door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalifij ceerde Service Partner of specialist latencontroleren.'yRDC kon de reset niet afsluiten. Reset vanhet systeem opnieuw uitvoeren.'yStoring door installaties of apparaten metdezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.Bandenpechwaarschuwing
RPA
Principe
Het systeem herkent de bandenspanning aan
de hand van een toerentalvergelijking tussen
de afzonderlijke wielen tijdens het rijden.
Bij verlies aan bandenspanning verandert de
diameter en daardoor de draaisnelheid van het betreffende wiel. Het verschil wordt herkenden als bandenpech gemeld.
Het systeem meet niet de daadwerkelijke banj denspanning in de banden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het systeem moet aan de volgende voorj
waarden zijn voldaan, anders kan er geen bej trouwbare melding van een spanningsverlies
worden gegarandeerd:'yNa het verwisselen van een band of wiel is
er bij correcte bandenspanning een initialij
satie uitgevoerd.'yNa een aanpassing van de bandenspanj ning op een nieuwe waarde is een initialij
satie uitgevoerd.
Statusweergave
De huidige status van de RPA bandenpechj
waarschuwing kan worden weergegeven bijj voorbeeld of de RPA actief is.
Via iDrive:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Indicatie lekke band (RPA)"
De status wordt weergegeven.
Initialisatienoodzakelijk
In de volgende situaties moet er een initialisaj
tie worden uitgevoerd:
'yNa een aanpassing van de bandenspanj ning.Seite 117VeiligheidBediening117
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page 118 of 289

'yNa het verwisselen van een band of wiel.
Initialisatieuitvoeren
Met de initialisatie worden de ingestelde banj
denspanningen als referentie voor de herkenj ning van een lekke band overgenomen. De inij
tialisatie wordt gestart door bevestiging van de spanning van de banden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen het sysj
teem niet initialiseren.
Via iDrive:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Reset uitvoeren"4.Motor starten en niet wegrijden.5.Met "Reset uitvoeren" het initialiseren starten.6.Wegrijden.
Het afsluiten van de initialisatie gebeurt tijdenshet rijden, de rit kan te allen tijde worden onj derbroken.
Tijdens een volgende rit wordt de initialisatie
automatisch voortgezet.
Meldingen
Algemeen
Bij melding van bandenpech wordt eventueel de dynamische stabiliteitscontrole DSC ingej schakeld.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Een beschadigde normale band met een
geringe bandenspanning of spanningsverlies heeft een negatieve invloed op de rijeigenjschappen, bijvoorbeeld het stuur- en remgejdrag. Banden met noodloopeigenschappenkunnen nog een bepaalde stabiliteit instandjhouden. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Niet doorrijden als de auto is voorzien van norj
male banden. De aanwijzingen m.b.t. de banj
den met noodloopeigenschappen en verder rijj den met deze banden in acht nemen.'

Page 119 of 289

Juistehandelwijzebijbandenpech
Normalebanden1.Beschadigde band identificeren.
Daartoe de luchtdruk in alle vier banden controleren, bijv. met de bandenspanj
ningsmeter van een bandenreparatieset.
Is de bandenspanning in alle vier de banj
den in orde, dan is de bandenpechwaarj
schuwing waarschijnlijk niet ge

Page 120 of 289

Definitiefeindevandeband
Trillingen of harde geluiden tijdens het rijden
kunnen het definitieve einde van de band aanj
kondigen.
Snelheid verminderen en stoppen. Er kunnen
stukjes band loskomen, wat tot een ongeval
zou kunnen leiden.
Niet verder rijden, maar contact opnemen met
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
IntelligentSafety
Principe Intelligent Safety maakt de centrale bediening
van de hulpsystemen mogelijk.
Afhankelijk van de uitrusting bestaat Intelligent
Safety uit een of meer systemen, die kunnen helpen om een dreigende botsing te voorkojmen. Deze systemen zijn automatisch actief naiedere start van de motor via de start/stop-
knop:'yBotsingswaarschuwing, zie pagina 121, .'yPersoonswaarschuwing, zie pagina 126.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan
u niet van uw eigen verantwoording. In verband met systeembeperkingen kunnen waarschujwingen of reacties door het systeem niet, te
laat of onjuist worden afgegeven. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verj
keerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie obj serveren en in de betreffende situaties actiefingrijpen.'

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 290 next >