BMW 3 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 221 of 289

Compressor1Aan/uit-schakelaar2Bevestiging voor afdichtmiddelhouder3Bandenspanning verlagen4Weergave van bandenspanning5Compressor6Stekker/bedrading voor contactdoos7Verbindingsslang n opgeborgen in decompressorbodem
Afdichtmiddelindebandbrengen
1.Afdichtmiddelverpakking schudden.2.Verbindingsslang volledig uit de compresj
sorbehuizing nemen. Slang niet buigen.3.Verbindingsslang hoorbaar vastklikken op de aansluiting van de afdichtmiddelhouder.4.Afdichtmiddelhouder in verticale standhoorbaar vastklikken in de bevestiging vande behuizing van de compressor.5.Verbindingsslang op het bandventiel van
het defecte wiel schroeven.Seite 221WielenenbandenMobiliteit221
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page 222 of 289

6.Bij een uitgeschakelde compressor de
stekker in een contactdoos in de auto aanj
brengen.7.Bij ingeschakeld contact of draaiende moj tor de compressor inschakelen.
GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binnendringen, die schadelijk voor de gej
zondheid zijn. De uitlaatgassen bevatten kleur- en reukloze schadelijke stoffen. In gesloten
ruimten kunnen de uitlaatgassen zich ook buij
ten de auto ophopen. Er bestaat levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor voldoende
ventilatie zorgen.'

Page 223 of 289

Bandenspanningcorrigeren1.Op een geschikte plaats stoppen.2.Verbindingsslang op ventiel van de band
schroeven.3.Verbindingsslang direct op compressor aanbrengen.4.Stekker in de contactdoos in het interieurvan de auto aanbrengen.5.Bandenspanning corrigeren tot 2,5 bar.'ySpanning verhogen: bij ingeschakeldcontact of draaiende motor de comj
pressor inschakelen.'ySpanning verlagen: toets op de comj pressor indrukken.Doorrijden
Toegestane maximumsnelheid van 80 km/h
niet overschrijden.
Bandenpechwaarschuwing opnieuw initialisej
ren.
Bandenspanningscontrole opnieuw initialisej ren.
De defecte band en de afdichtmiddelhouder
van het Mobility System zo snel mogelijk laten vervangen.
Sneeuwkettingen
Sneeuwkettingenmetfijneschakels De fabrikant van uw auto adviseert het gebruik
van sneeuwkettingen met fijne schakels. Bej
paalde sneeuwkettingen met fijne schakels zijn
door de fabrikant van de auto getest en als verj keersveilig en geschikt aangemerkt.
Informatie over geschikte sneeuwkettingen is
bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist verkrijgbaar.
Gebruik WAARSCHUWINGDoor de montage van sneeuwkettingen
op banden die niet daarvoor geschikt zijn kunj nen de sneeuwkettingen met delen van deauto in contact komen. Er bestaat kans op eenongeval of schade. De sneeuwkettingen alleenop banden monteren, die door de fabrikant zijningedeeld als geschikt voor het gebruik vansneeuwkettingen.'

Page 224 of 289

Aanwijzingen van de sneeuwkettingfabrikant inacht nemen.
Controleer of de sneeuwkettingen altijd volj
doende aangespannen zijn. Zo nodig de sneej uwkettingen naspannen overeenkomstig de
opgaven van de fabrikant.
Met sneeuwkettingen de bandenpechwaarj schuwing niet initialiseren, omdat dit tot onj
juiste weergaven kan leiden.
Met sneeuwkettingen de bandenspanningsj
controle niet initialiseren, omdat dit tot onjuiste
weergaven kan leiden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen eventueel
de dynamische tractiecontrole voor korte tijd
activeren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Met sneeuwkettingen niet harder rijden dan
50 km/h.
Wielenvervangen
Algemeen
Bij banden met noodloopeigenschappen of
gebruik van bandenafdichtmiddel is het niet
noodzakelijk om de band direct te wisselen bij
spanningsverlies in geval van pech.
Zo nodig vindt u het juiste gereedschap voor
het verwisselen van wielen als toebehoren bij een Service Partner van de fabrikant of een anjdere gekwalificeerde Service Partner of specijalist.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
De krik van de autofabrikant is alleen bej
doeld voor het verwisselen van een wiel in gej
val van pech. Voor veelvuldig gebruik is de krik
niet geschikt, bijvoorbeeld wisselen van zoj
mer- naar winterbanden. Bij veelvuldig gebruik
kan de krik klem raken of beschadigd worden.
Er bestaat kans op letsel of schade. De krik aljleen gebruiken om een nood- of reservewiel te
wisselen in geval van pech.'

Page 225 of 289

een andere gekwalificeerde Service Partner ofspecialist laten afnemen.'

Page 226 of 289

'yGeen houtblokken e.d. onder de autokrik
leggen, anders kan de krik haar draagverj
mogen niet bereiken wegens de beperkte hoogte.'yDe auto bovendien tegen wegrollen beveij
ligen.'yDe wielbouten een halve omwenteling losj draaien.
Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de gejmarkeerde posities.
Voertuigoptillen WAARSCHUWING
De handen of vingers kunnen bij het gej
bruik van de krik ingeklemd raken. Er bestaat
kans op letsel. Bij het gebruik van de krik de
beschreven positie van de handen aanhouden
en deze positie niet veranderen.'

Page 227 of 289

5.Erop letten dat de krikvoet loodrecht omhj
oog wordt gebracht.6.Erop letten dat de krikvoet na het naar buij
ten komen onder een rechte hoek en loodj
recht onder het kriksteunpunt staat.7.De krik zo ver omhoogbrengen dat deze
met het gehele vlak op de grond staat en het betreffende wiel maximaal 3 cm van debodem loskomt.
Wielmonteren
Maximaal

Page 228 of 289

MotorruimteUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Belangrijkezakenindemotorruimte
1Starthulp, accuminpool2Voertuigidentificatienummer3Vulnippel voor sproeiervloeistof4Starthulp, accupluspool5Zekeringkast motorruimte6Olievulpijp7Koelvloeistofreservoir
Afhankelijk van de motorisering bevindt
zich het koelmiddelreservoir aan de rechter of linker kant in de motorruimte.Seite 228MobiliteitMotorruimte228
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page 229 of 289

MotorkapVeiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Door ondeskundig uitgevoerde werkj
zaamheden in de motorruimte kunnen onderj delen worden beschadigd en tot een veiligjheidsrisico leiden. Er bestaat kans op een
ongeval of schade. Werkzaamheden in de moj
torruimte door een Service Partner van de faj brikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten controleren.'

Page 230 of 289

MotorolieUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Het motorolieverbruik is afhankelijk van derijstijl en van de gebruiksomstandigheden.
Het motorolieverbruik kan hoger zijn, bijvoorjbeeld in de volgende situaties:'yBij een sportieve rijstijl.'yBij het inrijden van de motor.'yBij het stationair draaien van de motor.'yBij het gebruik van motoroliesoorten die alsongeschikt zijn aangemerkt.
Daarom regelmatig, na elke tankbeurt, het mojtoroliepeil controleren.
De auto beschikt afhankelijk van de motor over
een elektronische oliemeting of een oliemeting
met een peilstok.
De elektronische oliepeilcontrole beschikt over twee meetprincipes:
'yStatusweergave.'yUitvoerige meting.Elektronische
oliepeilcontrole
Statusweergave
Principe
Het motoroliepeil wordt tijdens het rijden elekj
tronisch bewaakt en in het Control Display
weergegeven.
Als het motoroliepeil het minimum bereikt, verj
schijnt er een Check-Control-melding.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Een actuele meetwaarde staat ter beschikking
na circa 30 minuten rijden. Bij een korte rit wordt de status van de laatste, voldoende
lange rit weergegeven.
Wanneer vaak korte ritten worden afgelegd, rej
gelmatig een uitvoerige meting uitvoeren.
Peilmotorolietonen Via iDrive:1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Motoroliepeil"
Het motoroliepeil wordt weergegeven.
Meldingenmotorolie-indicator Principe
Afhankelijk van het motoroliepeil worden verj schillende meldingen op het display weergej
geven. Deze meldingen in acht nemen.
Bij een te laag motoroliepeil, binnen de volj
gende 200 km motorolie bijvullen.
Erop letten dat er niet te veel motorolie gevuld wordt.
Seite 230MobiliteitMotorolie230
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 290 next >