BMW 3 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 61 of 317

Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
De naam van het met dit symbool gej
markeerde bestuurdersprofiel kan worden
gewijzigd.
4."Naam bestuurdersprofiel wijzigen"5.Profielnaam invoeren.6. Symbool selecteren.
Bestuurdersprofielterugzetten
De instellingen van het momenteel gebruikte
bestuurdersprofiel worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden teruggezet.
4."Bestuurdersprofiel terugzetten"5."OK"
Bestuurdersprofielexporteren
De meeste instellingen van het momenteel gej bruikte bestuurdersprofiel kunnen worden gejexporteerd.
Het exporteren is handig bij het opslaan en herstellen van persoonlijke instellingen, bijj voorbeeld voor onderhoud in de werkplaats.De opgeslagen bestuurdersprofielen kunnenworden meegenomen naar een andere auto.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden ge

Page 62 of 317

Grenzenvanhetsysteem
Een eenduidige toewijzing van de afstandsbej
diening en bestuurder is bijvoorbeeld in de onj
derstaande gevallen niet altijd mogelijk.'yDe passagier ontgrendelt de auto met zijn
afstandsbediening, maar er rijdt iemand
anders.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto via de comforttoegang en heeft tevens meerdereafstandsbedieningen bij zich.'yBij wisselen van bestuurder zonder dat de
auto ont- en vergrendelt wordt.'yAls er zich meerdere afstandsbedieningen
aan in buitenzone van de auto bevinden.
Instellingen
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering zijn verschillende instellingen voor het openen en sluiten mogelijk.
De instellingen worden opgeslagen voor het
momenteel gebruikte bestuurdersprofiel, zie pagina 59.
Ontgrendelen
Portieren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Bestuurdersportier" of "Alle
portieren"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de
klep van de tankdop worden ontgrenj deld. Bij het opnieuw indrukken wordt
de gehele auto ontgrendeld.'y"Alle portieren"Gehele auto wordt ontgrendeld.
Kofferdeksel
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
wordt deze instelling mogelijk niet aangeboj
den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Achterklep" of "Achterklep
en portier(en)"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Achterklep"
Het kofferdeksel wordt geopend.'y"Achterklep en portier(en)"
Het kofferdeksel wordt geopend en de
portieren worden ontgrendeld.
Laatstestoel-enspiegelpositie
instellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Voor met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan de instelling worden uitgevoerd.
4."Laatst opgeslagen stoelpositie"
Bij het ontgrendelen van de auto worden de
laatst ingestelde standen van bestuurdersstoel
en buitenspiegels ingesteld.
De laatste positie is onafgankelijk van de via
het stoelgeheugen opgeslagen posities.
Bevestigingssignalenvandeauto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"Seite 62BedieningOpenenensluiten62
Online Edition for Part no. 01402984086 - X/17

Page 63 of 317

3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatischvergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:'y"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto autoj
matisch vergrendeld als na het ontj
grendelen geen portier wordt geopend.'y"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch vergrendeld.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrenj
delde auto op de volgende veranderingen:
'yOnbevoegd openen van een portier, de motorkap of het kofferdeksel.'yBewegingen in het interieur.'yVeranderen van de hellingshoek van de
auto, bijvoorbeeld bij een poging van diefj stal van de wielen of bij het wegslepen.'yOnderbreking van de accuspanning.
Deze veranderingen signaleert de alarminstaljlatie optisch en akoestisch:
'yAkoestisch alarm.
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen
wordt het akoestische alarm eventueel onj derdrukt.'yInschakelen van de waarschuwingsknipjperlichtinstallatie.In-/uitschakelen
Tegelijkertijd wordt met het ontgrendelen en vergrendelen van de auto via de afstandsbejdiening of via het comforttoegangssysteem de
alarminstallatie uit- en ingeschakeld.
Portierenopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
een portier, als deze met de ge

Page 64 of 317

Wordt de nog geopende toegang gesloten,dan worden de interieurbeveiliging en heljlingshoeksensor ingeschakeld.'yControlelampje dooft na het ontgrendelen:
Aan de auto zijn geen ongeoorloofde hanj
delingen uitgevoerd.'yControlelampje blijft na het ontgrendelen
knipperen tot het contact wordt ingeschaj
keld, maximaal echter circa 5 minuten:
Alarm is geactiveerd.
Hellingshoeksensor
De hellingshoek van de auto wordt bewaakt.
De alarminstallatie reageert bijv. bij een poging van diefstal van de wielen of bij het wegslepen.
InterieurbeveiligingVoor een optimale werking moeten ruiten englazen dak gesloten zijn.
Ongewildalarmvermijden
Algemeen
De hellingshoeksensor en de interieurbeveilij ging kunnen een alarm activeren, hoewel geenonbevoegde handelingen zijn uitgevoerd.
Mogelijke situaties voor een ongewild alarm:
'yIn wasinstallatie of wasstraten.'yIn stapelgarages.'yBij het transport op autotreinen, op zee of op een aanhangwagen.'yBij dieren in de auto.'yAan het tankstation: als de auto na het bejgin van het tanken wordt vergrendeld.
Voor dergelijke situaties kunnen de hellingsjhoeksensor en interieurbeveiliging worden uitj
geschakeld.
Hellingshoeksensoren
interieurbeveiliginguitschakelen
Toets van de afstandsbediening binnen10 seconden opnieuw indrukken, zodra
de auto vergrendeld is.
Controlelampje brandt circa 2 seconden en gaat daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergrenj
deld uitgeschakeld.
Alarmbe

Page 65 of 317

RuitbedieningVeiligheidsschakelaar
Openen'y Schakelaar tot het drukpunt indrukj
ken.
De ruit wordt geopend, zolang de schakej
laar ingedrukt wordt gehouden.'y Schakelaar door het drukpunt heen
drukken.
De ruit wordt automatisch geopend. Opj
nieuw indrukken van de schakelaar stopt
de beweging.
Comfortopening met de afstandsbediening, zie
pagina 51.
Sluiten
'y Schakelaar tot het drukpunt indrukj
ken.
De ruit wordt gesloten, zolang de schakej
laar ingedrukt wordt gehouden.'y Schakelaar door het drukpunt heen
drukken.
Bij gesloten portier sluit de ruit automaj
tisch. Opnieuw trekken stopt de beweging.
Comfortsluiten met de afstandsbediening, zie pagina 52.
Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie pagina 56.
Nahetuitschakelenvanhetcontact
De ruiten kunnen nog worden bediend:
'yIn standby-modus van de radio gedurende
langere tijd.'yBij uitgeschakeld contact gedurende circa
1 minuut.Inklembeveiliging
Algemeen
Overtreft de sluitkracht bij het sluiten van een
ruit een bepaalde waarde, dan wordt het sluij ten onderbroken.
De ruit wordt een beetje geopend.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Accessoires op de ruiten, bijvoorbeeld
antennes, kunnen de inklembeveiliging nadelig
be

Page 66 of 317

Bij een ongeval met een bepaalde zwaarte
wordt de veiligheidsfunctie automatisch uitgej
schakeld.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
LED licht bij ingeschakelde veiligj
heidsfunctie.
;onneschermen ;onneschermvoorachterruit
Algemeen
Als het zonnescherm van de achterruit nadat deze meermaals kort na elkaar is bediend nietmeer worden bewogen, is het systeem vooreen beperkte tijd geblokkeerd om oververhitj
ting te voorkomen. Systeem laten afkoelen.
Bij een lage interieurtemperatuur kan het zonj
nescherm van de achterruit niet meer worden
bewogen.
;onneschermvoorachterruituit-of
inschuiven
Toets indrukken.
;onneschermenvoorachterste
zijruiten
Zonnescherm met de lus lostrekken en in de
houder vasthaken.
WAARSCHUWINGBij gesloten zonneschermen en geoj
pende ruiten kunnen de zonneschermen tijj dens het rijden zwaar door de rijwind wordenbelast. De zonneschermen kunnen worden bejschadigd en de inzittenden in gevaar brengen.Er bestaat kans op letsel. De ruiten tijdens het
rijden niet openen wanneer de zonneschermen gesloten zijn.'

Page 67 of 317

gedrukt wordt gehouden.
Het zonnescherm kan met
de hand worden gesloten.'ySchakelaar door het drukpunt heen in de gewenste richting drukken.
Glazen dak en zonnescherm worden autoj
matisch geopend.
Het glazen dak wordt automatisch gesloj
ten. Het zonnescherm kan met de hand
worden gesloten.
Naar boven drukken op de schakelaar
stopt de beweging.
Comfortopening met de afstandsbediening, zie
pagina 51.
Comfortsluiten met de afstandsbediening, zie pagina 52.
Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie pagina 55.
Comfortpositie
Bij sommige modellen zijn de windgeluiden in
het interieur het minst als het glazen dak nog
niet volledig geopend is. Bij deze modellen
wordt het glazen dak door de automatische
functie eerst slechts tot deze comfortstand gej
opend.
Door de schakelaar nog eens te bedienen,
wordt het glazen dak volledig geopend.
NahetuitschakelenvanhetcontactHet glazen dak kan bij uitgeschakeld contact
nog circa 1 minuut lang worden bediend.
Inklembeveiliging
Algemeen
Overschrijdt bij het sluiten van het glazen dak
de sluitkracht een bepaalde waarde, dan wordt
het sluiten onderbroken vanaf het midden van de dakopening of bij het sluiten uit opgeheven
positie. Het glazen dak wordt geopend.
Sluitenzonderinklembescherminguit geopendepositie
Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan:1.Schakelaar door het drukpunt heen naar
voren schuiven en houden.
Het glazen dak wordt met beperkte inklemj
beveiliging gesloten. Overtreft bij het sluij ten van een ruit de sluitkracht een bej
paalde waarde, dan wordt het sluiten
onderbroken.2.Schakelaar opnieuw door het drukpunt
heen naar voren schuiven en ingedrukt
houden, tot het glazen dak zonder inklemj
beveiliging gesloten wordt. Let erop dat
het sluitbereik vrij is.
Sluitenzonderinklembescherminguit verhoogdepositie
Bij gevaar van buiten de schakej
laar door het drukpunt heen naar voor schuiven en zo houden.
Het glazen dak wordt zonder inj
klembeveiliging gesloten.
Initialiserennastroomonderbreking
Algemeen
Na een stroomonderbreking tijdens het opej
nen of sluiten is het glazen dak mogelijk
slechts beperkt te bedienen.
Het systeem kan onder volgende voorwaarden ge

Page 68 of 317

Let erop dat het sluitbereik vrij is.
Systeeminitialiseren Schakelaar naar boven drukkenen in die stand houden tot de
initialisatie afgerond is:
De initialisatie start binnen
15 seconden en wordt be

Page 69 of 317

InstellenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Veiligzitten Voorwaarde voor ontspannen rijden zonder
vermoeid te raken is een zitpositie die aan de
behoeften van de inzittenden is aangepast.
Bij een ongeval speelt een correcte stoelposij tie een belangrijke rol. Voor veilig rijden bovenj
dien de volgende hoofdstukken in acht nemen:'yStoelen, zie pagina 69.'yVeiligheidsgordels, zie pagina 73.'yHoofdsteunen, zie pagina 74.'yAirbags, zie pagina 132.
Stoelen
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Door het instellen van de stoel tijdens het
rijden kunnen onverwachte stoelbewegingen
optreden. U kunt de controle over de auto verj liezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Destoel aan bestuurderszijde alleen instellen als
de auto stilstaat.'

Page 70 of 317

Langsrichting
Aan de hendel trekken en de stoel in de gej
wenste richting schuiven.
Na de hendel te hebben losgelaten, de stoel licht voor- of achteruit bewegen zodat deze
juist aangrijpt.
Hoogte
Aan de hendel trekken en de stoel naar bej
hoefte be- of ontlasten.
Rugleuninghoek
Aan de hendel trekken en de rugleuning naar
behoefte be- of ontlasten.
;ittinghoek
Aan de hendel trekken en stoel bewegen tot de gewenste hellingshoek is ingesteld. Na dehendel te hebben losgelaten, de stoel be- en
ontlasten zodat hij juist aangrijpt.
Elektrischverstelbarestoelen
Algemeen
De stoelinstelling voor de bestuurdersstoel
wordt voor het momenteel gebruikte profiel opgeslagen. Bij het ontgrendelen van de auto
via de afstandsbediening wordt de positie auj
tomatisch opgeroepen, als de functie, zie paj
gina 62, hiervoor is geactiveerd.
De actuele zitpositie kan met de Geheugenj
functie, zie pagina 77, opgeslagen worden.
Overzicht
1Geheugenfunctie2Rugleuningbreedte3Lendensteun4Rugleuninghoek5Langsrichting, hoogte, zittinghoekSeite 70BedieningInstellen70
Online Edition for Part no. 01402984086 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 320 next >