BMW 4 SERIES COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 285

De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Hoogteinstellen
Op het Control Display:1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Hoogte"4.Controller draaien tot de gewenste hoogte is bereikt.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Rotatieinstellen
Het beeld van het Head-Up Display kan om zijn eigen as worden gedraaid.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Rotatie"4.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling bereikt is.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Specialevoorruit
De voorruit is een onderdeel van het systeem.
De vorm van de voorruit laat een nauwkeurige
projectie toe.
Een folie in de voorruit voorkomt dat het beeld
dubbel wordt weergegeven.
Daarom wordt dringend geadviseerd, de specij
ale voorruit door een Service Partner van de faj brikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist te laten vervangen.
Seite 101WeergavenBediening101
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 102 of 285

VerlichtingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Overzicht Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
Verlichtingsfuncties
SymboolFunctieMistachterlichtMistlampAutomatische verlichtingsregeling
Adaptieve bochtverlichtingSymboolFunctieLicht uit
DagrijlichtStadslichtDimlichtInstrumentenverlichting
Stads-,dim-enparkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
Wanneer bij uitgeschakeld contact het bej stuurdersportier wordt geopend, wordt de buijtenverlichting bij deze schakelaarstanden aujtomatisch uitgeschakeld.
Stadslicht
Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd inj geschakeld laten, anders wordt de accu ontlaj
den en kan de motor evt. niet meer worden gej start.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht,
zie pagina 103, inschakelen.
Dimlicht
Schakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Seite 102BedieningVerlichting102
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 103 of 285

Parkeerlicht
Principe De stadslichten kunnen aan

Page 104 of 285

Het controlelampje in het instrumentenpaneel
brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem
Het inschatten van de verlichting valt, ondanks de automatische verlichtingsregeling, onder deverantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijv. mist of nevelig weer
niet herkennen. In dergelijke situaties moet de
verlichting handmatig worden ingeschakeld om veiligheidsrisico's te voorkomen.
Dagrijlicht Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worj
den.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Licht"3."Dagrijlicht"
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Adaptievebochtverlichting
Principe
De adaptieve bochtverlichting is een variabele koplampregeling, die een dynamische verlichj
ting van het wegdek mogelijk maakt.
Algemeen
Afhankelijk van de stuuruitslag en van andere
parameters volgt het koplamplicht het verloop van de weg.
Om het tegemoetkomend verkeer niet te verjblinden, draait de adaptieve bochtverlichting bij stilstand niet naar de bestuurderszijde.
Afhankelijk van de uitvoering bestaat de adapj
tieve bochtverlichting uit een of meer systej
men:'yVariabele lichtverdeling, zie pagina 104.'yHoekverlichting, zie pagina 104.
Activeren
Schakelaarstand
bij ingeschakeld contact.
Variabelelichtverdeling De variabele lichtverdeling zorgt, afhankelijkvan de snelheid, voor een nog betere verlichjting van de rijbaan.
De lichtverdeling wordt automatisch aan de snelheid aangepast.
'yStadslicht: het verlichtingsbereik van het
dimlicht wordt uitgebreid aan de zijkanten.
Het stadslicht wordt ingeschakeld wanneer
bij het accelereren niet sneller wordt gerej
den dan 50 km/h of bij het remmen langzaj
mer wordt gereden dan 40 km/h.'yAutosnelweglicht: de reikwijdte van het
dimlicht wordt vergroot. De snelwegverj
lichting wordt ingeschakeld wanneer de
snelheid gedurende 30 seconden boven
110 km/h ligt of zodra de snelheid hoger is
dan 140 km/h. De snelwegverlichting wort
uitgeschakeld langzamer wordt gereden dan 80 km/h.
Hoekverlichting
In nauwe bochten, bijvoorbeeld haarspeldj
bochten, of bij het afslaan wordt tot een bej
paald snelheidsbereik een van beide mistlichj
ten als bochtlicht ingeschakeld. Daardoor
wordt de binnenzijde van de bocht beter verj
licht.
De hoekverlichting wordt afhankelijk van de stuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch ingeschakeld.
Seite 104BedieningVerlichting104
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 105 of 285

Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting
eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag auj tomatisch ingeschakeld.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
De adaptieve bochtverlichting heeft een funcj tiestoring of is uitgevallen. Het systeem door
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist laten controleren.
Grootlichtassistent Principe
De grootlichtassistent herkent vroegtijdig anj dere verkeersdeelnemers en schakelt afhankej
lijk van de verkeerssituatie het grootlicht autoj
matisch in of uit. De functie zorgt ervoor dat
het grootlicht wordt ingeschakeld als de verj
keerssituatie dit vereist. Bij lage snelheden wordt het grootlicht door het systeem niet inj
geschakeld.
Algemeen
Het systeem reageert op de verlichting van het tegemoetkomende en voorliggende verkeer
alsook op voldoende verlichting in bijv. de bej bouwde kom.
De bestuurder kan altijd ingrijpen en het grootj
licht zoals gebruikelijk zelf in- en uitschakelen.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt
het grootlicht bij tegenliggers niet uitgeschaj keld, maar worden alleen de gedeeltes uitgej
schakeld die het tegemoetkomend verkeer kunnen verblinden. In dit geval blijft het blauwe
controlelampje gewoon branden.Activeren1.Afhankelijk van de uitrusting lichtschakej
laar in stand
of draaien.
2.Toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukken, pijl.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het
controlelampje in het instrumentenpaj
neel.
Er wordt automatisch omgeschakeld tussen
dimlicht en grootlicht.
Het blauwe controlelampje op het inj
strumentenpaneel brandt, als het
grootlicht door het systeem wordt inj
geschakeld.
Uitschakelen
Bij handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht, zie pagina 75, wordt de grootlichtj
assistent gedeactiveerd. Om de grootlichtasj
sistent opnieuw te activeren, de toets op de
richtingaanwijzerschakelaar indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent kan de persoonlijke bej slissing over het gebruik van het grootlicht niet
vervangen. In situaties waarin dit nodig is
daarom handmatig het grootlicht uitschakelen,
anders bestaat er een veiligheidsrisico.
In de volgende situaties werkt het systeem niet
of slechts beperkt en kan een persoonlijke
handeling nodig zijn:
'yBij extreem ongunstige weersomstandigj heden zoals dichte mist of hevige neerslag.Seite 105VerlichtingBediening105
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 106 of 285

'yBij de waarneming van verkeersdeelnejmers met slechte eigen verlichting, zoalsvoetgangers, fietsers, ruiters, karren, bijtrein- of scheepsverkeer nabij de weg en
bij wildoversteekplaatsen.'yIn scherpe bochten, op steile hellingen, bij
kruisend verkeer of half verdekt tegemoetj
komend verkeer op de snelweg.'yIn slecht verlichte dorpen en bij sterk rej flecterende borden.'yAls de voorruit in het gebied voor de binj
nenspiegel beslagen, verontreinigd of door stickers, vignetten enz. bedekt is.
Mistlamp
Mistlamp Stads- of dimlicht moet ingeschakeld zijn.
Toets indrukken. Het groene controlej
lampje brandt.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie
pagina 103, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van de mistlampen automaj
tisch ingeschakeld.
Geleidingsmistlamp
In schakelaarstand
wordt een geleiding-
mistverlichting ingeschakeld voor een bredere
verlichting tot een snelheid van 110 km/h.
Mistachterlicht Dimlicht of mistlampen moeten ingeschakeldzijn.
Toets indrukken. Het gele controlej
lampje brandt.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie pagina 103, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van het mistachterlicht auj
tomatisch ingeschakeld.
Rechts-/linksrijdendverkeer
Algemeen
Bij de grensovergang naar landen waarin niet aan dezelfde kant van de weg wordt geredenals in het land van toelating, dienen de volj
gende maatregelen te worden genomen om verblinding door de koplampen te voorkomen.
Xenon-koplampDe lichtverdeling van de koplampen voorkomt
de verblindende werking van het dimlicht, ook
wanneer in een land aan de andere kant van de
weg gereden wordt in vergelijking met het land
van toelating.
Adaptievebochtverlichting Bij rijden in een land waarin aan de andere kant
van de weg dan in het land van toelating gerej
den wordt, niet met schakelaarstand
rijj
den, anders kan een verblindende werking
door de bochtverlichting optreden.
LED-koplampen Bij de Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist is afplakfolie verkrijgbaar. Voor het aanj
brengen van de folie de bijgevoegde gebruiksj
aanwijzing in acht nemen.
Adaptievebochtverlichting
In landen waar men links rijdt, schakelaarstand
niet activeren vanwege de verblindende
werking door de variabele verdeling van het
licht.
Seite 106BedieningVerlichting106
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 107 of 285

InstrumentenverlichtingInstellen Voor de instelling van de lichtj
sterkte moet het stads- of dimj
licht ingeschakeld zijn.
De lichtsterkte kan met de gej
kartelde knop worden ingesteld.
Interieurverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering worden de interij eurverlichting, de beenruimteverlichting en de omgevingsverlichting automatisch aangej
stuurd.
De helderheid wordt bij enkele uitrustingsvarij
anten door de gekartelde knop voor de instruj
mentenverlichting be

Page 108 of 285

VeiligheidUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Airbags
1Frontairbag, bestuurder2Frontairbag, passagier3Hoofdairbag4Zij-airbagVoor-airbags
De voor-airbags beschermen de bestuurder en
de passagier bij een frontale aanrijding waarbij
de beschermende werking van de veiligheidsj
gordels alleen niet meer voldoende is.;ij-airbag
De zij-airbag vangt bij een zijdelingse botsing
het lichaam op in de zijdelingse borst- en bekj
kenzone.
Hoofdairbag
De hoofdairbag vangt bij een zijdelingse botj sing het hoofd op.Seite 108BedieningVeiligheid108
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 109 of 285

BeschermendewerkingDe airbags worden niet bij elke botsing ingejschakeld, bijv. niet bij minder ernstige aanrijj
dingen of aanrijdingen van achteren.
Aanwijzingenvooreenoptimale
beschermendewerkingvandeairbags
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde zitpositie of als het acj
tiveringsgebied van de airbag wordt belemj merd, kan het airbagsysteem niet zoals bej
doeld beschermen of kan het activeren extra
letsel veroorzaken. Er bestaat kans op letsel of
levensgevaar. De aanwijzingen voor een optij
male beschermende werking van het airbagj
systeem in acht nemen.'

Page 110 of 285

CorrectewerkingBij het inschakelen van het contact
gaat het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel kort branden; op
die wijze wordt weergegeven dat het volledige
airbagsysteem en de gordelspanners bedrijfsj
klaar zijn.
Storinginairbagsysteem'yWaarschuwingslampje gaat niet branden bij het inschakelen van de ontsteking.'yWaarschuwingslampje brandt permanent.
Sleutelschakelaarvoor
passagiersairbag
Algemeen
Front- en zij-airbag voor de passagier kunnen
met de ge

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 290 next >