BMW 4 SERIES COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 285

Overschrijdingvandesnelheidslimiet
De snelheidslimiet kan bewust worden overj schreden. In deze situatie wordt geen akoestijsche waarschuwing weergegeven.
Om de ingestelde snelheidslimiet bewust teoverschrijden, het gaspedaal volledig indrukj
ken.
Als de rijsnelheid onder de ingestelde snelj heidslimiet komt, wordt de beperking automaj
tisch weer actief.
Waarschuwing
Optischewaarschuwing Bij het overschrijden van de ingestelde
snelheidslimiet knippert het controlej
lampje in het instrumentenpaneel, zoj
lang er harder wordt gereden dan de ingej stelde snelheidslimiet.
Akoestischewaarschuwing'yBij onbedoeld overschrijden van de ingejstelde snelheidslimiet is na circa 5 seconjden een signaal te horen.'yAls de snelheidslimiet tijdens de rit onderde rijsnelheid komt, is het signaal na circa30 seconden te horen.'yAls de snelheidslimiet bewust wordt overj
schreden door het gaspedaal volledig in te
drukken, is er geen signaal te horen.
Weergaveninhetinstrumentenpaneel
Markeringvandesnelheidslimiet
Weergave op snelheidsmeter:
'yMarkering brandt groen:
systeem is actief.'yMarkering brandt niet: sysj
teem is uitgeschakeld.Controlelampje'yControlelampje brandt: het sysj
teem is ingeschakeld.'yControlelampje knippert: de ingej
stelde snelheidslimiet wordt overj schreden.
Kortestatusweergave
Korte weergave van de ingestelde snelj
heidslimiet.
Dynamischeremlichten
Principe Achteropkomende verkeersdeelnemers worj
den door het knipperen van de remlichten voor
een noodremsituatie gewaarschuwd. Daardoor
kan het gevaar van een botsing worden gerej
duceerd.
Algemeen
'yNormaal remmen: remlichten branden.'yHard remmen: remlichten knipperen.
Kort voor de stilstand wordt de waarschuj
wingsknipperlichtinstallatie geactiveerd.
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie deactij
veren:
'yAccelereren.'yToets waarschuwingsknipperlichtinstallaj tie indrukken.Seite 131VeiligheidBediening131
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 132 of 285

ActiveProtectionAlgemeen
Het veiligheidspakket Active Protection bej staat uit van elkaar onafhankelijke systemen:'yWaakzaamheidshulp.'yPreCrash.'yPostCrash.
Waakzaamheidshulp
Principe Het systeem kan toenemende onoplettendj
heid of vermoeidheid van de bestuurder bij lange eentonige ritten, bijv. op snelwegen, herjkennen. In deze situatie wordt aanbevolen omeen pauze in te lassen.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van de perj
soonlijke verantwoordelijkheid om uw lichamej
lijke gesteldheid juist in te schatten. Toenej
mende onoplettendheid of vermoeidheid
worden mogelijk niet of niet op tijd herkend. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Erop letten dat
de bestuurder uitgerust en oplettend is. Rijstijl
aan de verkeerssituatie aanpassen.'

Page 133 of 285

'yNoodstops.'ySterk ondersturen.'ySterk oversturen.
Bij uitrusting met botsingswaarschuwing met
of zonder remfunctie kunnen, binnen de sysj
teemgrenzen, bovendien dreigende botsingen
met voorliggende of stilstaande voertuigen
herkend worden.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw eigen
verantwoording. Vanwege systeembeperkinj
gen is het mogelijk dat kritieke situaties niet
betrouwbaar of tijdig herkend worden. Er bej staat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.'

Page 134 of 285

RijstabiliteitsregelsystemenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
AntiblokkeersysteemABS ABS voorkomt het blokkeren van de wielen tijj
dens het remmen.
De bestuurbaarheid blijft ook bij noodstops bej
houden, daardoor wordt de actieve veiligheid
verhoogd.
Het ABS is na het starten van de motor bej drijfsklaar.
Remassistent
Bij snel intrappen van het rempedaal veroorj
zaakt dit systeem automatisch een zo hoog mogelijke rembekrachtiging. De remweg wordt
bij noodstops derhalve zo kort mogelijk gehouj
den. Hierbij wordt eveneens gebruik gemaakt
van de voordelen van het ABS.
Het rempedaal ingetrapt houden zolang remj
men noodzakelijk is.Dynamische
stabiliteitscontroleDSC
Principe Binnen hetgeen volgens de wetten van de najtuurkunde mogelijk is helpt het systeem door
vermindering van het motorvermogen en rej
mingrepen aan de afzonderlijke wielen de
koersstabiliteit van auto te handhaven.
Algemeen
De dynamische stabiliteitscontrole herkent bijv. de volgende instabiele rijtoestanden:'yUitbreken van de achterzijde van de auto, wat tot oversturen kan leiden.'yGripverlies van de voorwielen, wat tot onj
dersturen kan leiden.
Een op tractie geoptimaliseerde variant van het DSC is de Dynamic Traction Control DTC, zie
pagina 135.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Wegens systeembeperj
kingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende
situaties actief ingrijpen.'

Page 135 of 285

ting de Dynamische Stabiliteits Controle DSC
niet deactiveren.'

Page 136 of 285

DynamicTractionControlDTC
activeren/deactiveren
DTCactiveren Toets indrukken.
Het instrumentenpaneel geeft TRACj
TION weer en het controlelampje voor DSC OFF gaat aan.
DTCdeactiveren Toets opnieuw indrukken.
TRACTION en controlelampje DSC
OFF doven.
xDrive
xDrive is het vierwielaandrijvingssysteem van
uw auto. Door het samenwerken van xDrive en
DSC worden tractie en rijdynamiek verder verj beterd. Het vierwielaandrijvingssysteem xDrive
verdeelt de aandrijfkrachten afhankelijk van
rijsituatie en gesteldheid van de weg variabel
over voor- en achteras.
Dynamische
schokdempercontrole
Principe
Het systeem reduceert ongewenste beweginj
gen van de auto bij een dynamische rijstijl of
een oneffen wegdek.
Afhankelijk van de toestand van het wegdek en
van de rijstijl worden daardoor de rijdynamiek
en het rijcomfort vergroot.
Programma
Het systeem biedt verschillende programma's.
De programma's kunnen met de rijbelevingsj
schakelaar worden geselecteerd.SPORT
Consequent sportieve regeling van de schokjdempers voor een reactief rijgedrag.
SPORT+ Consequent sportieve regeling van de schokj
dempers voor een reactief rijgedrag met bej
perkte koersstabiliteit.
COMFORT/ECOPRO Uitgebalanceerde afstelling van de auto.
Variabelesportbesturing
De variabele sportbesturing vergroot bij grote stuurwieluitslag, bijv. bij scherpe bochten of bij
het inparkeren, de stuuruitslag van de voorwiej
len. De besturing wordt directer.
Bovendien varieert afhankelijk van de snelheid
de bij het sturen benodigde kracht.
Zo wordt een sportief stuurgedrag mogelijk
gemaakt. Bovendien wordt het sturen bij het
inparkeren en maoeuvreren vergemakkelijkt.
Rijbelevingsschakelaar
Principe
Met de rijbelevingsschakelaar kunnen bej
paalde eigenschappen van de auto worden aangepast. Daarvoor staan verschillende projgramma's ter beschikking. Via de toets van derijbelevingsschakelaar en via de DSC OFF
toets kan steeds een programma worden gej activeerd.Seite 136BedieningRijstabiliteitsregelsystemen136
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 137 of 285

Overzicht
Toetsindeauto
Bedieningvandeprogramma's
ToetsProgrammaDSC OFF
TRACTIONSPORT+
SPORT
COMFORT
ECO PRO
Automatischwisselenvanprogramma In de volgende situaties wordt zo nodig autoj
matisch naar COMFORT gewisseld:
'yBij uitval van de dynamische schokdemj
percontrole.'yBij uitval van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.'yBij bandenpech.'yBij inschakelen van de handmatige snelj
heidsbegrenzer, zie pagina 129.'yBij activering van de snelheidsregeling in
de modus TRACTION of DSC OFF.
DSCOFF
Met DSC OFF, zie pagina 135, wordt de rijstj
abiliteit bij het accelereren en bij het rijden in een bocht niet beperkt.
TRACTION
Met TRACTION wordt maximale tractie gelej
verd op een losse ondergrond. Dynamische
tractiecontrole DTC, zie pagina 136, is ingej
schakeld. De koersstabiliteit is bij het accelerej ren en bij het rijden in bochten beperkt.
SPORT+ Sportief rijden met geoptimaliseerde onderjstelafstelling en aangepaste aandrijving bij bej
perkte koersstabilisering.
Dynamische tractiecontrole is ingeschakeld. De bestuurder neemt een deel van de stabilij
satietaak over.
SPORT+activeren Druk zo vaak op de knop tot in de toej
renteller SPORT+ en in het instruj
mentenpaneel het controlelampje voor DSC OFF gaat branden.
Automatischwisselenvanprogramma Bij activering van de snelheidsregeling wordt
automatisch naar de modus SPORT gewisj seld.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Op het instrumentenpaneel wordt SPORT+ weergegeven.
Controlelampje DSC OFF brandt: dyj
namische tractiecontrole is geactij
veerd.
SPORT Afhankelijk van de uitvoering, consequent
sportieve afstemming tussen het onderstel, de besturing en de aandrijving voor een groterewendbaarheid tijdens het rijden met maximale
koersstabiliteit.
Het programma kan individueel worden geconj figureerd. De configuratie wordt voor het moj
menteel gebruikte profiel opgeslagen.Seite 137RijstabiliteitsregelsystemenBediening137
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 138 of 285

SPORTactiverenToets zo vaak indrukken tot in het injstrumentenpaneel SPORT wordt
weergegeven.
SPORTconfigureren Bij geactiveerde weergave op het Control Disjplay, zie pagina 139, kan de rijmodus SPORT
individueel ingesteld worden.'ySPORT activeren.'y"SPORT configureren"'yRijmodus SPORT configureren.
SPORT kan ook worden geconfigureerd voorj
dat het wordt geactiveerd:
1."Instellingen"2."Rijmodus"3."SPORT configureren"4.Rijmodus configureren.
Bij activering van de rijmodus SPORT wordt
deze configuratie opgeroepen.
COMFORT
Voor een evenwichtige afstemming bij maxij
male koersstabiliteit.
COMFORTactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het inj
strumentenpaneel COMFORT wordt
weergegeven.
In bepaalde situaties wordt automatisch naar
het programma COMFORT gewisseld, Autoj matisch wisselen van programma, zie paj
gina 137.
ECOPRO ECO PRO, zie pagina 196, biedt een consej
quent verbruiksverminderende afstemming voor maximale actieradius bij maximale koersjstabilisering.
Comfortfuncties en de motorregeling wordenaangepast.
Het programma kan individueel worden geconj figureerd.
ECOPROactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het inj
strumentenpaneel ECO PRO wordt
weergegeven.
ECOPROconfigureren1.ECO PRO activeren.2."ECO PRO configureren"
Gewenste instellingen uitvoeren.
Rijprogrammaconfigureren
Bij Rijmodus configureren kunnen instellingen
voor de volgende rijprogramma's gewijzigd worden:
'ySPORT, zie pagina 138.'yECO PRO, zie pagina 197.
Weergaven
Selectievanhetprogramma Bij het drukken van de toets
wordt een lijst met de te selecj
teren programma's weergegej
ven. Afhankelijk van de uitrusj
ting kan de lijst in het
instrumentenpaneel afwijken van de afbeelj
ding.
Geselecteerdprogramma Het geselecteerde programma
wordt op het instrumentenpaj
neel weergegeven.
Seite 138BedieningRijstabiliteitsregelsystemen138
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 139 of 285

WeergaveophetControlDisplayHet wisselen van programma kan op het Conj
trol Display worden weergegeven.1."Instellingen"2."Control-display"3."Info rijmodus tonen"
Wegrijassistent
Principe Het systeem ondersteunt bij het hellingopjwaarts wegrijden. Gebruik van de parkeerremis hiervoor niet vereist.
Wegrijdenmetwegrij-assistent
1.Auto met rempedaal op zijn plaats houden.2.Rempedaal loslaten en vlot wegrijden.
Na het loslaten van het rempedaal wordt de auto gedurende ca. 2 seconden op zijn plaatsgehouden.
Bij overeenkomstige uitrusting bedraagt de
mogelijke stopduur 2 minuten.
Naargelang de belading of bij rijden met aanj
hangwagen kan de auto soms een klein stukje
achteruitrollen.
Servotronic PrincipeDe Servotronic varieert de bij het sturen benoj
digde stuurkracht, afhankelijk van de snelheid.
Bij lage snelheden wordt de stuurkracht sterk
ondersteund, d.w.z. bij het sturen is geringe
kracht nodig. Met toenemende snelheid wordt
de ondersteuning van de stuurkracht verminj
derd.
Tevens wordt de stuurkracht aangepast aan de
desbetreffende rijdmodus, zodat een sporj
tieve-directe, resp. comfortabele stuurgej
dracht wordt overgebracht.
Seite 139RijstabiliteitsregelsystemenBediening139
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 140 of 285

RijcomfortUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Actievesnelheidsregeling
metStop&Go-functie,ACC
Principe Met dit systeem kan via de toetsen op hetstuurwiel een gewenste snelheid en een afj stand tot een voorligger worden ingesteld.
Bij vrije weg wordt de gewenste snelheid door
het systeem aangehouden, daartoe accelej reert of remt het voertuig automatisch.
Bij een voorligger past het systeem de eigensnelheid binnen de mogelijke grenzen zo aan,
dat de ingestelde afstand tot de voorligger
aangehouden wordt.
De afstand kan in meerdere stappen ingesteld
worden en is om veiligheidsredenen afhankej
lijk van de actuele snelheid.
Als het voorliggende voertuig tot stilstand afj
remt en na korte tijd weer wegrijdt, kan het systeem dit binnen het gegeven kader volgen.
Algemeen
Naargelang de voertuiginstelling kunnen de
kenmerken van de snelheidsregeling op bej
paalde punten veranderen.Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Wegens systeembeperjkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 290 next >