BMW 4 SERIES COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 285

'yDe snelheid ligt onder 50 km/h.'yBij tijdelijke en variabele snelheidsbegrenjzingen, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamhejden.'yAls de kwaliteit van de navigatiegegevens
onvoldoende is.'yZolang de snelheidsregeling actief is.'yTijdens het rijden met een aanhangwagen.
Uitrollen
Principe De functie helpt bij het besparen van brandjstof.
Daarvoor wordt onder bepaalde voorwaarden in de keuzehendelstand D de motor automajtisch van de transmissie ontkoppeld. De autorolt met minder verbruik stationair verder. De
keuzehendelstand D blijft daarbij ingeschakeld.
Deze rijmodus wordt uitrollen genoemd.
Zodra het rem- of gaspedaal wordt ingedrukt, wordt de motor automatisch weer aangekopj
peld.
Algemeen
Uitrollen maakt deel uit van de rijmodus ECO PRO.
Bij het inschakelen van de rijmodus ECO PRO met de rijbelevingsschakelaar wordt de uitrol-
functie automatisch geactiveerd.
De functie is een bepaald snelheidsbereik bej
schikbaar.
Een anticiperende rijstijl helpt om de functie zo
vaak mogelijk te gebruiken en ondersteunt de
verbruiksverlagende werking van het uitrollen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De functie is in de rijmodus ECO PRO in hetsnelheidsbereik van circa 50 km/h tot 160 km/h beschikbaar, als aan de volgendevoorwaarden is voldaan:
'yGaspedaal en rempedaal worden niet bejdiend.'yKeuzehendel in keuzehendelstand D.'yMotor en transmissie op bedrijfstemperaj
tuur.
Bedieningviaschakelpaddels
Principe
Afhankelijk van de uitvoering kan de rijtoej stand uitrollen via de schakelpaddels worden
be

Page 202 of 285

Weergaveophetinstrumentenpaneelmetuitgebreideomvang
De markering in de effici

Page 203 of 285

2."EfficientDynamics"3. Symbool selecteren.
WeergaveophetControlDisplay
De weergave van de ECO PRO-rijstijlanalyse
bestaat uit een symbolisch voorgesteld wegj verloop en een waardentabel.
De weg symboliseert de effici

Page 204 of 285


Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 205 of 285

Mobiliteit
Om uw mobiliteit altijd te garanderen, krijgt u
hier belangrijke informatie over brandstoffen, wielen en banden, onderhoud en pechhulp.Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 206 of 285

TankenUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Algemeen Voor het tanken eerst aanwijzingen over
brandstofkwaliteit, zie pagina 208, lezen.
Bijdieselmotoren De vulhals is alleen geschikt voor tanken aan
een dieselpomp.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar koj
men. Het functioneren van de motor is niet gej
waarborgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op
tijd tanken.'

Page 207 of 285

Sluiten1.Tankdop aanbrengen en rechtsom vastj
draaien tot duidelijk een klik hoorbaar is.2.Tankdopklep sluiten.
WAARSCHUWING
De bevestigingsband van de tankdop kan
bij het vastdraaien worden ingeklemd en platj gedrukt. De dop kan dan niet correct gesloten
worden. Er kunnen brandstof of brandstofdamj
pen naar buiten komen. Er bestaat kans op letj
sel of schade. Erop letten dat de bevestigingsj
band bij het sluiten van de dop niet word ingeklemd of platgedrukt.'

Page 208 of 285

BrandstofUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Brandstofkwaliteit Algemeen
Afhankelijk van de regio wordt bij diverse tankj
stations brandstof verkocht die is aangepast
aan het winter- of zomerseizoen. Brandstof die in de winter wordt aangeboden vereenvoudigtbijv. de koude start.
Benzine
Algemeen
De benzine moet voor een optimaal brandstofj
verbruik zwavelvrij of in ieder geval zwavelarm zijn.
Brandstoffen die bij de brandstofpomp als mej taalhoudend zijn aangegeven, mogen niet worjden gebruikt.
Er kunnen brandstoffen met een maximaal
ethanolgehalte van 10 %, dus E10, worden gej
tankt.
De motor heeft een pingelregeling. Vandaar
dat verschillende benzinekwaliteiten kunnen
worden getankt.Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej
schadigen. Bovendien wordt de katalysator blijvend beschadigd. Er bestaat gevaar voorschade. Bij benzinemotoren het volgende niet
tanken of aan de brandstof toevoegen:'yLoodhoudende benzine.'yMetaalachtige toevoegingen, bijvoorbeeld
mangaan of ijzer.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.'

Page 209 of 285

Diesel
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej
schadigen. Er bestaat gevaar voor schade.
Bij dieselmotoren het volgende in acht nemen:'yGeen raapoliemethylester RME tanken.'yGeen biodiesel tanken.'yGeen benzine tanken.'yGeen dieseltoevoegingen.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.'

Page 210 of 285

resterend actieradius wordt
weergegeven op het instruj
mentenpaneel. Dadelijk rej
ductiemiddel bijvullen.
AdBlueopminimum
'yDe resterend actieraj
dius wordt weergegeven in
het instrumentenpaneel: rej
ductiemiddel bijvullen. De
motor draait, zolang hij niet
wordt afgezet en aan alle
verdere bedrijfsvoorwaarden
is voldaan, bijv. voldoende
brandstof.
Systeemdefect
Bij een systeemdefect wordt een Check-Conjtrol-melding weergegeven.
AdBluelatenbijvullen
BMW adviseert het reductiemiddel te laten bijj vullen door een Service Partner in het kader
van het regelmatige onderhoud.
Wanneer dit onderhoud wordt uitgevoerd, is in principe een eenmalige bijvulling vereist tusj
sen de onderhoudstermijnen.
In bepaalde omstandigheden, bijv. door zeer
sportief rijgedrag of bij het rijden op grote
hoogte, kan het wel nodig zijn om meermaals bij te vullen tussen de onderhoudstermijnen.
Zodra de reserve-weergave op het instrumenjtenpaneel getoond wordt, reductiemiddel laten
bijvullen om te voorkomen dat de motor niet meer gestart kan worden.
AdBluebijlagetemperaturen
Door de fysische eigenschappen is het mogej
lijk om het reductiemiddel bij te vullen bij temj
peraturen onder - 5 

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 290 next >