BMW 4 SERIES COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 285

KoelvloeistofUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Algemeen Niet alle in de handel verkrijgbare toevoeginj
gen zijn voor de auto geschikt. Verdere inforj matie over geschikte toevoegingen is verkrijgj
baar bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner ofspecialist.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij hete motor en geopend koelsysteem
kan koelvloeistof ontsnappen en tot verbranj ding leiden. Er bestaat kans op letsel. Het koelj
systeem alleen bij afgekoelde motor openen.'

Page 232 of 285

Koelvloeistofpeilindevulopening
controleren
In het koelvloeistofreservoir zijn gele Min- enMax-markeringen aanwezig.1.Motor laten afkoelen.2.Dop van het koelvloeistofreservoir
rechtsom iets opendraaien, zodat de overj
druk kan ontsnappen.3.Dop van het koelvloeistofreservoir openen.4.Het koelvloeistofpeil is correct, als het tusj sen de min- en max-markering in de vulj
buis staat.
Bijvullen
1.Motor laten afkoelen.2.Dop van het koelvloeistofreservoir tegen
de wijzers van de klok in een beetje openjdraaien, zodat overdruk kan ontsnappen,
daarna openen.3.Zo nodig langzaam tot het correcte peil
vullen, niet te veel bijvullen.4.Dop tot hoorbare klik vastdraaien. De pijlen op het koelvloeistofreservoir en het deksel
moeten naar elkaar wijzen.5.Oorzaak van het koelvloeistofverlies zo
snel mogelijk laten verhelpen.
Afvalverwerking
Bij het afvoeren van koelvloeistof met
toevoegingen voor koelvloeistoffen
moeten de betreffende milieuvoorj
schriften in acht worden genomen.
Seite 232MobiliteitKoelvloeistof232
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 233 of 285

OnderhoudUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
BMWonderhoudssysteem Het onderhoudssysteem wijst op vereiste onj
derhoudsmaatregelen en helpt zo om de auto
verkeers- en bedrijfsveilig te houden.
De omvang en intervallen kunnen verschillen
afhankelijk van de landspecifieke uitrusting.
Vervangingswerkzaamheden, reserveonderdej
len, verbruiksmaterialen en materiaal onderhej
vig aan slijtage worden afzonderlijk berekend.
Meer informatie is bij een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist verkrijgbaar.
ConditionBasedServiceCBS
Sensoren en speciale algoritmen houden rekej ning met het gebruik van de auto. Condition
Based Service bepaalt daarmee het noodzakej
lijk onderhoud.
Met dit systeem kan dus het onderhoud worj
den aangepast aan het individuele gebruiksj
profiel.
Op het Control Display kan informatie over de
servicebehoefte worden weergegeven.Servicegegevensinde
afstandsbediening
In de afstandsbediening wordt continu inforj
matie opgeslagen over de onderhoudsbej hoefte. De Service Partner kan deze gegevens
uitlezen en een onderhoudsbeurt voor het voertuig voorstellen.
Overhandig de serviceadviseur daarom de afj standsbediening waarmee het laatst werd gej
reden.
Stilstandtijden Er wordt geen rekening gehouden met stilj
standtijden met losgekoppelde voertuigaccu.
Daarom periodieke onderhoudswerkzaamhejden, zoals vervangen van de remvloeistof en
evt. de motorolie en het micro-/actief-koolstofj filter, door een Service Partner van de fabrikantof een andere gekwalificeerde Service Partnerof specialist laten uitvoeren.
OnderhoudsgeschiedenisOnderhouds- en reparatiewerkzaamheden bijeen Service Partner van de fabrikant of een anjdere gekwalificeerde Service Partner of specijalist laten uitvoeren.
De uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden
worden in de onderhoudsbriefjes en in de voertuiggegevens ingevoerd. De vermeldingen
zijn net zoals het onderhoudsboekje het bewijs van regelmatig onderhoud.
Als een invoer in de elektronische onderj houdsgeschiedenis van het voertuig wordt opj
geslagen, worden onderhoudsrelevante gegej vens niet alleen in het voertuig, maar ook op de
centrale IT-systemen van BMW AG, M

Page 234 of 285

autobezitter worden ingezien. Daarnaast kaneen Service Partner van de fabrikant of een anjdere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist de in de elektronische onderhoudsgej
schiedenis opgeslagen gegevens inzien.
De autobezitter kan bij een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist bezwaar maken
tegen de invoer in de elektronische onderj houdsgeschiedenis met de daarmee gepaard
gaande opslag van de gegevens in de auto en de gegevensoverdracht aan de autofabrikant
gedurende de tijd dat de auto in zijn bezit is. Er
vindt dan geen invoer in de elektronische onj
derhoudsgeschiedenis van de auto plaats.
De opgeslagen onderhoudswerkzaamheden
kunnen via de Service Historie op het Control
Display worden weergegeven.
AansluitingvoorOn-Board
DiagnoseOBD
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Ondeskundig gebruik van de contactj
doos voor de On-Board-Diagnose kan tot stoj ringen aan de auto leiden. Er bestaat gevaarvoor schade. Service- en onderhoudswerkj
zaamheden via de contactdoos voor de On- Board-Diagnose alleen door een Service Partjner van de fabrikant, een andere
gekwalificeerde Service Partner, een gespeciaj
liseerde werkplaats of door andere geautorij seerde personen laten uitvoeren. Alleen appaj
raten aansluiten, waarvan het gebruik aan de
contactdoos voor On-Board-Diagnose geconj troleerd en geen problemen oplevert.'

Page 235 of 285

VervangenvanonderdelenUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Boordgereedschap
Het boordgereedschap vindt u rechts in de baj
gageruimte in een vak. De afdekking openen.
Vervangenvande
wisserbladen
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Als de ruitenwisserarm zonder gemonj
teerd wisserblad op de voorruit valt, kan deze
worden beschadigd. Er bestaat gevaar voor
schade. Ruitenwisserarm bij het vervangen van
de wisserbladen vasthouden en de wissers
niet op de ruit klappen zolang er geen wisserj
bladen zijn aangebracht.'

Page 236 of 285

ceerde Service Partner of specialist te laten
uitvoeren.
Een doos met reservelampen is verkrijgbaar bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 236, in
acht nemen.
LED-lampen Sommige uitrustingsvarianten hebben achtereen afdekking LED-lampen als lichtbron. Deze LED's zijn verwant met gewone lasers en worj
den als lichtemitterende diode van klasse 1 gej
kenmerkt.
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 236, in
acht nemen.
Koplampglazen
Bij koel of vochtig weer kunnen de voertuigverj lichtingsunits aan de binnenzijde beslaan. Bijrijden met ingeschakeld licht verdwijnt de
wasem na korte tijd. Het koplampglas hoeft niet te worden vervangen.
Als zich ondanks ingeschakelde koplampen in
toenemende mate vocht vormt, bijv. in de vorm
van waterdruppels in de lamp, adviseert de faj
brikant van uw auto de koplampen door een
Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist te
laten controleren.
Koplampinstelling De instellingen van de koplampen kunnen worj
den be

Page 237 of 285

koplamp of andere lichtbronnen kijken. Afdekj
kingen van LED's niet verwijderen.'

Page 238 of 285

Koplampen1Bochtlicht2Dimlicht / Lichtsignaal3Grootlicht/lichtsignaal4Stadslicht / Dagrijlicht5Richtingaanwijzers6Zijlicht
Neem bij een defect contact op met de servij
cedienst.
Halogeen-mistlampVeiligheidsaanwijzingen, zie pagina 236, in
acht nemen.
Gloeilamp 35 watt, H8.
1.Met de handgreep van de schroevenj
draaier uit het boordgereedschap de drie
schroeven, pijl 1, van de wielkastbekleding
losdraaien. Wielkastbekleding voorzichtig wegtrekken, pijl 2.2.Stekker van de lamp lostrekken, pijl 1.
Lamp draaien, pijl 2.
Linker voertuigzijde: met de klok mee draaien.Rechter voertuigkant: tegen de klok in
draaien.
Lamp verwijderen.3.Nieuwe lamp plaatsen, stekker aansluiten
en wielkastbekleding vastschroeven.
LED-mistlamp
De mistlampen zijn van LED-techniek voorj zien. Bij een defect contact opnemen met de Service Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of specialist.
Knipperlichtindebuitenspiegel
De knipperlichten in de buitenspiegels maken
gebruik van LED-techniek. Bij een defect conj
tact opnemen met de Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Serjvice Partner of specialist.
Achterlichten,lampvervangen
Overzicht
1Richtingaanwijzers2Achteruitrijlicht3MistachterlichtSeite 238MobiliteitVervangenvanonderdelen238
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 239 of 285

4Achterlichtlampen5Remlicht
Lampvervangingbuitenste
achterverlichting
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 236, in
acht nemen.
Knipperlicht: lamp 21 watt, P21WLL. Remlicht: lamp 21Lamp 21 watt, H21WLL. De achterlichten maken gebruik van LED-techj
niek. Bij een defect contact opnemen met de Service Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of specialist.
Buitensteachterlichtuitbouwen
1.Kofferdeksel openen.2.Bevestigingspin van de afscherming, pijl 1, losmaken met de schroevendraaier uit het
boordgereedschap en uittrekken.3.De vergrendeling met de schroevendraaier uit het boordgereedschap indrukken, pijl 2,en de afscherming wegnemen, pijl 3.4.Met de handgreep van de schroevenj
draaier de twee moeren, pijlen, losdraaien.5.Achterlicht aan de binnenkant vastpakken, pijl 1, en voorzichtig achterwaarts naar buij
ten trekken, pijl 2. Daarbij met de vrije hand
tegenhouden, zodat het achterlicht niet
plotseling loskomt. Controleren of de
schuimrubberen afdichtring zich op de tap
van de centrering bevindt.6.Vergrendeling boven op de stekker van de aansluitkabel losmaken en de stekker van
de lamphouder lostrekken.
Lampenvervangen
1.De drie bevestigingen, pijlen 1, van de
lamphouder losmaken en de lamphouder van het achterlicht wegnemen, pijl 2.Seite 239VervangenvanonderdelenMobiliteit239
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 240 of 285

2.Defecte lamp licht in de fitting drukken, tejgen de klok in draaien en verwijderen.3.Ga voor het plaatsen van de nieuwe lamp
en het aanbrengen van de lamphouder in omgekeerde volgorde te werk. Erop letten
dat de lamphouder vastklikt in alle bevestij gingen.
Achterlichtinbouwen
1.Aansluitkabel op het achterlicht aansluiten
en in de klem op de lamphouder bevestij gen.2.Ervoor zorgen, dat de schuimrubberen afj
dichtring zich op de tap van de centrering,
pijl 2, bevindt en niet beschadigd is.3.Achterlicht aan buitenzijde op rubberrand,
pijl 1, en aan binnenzijde op de centrering,
pijl 2, aanzetten en vastdrukken. Let erop
dat het achterlicht in het rubberframe vastj klikt.4.Achterlicht met de beide moeren vastjschroeven.5.Paneel plaatsen en bevestigen. Daarbijerop letten dat de afdichtslang niet ingej
klemd wordt.
Lichteninhetkofferdeksel
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 236, in
acht nemen.
Achteruitrijlichten: lamp 16 watt, PW16W. Mistachterlichten: gloeilamp 21 watt, H21W.
Alle andere lampen in het kofferdeksel zijn van LED-techniek voorzien. Bij een defect contact
opnemen met de Service Partner van de fabrij kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist.
Toegangtotdelampen1.Evt. gevarendriehoek weghalen, zie paj
gina 245, en houder met de schroevenj
draaier uit het boordgereedschap, zie paj gina 235, verwijderen.2.Noodontgrendeling afnemen en de draadj
kabel demonteren van de handgreep.3.De bevestigingen van de bekleding met de
schroevendraaier uit het boordgereedj schap losmaken en helemaal uittrekken.4.Scharnierbekleding samendrukken, zie pijj
len, om de clipverbindingen los te maken.
Bekleding vasthouden en de scharnierbej
kleding naar onderen trekken en afnemen.5.De bekleding voorzichtig van het kofferj
deksel losmaken, eerst aan de rand en dan in het bereik van de handgreepkommen.Seite 240MobiliteitVervangenvanonderdelen240
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 ... 290 next >