BMW 4 SERIES COUPE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 313

Inparkerenaandehandvan
manoeuvreer-enbochtlijnen1.Auto zodanig opstellen, dat de bochtlijnen binnen de begrenzing van de parkeerplaats
vallen.2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de rijspoorj
lijn de betreffende draaicirkellijn overdekt.
Instellingenvandeweergave
Helderheid
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.Grenzenvanhetsysteem
Herkenningvanobjecten Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruitj
stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Bij overeenkomstige uitrusting houden bej paalde assistentiefuncties ook rekening met
gegevens van de Park Distance Control PDC.
Aanwijzingen in het hoofdstuk Park Distance
Control PDC in acht nemen.
De op het Control Display getoonde objecten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objecj
ten daarom niet vanaf het display.
SideView Principe
Met Side View hebt u bij onoverzichtelijke uitj ritten en kruisingen een vroegtijdig overzicht
van het kruisend verkeer. Verkeersdeelnemers die door obstakels langs de weg niet zichtbaar
zijn, worden vanaf de bestuurdersstoel slechts
zeer laat waargenomen. Om het zicht te verbej teren, registreren twee camera's in het voorste
gedeelte van de auto de weggedeelten schuin voor de auto. De beelden van de beide camej
ra's worden tegelijkertijd op het Control Disj
play weergegeven.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voorongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 182 of 313

Overzicht
Toetsindeauto
Side View
Camera's
Voor de detectie zijn er twee in de bumpers
ge

Page 183 of 313

gedeelte naast de portierenop het Control Disj
play afgebeeld.
Algemeen
Twee in de buitenspiegels ingebouwde camej
ra's en de achteruitrijcamera dienen voor de
detectie.
De reikwijdte bedraagt zijdelings en achteren
minstens 2 m.
Obstakels tot de hoogte van de buitenspiegels
worden op die manier tijdig herkend.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in
de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 184 of 313

Handmatigin-/uitschakelenToets parkeerassistent indrukken.'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
Top View wordt weergegeven.Als de toets parkeerassistent wordt ingedrukt,
terwijl de achteruitversnelling is ingeschakeld,
wordt het beeld van de achteruitrijcamera
weergegeven.
Weergave
Optischewaarschuwing De nadering van een object kan op het Control
Display worden weergegeven.
Bij geringe afstand tot een object wordt overj
eenkomstig de PDC-weergave een rode balk voor de auto weergegeven.
Weergave verschijnt, zodra Top View wordt injgeschakeld.
Als het beeld van de achteruitrijcamera wordt
afgebeeld kan naar Top View worden omgej
schakeld:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Achteruitrijcamera"
Helderheid
Bij ingeschakelde Top View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde Top View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Draaicirkel-enmanoeuvreerlijn
weergeven
'yDe statische, rode draaicirkellijn toont de
benodigde ruimte naast de auto bij vollej
dige stuuruitslag.'yDe variabele, groene manoeuvreerlijn helpt
de werkelijk benodigde ruimte naast de auto in te schatten.
De manoeuvreerlijn hangt af van de ingej
schakelde versnelling en van de actuele
stuuruitslag. De manoeuvreerlijn wordt bij stuurbeweging continu aangepast.1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Parkeerhulplijnen"
Draaicirkel- en manoeuvreerlijn worden weerjgegeven.
Grenzenvanhetsysteem
In de volgende situaties kan Top View niet
worden gebruikt:
'yBij geopend portier.'yBij geopend kofferdeksel.'yBij ingeklapte buitenspiegel.'yBij slechte lichtomstandigheden.
In sommige van deze situaties wordt een Check-Control-melding weergegeven.
Seite 184BedieningRijcomfort184
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 185 of 313

Parkeerassistent
Principe
Het systeem ondersteunt bij het inparkeren in de volgende situaties:
'yBij het zijdelings inparkeren parallel aan de
rijbaan, langs inparkeren.'yBij het achteruit inparkeren dwars t.o.v. rijj baan, dwars parkeren. Het systeem richt
zich bij het dwars parkeren op het midden van de parkeerplek.
Algemeen
Bij het gebruik van de parkeerassistent wordt onderscheid gemaakt tussen drie stappen:
'yInschakelen en activeren.'yHet zoeken naar een parkeerruimte.'yHet inparkeren.
Ultrasone sensoren meten de parkeerruimte
aan beide zijden van de auto op.
De parkeerassistent berekent de optimale inj parkeerlijn en neemt gedurende het parkeren
de besturing over.
De status van het systeem en de noodzakelijke
handelingsaanwijzingen worden op het Control
Display weergegeven.
De parkeerassistent maakt gebruik van de senj
soren van de Park Distance Control, PDC.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Wegens systeembeperjkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 186 of 313

Ultrasonesensoren
De vier ultrasone sensoren voor het opmetenvan parkeerruimte bevinden zich voor- en achjteraan aan de zijkant van de auto.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Ultrasonesensoren
De correcte werking waarborgen:
'ySensoren niet afdekken, bijvoorbeeld met stickers.'ySensoren schoon en vrij houden.
Voorhetopmetenvanparkeerruimten
'yRecht vooruitrijden tot circa 35 km/h.'yMaximale afstand tot de rij geparkeerdeauto's: 1,5 m.
Geschikteparkeerruimte
Algemeen:
'yRuimte achter een object dat minimaal
0,5 m lang is.'yRuimte tussen twee objecten die beide mij
nimaal 0,5 m lang zijn.
Langs inparkeren parallel aan de rijbaan:
'yMinimale lengte van de ruimte tussen twee
objecten: eigen voertuiglengte plus circa 0,8 m.'yMinimumdiepte: circa 1,5 m.
Dwars parkeren:
'yMinimumbreedte van de ruimte: breedte
van de eigen auto plus circa 0,8 m.'yMinimale diepte: lengte eigene auto.
De diepte van dwarsparkeerruimten moet door de bestuurder zelf worden ingeschat.
Op grond van technische grenzen kan het
systeem de diepte van dwarsparkeerruimte slechts bij benadering bepalen.
Bijhetparkeren
'yPortieren en kofferdeksel zijn gesloten.'yParkeerrem is vrijgezet.'yBij inparkeren in parkeerruimten aan de bej
stuurderszijde moet eventueel de betrefj
fende richtingaanwijzer worden gebruikt.
Inschakelenenactiveren
Inschakelenmetdetoets Toets parkeerassistent indrukken.
LED brandt.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weerj gegeven.
Parkeerassistent wordt automatisch geacj
tiveerd.
Inschakelenmetde
achteruitversnelling
Achteruitversnelling inschakelen.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weerj
gegeven.
Activeren:
"Parkeerassistent"
Seite 186BedieningRijcomfort186
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 187 of 313

WeergaveophetControlDisplay
Systeemgeactiveerd/gedeactiveerdSymj
boolBetekenis Grijs: systeem niet beschikbaar.
Wit: systeem beschikbaar, maar
niet geactiveerd. Systeem geactiveerd.
;oekennaareenparkeerruimteen
statusvanhetsysteem
'ySymbool P op de voertuigweergave: parj
kassistent is geactiveerd en het zoeken
naar een parkeerruimte is actief.'yGeschikte parkeerruimten worden op het Control Display aan de rand van de weg
naast het autosymbool weergegeven. Bij actieve parkeerassistent worden de gej
schikte parkeerruimten gekleurd geaccenj
tueerd.'yBij eenduidig herkende dwars- of langsparj keerruimten stelt het systeem automatisch
de passende parkeermethode in. Voor parj keerplekken waar men langs en dwars kaninparkeren, wordt een keuzemenu weergej
geven. In dit geval de gewenste parkeerj
methode handmatig kiezen.'yParkeerprocedure actief.
Besturing is overgenomen.'yZoeken naar parkeerruimten is bij langj zaam recht vooruitrijden altijd actief, ook bijgedeactiveerd systeem. Bij gedeactiveerd
systeem worden de weergaven op het
Control Display grijs weergegeven.
Inparkerenmetdeparkeerassistent
Inparkeren
1. Parkeerhulptoets indrukken of achj
teruitversnelling inschakelen om de parj
keerassistent in te schakelen, zie paj gina 186. Parkeerassistent eventueel
activeren.
Parkeerassistent is geactiveerd.
2.Met een snelheid tot circa 35 km/h en een
afstand van maximaal 1,5 m langs de rij gej parkeerde voertuigen rijden.
De status van het zoeken naar een parj
keerruimte en mogelijke parkeerruimtes
worden op het Control Display weergegej ven, zie pagina 187.3.Aanwijzingen op het Control Display opvolj
gen.
Om een optimale parkeerstand te bereij
ken, de automatische besturing na het wisj selen van de versnelling bij stilstaande auto
afwachten.
De voltooiing van de parkeerprocedure wordt op het Control Display weergegej
ven.4.De parkeerstand eventueel zelf aanpassen.
Handmatigafbreken
De parkeerassistent kan op elk gewenst mojment worden afgebroken:
'yToets parkeerassistent indrukken.'y "Parkeerassistent" Symbool op het
Control Display selecteren.Seite 187RijcomfortBediening187
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 188 of 313

AutomatischafbrekenDe werking van systeem wordt in de volgende
situaties automatisch afgebroken:'yBij vasthouden van het stuur of als er zelf
gestuurd wordt.'yBij schakelen naar een versnelling, die niet
met de aanwijzing op het Control Display overeenkomt.'yBij snelheden boven circa 10 km/h.'yEventueel bij besneeuwde of gladde wej
gen.'yZo nodig bij moeilijk te overkomen obstaj
kels, bijvoorbeeld stoepranden.'yBij plotseling verschijnende obstakels.'yAls de Park Distance Control PDC te gej
ringe afstanden weergeeft.'yBij overschrijden van een maximaal aantal
inparkeerpogingen of de inparkeerduur.'yBij het deactiveren van de dynamische staj biliteitscontrole DSC.'yBij het omschakelen naar andere functies
op het Control Display.
Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
Voortzetten Een afgebroken parkeerprocedure kan eventuj
eel worden voortgezet.
Daartoe de parkeerassistent opnieuw activej
ren, zie pagina 186, en de aanwijzingen op het
Control Display opvolgen.
Uitschakelen
Het systeem kan als volgt worden uitgeschaj
keld:
'yToets parkeerassistent indrukken.'yContact uitschakelen.Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van
het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond
reageren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. De aanwijzingen over de grenzen van
het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.'

Page 189 of 313

'yBij externe storing van het ultrasone sigj
naal, bijvoorbeeld door voorbijrijdende
voertuigen of lawaaiige machines.'yBij vuile, bevroren, beschadigde of verj stelde sensoren.'yBij bepaalde weersomstandigheden, bijv.
hoge luchtvochtigheid, regen, sneeuwval, extreme hitte, of sterke wind.'yBij aanhangwagentrekstangen en -koppejlingen van andere voertuigen.'yBij dunne of wigvormige voorwerpen.'yBij bewegende objecten.'yBij hoger gelegen en uitstekende objecten,
bijvoorbeeld muuruitsparingen of bagage.'yBij objecten met hoeken en scherpe kanj
ten.'yBij objecten met een dunne oppervlakte of
structuur, bijvoorbeeld hekken.'yBij objecten met poreuze oppervlakken.'yBij uitstekende lading.'yReeds weergegeven, lage objecten, bijj voorbeeld stoepranden, kunnen in hetdode bereik van de sensoren komen voorj
dat of nadat reeds een ononderbroken gej
luidssignaal klinkt.
Er kunnen eventueel parkeerruimten worden herkend, die daartoe niet geschikt zijn, of gej
schikte parkeerruimten worden niet herkend.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
De parkeerassistent is uitgevallen. Het sysj
teem door een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Seite 189RijcomfortBediening189
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 190 of 313

KlimaatregelingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.Luchtkwaliteitinhet
interieur
De luchtkwaliteit in de auto wordt verbeterd
door een emissiegecontroleerd interieur, mij
crofilter en klimaatsysteem voor regeling van
de temperatuur, luchthoeveelheid en luchtrej
circulatiefunctie.
Daar bovenop komen afhankelijk van de uitj
voering functies, zoals micro-/actief koolfilter,
airconditioning met automatische luchtcirculaj
tiefunctie (AUC) en standventilatie.
Airconditioning
1Stoelverwarming, links\_ 712Luchtverdeling3Achterruitverwarming4Luchthoeveelheid5AUTO-programma6Temperatuur7Stoelverwarming, rechts\_ 718KoelfunctieSeite 190BedieningKlimaatregeling190
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 320 next >