BMW 4 SERIES COUPE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 241 of 313

FlessenverwijderenFlessen voor AdBlue kunnen bij een
Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist worden ingeleverd.
Lege flessen alleen bij het huisvuil gooien inj
dien de plaatselijke voorschriften dit toestaan.Seite 241BrandstofMobiliteit241
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 242 of 313

WielenenbandenUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Bandenspanning Algemeen
De conditie van de banden en de bandenspanj
ning zijn van invloed op:'yLevensduur van de banden.'yRijveiligheid.'yRijcomfort.'yBrandstofverbruik.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een band met te lage of ontbrekende
bandenspanning kan sterk verhitten en bej
schadigd worden. De rijeigenschappen, bijv.
het stuur- en remgedrag, worden hierdoor bej
invloed. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De
bandenspanning regelmatig controleren en zo
nodig corrigeren: minstens tweemaal per
maand en voor een lange rit.'

Page 243 of 313

Controlerenviade
bandenspanningsindicatiesopde deurstijl
De bandenspanningsindicaties op het branj
denspanningsplaatje aan de portierstijlen gelj
den alleen voor koude banden of banden die even warm zijn als de omgevingstemperatuur.
Bandenspanning alleen bij koude banden conj troleren, d.w.z.:'yRijafstand van max. 2 km werd niet overjschreden.'yAls de auto na een rit minstens 2 uur niet
meer bestuurd werd.1.Voorgeschreven bandenspanning voor gej
monteerde banden bepalen, zie paj
gina 242.2.De bandenspanning in alle vier banden
controleren, bijv. met een compressorpisjtool.3.De bandenspanning van een band corrigejren als een waarde tussen de actuele en
aangegeven bandenspanning afwijkt.4.Controleren of alle ventieldopjes van de
bandventielen zijn afgeschroefd.
Naaanpassingvanbandenspanning
Bij bandenpechtwaarschuwing RPA: bandenj pechtwaarschuwing RPA opnieuw initialiseren.
Bij bandenspanningscontrole RDC; bandenjspanningscontrole RDC resetten.
Snelheidsletter Q  tot 160 km/h
R  tot 170 km/h
S  tot 180 km/h
T  tot 190 km/h
H  tot 210 km/h
V  tot 240 km/h
W  tot 270 km/h
Y  tot 300 km/h
Bandenprofiel
;omerbanden Bandenprofieldiepte mag niet minder zijn dan
3 mm, anders is er gevaar op aquaplaning.
Winterbanden Niet onder bandenprofieldiepte van 4 mm laten
komen, anders worden de rij-eigenschappen in
de winter beperkt.
Minimaleprofieldiepte
Slijtagemarkeringen zijn verdeeld over de omj
trek van de band en hebben de wettelijke minij
male hoogte van 1,6 mm.
De posities van de slijtagemarkeringen zijn op
de zijkant van de band met TWI, Tread Wear
Indicator, gemarkeerd.
Bandbeschadiging Algemeen
De banden regelmatig op beschadigingen, inj gedrongen voorwerpen en slijtage controleren.
Aanwijzingen voor bandenbeschadiging of
overige defecten aan de auto:
'yAbnormale trillingen.'yAbnormale rolm of loopgeluiden.'yOngebruikelijk rijgedrag, zoals sterk naar links of rechts trekken.
Schade kan o.a. door de volgende situaties
ontstaan:
Seite 243WielenenbandenMobiliteit243
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 244 of 313

'yOver stoepranden rijden.'yBeschadigd wegdek.'yTe lage bandenspanning.'yOverbelading van het voertuig.'yBanden zijn verkeerd bewaard.
VeiligheidsvoorschriftenWAARSCHUWING
Bij beschadigde banden kan de bandenj
spanning afnemen, waardoor de controle over de auto verloren kan gaan. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Indien een beschadiging van de band wordt vermoed tijdens het rijden dij
rect snelheid minderen en stoppen. Wielen en banden laten controleren. Daartoe voorzichtig
naar een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist rijden. De auto indien nodig daarj
heen laten slepen of transporteren. Beschaj
digde banden niet repareren, maar laten verj vangen.'

Page 245 of 313

merkt voor het betreffende type auto. Na banj
denpech moet de oorspronkelijke wiel-bandj combinatie worden gemonteerd.'

Page 246 of 313

OpslagVerwijderde wielen of banden moeten koel,
droog en in het donker worden bewaard.
Bescherm banden tegen olie, vet en oplosmidjdelen.
Banden niet in plastic zakken bewaren. Wielen of banden reinigen van vuil.
Bandenmet
noodloopeigenschappen
PrincipeDe banden met noodloopeigenschappen majken het mogelijk om beperkt door te rijden bijvolledig verlies van de bandenspanning.
Algemeen
De wielen bestaan uit n beperkte mate zelfdraj gende banden en speciale velgen.
Door de versteviging van de zijwand kan er met
de band bij verlies van bandenspanning nog beperkt worden doorgereden.
Aanwijzingen voor het doorrijden met bandenj pech in acht nemen.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden met noodloopeij
genschappen zonder of met een geringe banj denspanning of spanningsverlies veranderende rij-eigenschappen, bijvoorbeeld verminj
derde koersstabiliteit bij het remmen, langere remweg en een ander stuurgedrag. Er bestaat
gevaar voor ongevallen.
Gematigd rijden en een snelheid van 80 km/h
niet overschrijden.'

Page 247 of 313

wordt een vloeibaar afdichtmiddel in de banj
den gepompt dat bij het uitharden de beschaj diging van binnenuit afdicht.
Algemeen'yAanwijzingen voor de toepassing van het Mobility System op de compressor en het
afdichtmiddelhouder in acht nemen.'yBij beschadiging van de band vanaf een grootte van 4 mm werkt het gebruik vanhet Mobility System mogelijk niet.'yContact opnemen met een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalifijceerde Service Partner of specialist als deband niet rijklaar kan worden gemaakt.'yVreemde voorwerpen die in de band zijnterechtgekomen, zo mogelijk laten zitten.
Vreemde deeltjes alleen verwijderen als ze zichtbaar uit de banden uitsteken.'yStickers voor de snelheidsbegrenzing van
de afdichtmiddelhouder lostrekken en op het stuurwiel plakken.'yDoor de toepassing van afdichtmiddel kan
de RDC-wielelektronica beschadigd raken. In dat geval de RDC-wielelektronica bij devolgende gelegenheid laten vervangen.'yDe compressor kan gebruikt worden om de
bandenspanning te controleren.
Locatie
Het Mobility System bevindt zich onder de baj gageruimtebodem.
Afdichtmiddelreservoir'yAfdichtmiddelreservoir, pijl 1.'yVulslang, pijl 2.
Houdbaarheidsdatum op afdichtmiddelhouder
controleren.
Compressor
1Aan/uit-schakelaar2Bevestiging afdichtmiddelhouder3Knop bandenspanning verlagen4Bandenspanningsweergave5Compressor6Stekker/bedrading voor contactdoos7Verbindingsslang n opgeborgen in decompressorbodem
Veiligheidsmaatregelen
'yAuto zo ver mogelijk uit de buurt van deverkeersstroom en op een vaste onderj
grond parkeren.'yAlarmknipperlichten inschakelen.'yAuto beveiligen tegen wegrollen, daarvoor de parkeerrem vastzetten.Seite 247WielenenbandenMobiliteit247
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 248 of 313

'yStuurwielvergrendeling laten vastklikken in
rechtuitstand van de wielen.'yAlle inzittenden laten uitstappen en buiten
het gevarengebied brengen, bijvoorbeeld
achter de vangrails.'yEventueel gevarendriehoek op de juiste afj stand neerzetten.
Afdichtmiddelindebandbrengen
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binnendringen, die schadelijk voor de gej
zondheid zijn. De uitlaatgassen bevatten kleur- en reukloze schadelijke stoffen. In gesloten
ruimten kunnen de uitlaatgassen zich ook buij
ten de auto ophopen. Er bestaat levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor voldoende
ventilatie zorgen.'

Page 249 of 313

5.Ventieldop van het bandventiel verwijderen
en verbindingsslang op het ventiel van het
defecte wiel schroeven.6.Bij een uitgeschakelde compressor de
stekker in een contactdoos in de auto aanj
brengen.7.Bij ingeschakeld contact of draaiende moj tor de compressor inschakelen.
Compressor maximaal 10 minuten aan laten
staan om de lekkage met afdichtmiddel te vulj len en een bandenspanning van circa 2,5 bar te
verkrijgen.
Bij het aanbrengen van het afdichtmiddel kan de bandenspanning tijdelijk oplopen tot circa
5 bar. Compressor in deze fase niet uitschakej
len.
Indien er geen bandenspanning van 2 bar kan
worden bereikt:1.Compressor uitschakelen.2.Stekker uit de contactdoos in het interieur van de auto trekken.3.Vulslang van het bandenventiel afdraaien.4.10 m voor- en achteruitrijden om het afj
dichtmiddel in de band te verdelen.5.Banden opnieuw oppompen met de comj pressor.
Contact opnemen met een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalifij ceerde Service Partner of specialist als debandenspanning lager dan 2 bar blijft.
MobilitySystemopbergen
1.Verbindingsslang van de afdichtmiddeljhouder van het ventiel afhalen.2.Stekker van de compressor uit de contactj
doos in het interieur van de auto trekken.3.Verbindingsslang van afdichtmiddelhouder
losmaken.4.Afdichtmiddelhouder en verbindingsslang
inpakken en opbergen om vervuiling van
de bagageruimte te vermijden.5.Mobility System weer in de bagageruimte opbergen.
Afdichtmiddelverdelen
Direct circa 10 km rijden, zodat het afdichtmidj
del zich gelijkmatig in de banden verdeelt.
Toegelaten maximale snelheid van 80 km/hniet overschrijden.
Indien mogelijk niet langzamer rijden dan 20 km/h.
Seite 249WielenenbandenMobiliteit249
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 250 of 313

Bandenspanningcorrigeren1.Op een geschikte plaats stoppen.2.Verbindingsslang op ventiel van de band
schroeven.3.Verbindingsslang direct op compressor aanbrengen.4.Stekker in de contactdoos in het interieurvan de auto aanbrengen.5.Bandenspanning corrigeren tot 2,5 bar.'yBandenspanning verhogen: bij ingej
schakeld contact of draaiende motor
de compressor inschakelen.'yBandenspanning verlagen: knop op de
compressor indrukken.Ritvoortzetten
Toegestane maximumsnelheid van 80 km/h
niet overschrijden.
Bandenpechwaarschuwing RPA opnieuw inij tialiseren.
Reset van de bandenspanningscontrole RDC uitvoeren.
De defecte band en de afdichtmiddelhouder
van het Mobility System bij de volgende gelej
genheid zo snel mogelijk laten vervangen.
Sneeuwkettingen Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Door de montage van sneeuwkettingen
op banden die niet daarvoor geschikt zijn kunj
nen de sneeuwkettingen met delen van de auto in contact komen. Er bestaat kans op eenongeval of schade. De sneeuwkettingen alleen
op banden monteren, die door de fabrikant zijn ingedeeld als geschikt voor het gebruik van
sneeuwkettingen.'

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 320 next >