BMW 4 SERIES COUPE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 251 of 313

Gebruik
Het gebruik is uitsluitend paarsgewijs toegej
staan op de achterwielen voor de volgende
wielmaten:'y225/55 R 16.'y225/50 R 17.'y225/45 R 18.
Aanwijzingen van de sneeuwkettingfabrikant in acht nemen.
Met sneeuwkettingen de bandenpechwaarj schuwing RPA niet initialiseren, omdat dit tot
onjuiste weergaven kan leiden.
Met sneeuwkettingen geen reset van de banj
denspanningscontrole RDC uitvoeren, omdat
dit tot onjuiste weergaven kan leiden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen eventueel
de dynamische tractiecontrole DTC voor korte tijd activeren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Met sneeuwkettingen niet harder rijden dan 50 km/h.
Wielenvervangen Algemeen
Bij banden met noodloopeigenschappen of
gebruik van bandenafdichtmiddel is het niet noodzakelijk om de band direct te wisselen bij
spanningsverlies in geval van pech.
Zo nodig vindt u het juiste gereedschap voor
het verwisselen van wielen als toebehoren bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
De krik is alleen bedoeld voor het kort
opkrikken van de auto voor het verwisselen
van een wiel. Ook als de veiligheidsmaatregej
len in acht worden genomen is het gevaar aanj wezig dat de auto kan vallen door het omkiej
pen van de krik. Er bestaat kans op letsel of levensgevaar. Wanneer de auto met de krik opj
getild is, niet hieronder gaan liggen en de moj
tor niet starten.'

Page 252 of 313

WAARSCHUWING
Als de krik niet in het daarvoor bestemde
kriksteunpunt is geplaatst, kan de auto bij het
opkrikken worden beschadigd of kan de krik wegschieten. Er bestaat kans op letsel of
schade. Bij het opkrikken controleren dat de
krik in het kriksteunpunt naast de wielkuip is geplaatst.'

Page 253 of 313

2.De wielbout losschroeven.3.Na het losschroeven het adapterstuk weerverwijderen.
Vastschroeven
1.Adapter op de wielbout plaatsen. Het
adapterstuk evt. zo ver draaien tot het op
de wielbout past.2.Wielbout vastschroeven. Het aanhaalmoj
ment bedraagt 140 Nm.3.Adapterstuk verwijderen na het vastj
schroeven en opbergen.
Autovoorbereiden
'yDe auto op een veilige afstand van het wegverkeer op een vaste en slipvrije onjdergrond parkeren.'yAlarmknipperlichten inschakelen.'yParkeerrem bedienen.'yEen versnelling inschakelen of de keuzej
hendelstand P inschakelen.'yZodra de verkeerssituatie het toelaat alle
inzittenden laten uitstappen en buiten het
gevarengebied brengen, bijvoorbeeld achj
ter de vangrails.'yAfhankelijk van de uitvoering het gereedj schap en het noodwiel uit de auto nemen.'yEventueel gevarendriehoek of waarschuj
wingsknipperlichten op de betreffende afj
stand neerzetten.'yDe auto bovendien tegen wegrollen beveij
ligen.'yDe wielbouten een halve omwenteling losj draaien.Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de gejmarkeerde posities.
Voertuigoptillen WAARSCHUWING
De handen of vingers kunnen bij het gej
bruik van de krik ingeklemd raken. Er bestaat
kans op letsel. Bij het gebruik van de krik de
Seite 253WielenenbandenMobiliteit253
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 254 of 313

beschreven positie van de handen aanhouden
en deze positie niet veranderen.'

Page 255 of 313

5.De slinger van de krik linksom draaien om
de krik in te schuiven en de auto te laten zakken.6.Krik verwijderen en veilig opbergen.
Nahetverwisselenvaneenwiel
1.De wielbouten kruiselings vastdraaien. Het
aanhaalmoment bedraagt 140 Nm.2.Indien nodig het defecte wiel in de bagagej
ruimte opbergen.
Het defecte wiel is te groot om bewaard te kunnen worden onder de bagageruimteboj dem.3.De bandenspanning bij de volgende gelej
genheid controleren en zo nodig corrigej ren.4.Bandenpechwaarschuwing RPA opnieuw
initialiseren.
Reset van de bandenspanningscontrole RDC uitvoeren.5.Het vastzitten van de wielbouten laten conjtroleren met een gekalibreerde momentsj
leutel.6.Naar de dichtstbijzijnde Service Partner van de fabrikant, een andere gekwalifijceerde Service Partner of een specialist rijjden, om de beschadigde banden te laten
vervangen.Seite 255WielenenbandenMobiliteit255
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 256 of 313

MotorruimteUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Belangrijkezakenindemotorruimte
1Starthulp, accuminpool2Voertuigidentificatienummer3Vulnippel voor sproeiervloeistof4Starthulp, accupluspool5Zekeringkast motorruimte6Olievulpijp7Koelvloeistofreservoir
Bij 6-cilinder- en dieselmotoren bevindt
zich het koelvloeistofreservoir aan de tej
genoverliggende kant van de motorruimte.Seite 256MobiliteitMotorruimte256
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 257 of 313

MotorkapVeiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Door ondeskundig uitgevoerde werkj
zaamheden in de motorruimte kunnen onderj delen worden beschadigd en tot een veiligjheidsrisico leiden. Er bestaat kans op een
ongeval of schade. Werkzaamheden in de moj
torruimte door een Service Partner van de faj brikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten controleren.'

Page 258 of 313

MotorolieUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Het motorolieverbruik is afhankelijk van derijstijl en van de gebruiksomstandigheden.
Daarom regelmatig, na elke tankbeurt, het mojtoroliepeil met een uitvoerige meting controlejren.
Het motorolieverbruik kan hoger zijn, bijvoorj beeld in de volgende situaties:'yBij een sportieve rijstijl.'yBij het inrijden van de motor.'yBij het stationair draaien van de motor.'yBij het gebruik van motoroliesoorten die alsongeschikt zijn aangemerkt.
Afhankelijk van het motoroliepeil worden verjschillende Check Control-meldingen op het
Control Display weergegeven.
Veiligheidsvoorschriften OPMERKING
Te weinig motorolie veroorzaakt motorj
schade. Er bestaat gevaar voor schade. Onj middellijk motorolie bijvullen.'

Page 259 of 313

PeilmotorolietonenVia iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Motoroliepeil"
Het motoroliepeil wordt weergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Wanneer vaak korte ritten worden afgelegd of
een dynamische rijstijl kan eventueel geen
meetwaarde worden berekend. In dit geval
wordt de meetwaarde van de laatste volj
doende lange rit weergegeven.
Uitvoerigemeting
Principe Het motoroliepeil wordt bij stilstand gecontroj
leerd en op een schaalverdeling weergegeven.
Als het motoroliepeil zijn toelaatbare gebruiksj
bereik verlaat, verschijnt er een Check-Conj
trol-melding.
Algemeen
Tijdens de meting wordt het stationaire toej
rental iets verhoogd.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yDe auto staat op een vlakke ondergrond.'yHandgeschakelde versnellingsbak: keuzej hendel in vrijstand, koppeling en gaspedaalniet ingedrukt.'ySteptronic versnellingsbak: keuzehendel in
keuzehendelstand N of P en gaspedaal niet ingedrukt.'yMotor draait en is op bedrijfstemperatuur.Uitvoerigemetinguitvoeren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Motoroliepeil"4."Motoroliepeilmeting starten"5."Meting starten"
Het motoroliepeil wordt gecontroleerd en op een schaalverdeling weergegeven.
Motoroliebijvullen
Algemeen
Motorolie pas bijvullen als de melding in het inj
strumentenpaneel verschijnt. De hoeveelheid
bij te vullen olie is aangegeven in de melding in het instrumentenpaneel.
Alleen geschikte soorten motorolie, zie paj
gina 260, voor bijvullen gebruiken.
Contact uitschakelen en auto veilig parkeren
voordat motorolie bijgevuld wordt.
Erop letten dat er niet te veel motorolie gevuld wordt.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bedrijfsstoffen, bijv. olie, vet, koelvloeij
stof en brandstof, kunnen stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de gezondheid. Er bestaatkans op letsel of levensgevaar. Aanwijzingenop de verpakkingen in acht nemen. Ervoor zorjgen dat kleding, huid of ogen niet met bedrijfsj
stoffen in contact komen. Bedrijfsstoffen niet in andere flessen overgieten. Bedrijfsstoffen
buiten het bereik van kinderen bewaren.'

Page 260 of 313

OPMERKING
Te veel motorolie kan de motor of de kaj
talysator beschadigen. Er bestaat gevaar voor
schade. Niet te veel motorolie bijvullen. Als te
veel motorolie is bijgevuld, het oliepeil door
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist laten corrigeren.'

Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 ... 320 next >