BMW 4 SERIES COUPE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 81 of 313

GroepGewicht van
het kindLeeftijd bij
benaderingPassagiersj
stoel, airbag
ONPassagiersj
stoel, airbag
OFF m a)Achterbank,
buitenste
zitplaatsen m
b)Achterbank,
middenIII22 m 36 kgVanaf 7 jaarXUU, LXU: geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de universele categorie die voor toepassing in deze gewichtsgroep geschikt zijn.
L: geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de categorie semi-universeel, als de auto en de zitplaats in de voertuigtypelijst van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem zijn vermeld.
X: niet geschikt voor kinderveiligheidssystemen in de universele categorie die voor toepassing in
deze gewichtsgroep geschikt zijn.
b) De lengteverstelling van de passagiersstoel aanpassen en, indien nodig, in de hoogste stand zetten om een optimale ligging van de veiligheidsgordel te verkrijgen.
b) Bij gebruik van kinderveiligheidssystemen op de achterbank eventueel de lengte-instelling van de voorstoel aanpassen en de hoofdsteun van de achterbank aanpassen of verwijderen.Kinderenaltijdopdeachterbank
Algemeen
Ongevallenanalyse toont aan dat de achterj
bank de veiligste plek is voor kinderen.
Kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan
150 cm alleen achterin vervoeren in geschikte kinderveiligheidssystemen die zijn afgestemd
op hun leeftijd, gewicht en lengte. Kinderen vanaf 12 jaar vastzetten met een veiligheidsj
gordel zodra een geschikt kinderveiligheidsj systeem voor kinderen op grond van hun leefj
tijd, gewicht en lengte niet meer in aanmerking komt.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de
veiligheidsgordel zonder geschikte aanvulj
lende kinderveiligheidssystemen niet correct
dragen. De beschermende werking van de veij
ligheidsgordels kan beperkt zijn of wegvallen
als deze verkeerd worden gedragen. Een verj keerd gedragen veiligheidsgordel kan extra letjsel veroorzaken, bijvoorbeeld bij een ongevalof bij rem- en uitwijkmanoeuvres. Er bestaatkans op letsel of levensgevaar. Kinderen kleijner dan 150 cm in geschikte kinderveiligheidsj
systemen vastzetten.'

Page 82 of 313

WAARSCHUWING
Bij een verkeerde stoelinstelling of onj
juiste montage van het kinderzitje is de stabilij teit van het kinderveiligheidssysteem verminjderd of volledig afwezig. Er bestaat kans opletsel of levensgevaar. Erop letten dat het kinj
derveiligheidssysteem strak tegen de leuning
aan ligt. Bij alle betreffende rugleuningen zo
mogelijk de rugleuninghoek aanpassen en de
stoelen correct instellen. Erop letten dat de
stoelen en de leuningen correct ingeklikt of
vergrendeld zijn. Indien mogelijk de hoogte van
de hoofdsteunen aanpassen of deze verwijdej
ren.'

Page 83 of 313

bags uitgeschakeld zijn en het controlelampjePASSENGER AIRBAG OFF brandt.'

Page 84 of 313

GroepGewicht van het
kindLeeftijd bij bej
naderingKlasse/categoj
rie m a)Passaj
giersj
stoel,
airbag
ONPassaj
giersj
stoel,
airbag
OFFAchj
terj
bank,
buitenj
ste zitj
plaatj
senAchj
terj
bank,
midj
den0Tot 10 kgcirca 9 maanj
denE - ISO/R1XXILX0+Tot 13 kgcirca 18 maanj
denE - ISO/R1
D - ISO/R2
C - ISO/R3X
X
XX
X
XIL
IL
ILX
X
XI9 - 18 kgTot circa 4 jaarD - ISO/R2
C - ISO/R3
B - ISO/F2
B1 - ISO/F2X
A - ISO/F3X
X
X
X
XX
X
X
X
XIL
IL
IL, IUF
IL, IUF
IL, IUFX
X
X
X
Xa) Bij gebruik van kinderzitjes op de achterbank eventueel de lengte-instelling van de voorstoel
aanpassen en de hoofdsteunen van de achterbank aanpassen of verwijderen.IL: geschikt voor ISOFIX kinderveiligheidssystemen in de categorie semi-universeel, als de auto
en de zitplaats in de voertuigtypelijst van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem zijn verj
meld.IUF: geschikt voor naar voren gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen in de categorie Unij versal die voor toepassing in deze gewichtsklasse geschikt zijn.X: de stoel is niet met bevestigingspunten voor het ISOFIX-systeem uitgerust of goedgekeurd.BevestigingenvoorondersteISOFIX-verankeringen
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Als de ISOFIX-kinderveiligheidssystej
men niet correct vergrendeld zijn, kan de bej schermende werking van de ISOFIX-kinderveijligheidssystemen verminderd zijn. Er bestaatkans op letsel of levensgevaar. Erop letten datde onderste verankering correct vergrendeld isen dat het ISOFIX-kinderveiligheidssysteemstrak tegen de leuning aan ligt.'

Page 85 of 313

De bevestigingspunten voor de onderste ISOjFIX-verankeringen bevinden zich achter de gej
markeerde afdekkingen.
Bevestigingspunten voor de onderste ISOFIX-
verankeringen bevinden zich in de uitsparing
tussen de zitting en de rugleuning.
VoormontagevanISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
De gordel uit het gebied van de kinderstoelbej
vestiging wegtrekken.
MontagevanISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
1.Kinderveiligheidssysteem monteren, zie de aanwijzingen van de fabrikant.2.Erop letten dat de beide ISOFIX-verankej
ringen correct vergrendeld zijn.BevestigingenvoorbovensteISOFIX
bevestigingsriem
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij verkeerd gebruik van de bovenste bej
vestigingsriem van een kinderveiligheidssysj teem kan de beschermende werking verminjderd zijn. Er bestaat kans op letsel. Erop letten
dat de bovenste bevestigingsriem niet over scherpe randen of gedraaid naar het bovenstebevestigingspunt wordt geleid.'

Page 86 of 313

Voor de bovenste bevestigingsriem van ISOj
FIX-kinderzitjes zijn er twee bevestigingspunj
ten.
Geleidingvandebevestigingsriem
1Rijrichting2Bovenste bevestigingsriem3Hoofdsteun4Hoedenplank5Bevestigingspunt6Haak van bovenste bevestigingsriem
Bovenstebevestigingsriemop
bevestigingspuntaanbrengen
1.Afdekking van het bevestigingspunt naar boven klappen.2.Bovenste bevestigingsriem over de hoofdj
steun leiden.3.Haak van de bevestigingsriem aan het bej vestigingspunt vastmaken.4.Bevestigingsriem strak omlaag trekken.Aanbevolenkinderzitjes
Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of een
specialist geschikte kinderveiligheidssysteem
verkrijgbaar.'yBMW Baby Seat groep 0+.'yBMW Junior Seat groep 1.'yBMW Junior Seat groep 2/3.'yISOFIX Base.Seite 86BedieningKinderenveiligvervoeren86
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 87 of 313

RijdenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Start/stop-knop Principe Door indrukken van de start/
stop-knop wordt het contact in-
of uitgeschakeld en wordt de
motor gestart.
Steptronic transmissie: de moj
tor start, wanneer tegelijk met het indrukken
van de start-/stop-toets de rem wordt ingej
trapt.
Handgeschakelde versnellingsbak: de motor
start wanneer bij het indrukken van de start/
stop-knop het koppelingspedaal wordt ingej
drukt.
Contactaan Steptronic transmissie: start-/stop-toets inj
drukken, rem daarbij niet intrappen.
Handgeschakelde versnellingsbak: start/stop- knop indrukken zonder de koppeling in te trapjpen.
Alle systemen zijn gebruiksklaar.
De controle- en waarschuwingslampjes in het
instrumentenpaneel branden niet allemaal
even lang.Bij afgezette motor het contact en niet-benoj
digde stroomverbruikers uitschakelen om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Contactuit
Steptronic transmissie: start-/stop-toets opj nieuw indrukken, rem daarbij niet intrappen.
Handgeschakelde versnellingsbak: start/stop- knop opnieuw indrukken zonder de koppeling
in te trappen.
Alle controlelampjes in het instrumentenpaj
neel doven.
Bij afgezette motor het contact en niet-benoj digde stroomverbruikers uitschakelen om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Veiligheidsmaatregelen
Bij het uitschakelen van het contact wordt auj tomatisch keuzehendelstand P ingeschakeld,als keuzehendelstand D of R ingeschakeld is.
Het contact wordt bij stilstaande auto en afgej zette motor onder de volgende omstandighejden automatisch uitgeschakeld:'yBij het vergrendelen, ook bij ingeschakeld
dimlicht.'yKort voordat de accu ontladen raakt, zodat
het starten van de motor nog mogelijk is.'yBij het openen of sluiten van het bestuurj dersportier, wanneer de veiligheidsgordel
van de bestuurder is afgedaan en het dimj
licht is uitgeschakeld.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel van de bestuurder, wanneer het bestuurdersjportier is geopend en het dimlicht is uitgej
schakeld.
Na enkele minuten zonder verdere bediening
wordt van dimlicht op stadslicht omgeschaj
keld.
Seite 87RijdenBediening87
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page 88 of 313

Standby-modusvanderadio
Algemeen
Bij standby-modus van de radio blijven een aantal stroomverbruikers gebruiksklaar.
Activeren
Bij draaiende motor de start/stop-knop indrukj ken.
Bij stilstaande motor en ingeschakeld contact:
bij openen van het portier wordt de standby- modus van de radio automatisch geactiveerd
als het licht uitgeschakeld is of de dagrijverj
lichting ingeschakeld is.
De standby-modus van de radio blijft ingej
schakeld als het contact bijvoorbeeld wegens
de volgende redenen automatisch wordt uitgej
schakeld:'yOpenen en sluiten van het bestuurdersporj tier.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel.'yBij automatisch omschakelen van het dimj
licht naar stadslicht.
Automatischuitschakelen
De standby-modus van de radio wordt in de
volgende situaties automatisch uitgeschakeld:
'yAls het contact met de start-/stopknop handmatig wordt uitgeschakeld.'yNa circa 8 minuten.'yBij het vergrendelen van de auto met decentrale vergrendeling.'yKort voordat de accu ontladen raakt, zodat
het starten van de motor nog mogelijk is.Startenvandemotor
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de
auto binnendringen, die schadelijk voor de gej
zondheid zijn. De uitlaatgassen bevatten kleur- en reukloze schadelijke stoffen. In gesloten
ruimten kunnen de uitlaatgassen zich ook buij
ten de auto ophopen. Er bestaat levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor voldoende
ventilatie zorgen.'

Page 89 of 313

Steptronicversnellingsbak
Motorstarten1.Rempedaal indrukken.2.Start/stop-knop indrukken.
Het starten verloopt korte tijd automatisch en wordt be

Page 90 of 313

tact blijft ingeschakeld. Voor het wegrijdenstart de motor automatisch.
Algemeen Na elke motorstart met de start-/stopknop isde automatische start-stop-functie in werking.
De functie wordt vanaf circa 5 km/h geactij
veerd.
Afhankelijk van de gekozen rijmodus wordt het systeem automatisch geactiveerd of gedeactij veerd.
Afzettenvandemotor
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De motor wordt tijdens stilstaan onder de volj gende omstandigheden automatisch uitgej schakeld:
Steptronic versnelling:'yKeuzehendel in keuzehendelstand D.'yHet rempedaal blijft tijdens de stilstand van de auto ingedrukt.'yVeiligheidsgordel bestuurder is omgegespt
of het bestuurdersportier is gesloten.
Handversnelling:
'yDe vrijstand is ingeschakeld en het koppej
lingspedaal is niet ingetrapt.'yVeiligheidsgordel bestuurder is omgegespt
of het bestuurdersportier is gesloten.
Bij afgezette motor wordt de luchthoeveelheid
van de airconditioning gereduceerd.
Weergaveninhetinstrumentenpaneel De Ready-weergave in de toej
renteller geeft aan dat de autoj
matische start-stop-functie van
de motor gereed is voor het auj
tomatisch starten van de motor.
De weergave geeft aan dat niet
voldaan is aan de voorwaarden
voor het automatisch stoppen
van de motor.
Beperktewerking
De motor wordt bijv. in de volgende situaties
niet automatisch uitgeschakeld:'yOp steile hellingen.'yBuitentemperatuur te laag.'yHoge buitentemperatuur en airconditioj ning ingeschakeld.'yInterieur nog niet zoals gewenst verwarmdof gekoeld.'yMotor is nog niet op bedrijfstemperatuur.'ySterke stuuruitslag of stuurhandeling.'yNa het achteruitrijden.'yAls de ruiten zouden kunnen aanwasemenwanneer de automatische airconditioningis ingeschakeld.'yAccu is zwaar ontladen.'yOp grotere hoogten.'yMotorkap is ontgrendeld.'yInparkeersysteem is geactiveerd.'yStilstaand en langzaam rijdend verkeer.'yKeuzehendel in stand N, M/S of R.'yGebruik van brandstof met hoog ethanolj
gehalte.
Startenvandemotor
Voor het wegrijden start de motor onder de
volgende voorwaarden automatisch:
'ySteptronic transmissie: door loslaten van het rempedaal.'yHandgeschakelde versnellingsbak: koppej
lingspedaal wordt ingetrapt.
Na motorstart zoals op de gebruikelijke wijze accelereren.
Seite 90BedieningRijden90
Online Edition for Part no. 01402984410 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 320 next >