BMW 4 SERIES GRAN COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 111 of 297

Algemeen
Op het Control Display staan twee verschilj
lende boordcomputers ter beschikking:'y"Boordcomputer": Er worden gemiddelde
waarden, zoals het verbruik, weergegeven. De waarden kunnen afzonderlijk teruggej
zet worden.'y"Reiscomputer": Waarden geven een overj
zicht van een bepaald traject en kunnen
willekeurig vaak teruggezet worden.
Boordcomputerofreis-
boordcomputeroproepen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer" of "Reiscomputer"
BoordcomputerterugzettenVia iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer"4."Verbruik" of "Snelheid"5."OK"
Reis-boordcomputerresetten
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Reiscomputer"4.Controller eventueel naar links kantelen.'y "Terugzetten": alle waarden worj
den teruggezet.'y "Automatische reset": alle waarj
den worden na circa 4 uur stilstand van de auto teruggezet.Sportweergaven
Algemeen
In het Control Display kunnen bij overeenkomj stige uitrusting de actuele waarden voor verj mogen en koppel worden weergegeven.
Sportweergavenweergeven Via iDrive:1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."Sportdisplays"
Snelheidswaarschuwing
Principe
Er kan een snelheidsgrens ingesteld worden,
waarna er bij het bereiken hiervan wordt gej
waarschuwd.
Algemeen
Herhaalde waarschuwing wanneer de ingej stelde snelheid eenmaal met ten minste
5 km/h wordt onderschreden.
Snelheidswaarschuwingweergeven,
instellenofwijzigen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Waarschuwing bij:"5.Controller draaien tot de gewenste snelj
heid wordt weergegeven.6.Controller indrukken.Seite 111WeergavenBediening111
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 112 of 297

Snelheidswaarschuwingactiveren/
deactiveren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Snelheidswaarschuwing"5.Controller indrukken.
Actuelesnelheidovernemenals
snelheidswaarschuwing
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Huidige snelheid overnemen"5.Controller indrukken.
Head-UpDisplay
Principe
Het systeem projecteert belangrijke informatie
in het gezichtsveld van de bestuurder, bijvoorj
beeld de snelheid.
De bestuurder kan deze informatie zo in zich
opnemen zonder de blik van de weg af te wenj den.
Overzicht
In-/uitschakelen1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Head-up display"
Weergave
Overzicht
Op het Head-Up Display wordt de volgende inj formatie weergegeven:
'ySnelheid.'yNavigatiesysteem.'yCheck-Control-meldingen.'yKeuzelijst uit het instrumentenpaneel.'yRijhulpsystemen.
Een deel van deze informatie wordt alleen injdien nodig kortstondig weergegeven.
WeergaveninhetHead-UpDisplay
selecteren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Weergegeven informatie"6.De gewenste weergaven in het Head-Up
Display selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Helderheidinstellen
De helderheid wordt automatisch aan het omj
gevingslicht aangepast.
De basisinstelling kan worden ingesteld.
Seite 112BedieningWeergaven112
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 113 of 297

Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Helderheid"6.Controller draaien tot de gewenste helderj
heid bereikt is.7.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid
van het Head-Up Display ook met behulp van de instrumentenverlichting worden aangepast.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Hoogteinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Hoogte"6.Controller draaien tot de gewenste hoogte is bereikt.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Rotatieinstellen
Het beeld van het Head-Up Display kan om zijn eigen as worden gedraaid.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Rotatie"6.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling bereikt is.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
;ichtbaarheidvanhetdisplay
De zichtbaarheid van de weergaven in het
Head-Up Display wordt be

Page 114 of 297

Voertuigstatus
Algemeen
Er kunnen voor enkele systemen de toestanj
den worden weergegeven of acties worden uitj
gevoerd.
Voertuigstatusoproepen Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"
Overzichtvandeinformatie
'y "Indicatie lekke band (RPA)": Status
van de bandenpechwaarschuwing, zie paj gina 129.'y "Bandenspanningscontrole": Status
van de bandenspanningscontrole, zie paj
gina 125.'yTerugzetten van de bandenspanningsconj
trole, zie pagina 126.'y "Motoroliepeil": Elektronische oliej
peilcontrole, zie pagina 238.'y "Check Control": Check-Control-melj
dingen worden op de achtergrond opgej slagen en kunnen op het Control Display
worden weergegeven. Weergave opgeslaj gen Check-Control-meldingen, zie paj
gina 102.'y "Servicebehoefte": Weergave van de
servicebehoefte, zie pagina 105.'y "Teleservice oproep": Teleservice Call.Seite 114BedieningWeergaven114
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 115 of 297

VerlichtingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
SymboolFunctieMistachterlichtMistlampAutomatische verlichtingsregeling
Adaptieve bochtverlichtingSymboolFunctieLicht uit
DagrijlichtStadslichtDimlichtInstrumentenverlichting
Stads-,dim-enparkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
Wanneer bij uitgeschakeld contact het bej stuurdersportier wordt geopend, wordt de buijtenverlichting bij deze schakelaarstanden aujtomatisch uitgeschakeld.
Stadslicht
Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd inj geschakeld laten, anders wordt de accu ontlaj
den en kan de motor evt. niet meer worden gej start.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht,
zie pagina 116, inschakelen.
Dimlicht
Schakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Seite 115VerlichtingBediening115
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 116 of 297

Parkeerlicht
Principe De stadslichten kunnen aan

Page 117 of 297

Dimlicht blijft altijd ingeschakeld, zolang hetmistlicht ingeschakeld is.
Activeren Schakelaarstand:

Het controlelampje in het instrumentenpaneel
brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem
Het inschatten van de verlichting valt, ondanks de automatische verlichtingsregeling, onder deverantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld mist of nej velig weer niet herkennen. In dergelijke situj
aties moet de verlichting handmatig worden inj
geschakeld om veiligheidsrisico's te
voorkomen.
Dagrijlicht Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worj
den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Adaptievebochtverlichting
Principe De adaptieve bochtverlichting is een variabelekoplampregeling, die een dynamische verlichj
ting van het wegdek mogelijk maakt.
Algemeen
Afhankelijk van de stuuruitslag en van andere
parameters volgt het koplamplicht het verloop van de weg.
Om het tegemoetkomend verkeer niet te verj blinden, draait de adaptieve bochtverlichtingbij stilstand niet naar de bestuurderszijde.
Afhankelijk van de uitvoering bestaat de adapj
tieve bochtverlichting uit een of meer systej
men:'yVariabele lichtverdeling, zie pagina 117.'yHoekverlichting, zie pagina 118.
Activeren
Schakelaarstand
bij ingeschakeld contact.
Variabelelichtverdeling De variabele lichtverdeling maakt een nog bejtere verlichting van de weg mogelijk, afhankejlijk van de snelheid.
'yStadslicht: het verlichtingsbereik van het
dimlicht wordt uitgebreid aan de zijkanten.
Het stadslicht wordt ingeschakeld wanneer
bij het accelereren niet sneller wordt gerej
den dan 50 km/h of bij het remmen langzaj
mer wordt gereden dan 40 km/h.'yAutosnelweglicht: de reikwijdte van het
dimlicht wordt vergroot. De snelwegverj
lichting wordt ingeschakeld wanneer de
snelheid gedurende 30 seconden boven
110 km/h ligt of zodra de snelheid hoger is
dan 140 km/h. De snelwegverlichting wort
uitgeschakeld langzamer wordt gereden dan 80 km/h.Seite 117VerlichtingBediening117
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 118 of 297

Hoekverlichting
In nauwe bochten, bijvoorbeeld haarspeldj
bochten, of bij het afslaan wordt tot een bej
paald snelheidsbereik de hoekverlichting ingej
schakeld. Daardoor wordt de binnenzijde van
de bocht beter verlicht.
De hoekverlichting wordt afhankelijk van de
stuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch
ingeschakeld.
Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag auj tomatisch ingeschakeld.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
De adaptieve bochtverlichting heeft een funcj
tiestoring of is uitgevallen. Het systeem door
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specijalist laten controleren.
Adaptieve
koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseerthet optrekken en afremmen, om het tegemoetjkomend verkeer niet te verblinden en te zorgenvoor een optimale verlichting van de weg.
Grootlichtassistent
Principe De grootlichtassistent herkent vroegtijdig anjdere verkeersdeelnemers en schakelt afhankej
lijk van de verkeerssituatie het grootlicht autoj
matisch in of uit. De functie zorgt ervoor dat
het grootlicht wordt ingeschakeld als de verj
keerssituatie dit vereist. Bij lage snelheden wordt het grootlicht door het systeem niet inj
geschakeld.Algemeen
Het systeem reageert op de verlichting van het
tegemoetkomende en voorliggende verkeer
alsook op voldoende verlichting in bijvoorbeeld de bebouwde kom.
Het grootlicht kan altijd zoals gewend worden in- en uitgeschakeld.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt
het grootlicht bij tegenliggers niet uitgeschaj
keld, maar worden alleen de gedeeltes uitgej
schakeld die het tegemoetkomend verkeer kunnen verblinden. In dit geval blijft het blauwe
controlelampje gewoon branden.
Inschakelen/uitschakelen1.Afhankelijk van de uitrusting lichtschakej
laar in stand
of draaien.
2.Toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukken, pijl.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het
controlelampje in het instrumentenpaj
neel.
De verandering tussen dimlicht en grootlicht
wordt automatisch uitgevoerd.
Het blauwe controlelampje in het inj
strumentenpaneel brandt, als het
grootlicht door het systeem wordt inj
geschakeld.
Bij het handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht, zie pagina 88, wordt de grootlichtj
assistent gedeactiveerd. Om de grootlichtasj sistent opnieuw te activeren, de toets op de
richtingaanwijzerschakelaar indrukken.
Seite 118BedieningVerlichting118
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 119 of 297

Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent kan de persoonlijke bej
slissing over het gebruik van het grootlicht niet
vervangen. In situaties waarin dit nodig is
daarom handmatig het grootlicht uitschakelen,
anders bestaat er een veiligheidsrisico.
In de volgende situaties werkt het systeem niet
of slechts beperkt en kan een persoonlijke
handeling nodig zijn:'yBij extreem ongunstige weersomstandigj heden zoals dichte mist of hevige neerslag.'yBij de waarneming van verkeersdeelnejmers met slechte eigen verlichting, zoalsvoetgangers, fietsers, ruiters, karren, bijtrein- of scheepsverkeer nabij de weg en
bij wildoversteekplaatsen.'yIn scherpe bochten, op steile hellingen, bij
kruisend verkeer of half verdekt tegemoetj
komend verkeer op de snelweg.'yIn slecht verlichte dorpen en bij sterk rej flecterende borden.'yAls de voorruit in het gebied voor de binj
nenspiegel beslagen, verontreinigd of door stickers, vignetten enz. bedekt is.
Mistlamp
Mistlamp
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Stads- of dimlicht moet ingeschakeld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken. Het groene controlejlampje brandt bij ingeschakelde misj
tlampen.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie pagina 116, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van de mistlampen automaj
tisch ingeschakeld.
Geleidingsmistlamp
In schakelaarstand
wordt een geleiding-
mistverlichting ingeschakeld voor een bredere
verlichting tot een snelheid van 110 km/h.
Mistachterlicht
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Dimlicht of mistlampen moeten ingeschakeldzijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken. Het gele controlejlampje brandt, bij ingeschakeld misj
tachterlicht.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie pagina 116, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van het mistachterlicht auj
tomatisch ingeschakeld.
Rechts-/linksrijdendverkeer Algemeen
Bij de grensovergang naar landen waarin niet aan dezelfde kant van de weg wordt gereden
als in het land van toelating, dienen de volj
gende maatregelen te worden genomen om
verblinding door de koplampen te voorkomen.
Xenon-koplamp De lichtverdeling van de koplampen voorkomt
de verblindende werking van het dimlicht, ook
wanneer in een land aan de andere kant van de
weg gereden wordt in vergelijking met het land
van toelating.
Adaptievebochtverlichting
Bij rijden in een land waarin aan de andere kant van de weg dan in het land van toelating gerej
den wordt, niet met schakelaarstand
rijj
den, anders kan een verblindende werking
door de bochtverlichting optreden.
Seite 119VerlichtingBediening119
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 120 of 297

LED-koplampenBij de Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of spej cialist is afplakfolie verkrijgbaar. Voor het aanj
brengen van de folie de bijgevoegde gebruiksj aanwijzing in acht nemen.
Adaptievebochtverlichting In landen waarin niet aan dezelfde kant van de
weg wordt gereden als in het land van toelaj ting, schakelaarstand
niet activeren vanj
wege de verblindende werking door de variaj bele verdeling van het licht.
Instrumentenverlichting
Instellen Voor de instelling van de lichtj
sterkte moet het stads- of dimj licht ingeschakeld zijn.
De lichtsterkte kan met de gej
kartelde knop worden ingesteld.
Interieurverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering worden de interij
eurverlichting, de beenruimteverlichting en de omgevingsverlichting automatisch aangej
stuurd.
De helderheid wordt bij enkele uitrustingsvarij anten door de gekartelde knop voor de instruj mentenverlichting be

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 300 next >