BMW 4 SERIES GRAN COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 297

Gecorrodeerde remschijven krijgen bij het
remmen groeven die meestal niet meer kunj
nen worden verwijderd.
Condenswaterbijgeparkeerdeauto
In de airconditioning ontstaat condenswater,
dat onder de auto wegloopt.
Racenopeencircuit
De hogere mechanische en thermische belasj
ting bij het gebruik op het circuit leidt tot hoj gere slijtage. Deze slijtage wordt niet door degarantie gedekt. De auto is niet voor ontworj
pen om te gebruiken bij autoraces.
Voor het rijden op een circuit de auto bij eenService Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of een speciaj
list laten controleren.Seite 201BijhetrijdeninachtnemenRijtips201
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 202 of 297

BeladingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Door een hoog totaalgewicht kan de
band oververhit raken, inwendig beschadigd raken en plotseling spanningsverlies veroorzajken. De rij-eigenschappen kunnen negatiefworden be

Page 203 of 297

Bevestigingsogeninde
bagageruimte
Voor het vastzetten van de bagage zijn vier bej
vestigingsogen aangebracht in de bagagej ruimte.
Hulpmiddelen voor het vastzetten van de baj gage, zoals sjorbanden, spanbanden, trekbanj den of bagagenetten, aan de sjorogen in debagageruimte bevestigen.
Vloernet
Voor het vastzetten van de bagage kan ook het vloernet gebruikt worden.
Het vloernet in de ogen in de bodem bagagejruimte haken.
Dakdrager Algemeen
Dakdragers zijn beschikbaar als speciale acj
cessoires.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij het rijden met dakbelasting, bijv. met
een dakdrager, kan door het hogere zwaartej
punt in rijkritische situaties de rijveiligheid niet
meer gewaarborgd zijn. Er bestaat kans op een
ongeval of schade. Bij het rijden met dakbelasj
ting de Dynamische Stabiliteits Controle DSC
niet deactiveren.'

Page 204 of 297

'yDe zwaarste bagagestukken onderop legj
gen.'yDakbagage veilig bevestigen, bijvoorbeeld
met spanbanden vastsjorren.'yGeen voorwerpen in het zwenkbereik van
de achterklep laten uitsteken.'yDefensief rijden en fel accelereren en remj men of snel rijden in de bochten vermijden.Seite 204RijtipsBelading204
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 205 of 297

RijdenmeteenaanhangwagenUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Het toegestane aanhangwagengewicht, de asjbelastingen, kogeldruk en het toegestane toj taalgewicht zijn aangegeven in de technischegegevens.
Voor mogelijkheden voor het verhogen hiervan contact opnemen met de Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.
De auto is uitgerust met een versterkte vering
aan de achteras en afhankelijk van het type met een koelsysteem met verhoogde capacijteit.
Voorhetrijden Kogeldruk De minimale kogeldruk van 25 kg indien mogejlijk niet onderschrijden en de maximale kogeldj
ruk zo veel mogelijk benutten.
De maximale belading van de trekkende auto wordt door het gewicht van de trekhaak en dekogeldruk verminderd. De kogeldruk verhoogthet gewicht van de auto. Het maximaal toelaatjbaar totaalgewicht van de trekkende auto mag
daardoor niet worden overschreden.
Belading
De bagage zo gelijkmatig mogelijk over het laadvlak verdelen.
De belading zo laag mogelijk en in de nabijheid
van de aanhangerassen opbergen. Een lager
aanhangerzwaartepunt verhoogt de veiligheid
van de totale combinatie.
Het toegestane totaalgewicht van de aanhanj
ger en de toegestane aanhangerlast van de auto mogen niet overschreden worden. Delaagste waarde is altijd beslissend.
Bandenspanning Let op de bandenspanning van de auto en de
aanhanger.
Voor de auto geldt de bandenspanning, zie paj gina 224, voor hogere belading.
Bij de aanhanger zijn de voorschriften van de
fabrikant maatgevend.
Bandenpechwaarschuwing
Na correctie van de bandenspanning en aan- of afkoppelen van een aanhanger de bandenj
pechwaarschuwing opnieuw initialiseren.
Bandenspanningscontrole
Na correctie van de bandenspanning en aan-
of afkoppelen van een aanhanger de bandenj spanningscontrole opnieuw initialiseren.
Buitenspiegels De wetgever schrijft twee buitenspiegels voordie de beide achterkanten van de aanhanger
laten zien. Dergelijke spiegels zijn als accesj soires bij een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist verkrijgbaar.Seite 205RijdenmeteenaanhangwagenRijtips205
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 206 of 297

StroomverbruikVoor het begin van de rit de werking van de
achterlichten van de aanhangwagen controlej
ren.
Het vermogen van de aanhangerachterlichten
mag de volgende waarden niet overschrijden:'yRichtingaanwijzers: per zijde 42 watt.'yAchterlichtlampen: per zijde 50 watt.'yRemlichten: samen 84 watt.'yMistachterlichten: samen 42 watt.'yAchteruitrijlamp: samen 42 watt.
Inschakeltijden van de stroomverbruikers bij
het rijden met een caravan kort houden om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Rijdenmeteenaanhanger
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Vanaf ca. 80 km/h kan de aanhangwagen,
afhankelijk van de constructie en voertuigbelaj ding, in slingerbewegingen raken. Er bestaat
kans op een ongeval of schade.
Bij het rijden met een aanhanger snelheid aanj
passen. Bij slingerbewegingen direct remmen en de nodige stuurcorrecties zo voorzichtigmogelijk uitvoeren.'

Page 207 of 297

Als de aanhangercontactdoos in gebruik iszonder dat er een aanhanger is aangekoppeld,kan het systeem in extreme verkeerssituatieseveneens in werking treden bijv. bij gebruikvan een fietsendrager met verlichting.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Het systeem werkt bij het trekken van een aanjhanger en gebruikte aanhangercontactdoos
vanaf ca. 65 km/h.
Grenzenvanhetsysteem'yHet systeem kan niet ingrijpen als de aanj
hanger meteen schaart, bijv. op bij gladj
heid of op wegen met een losse onderj
grond.'yAanhangers met een hoog zwaartepunt kunnen kantelen voordat een slingerbewej
ging wordt herkend.'yHet systeem is buiten bedrijf, wanneer de dynamische stabiliteitscontrole DSC gej
deactiveerd of uitgevallen is.
Trekhaakmetelektrisch
draaibarekogelkop
Algemeen
De wegdraaibare kogelkop bevindt zich aan de onderzijde van de auto.
LED brandt groen als het systeem bedrijfsklaar is.
De toets voor het uit- en inzwenken van de kojgelkop bevindt zich achter de linkerzijbeklej
ding in de bagageruimte.
Kogelkopnaarbuitendraaien
1.Bagageruimte openen.2.Niet in het zwenkbereik van de kogelkopachter de auto gaan staan.3. Toets in de bagageruimte indrukken.
Kogelkop draait naar buiten. LED in de toets knippert groen.4.Wachten tot de kogelkop de eindpositiebereikt heeft.
WAARSCHUWING
Bij een niet vergrendelde kogelkop kunj
nen instabiele rijtoestanden of ongevallen opj
treden. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. Voordat met een aanhangwagen of
bagagedrager wordt gereden, controleren of
de kogelkop correct vergrendeld is.
LED in de toets brandt rood als de kogelkop
niet correct vergrendeld is.'

Page 208 of 297

Kogelkop draait naar binnen. LED in de
toets knippert groen.3.Wachten tot de kogelkop de eindpositie bereikt heeft.
Automatischonderbrekenofomkerenvandezwenkbeweging
Algemeen
Het naar buiten of binnen zwenken wordt autoj
matisch onderbroken of omgekeerd of niet uitj
gevoerd als de stroomlimietwaarde overschrej
den wordt, bijvoorbeeld bij zeer lage
temperaturen of bij mechanische weerstanj
den.
;wenkprocedurebijdraaiendemotor
herhalen
1.Motor starten met de Start-/stopknop.2. Toets in de bagageruimte zo lang inj
drukken, tot de kogelkop volledig in- resp. uitgeklapt is.
Zo nodig zwenkprocedure bij ingedrukte toets
en draaiende motor herhalen.
De LED in de toets brandt groen als de kogelj
kop een eindstand heeft bereikt.
Als het probleem zich herhaalt, contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist.
Aanhangwagencontactdoos
De aanhangwagencontactdoos bevindt zich
aan de trekhaak.
Afdekking naar beneden klappen.
Oogvoorborgkabel
Er bevindt zich een oog aan de trekhaak voor het vergrendelen van de aanhangwagen-borgjkabel.
Voor meer veiligheid de aanhangwagen-borgj
kabel tijdens het rijden met aanhangwagen in het oog bevestigen.
Daarbij voor voldoende bewegelijkheid van de breekkabel letten, om te voorkomen dat deze
over de grond sleept.
Seite 208RijtipsRijdenmeteenaanhangwagen208
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 209 of 297

BrandstofbesparenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Uw auto bevat geavanceerde technologie

Page 210 of 297

Hogemotortoerentallen
vermijden
In principe geldt het volgende: bij rijden met een lager motortoerental nemen het brandj
stofverbruik en de slijtage af.
De 1e versnelling alleen gebruiken bij het wegj rijden. Vanaf de 2e versnelling vlot accelereren.
Daarbij hoge motortoerentallen en te vroeg opj
schakelen vermijden.
Bij bereiken van de gewenste snelheid naar de
hoogst mogelijke versnelling schakelen en met
een laag toertal en constante snelheid rijden.
Evt. de schakelpuntindicator, zie pagina 106,
van de auto in acht nemen.
Afremmenopdemotor Ga bij het naderen van een rood verkeerslicht
van het gaspedaal en laat de auto uitrollen.
Bij hellingafwaarts rijden het gaspedaal loslaj
ten en de auto laten uitrollen.
De brandstoftoevoer wordt bij vaart minderen
onderbroken.
Motorbijlangerstoppen
afzetten
Motor bij langere stops, bijv. bij verkeerslichj
ten, overwegen of in de file, afzetten.
Automatischestart-stop-functie De automatische start-stop-functie van deauto zet de motor tijdens een stop automajtisch af.
Indien de motor uitgezet en aansluitend opj
nieuw gestart wordt, dalen het brandstofverj bruik en de uitstoot in vergelijking met eencontinu draaiende motor. Al bij een motorstop
van enkele seconden zijn besparingen mogej lijk.
Het brandstofverbruik hangt bovendien af van
andere factoren zoals rijstijl, toestand van deweg, onderhoud en omgevingsomstandighej
den.
Schakelniet-gebruikte
functiesuit
Functies als bijv. stoel- of achterruitverwarj
ming vragen veel energie en verkleinen de acj tieradius, met name in het stadsverkeer en bij
stilstaand en langzaamrijdend verkeer.
Deze functies uitschakelen wanneer zij niet worden gebruikt.
Het rijprogramma ECO PRO ondersteunt het energiezuinige gebruik van comfortfuncties.
Deze functies worden automatisch gedeeltelijk of volledig gedeactiveerd.
Onderhoudlatenuitvoeren
Auto regelmatig laten onderhouden om een
optimaal rendement en een lange levensduur te bereiken. BMW adviseert onderhoudswerkj
zaamheden door een BMW Service Partner te
laten uitvoeren.
Hiervoor ook het BMW onderhoudssysteem, zie pagina 244, in acht nemen.
ECOPRO Principe
ECO PRO ondersteunt een rijstijl die het verj bruik verbetert. Hiervoor worden de motorrej
geling en comfortfuncties, zoals het vermogen
van de airconditioning, aangepast.
Onder bepaalde omstandigheden wordt in
keuzehendelstand D de motor van de transj
missie ontkoppeld. De auto rolt in dat geval
met stationair lopende motor uit om het verj
bruik te optimaliseren. De keuzehendelstand D blijft ingeschakeld.Seite 210RijtipsBrandstofbesparen210
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 300 next >