BMW 4 SERIES GRAN COUPE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 61 of 313

'yDoor het loslaten van de toets van de afj
standsbediening. Door nog eens te drukj ken en ingedrukt te houden, loopt de sluitj
cyclus verder.
Storing
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij het handmatig bedienen van een gej
blokkeerde achterklep kan deze onverwacht
loskomen uit de blokkering. Er bestaat kans op
letsel of schade. Geblokkeerde achterklep niet handmatig bedienen. Door een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalificeerdeService Partner of specialist laten controlejren.'

Page 62 of 313

Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Zodat voor de bestuurder een passend bej
stuurdersprofiel kan worden ingesteld, moet de toewijzing van de herkende afstandsbediej
ning en bestuurder eenduidig zijn.
Het is eenduidig als aan de volgende voorj
waarden is voldaan:'yDe bestuurder draagt de afstandsbediej
ning bij zich.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto.'yDe bestuurder stapt via de bestuurdersj portier in de auto.
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het geactij
veerde profiel. De omvang van de instellingen die worden opgeslagen is afhankelijk van landen uitvoering.
'yOntgrendelen en vergrendelen.'yLicht.'yKlimaatregeling.'yRadio.'yInstrumentenpaneel.'yVoorkeuzetoetsen.'yVolume, klank.'yControl Display.'yNavigatie.'yTV.'yPark Distance Control PDC.'yAchteruitrijcamera.'ySide View.'yTop View.'yHead-Up Display.'yRijbelevingsschakelaar.'yStoelpositie, spiegelpositie, evt. stuurwielj
stand.De via het stoelgeheugen opgeslagen poj
sities en de laatst ingestelde positie worj den opgeslagen.'yIntelligent Safety.'yRijstrookwisselmelding.
Profielbeheer
Bestuurdersprofielselecteren Ongeacht de momenteel gebruikte afstandsjbediening kan een ander bestuurdersprofielworden opgeroepen. Daardoor wordt oproejpen van de persoonlijke instellingen voor deauto mogelijk, ook als de auto niet met de eij
gen afstandsbediening is ontgrendeld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."OK"'yDe in het opgeroepen bestuurdersprofiel
opgeslagen instellingen worden automaj
tisch uitgevoerd.'yHet opgeroepen bestuurdersprofiel wordt
toegewezen aan de momenteel gebruikte
afstandsbediening.'yAls het bestuurdersprofiel reeds aan een
andere afstandsbediening is toegewezen,
geldt dit bestuurdersprofiel voor beide afj
standsbedieningen.
Gastprofielgebruiken
Met het gastprofiel kunnen individuele insteljlingen worden uitgevoerd die in geen van dedrie persoonlijke bestuurdersprofielen zijn opj
geslagen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Gewoon gaan rijden (gast)"4."OK"Seite 62BedieningOpenenensluiten62
Online Edition for Part no. 01402984622 - X/17

Page 63 of 313

De naam van het gastprofiel kan niet worden
gewijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de momenteel gebruikte afstandsbediening.
Bestuurdersprofielhernoemen Om te voorkomen dat de bestuurdersprofielen
worden verwisseld, kan aan het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel een persoonlijkenaam worden gegeven.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
De naam van het met dit symbool gej
markeerde bestuurdersprofiel kan worden
gewijzigd.
4."Naam bestuurdersprofiel wijzigen"5.Profielnaam invoeren.6. Symbool selecteren.
Bestuurdersprofielterugzetten
De instellingen van het momenteel gebruikte
bestuurdersprofiel worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden teruggezet.
4."Bestuurdersprofiel terugzetten"5."OK"
Bestuurdersprofielexporteren
De meeste instellingen van het momenteel gej bruikte bestuurdersprofiel kunnen worden gejexporteerd.
Het exporteren is handig bij het opslaan en herstellen van persoonlijke instellingen, bijj voorbeeld voor onderhoud in de werkplaats.
De opgeslagen bestuurdersprofielen kunnenworden meegenomen naar een andere auto.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden ge

Page 64 of 313

Bestuurdersprofielenbijstart
weergeven
De bestuurdersprofielen kunnen bij elke start
worden weergegeven om het gewenste profiel te kunnen selecteren.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Best.profielen bij start tonen"
Grenzenvanhetsysteem
Een eenduidige toewijzing van de afstandsbej
diening en bestuurder is bijvoorbeeld in de onj
derstaande gevallen niet altijd mogelijk.
'yDe passagier ontgrendelt de auto met zijn
afstandsbediening, maar er rijdt iemand
anders.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto via de comforttoegang en heeft tevens meerdereafstandsbedieningen bij zich.'yBij wisselen van bestuurder zonder dat de
auto ont- en vergrendelt wordt.'yAls er zich meerdere afstandsbedieningen
aan in buitenzone van de auto bevinden.
Instellingen
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering zijn verschillende instellingen voor het openen en sluiten mogelijk.
De instellingen worden opgeslagen voor het
momenteel gebruikte bestuurdersprofiel, zie pagina 61.
Ontgrendelen
Portieren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Bestuurdersportier" of "Alle
portieren"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de
klep van de tankdop worden ontgrenj deld. Bij het opnieuw indrukken wordt
de gehele auto ontgrendeld.'y"Alle portieren"
Gehele auto wordt ontgrendeld.'y"Comfort instappen"
Gehele auto wordt ontgrendeld.
Als de toets van de afstandsbediening twee keer direct na elkaar wordt ingejdrukt, wordt bij het daarop volgende
openen van het portier de ruit verder
neergelaten.
Achterklep
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
wordt deze instelling mogelijk niet aangeboj den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Achterklep" of "Achterklep
en portier(en)"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Achterklep"
Afhankelijk van de uitvoering wordt de
achterklep ontgrendeld of geopend.'y"Achterklep en portier(en)"Seite 64BedieningOpenenensluiten64
Online Edition for Part no. 01402984622 - X/17

Page 65 of 313

Afhankelijk van de uitvoering wordt de
achterklep ontgrendeld of geopend en
de portieren worden ontgrendeld.
Laatstestoel-enspiegelpositie
instellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Voor met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan de instelling worden uitgevoerd.
4."Laatst opgeslagen stoelpositie"
Bij het ontgrendelen van de auto worden de
laatst ingestelde standen van bestuurdersstoel
en buitenspiegels ingesteld.
De laatste positie is onafgankelijk van de via
het stoelgeheugen opgeslagen posities.
Bevestigingssignalenvandeauto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatischvergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:'y"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto autoj
matisch vergrendeld als na het ontj
grendelen geen portier wordt geopend.'y"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch vergrendeld.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrenj
delde auto op de volgende veranderingen:
'yOnbevoegd openen van een portier, de motorkap of de achterklep.'yBewegingen in het interieur.'yVeranderen van de hellingshoek van de
auto, bijvoorbeeld bij een poging van diefj stal van de wielen of bij het wegslepen.'yOnderbreking van de accuspanning.
Deze veranderingen signaleert de alarminstaljlatie optisch en akoestisch:
'yAkoestisch alarm.
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen
wordt het akoestische alarm eventueel onj derdrukt.'yInschakelen van de waarschuwingsknipjperlichtinstallatie.
In-/uitschakelen
Tegelijkertijd wordt met het ontgrendelen en vergrendelen van de auto via de afstandsbejdiening of via het comforttoegangssysteem de
alarminstallatie uit- en ingeschakeld.
Portierenopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
een portier, als deze met de ge

Page 66 of 313

Achterklepopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De achterklep kan ook bij ingeschakelde alarminstallatie worden geopend.
Met het sluiten van de achterklep wordt deze
weer vergrendeld en bewaakt, mits de portiej
ren vergrendeld zijn. De waarschuwingsknipj perlichtinstallatie knippert eenmaal.
Controlelampjeopdebinnenspiegel'yControlelampje knippert om de 2 seconj den:
De alarminstallatie is ingeschakeld.'yHet controlelampje knippert circa 10 sej conden en gaat daarna elke 2 secondenflitsen:
De interieurbeveiliging en hellingshoekj
sensor zijn niet actief, omdat de portieren,
motorkap of achterklep niet correct gesloj
ten zijn. Correct gesloten toegangen zijn
geblokkeerd.
Wordt de nog geopende toegang gesloten,
dan worden de interieurbeveiliging en helj lingshoeksensor ingeschakeld.'yControlelampje dooft na het ontgrendelen:
Aan de auto zijn geen ongeoorloofde hanj
delingen uitgevoerd.'yControlelampje blijft na het ontgrendelen
knipperen tot het contact wordt ingeschaj
keld, maximaal echter circa 5 minuten:
Alarm is geactiveerd.Hellingshoeksensor
De hellingshoek van de auto wordt bewaakt.
De alarminstallatie reageert bijv. bij een poging van diefstal van de wielen of bij het wegslepen.
InterieurbeveiligingVoor een optimale werking moeten ruiten englazen dak gesloten zijn.
Ongewildalarmvermijden
Algemeen
De hellingshoeksensor en de interieurbeveilij ging kunnen een alarm activeren, hoewel geenonbevoegde handelingen zijn uitgevoerd.
Mogelijke situaties voor een ongewild alarm:'yIn wasinstallatie of wasstraten.'yIn stapelgarages.'yBij het transport op autotreinen, op zee of op een aanhangwagen.'yBij dieren in de auto.'yAan het tankstation: als de auto na het bejgin van het tanken wordt vergrendeld.
Voor dergelijke situaties kunnen de hellingsjhoeksensor en interieurbeveiliging worden uitj
geschakeld.
Hellingshoeksensoren
interieurbeveiliginguitschakelen
Toets van de afstandsbediening binnen
10 seconden opnieuw indrukken, zodra
de auto vergrendeld is.
Controlelampje brandt circa 2 seconden en
gaat daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergrenj deld uitgeschakeld.
Alarmbe

Page 67 of 313

door noodherkenning van afstandsbediejning, zie pagina 53.'yMet comforttoegangssysteem:
Bij meegevoerde afstandsbediening porj
tiergreep van het bestuurders- of passaj
giersportier volledig omvatten.
Ruitbediening
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij de bediening van de ruiten kunnen lij
chaamsdelen of voorwerpen worden ingej klemd. Er bestaat kans op letsel of schade. Bij
het openen en sluiten erop letten dat het bej wegingsgebied van de ruiten vrij is.'

Page 68 of 313

accessoires in het bewegingsgebied van de
ruiten bevestigen.'

Page 69 of 313

gedrukt wordt gehouden.
Het zonnescherm kan met
de hand worden gesloten.'ySchakelaar door het drukpunt heen in de gewenste richting drukken.
Glazen dak en zonnescherm worden autoj
matisch geopend.
Het glazen dak wordt automatisch gesloj
ten. Het zonnescherm kan met de hand
worden gesloten.
Naar boven drukken op de schakelaar
stopt de beweging.
Comfortopening met de afstandsbediening, zie
pagina 51.
Comfortsluiten met de afstandsbediening, zie pagina 52.
Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie pagina 55.
Comfortpositie
Bij sommige modellen zijn de windgeluiden in
het interieur het minst als het glazen dak nog
niet volledig geopend is. Bij deze modellen
wordt het glazen dak door de automatische
functie eerst slechts tot deze comfortstand gej
opend.
Door de schakelaar nog eens te bedienen,
wordt het glazen dak volledig geopend.
NahetuitschakelenvanhetcontactHet glazen dak kan bij uitgeschakeld contact
nog circa 1 minuut lang worden bediend.
Inklembeveiliging
Algemeen
Overschrijdt bij het sluiten van het glazen dak
de sluitkracht een bepaalde waarde, dan wordt
het sluiten onderbroken vanaf het midden van de dakopening of bij het sluiten uit opgeheven
positie. Het glazen dak wordt geopend.
Sluitenzonderinklembescherminguit geopendepositie
Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan:1.Schakelaar door het drukpunt heen naar
voren schuiven en houden.
Het glazen dak wordt met beperkte inklemj
beveiliging gesloten. Overtreft bij het sluij ten van een ruit de sluitkracht een bej
paalde waarde, dan wordt het sluiten
onderbroken.2.Schakelaar opnieuw door het drukpunt
heen naar voren schuiven en ingedrukt
houden, tot het glazen dak zonder inklemj
beveiliging gesloten wordt. Let erop dat
het sluitbereik vrij is.
Sluitenzonderinklembescherminguit verhoogdepositie
Bij gevaar van buiten de schakej
laar door het drukpunt heen naar voor schuiven en zo houden.
Het glazen dak wordt zonder inj
klembeveiliging gesloten.
Initialiserennastroomonderbreking
Algemeen
Na een stroomonderbreking tijdens het opej
nen of sluiten is het glazen dak mogelijk
slechts beperkt te bedienen.
Het systeem kan onder volgende voorwaarden ge

Page 70 of 313

Let erop dat het sluitbereik vrij is.
Systeeminitialiseren Schakelaar naar boven drukkenen in die stand houden tot de
initialisatie afgerond is:
De initialisatie start binnen
15 seconden en wordt be

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 320 next >