BMW 4 SERIES GRAN COUPE 2022 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 452

Algemeen
Radarsensorenbewakendehetgebiedachterhetvoertuig.
Alservanachtereneenvoertuigmeteenoverj eenkomstigesnelheidnadert,reageerthetsysj
teemalsvolgt:
'xEventueelwordtdealarmlichtinstallatieingej schakeld.'xEventueelwordenPreCrash-functiesopgej
start.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen
Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Hetsysteemwordtindevolgendesituatiesautoj
matischgedeactiveerd:
'xBijachteruitrijden.'xAlshetstopcontactvandeaanhangwagenin
gebruikisofdeaanhangwagenmodusisgej
activeerd,bijv.alsereenaanhangwagenof
fietsendragerisaangekoppeld.
Grenzenvanhetsysteem
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xRadarsensoren,ziepagina 46.
Beperktewerking
Dewerkingkanindevolgendevoorbeeldsituaj
tiesbeperktzijn:
'xDesnelheidvanhetnaderendevoertuigis veelhogerdandeeigensnelheid.'xHetaankomendevoertuignadertslechts
traag.Seite231VeiligheidBEDIENING231
OnlineEditionforPartno.01405A38A30-VI/21

Page 232 of 452

Voorrangswaarschuwing
Principe
Devoorrangswaarschuwinghelptinsituaties waarbijvolgensdeverkeersbordenof-lichten voorrangmoetwordenverleend.
Algemeen
Hetsysteemanalyseertmetbehulpvaneencaj meradeverkeersbordenen-lichten.
Hetnavigatiensysteemleidtinformatieoverhet
tracédooraanhetsysteem.
Erwordtbijvoorbeeldeenwaarschuwinggegej
venalsdebestuurderhetvoorrangsbordmogej
lijknietheeftgezien,bijv.indevolgendesituj
aties:
'xBijeenkruising.'xBijeenoverweg.'xBijeenuitrit.'xBijeenrotonde.'xBijroodlicht.
Hetsysteemwaarschuwtvanafeenvariabelemij
nimalesnelheidtotca.75km/h.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden
endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Er bestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin
debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Devooruitliggendevoorrangssituatiemoetonj
miskenbaaraangegevenzijndoorverkeersborj
denofverkeerslichten.
Overzicht Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen Devoorrangswaarschuwingwordtautomatisch
geactiveerdnahetvertrek,alsdefunctiebijbej eindigingvandelaatsteeinderitingeschakeld
was.
Seite232BEDIENINGVeiligheid232
OnlineEditionforPartno.01405A38A30-VI/21

Page 233 of 452

HandmatiginschakelenToetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej
slagen.Zodrainhetmenueeninstellingwordt
gewijzigd,wordenalleinstellingenvanhetmenu
geactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Handmatiguitschakelen Toetsingedrukthouden.AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.Waarschuwingstijdstipinstellen1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Voorrangswaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xLaat:erwordenalleenacutewaarschuj
wingenweergegeven.'xUit:erwordtgeenwaarschuwingweerj gegeven.
Waarschuwingsfunctie
Algemeen
Hetsysteemwaarschuwtoptweeniveaus:
'xVoorwaarschuwing:optischdooreenwaarj
schuwingssymboolophetinstrumentenpaj neel.'xAcutewaarschuwing:optischdooreenwaarj
schuwingssymboolophetinstrumentenpaj neeleneengeluidssignaal.
Hetmomentvandewaarschuwingenvarieert
daarbijenisafhankelijkvandeactuelerijsituatie enhetingesteldemomentvanwaarschuwing.
Devoorwaarschuwinghoudtrekeningmetde
volgendeverkeerstekens:
Seite233VeiligheidBEDIENING233
OnlineEditionforPartno.01405A38A30-VI/21

Page 234 of 452

TekensBetekenisVoorrangsborden:
Voordezebordenwordt
eenvoorwaarschuwinggej
geven.Stopborden:
Voordezebordenwordt
eenvoorwaarschuwingen
eenacutewaarschuwing
gegeven.Bijrodeverkeerslichtenis
ereenvoorwaarschuwing
eneenacutewaarschuj
wing.
Voorwaarschuwing
Alsdebestuurdereenvoorrangsborddreigtte
negeren,wordtophetinstrumentenpaneeleen vandevolgendesymbolenweergegeven:
SymboolBetekenisVoorrangverlenen.Stop.Roodlicht.
Bijeenvoorwaarschuwinginovereenstemmingmetdesituatieingrijpen,bijv.remmen.
Acutewaarschuwing
Alsdebestuurderdevoorrangnietverleent,
wordtophetinstrumentenpaneeleenvande volgendesymbolenweergegeven:SymboolBetekenisStop.Roodlicht.
Bijeenacutewaarschuwingonmiddellijkinoverj
eenstemmingmetdesituatieingrijpen,bijv.remj
men.
WeergaveinhetHead-UpDisplay
Afhankelijkvandeuitrustingwordtdewaarschuj wingwordtgelijktijdiginhetHead-UpDisplayen
inhetinstrumentenpaneelweergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Geenwaarschuwing
Hetsysteemwaarschuwtbijvoorbeeldnietinde
volgendesituaties:
Seite234BEDIENINGVeiligheid234
OnlineEditionforPartno.01405A38A30-VI/21

Page 235 of 452

'xBijvoorrangssituatieszondervoorrangs-,
stopbordenofrodeverkeerslichten.'xBijkruisingenmetrelevanteverkeerslichten diegeelofgroenbranden.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.
Functiebeperking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj atiesbeperktzijn:
'xBijonduidelijkemarkeringenofverkeerslichj
ten.'xBijvolledigofgedeeltelijkafgedekteofverj
vuildeverkeersbordenofverkeerslichten.'xBijslechtzichtbareofgedraaideverkeersborj denofverkeerslichten.'xBijtekleineoftegroteverkeersbordenof
verkeerslichten.'xBijverkeerstekensdienietaandenormvolj
doen.'xBijherkenningvanverkeersbordendievoor
eenuitkomendeofparallellestraatgelden.'xBijlandspecifiekebebordingenoftracés.'xBijkruispuntenmetknipperendeverkeersj lichten.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xBijongeldige,verouderdeofnietbeschikbare navigatiegegevens.'xHetsysteemkanevt.inbepaaldelandennietofslechtsgedeeltelijkbeschikbaarzijn.
Waarschuwingspookrijden
Principe
DeWaarschuwingspookrijdenwaarschuwtalsdebestuurderdeverkeerderichtingdreigtinte
rijden,bijv.opsnelwegen,rotondeseneenrichjtingsstraten.
Eenwaarschuwingverschijntophetinstrumenj tenpaneelenevt.ophetControlDisplayenin
hetHead-UpDisplayenerklinkteengeluidssigj naal,zodraeenwegindetegengestelderichtingwordtingereden.
Algemeen
Afhankelijkvandeuitrustingcontroleerthetsysj
teemdeverkeerssituatieaandehandvannavij gatiegegevensenverkeersborden.
Hetsysteemhoudtbijv.rekeningmetdevolj
gendeverkeersborden:'xInrijdverbod.'xRotonde.'xRichtingspijlen:voorgeschrevenvoorrangbij
smalledoorgangen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Seite235VeiligheidBEDIENING235
OnlineEditionforPartno.01405A38A30-VI/21

Page 236 of 452

Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Devooruitliggendewegmoeteenduidiggesigjnaliseerdzijndoorverkeersborden.
Overzicht Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen Dewaarschuwingvoorspookrijdenisautomaj
tischactiefnaiedervertrek.
Handmatiguitschakelen
AlsalleIntelligentSafety-systemensamenviade
toetswordenuitgeschakeld,wordtdewaarschuj
wingvoorspookrijdenookuitgeschakeld.
Toetsingedrukthouden.
Dewaarschuwingvoorspookrijdenen
alleIntelligentSafety-systemenwordenuitgej
schakeld.
ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Toetsbrandtoranje:enkeleIntelligent Safety-Systemenzijnuitgeschakeldofmomenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingsfunctie
Erverschijnteenwaarschuwingophet
instrumentenpaneelenevt.ophetHead-
UpDisplayenerklinkteengeluidssigj
naal,zodradeautobijv.eenautosnelweg,kruij sendverkeerofeeneenrichtingstraatin
tegengestelderichtingdreigtinterijden.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Geenwaarschuwing
Hetsysteemwaarschuwtbijv.nietbijstraten
zonderverkeersborden.
Seite236BEDIENINGVeiligheid236
OnlineEditionforPartno.01405A38A30-VI/21

Page 237 of 452

Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:'xCamerass,ziepagina 45.
Beperktewerking
Defunctiekanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijnenerwordtevt.geenofeen
verkeerdewaarschuwingvoorspookrijdengegej
ven:
'xBijniet-eenduidigemarkeringen.'xBijgeheelofdeelsbedekteofvervuildeverj keerstekens.'xBijslechtzichtbareofgedraaideverkeerstej
kens.'xBijtekleineoftegroteverkeerstekens.'xBijverkeerstekensdienietaandenormvolj
doen.'xBijherkenningvanverkeersbordendievoor
eenuitkomendeofparallellestraatgelden.'xBijlandspecifiekebebordingenoftracés.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xBijongeldige,verouderdeofnietbeschikbare navigatiegegevens.'xHetsysteemkanevt.nietinallelandengej
bruiktworden.
Bijuitrustingmet
noodstopassistent
Principe Alsdebestuurdernietmeerinstaatisomde
autotebesturen,helptdenoodstophulpomhet voertuigveiligtotstilstandtebrengen.
Algemeen
Denoodstopfunctiewordtnietautomatischgej
activeerd.Denoodstopfunctiekanalleenhandj matigdoordeinzittendenwordengeactiveerd.
Alshetsysteemactiefis,wordtdeautometrijjbaanassistentieopheteigenrijvaktotstilstandgebracht.
Afhankelijkvandeuitrustingendelanduitvoering
bevathetsysteemeenrijstrookwisselfunctie.
Metrijstrookwisselfunctie:opautosnelwegenofgelijkaardigewegenstuurthetsysteemdeauto
indienmogelijknaardepechstrook.Inandere
stratenofindrukverkeerwordtdeautoopdeeij
genrijstrooktotstilstandgebracht.
Overzicht
Parkeerrem
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xDefunctiekanbijsnelhedenvanca.10km/h
totca.250km/hwordengeactiveerd.'xMetfunctievoorwisselenvanrijstrook:er wordtvanrijstrookgewisseldalsdeverkeersj
situatiedittoelaat.
Noodstopfunctieactiveren
Trekkortaandeparkeerremschakelaarom
denoodstopfunctieteactiveren.
'xMetrijstrookwisselfunctie:nahetloslatenvan
deschakelaarwordtevt.eenautomatische
rijstrookwisseluitgevoerd.'xHetsysteemneemtmax.2minutendebej
sturingvandeautoover.'xDealarmlichtinstallatiewordtingeschakeld.'xErwordteennoodoproeptotstandgebracht.Seite237VeiligheidBEDIENING237
OnlineEditionforPartno.01405A38A30-VI/21

Page 238 of 452

Noodstopfunctieannuleren
Debestuurderkandenoodstopfunctieopieder
momentannulerendooreenactieveovername
vandecontrolevandeauto.
Denoodstopfunctiewordtbijv.indevolgendesij
tuatiesgeannuleerd:'xBijstuurbewegingenvandebestuurder.'xBijrichtingaangeven.'xBijhetintrappenvanhetrijpedaal.'xAlsdebestuurderdealarmlichtinstallatieuitj
schakelt.'xAlsdenoodoproepwordtonderbroken.'xAlsdebestuurderdekeuzehendelstandin
stilstandverandert.'xAlsdeschakelaarvandeparkeerremwordt
ingedrukt.
Bijstilstand
Zodradeautostilstaat,stelthetsysteemhetvolj
gendein:
'xHetvoertuigwordttegenwegrollenbeveiligd.'xHetinterieurlichtwordtingeschakeld.'xDecentralevergrendelingwordtontgrendeld.
Weergaveninhet
instrumentenpaneel
SymboolStatusNoodstopfunctieactief.
Zonderrijbaanwisselfunctie:
Symj
boolStatusStuurwielsymboolgrijs:
Wanneerrijbaanbegrenzingenherj
kendworden,houdthetsysteemde autobinnenderijbaan.Stuurwielsymboolgrijs.
Rijbaanassistentiekortetijdonderj
broken.Stuurwielsymboolgeel:
Rijbaanbegrenzingwerdoverschrej den.
Wanneerrijbaanbegrenzingenherj
kendworden,houdthetsysteemde
autobinnenderijbaan.Stuurwielsymboolgeel:
Handenbevindenzichnietomhet
stuurwiel.Hetsysteemisnog
steedsactief.Stuurwielsymboolrood,erklinkteen
signaal:
Handenbevindenzichnietomhet
stuurwiel.Onderbrekingvanderijj
baanassistentie.Stuurwielsymboolrood,erklinkteen
signaal:
Rijbaanassistentieisuitgeschakeld.
Grenzenvanhetsysteem
Hetsysteemalleengebruikenalsdebestuurdernietinstaatisomtereageren.
Hetsysteemkaneenbekwamemenselijke
chauffeurnietvervangen.
Seite238BEDIENINGVeiligheid238
OnlineEditionforPartno.01405A38A30-VI/21

Page 239 of 452

Dynamischeremlichten
PrincipeAchteropkomendeverkeersdeelnemersworden
doorhetknipperenvanderemlichtenvooreen
noodremsituatiegewaarschuwd.
Algemeen
'xNormaalremmen:remlichtenbranden.'xHardremmen:remlichtenknipperen.
Kortvoordestilstandwordtdealarmlichtinstallaj
tieingeschakeld.
Alarmlichtinstallatieuitschakelen:
'xAccelereren.'xToetsalarmlichtinstallatieindrukken.
BMWDriveRecorder
Principe
DeBMWDriveRecorderslaatkortevideo-opnaj
menvandeomgevingvandeautoopomzobijv.
deverkeerssituatiestedocumenteren.
Algemeen Deopslagvanvideo-opnameskanopverschilj
lendemanierengebeuren:
'xAutomatischeopslagvandeopname.
Defunctiemaakthetmogelijkomongevallen tedocumenteren.'xHandmatigeopslagvandeopname.Defunctiemaakthetmogelijkomverkeerssijtuatiestedocumenteren.
Hetsysteemneemttot20secondenvoorenna
deactiveringvandeopslagop.
Decamerassvandehulpsystemenwordengej
bruikt,bijv.PanoramaView.
Bovendienwordendevolgendeparametersover
deritopgeslagen:
'xDatum.'xTijd.'xSnelheid.'xGps-co

Page 240 of 452

BMWDriveRecorderactiveren/
deactiveren
Voorheteerstegebruikvandeopnamefunctie moetdeBMWDriveRecorderwordengeactij
veerd.1.Apps2.DriveRecorder3.Gegevensbeveiligingsbepalingenaanvaarden.4.Instellingen5.Opnametoegestaan6.Gewensteinstellingselecteren.
Opnamefuncties
Automatischeopname Deautomatischeopslagvandeopnamevindt
plaatsalsdeautosensoreneenongevalherkenj
nen.
HandmatigeopnameMettoetsen Toetsingedrukthouden.
ViaiDrive
1.Apps2.DriveRecorder3.Opnamestarten
Omdeopnameaftebreken:Annuleren. DeopnamekanookviadeselectievandewidjgetophetControlDisplaywordengestart.
Opnamesafspelenenbeheren
Opgeslagenvideo-opnameskunnenwordenafj
gespeeld,geëxporteerdengewist.
Voordeeigenveiligheidwordtdevideo-opname
ophetControlDisplayslechtstotca.3km/h
weergegeven.Bijsommigelanduitvoeringen
wordtdevideo-opnamealleenmetingeschaj
keldeparkeerremofinkeuzehendelstandP
weergegeven.1.Apps2.DriveRecorder3.Opgeslagenopnames4.Degewensteopnameselecteren.5.Gewensteinstellingselecteren.
Alstijdensdeopnameeenwisselvandecamera
plaatsvond,kunnenverschillendedelenvande
videowordengeselecteerd.
Instellingen Algemeen
Erkunnenverschillendeinstellingenwordengej configureerd.
Opnametype
1.Apps2.DriveRecorder3.Instellingen4.OPNAMETYPE5.Gewensteinstellingselecteren.
Opnameduur
1.Apps2.DriveRecorder3.Instellingen4.Gewensteinstellingselecteren.
Camera's
1.Apps2.DriveRecorder3.Instellingen4.Cameraselecteren5.Degewenstecameraselecteren.
Inhetgevalvaneenongevalschakelthetsysj
teemautomatischovernaarAllecamerass.
Seite240BEDIENINGVeiligheid240
OnlineEditionforPartno.01405A38A30-VI/21

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 ... 460 next >