BMW 5 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 379

ECOPROPrincipe
Afstemming voor optimaal brandstofverbruik.
Inschakelen Toets indrukken. Op het instrumenj
tenpaneel wordt ECO PRO weergegej
ven.
ECOPROINDIVIDUAL
Principe
In de rijmodus ECO PRO INDIVIDUAL kunnen individuele instellingen uitgevoerd worden.
Configureren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Rijbelevingsschakelaar"4."ECO PRO INDIVIDUAL configureren"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
ECO PRO INDIVIDUAL op standaardinstelling
terugzetten:
"Terugzetten op ECO PRO STANDARD".
ADAPTIVE Principe
Gebalanceerde rijmodus waarbij de afstemj
ming automatisch wordt aangepast aan de rijsj ituatie en de rijstijl.
Door het navigatiesysteem wordt rekening gej houden met naderende routegedeeltes.
Inschakelen
Toets indrukken. Op het instrumenj
tenpaneel wordt ADAPTIVE weergej
geven.
ConfiguratieINDIVIDUAL
Algemeen
De individuele configuratie van de rijmodus
wordt overgenomen voor het momenteel gej
bruikte bestuurdersprofiel. De laatst ingestelde configuratie wordt bij het opnieuw oproepenvan de rijmodus direct geactiveerd.
Configuratievanderijmodus
activeren
Toets van de gewenste rijmodus meermaals
indrukken.Seite 121RijdenBediening121
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 122 of 379

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Instrumentenpaneel Algemeen
De verandering van de weergave kan via iDrive worden gedeactiveerd.
De weergaven op het instrumentenpaneel kunj nen gedeeltelijk van de afbeeldingen in dezehandleiding afwijken.
Overzicht1Brandstofmeter\_ 126
Uitgebreid instrumentenpaneel: Actieraj
dius\_ 1282Snelheidsmeter3Tijd\_128
Buitentemperatuur\_ 128Weergaven rijhulpsystemen
Benodigd onderhoud\_ 1294Uitgebreid instrumentenpaneel:
Toerenteller\_ 127
Uitgebreid instrumentenpaneel: ECO PRO weergeven\_ 2765Motortemperatuur\_ 1286Aanduiding van de navigatie
Versnellingsaanduiding
Status rijbelevingsschakelaar\_ 1197Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control
Boordcomputer\_ 1338Weergaven rijhulpsystemen
Speed Limit Info\_ 131
Standaard instrumentenpaneel: Actieraj
dius\_ 1289Kilometers resetten\_ 134
Aanzichtinstellen
Principe Afhankelijk van de uitrusting kan het instruj
mentenpaneel kan naast de weergaven van de rijmodi op drie verschillende werkingswijzenworden ingesteld.
Instellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5.Gewenste instelling selecteren.'y"STANDARD": alle weergaven op het
instrumentenpaneel zijn actief.Seite 122BedieningWeergaven122
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 123 of 379

'y"RUSTIG" De weergaven op het instruj
mentenpaneel worden tot het hoogstj
nodige beperkt.'y"INDIVIDUAL": alle weergaven op het
instrumentenpaneel zijn actief. Afzonj
derlijke weergaven kunnen individueel
worden geconfigureerd.
INDIVIDUALinstellen
'y"Weergave rijmodus": bij het veranderen van rijmodus naar ECO PRO of SPORT,schakelt het instrumentenpaneel automaj
tisch om naar de betreffende weergave.'y"Extra borden voor Speed Limit Info": De van Speed Limit Info, zie pagina 131, situj
atie afhankelijke extra onderborden worden weergegeven.'y"Snelheidsoverschrijding": als de door deSpeed Limit Info herkende snelheid wordt
overschreden, wordt het overschreden bej reik in de snelheidsaanduiding met eenrode band weergegeven.'yUitgebreid instrumentenpaneel:
"Loepfunctie": de actuele snelheid wordt in
de snelheidsaanduiding vergroot weergej
geven.
Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de autoen geeft een melding als in de bewaakte systej men een storing is opgetreden.
Algemeen
Op het instrumentenpaneel en evt. op het
Head-Up Display wordt een Check-Control-
melding weergegeven als een combinatie van controle- of waarschuwingslampjes en texjtuele meldingen.
Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigj naal en verschijnt er een tekstbericht op hetControl Display.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Principe Controle- en waarschuwingslampje in het inj
strumentenpaneel geven de status van somj mige functies in de auto aan en waarschuwenvoor een storing in bewaakte systemen.
Algemeen Controle- en waarschuwingslampjes kunnen in
verschillende combinaties en kleuren gaan
branden.
Van sommige lampjes wordt bij het tot stand brengen van rijden-stand-by de werking gej controleerd, waarbij deze even kort branden.
Rodelampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurj
derszijde is niet omgedaan. Bij somj
mige landuitvoeringen: passagiersgorj
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Rood: De veiligheidsgordel van de bejtreffende zitplaats op de achterbank is
niet vastgemaakt.
Groen: De veiligheidsgordel van de betrefj fende zitplaats op de achterbank is vastgejmaakt.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.Seite 123WeergavenBediening123
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 124 of 379

ParkeerremParkeerrem is vastgezet.
Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 107.
Remsysteem Remsysteem vertoont een storing.
Voorzichtig doorrijden.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.
Gelelampjes
AntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekej ning met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrij
kant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto
wordt gestabiliseerd. Snelheid verlagen
en rijstijl aan de wegomstandigheden aanpasj sen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen.
Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj
vice Partner of specialist laten controleren.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 184.
DynamischestabiliteitscontroleDSC
gedeactiveerdofdynamische
tractiecontroleDTCgeactiveerd
Dynamische stabiliteitscontrole DSC isgedeactiveerd of dynamische tractiejcontrole DTC is geactiveerd.Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 184, endynamische tractiecontrole DTC,
zie pagina 185.
BandenpechwaarschuwingRPA De bandenpechwaarschuwing meldt
spanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen
vermijden.
Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 310.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt.
e bandenspanningscontrole meldt een
lage bandenspanning of bandenpech.
De informatie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Het controlelampje knippert en brandt vervolj gens continu.
Er kan geen bandenpech of geen verlies van bandenspanning herkend worden.'yStoring door installaties of apparaten met dezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.'yRDC kan de reset niet voltooien: voer de
reset van het systeem opnieuw uit.'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: Evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: het systeem door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist
laten controleren.
Bandenspanningscontrole, zie pagina 303.
Seite 124BedieningWeergaven124
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 125 of 379

StuursysteemStuursysteem mogelijk defect.
Het stuursysteem door een Service
Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Emissiewaarden Storing in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten conj troleren.
Aansluiting voor On-Board Diagnose, zie paj
gina 327.
Mistachterlicht Mistachterlichten zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht, zie pagina 144.
Groenelampjes
Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.
Ongewoon snel knipperen van de conj trolelampje duidt op een uitgevallen
richtingaanwijzerlampje.
Richtingaanwijzers, zie pagina 109.
Stadslicht,rijlicht Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.
Parkeer-/dimlicht, Automatische verj
lichtingsregeling, zie pagina 140.
LaneDepartureWarning Controlelampje brandt: Het systeem is
geactiveerd. Ten minste één rijbaanbej grenzingslijn werd herkend en waarj
schuwen is mogelijk.Waarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 167.
Mistlamp Mistlampen zijn ingeschakeld.
Mistlamp, zie pagina 144.
Grootlichtassistent Grootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uitj
geschakeld.
Grootlichtassistent, zie pagina 143.
AutomaticHold Automatic Hold is ingeschakeld. De
auto wordt bij stilstand automatisch op
zijn plaats gehouden.
Automatic Hold, zie pagina 108.
Blauwelampjes
Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.
Grootlicht, zie pagina 110.
Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Seite 125WeergavenBediening125
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 126 of 379

PermanenteweergaveEnkele Check-Control-meldingen worden perj
manent weergegeven en blijven zichtbaar, totj
dat de storing is opgelost. Bij meerdere gelijkj tijdige storingen worden de meldingen na
elkaar weergegeven.
Deze meldingen kunnen gedurende circa 8 sej
conden onzichtbaar worden gemaakt. Hierna worden deze weer automatisch weergegeven.
Tijdelijkeweergave
Andere Check-Control-meldingen verdwijnen na circa 20 seconden automatisch. Deze
Check-Control-meldingen blijven opgeslagen
en kunnen opnieuw worden weergegeven.
OpgeslagenCheck-Control-
meldingenweergeven
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.
Weergave
Check-Control Minimaal één Check-Control-melding
wordt weergegeven of is opgeslagen.
Tekstmeldingen Tekstmeldingen in combinatie met een symjbool op het instrumentenpaneel geven uitleg
over een Check-Control-melding en de betej kenis van de controle- en waarschuwingslampjjes.
Aanvullendetekstmeldingen Meer informatie, bijvoorbeeld over de oorzaak
van een storing en de noodzaak tot ingrijpen, kan worden opgeroepen via Check-Control.
Bij dringende meldingen wordt de aanvullende
tekst automatisch op het Control Display gej
toond.
Verderehulp
Afhankelijk van de Check-Control-melding kan
verdere hulp geselecteerd worden.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Gewenste tekstmelding selecteren.5.Gewenste instelling selecteren:'y"Handleiding"
Bijkomende informatie over de Check-
Control-melding weergeven in de geïnj tegreerde handleiding.'y"Serviceaanmelding"
Contact opnemen met een Service
Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist.'y"BMW pechhulp"
Contact opnemen met de hulpdienst.
Meldingenaanheteindevanderit
Bepaalde meldingen die tijdens het rijden zijn weergegeven worden na het uitschakelen van
rijden-stand-by opnieuw weergegeven.
BrandstofmeterStandaardinstrumentenpaneel Een pijl naast het benzinepompj
symbool laat zien aan welke kant van de auto de tankdopklep zit.
Het hellen van de auto kan totschommelingen in de weergave
leiden.
Aanwijzingen voor tanken, zie pagina 286.
Seite 126BedieningWeergaven126
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 127 of 379

UitgebreidinstrumentenpaneelEen pijl naast het benzinepompj
symbool laat zien aan welke kant van de auto de tankdopklep zit.
De actuele actieradius wordt als getalswaarde weergegeven.
Het hellen van de auto kan tot schommelingen in de weergave leiden.
Aanwijzingen voor tanken, zie pagina 286.
Toerenteller Algemeen
Vermijd beslist toerentallen in het rode waarj schuwingsgebied. In dit gebied wordt ter bej scherming van de motor de brandstoftoevoerverminderd.
ShiftLights
Principe
Bij overeenkomstige uitrusting geven Shift
Lights het opschakelpunt aan, waarmee de
best mogelijke accelaratiewaarde behaald
wordt.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Shift Lights worden weergegeven, als het rijj
programma SPORT of SPORT PLUS geactij
veerd is.
ShiftLightsinschakelen Steptronic Sport versnellingsbak:1.SPORT of SPORT PLUS selecteren met
de rijbelevingsschakelaar.2.Handbediening M van de transmissie actij veren.
Handversnelling:
SPORT of SPORT PLUS selecteren met de rijj belevingsschakelaar.
Weergave'yHet huidige toerental wordt op de toerenj teller weergegeven.'yPijl 1: achter elkaar geel brandende velden
wijzen op de verhoging van het toerental.'yPijl 2: achter elkaar oranje brandende
velden wijzen op het aanstaande schakelj tijdstip.'yPijl 3: veld brandt rood. Uiterlijk op dat mojment schakelen.
Bij het bereiken van het toegestane maximale
toerental knippert de gehele weergave. Bij het overschrijden van het maximale toerental
wordt ter bescherming van de motor de brandj
stoftoevoer verminderd.
Gereedheidenrijden-stand-
by
De weergave OFF bij de toerenjteller geeft aan dat de rijden-
stand-by is uitgeschakeld en de gereedheid is ingeschakeld.
De tekst READY bij de toerenj
teller geeft aan dat de automatij
sche start-stop-functie van de
motor gereed is voor het autoj
matisch starten van de motor.
Voor meer informatie zie Ruststand, gereedj
heid en rijden-stand-by, zie pagina 17.
Seite 127WeergavenBediening127
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 128 of 379

Motortemperatuur'yKoude motor: de wijzer staat
op de laagste temperatuurj
waarde. Rij met gering toej
rental en matige snelheid.'yNormale bedrijfstemperaj
tuur: de wijzer bevindt zich in
het midden of in de onderste
helft van de temperatuurmej
ter.'yHete motor: de wijzer staat op de hoogste temperatuurwaarde. Bovendien wordt eenCheck-Control-melding weergegeven.
Koelvloeistofpeil controleren, zie pagina 324.
Buitentemperatuur WAARSCHUWING
Ook bij temperaturen boven +3 

Page 129 of 379

UitgebreidinstrumentenpaneelDe actuele actieradius wordt als
getalswaarde naast de brandj
stofpeil-aanduiding weergegej ven.
Benodigdonderhoud
Principe
De functie geeft het benodigde onderhoud en
de overeenkomstige onderhoudsomvang aan.
Algemeen
De afstand of de tijd tot het volgende onderj
houd wordt na inschakelen van rijden-stand-by kort weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actuele servicebehoefte kan door een serj
viceadviseur worden uitgelezen uit de afj
standsbediening.
Bepaalde informatie over het benodigd onderj houd kan ook op de afstandsbediening met
display worden weergegeven.
Weergave
Gedetailleerdeinformatieoverhet benodigdeonderhoud
Nadere informatie over de omvang van het onjderhoud kan op het Control Display worden
weergegeven.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"
Noodzakelijke omvang van het onderhoud
en zo nodig wettelijk voorgeschreven keuj ringen worden weergegeven.4.Vermelding selecteren om nadere informajtie te laten weergeven.SymbolenSymj
bolenBeschrijvingOnderhoud is op dit moment niet
noodzakelijk.Auto is aan een onderhoudsbeurt of
een wettelijke keuring toe.Termijn voor het onderhoud is overj
schreden.
Afsprakeninvoeren
Afspraken voor voorgeschreven keuringen van
de auto invoeren.
Ervoor zorgen dat datum en tijd van de auto juist zijn ingesteld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4."Autokeuring (APK)"5."Datum:"6.Gewenste instelling selecteren.7.Bevestigen.
Datuminvoer wordt opgeslagen.
Automatischeservicewaarschuwing De gegevens over de onderhoudstoestand of
over wettelijk voorgeschreven keuringen van de auto worden automatisch voor de vervaldaj
tum doorgegeven aan de Service Partner.
Er kan worden gecontroleerd, wanneer de Serj
vice Partner werd ingelicht.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Teleservice oproep"Seite 129WeergavenBediening129
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 130 of 379

Onderhoudsgeschiedenis
Principe Uitgevoerd onderhoud kan op het Control Disjplay worden weergegeven. De functie is bej schikbaar zodra er een onderhoudsbeurt in deautogegevens is ingevoerd.
Algemeen
Onderhoudswerkzaamheden bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwaj lificeerde Service Partner of specialist laten uitjvoeren. De uitgevoerde onderhoudswerkzaamjheden worden ingevoerd in de
voertuiggegevens, zie pagina 326.
Weergaven
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4. "Service historie"
Uitgevoerd onderhoud wordt weergegej
ven.5.Vermelding selecteren om nadere informaj tie te laten weergeven.
Symbolen
Symj
bolenBeschrijvingGroen: onderhoud is tijdig uitgej
voerd.Geel: onderhoud is te laat uitgej
voerd.Onderhoud is niet uitgevoerd.Schakelpuntindicator
Principe
Het systeem geeft de meest energiezuinige versnelling voor de actuele rijsituatie aan.
Algemeen
De schakelpuntindicator is actief in de handbej diende modus van de Steptronic versnellingsj bak.
De schakelpuntindicator is bij handbediende versnellingsbak actief.
Handgeschakeldeversnellingsbak:
weergave
Aanwijzingen voor op- of terugschakelen worj
den in het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij voertuigen zonder schakelpuntindicator
wordt de ingeschakelde versnelling weergegej
ven.VoorbeeldBeschrijvingMeest energiezuinige versnelling
is ingeschakeld.Naar energiezuinigere versnelling
schakelen.
Steptronicversnellingsbak:
weergaven
Aanwijzingen voor op- of terugschakelen worj
den in het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij voertuigen zonder schakelpuntindicatorwordt de ingeschakelde versnelling weergegejven.
VoorbeeldBeschrijvingMeest energiezuinige versnelling
is ingeschakeld.Naar energiezuinigere versnelling
schakelen.Seite 130BedieningWeergaven130
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 380 next >