BMW 5 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

GroepGewicht van
het kindLeeftijd bij
benaderingKlasse/categorie
#m a)Pas#j
sa#j
giers#j
stoel,
airbag
ONPas#j
sa#j
giers#j
stoel,
airbag
OFF #m
b)Achter#j
bank, bui#j
tenste zit#j
plaatsenAchter#j
bank,
middenBabydraagtasF - ISO/L1
G - ISO/L2X
XX
XX
XX
X0Tot 10 kgcirca 9 maan#j
denE - ISO/R1XXILX0+Tot 13 kgcirca 18
maandenE - ISO/R1
D - ISO/R2
C - ISO/R3X
X
XX
X
XIL
IL
ILX
X
XI9 - 18 kgTot circa 4
jaarD - ISO/R2
C - ISO/R3
B - ISO/F2
B1 - ISO/F2X
A - ISO/F3X
X
X
X
XX
X
X
X
XIL
IL
IL, IUF
IL, IUF
IL, IUFX
X
X
X
Xa) Bij gebruik van kinderzitjes op de achterbank eventueel de lengte-instelling van de voorstoel
aanpassen en de hoofdsteunen van de achterbank aanpassen of verwijderen.b) Alleen bij uitrusting met ISOFIX-kinderzitje.IL: geschikt voor ISOFIX kinderveiligheidssystemen in de categorie semi-universeel, als de auto
en de zitplaats in de voertuigtypelijst van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem zijn ver#j
meld.IUF: geschikt voor naar voren gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen in de categorie Uni#j versal die voor toepassing in deze gewichtsklasse geschikt zijn.X: de stoel is niet met bevestigingspunten voor het ISOFIX-systeem uitgerust of goedgekeurd.i-Size-kinderveiligheidssystemen
Algemeen
i-Size is een regeling voor kinderveiligheids#j
systemen, op basis waarvan kinderveiligheids#j systemen kunnen worden toegelaten.
Als dit symbool in de auto te zien is, is
de auto op grond van i-Size toegelaten. Het symbool geeft de bevestigings#jpunten aan voor de onderste verankeringenvan het systeem.
Dit symbool geeft het bevestigingspunt
voor de bovenste bevestigingsriem aan.Seite 101Kinderen
veilig
vervoerenBediening101
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Geschikte
i-Size-plaatsenInformatie over de bruikbaarheid van kindervei#j
ligheidssystemen op de betreffende zitplaat#j
sen als de kinderveiligheidssystemen geschiktzijn voor i-Size of voldoen aan i#mSize #n vol#j gens de norm ECE-R 129: GroepPassagiers#j
stoel, airbag
ONPassagiers#j
stoel, airbag
OFFAchterbank, buitenste
zitplaatsen
2e zittingrijAchterbank, midden
2e zittingriji-SizeXXi-UXi-U: geschikt voor naar achteren en voren gerichte i-Size-kinderveiligheidssystemen.X: niet geschikt voor i-Size-kinderveiligheidssystemen.Geadviseerde
kinderzitjes
Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij
een Service Partner van de fabrikant of een an#j
dere gekwalificeerde Service Partner of een
specialist geschikte kinderveiligheidssysteem
verkrijgbaar.
De fabrikant van de auto beveelt de volgende kinderveiligheidssystemen aan:'yBMW Baby Seat groep 0+'yBMW Junior Seat groep 1'yBMW Junior Seat groep 2/3'yISOFIX Base'yRömer KidFix XP
Beveiliging
van
portieren
en
ruiten
achterin
Algemeen
In bepaalde situaties kan het raadzaam zijn om de achterportieren en ruiten te beveiligen, bij#jvoorbeeld bij het meenemen van kinderen.
Portieren
Vergrendelingshendel aan de achterportieren
naar boven schuiven.
Het betreffende portier kan alleen van buitenaf worden geopend.
Veiligheidsschakelaar
voor
achterin Toets van het bestuurdersportier in#j
drukken.
Verschillende functies worden geblokkeerd en kunnen achterin niet worden bediend, Veilig#j
heidsschakelaar. Veiligheidsschakelaar, zie pa#j
gina 77.
Seite 102BedieningKinderen
veilig
vervoeren102
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

RijdenUitrusting
van
de
auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands#j
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veilig#j heidsrelevante functies en systemen. Bij ge#j
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Start/stop-knop Principe Door indrukken van de start/
stop-knop wordt de rijden-
stand-by, zie pagina 19, in- of
uitgeschakeld.
Steptronic versnellingsbak: het
rijden-stand-by wordt ingeschakeld als bij het
indrukken van de start/stop-knop het rempe#j
daal wordt ingedrukt.
Handgeschakelde versnellingsbak: het rijden-
stand-by wordt ingeschakeld als bij het indruk#j ken van de start/stop-knop de koppeling wordtingetrapt.
Opnieuw indrukken van de start-/stopknop schakelt de rijden-stand-by weer uit en de ge#j reedheid, zie pagina 19, wordt ingeschakeld.Rijden-stand-by
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvol#j
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binnendringen, die schadelijk voor de ge#jzondheid zijn. De uitlaatgassen bevatten kleur-en reukloze schadelijke stoffen. In gesloten
ruimten kunnen de uitlaatgassen zich ook bui#j
ten de auto ophopen. Er bestaat levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor voldoende
ventilatie zorgen.'

Het starten verloopt korte tijd automatisch enwordt beëindigd zodra de motor gestart is.
De controle- en waarschuwingslampjes in het
instrumentenpaneel branden niet allemaal
even lang.
Handversnelling1.Rempedaal indrukken.2.Koppelingspedaal indrukken en vrijstand inschakelen.3.Start/stop-knop indrukken.
Het starten verloopt korte tijd automatisch enwordt beëindigd zodra de motor gestart is.
De controle- en waarschuwingslampjes in het
instrumentenpaneel branden niet allemaal
even lang.
Dieselmotor Bij koude motor en temperaturen onder circa
0 #

Handversnelling
De motor wordt tijdens stilstaan onder de vol#j gende omstandigheden automatisch uitge#j schakeld:'yDe vrijstand is ingeschakeld en het koppe#j
lingspedaal is niet ingetrapt.'yVeiligheidsgordel bestuurder is omgegespt
of het bestuurdersportier is gesloten.
Steptronic
versnellingsbak:
handmatige
motorstop
Is de motor bij het stoppen van de auto niet au#jtomatisch uitgezet, dan kan de motor handma#j
tig worden uitgezet:
'yRempedaal uit actuele positie vlot natrap#j
pen.'yKeuzehendelstand P inschakelen.
Als aan alle functievoorwaarden is voldaan,
wordt de motor afgezet.
Airconditioning
bij
afgezette
motor
Bij afgezette motor wordt de luchthoeveelheid
van de airconditioning gereduceerd.
Weergaven
in
het
instrumentenpaneelAlgemeen De weergave in de toerenteller
geeft aan dat de automatische
start-stop-functie klaar is voor het automatisch starten van de
motor.
De weergave geeft aan dat niet
voldaan is aan de voorwaarden
voor het automatisch stoppen
van de motor.
Totale
tijd
voor
afgezette
motor
Rijmodus ECO PRO: bij desbe#j
treffende uitrusting wordt bij
een automatische motorstop de
totale tijd weergegeven, tijdens
welke de motor door de automa#j
tische start-stop-functie is afgezet.
Na het tanken wordt de totale rijd automatisch
gereset.
Beperkte
werking De motor wordt in de volgende situaties nietautomatisch afgezet:'yOp steile hellingen.'yRempedaal niet krachtig genoeg ingedrukt.'yHoge buitentemperatuur en airconditio#jning ingeschakeld.'yInterieur nog niet zoals gewenst verwarmdof gekoeld.'yAls de ruiten zouden kunnen aanwasemenwanneer de automatische airconditioningis ingeschakeld.'yMotor of andere componenten niet op be#j
drijfstemperatuur.'yMotorkoeling is nodig.'ySterke stuuruitslag of stuurhandeling.'yAccu is zwaar ontladen.'yOp grotere hoogten.'yMotorkap is ontgrendeld.'yInparkeersysteem is geactiveerd.'yStilstaand en langzaam rijdend verkeer.'ySteptronic versnellingsbak: keuzehendel#j
stand in N of R.'yNa het achteruitrijden.'yGebruik van brandstof met hoog ethanol#j
gehalte.Seite 105RijdenBediening105
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Starten
van
de
motor
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
Steptronic
versnellingsbak
Voor het wegrijden start de motor onder de
volgende voorwaarden automatisch:'yDoor het loslaten van het rempedaal.'yBij geactiveerde Automatic Hold: gaspe#j
daal indrukken.
Handversnelling
Voor het wegrijden start de motor onder de volgende voorwaarden automatisch:
'yDoor het intrappen van het koppelingspe#j
daal.
Wegrijden
Na motorstart zoals op de gebruikelijke wijze
accelereren.
Veiligheidsfunctie
De motor start na een automatische uitschake#j
ling niet automatisch, wanneer aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
'yVeiligheidheidsgordel bestuurder afgedaan
en bestuurdersportier geopend.'yDe motorkap werd ontgrendeld.
Sommige controlelampjes branden verschil#j
lend lang.
De motor kan alleen via de Start/stop-knop ge#j
start worden.
Grenzen
van
het
systeem Ook wanneer niet moet worden weggereden,
start de afgezette motor in de volgende situ#j
aties automatisch:
'ySterk opwarmend interieur terwijl de koel#j
functie is ingeschakeld.'ySterk afkoelend interieur terwijl de verwar#j
ming is ingeschakeld.'yAls de ruiten zouden kunnen aanwasemen wanneer de automatische airconditioningis ingeschakeld.'yTijdens het sturen.'ySteptronic versnellingsbak: wisselen vankeuzehendelstand D naar N of R.'ySteptronic versnellingsbak: wisselen vankeuzehendelstand P naar N, D naar R.'yAccu is zwaar ontladen.'yStarten van een oliepeilcontrole.
Intelligente
automatische
start-stop-
functie
Afhankelijk van de uitrusting en de landuitvoe#j
ring beschikt de auto over verschillende sen#j
soren om de verkeerssituatie te registreren.
Hiermee kan de intelligente automatische
start-stop-functie zich aan verschillende ver#j
keerssituaties aanpassen en evt. anticiperend
optreden.
Bijv. in de volgende situaties:
'yWordt er een situatie herkend, waarin de
stopduur waarschijnlijk erg kort zal zijn, dan
wordt de motor niet automatisch afgezet.
Afhankelijk van de situatie wordt op het
Control Display een melding weergegeven.'yWordt er een situatie herkend, waarin di#j
rect moet worden weggereden, dan wordt de afgezette motor automatisch gestart.
Systeem
handmatig
deactiveren/
activeren
Principe De motor wordt niet automatisch afgezet.
Tijdens een automatische motorstop wordt de motor gestart.
Seite 106BedieningRijden106
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Met
toetsen
Toets indrukken.
Steptronic-versnellingsbak:
via keuzehendelstand
De automatische start-stop-functie wordt ookbij keuzehendelstand M/S gedeactiveerd.
Via
rijbelevingsschakelaar
De automatische start-stop-functie wordt ook bij rijmodus SPORT van de rijbelevingsschake#j
laar gedeactiveerd.
Weergave
'yLED brandt: automatische start-stop-func#j
tie is gedeactiveerd.'yLED dooft: automatische start-stop-functie is geactiveerd.
Auto
uitzetten
tijdens
automatische
motorstop
Algemeen
Bij een automatische motorstop kan de auto veilig stilgezet/geparkeerd worden, bijvoor#j
beeld om deze te kunnen verlaten.
Steptronic
versnellingsbak
1.Start/stop-knop indrukken.'yDe rijden-stand-by wordt uitgescha#j
keld.'yDe gereedheid wordt ingeschakeld.'yDe keuzehendelstand P wordt automa#j
tisch ingeschakeld.2.Parkeerrem bedienen.
Handversnelling
1.Start/stop-knop indrukken.'yDe rijden-stand-by wordt uitgescha#j
keld.'yDe gereedheid wordt ingeschakeld.2.Eerste versnelling of achteruitversnelling
inschakelen.3.Parkeerrem bedienen.
Automatische
deactivering
Algemeen
In bepaalde situaties wordt de automatische start-stop-functie automatisch gedeactiveerd
om de veiligheid te garanderen, bijvoorbeeld
wanneer wordt herkend dat de bestuurder niet aanwezig is.
Storing De automatische start-stop-functie schakelt
de motor niet meer automatisch uit. Er wordt een Check-Control-melding weergegeven.Verder rijden is niet mogelijk. Het systeem
door een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Parkeerrem Principe
De parkeerrem dient om de stilstaande auto te
beschermen tegen wegrollen.
Seite 107RijdenBediening107
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

VeiligheidsvoorschriftenWAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in be#j
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De auto voor het verlaten te#j
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrol#j len beveiligd is, het volgende in acht nemen:'yParkeerrem bedienen.'yOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'yOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.'

Automatisch
vrijzettenDe parkeerrem wordt bij het wegrijden auto#j
matisch vrijgezet.
LED en controlelampje doven.
Automatic
Hold
Principe Het systeem is behulpzaam door automatisch
vastzetten en losmaken van de rem, bijv. bij
stilstaand en langzaam rijdend verkeer.
De auto wordt bij stilstand automatisch op zijn
plaats gehouden.
Op hellingen wordt bij het wegrijden achteruit#j
rollen verhinderd.
Algemeen
Onder de volgende voorwaarden wordt de par#j
keerrem automatisch vastgezet:'yDe rijden-stand-by wordt uitgeschakeld.'yEr wordt een bestuurdersportier geopend
als de auto stilstaat.'yTijdens het rijden wordt met de parkeer#j
rem geremd, totdat de auto stilstaat.
Weergave
Het controlelampje wisselt van groen
naar rood.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in be#j
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De auto voor het verlaten te#j
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrol#j len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'yParkeerrem bedienen.'yOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'yOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.'

2. Toets indrukken.
De LED brandt.
Het controlelampje brandt groen.
Automatic Hold is gereed voor gebruik.
Bij het opnieuw starten van de auto
wordt de laatstgekozen instelling aangehou#j den.
Automatic
Hold
houdt
de
auto
tegen De gereedheid is ingeschakeld en het bestuur#jdersportier is gesloten.
De auto wordt na het indrukken van het rem#j pedaal, bijvoorbeeld bij het stoppen voor eenverkeerslicht, automatisch tegen wegrollen be#jveiligd.
Het controlelampje brandt groen.
Wegrijden
Voor het wegrijden het gaspedaal indrukken.
De rem wordt automatisch vrijgezet en hetcontrolelampje dooft.
Automatisch
activeren
van
de
parkeerrem
Parkeerrem wordt automatisch vastgezet alsde auto door Automatic Hold op zijn plaatswordt gehouden en rijden-stand-by wordt uit#jgeschakeld of als de auto wordt verlaten.
Het controlelampje wisselt van groennaar rood.
De parkeerrem wordt niet automatisch vastge#j
zet als bij het uitrollen van de auto de rijden-
stand-by werd gedeactiveerd. Automatic Hold
wordt daarbij gedeactiveerd.
Rijden-stand-by
uitschakelen Toets indrukken.
De LED dooft.
Het controlelampje dooft.
Automatic Hold is uitgeschakeld.
Als de auto door Automatic Hold wordt tegen#j gehouden, dan voor het uitschakelen tevens
het rempedaal indrukken.
Storing Bij het uitvallen of een storing van de parkeer#j
rem:
Na het uit de auto stappen deze tegen wegrol#j
len beveiligen, bijvoorbeeld met een wielkeg.
Na
een
stroomonderbreking
Om de werking van de parkeerrem na een stroomonderbreking weer te herstellen:1.Gereedheid inschakelen.2. Schakelaar bij ingedrukt rempedaal of
ingeschakelde keuzehendelstand P uit#j
trekken en vervolgens indrukken.
De procedure kan enkele seconden duren.
Eventuele geluiden zijn normaal.
Controlelampje dooft zodra de parkeer#j
rem weer gebruiksklaar is.
Richtingaanwijzers,
grootlicht,
lichtsignaal
Richtingaanwijzers
Knipperlicht
in
de
buitenspiegel
Bij het rijden en tijdens het gebruik van de knipperlichten of de waarschuwingsknipper#jlichtinstallatie de buitenspiegels niet inklap#j
pen, zodat de knipperlichten in de buitenspie#j
gels goed te herkennen zijn.
Seite 110BedieningRijden110
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17